De Dienst van het Woord uit de fusievering


(de hele dienst is hier terug te luisteren en ook zelfs terug te zien: https://www.kerkomroep.nl/#kerk.php?mp=11245)

gebed om de opening van het Woord door ds. Dick Erik van Dorsten

1e schriftlezing      psalm 133   door ds. Dick Erik van Dorsten

zingen         Psalm 25: 2 en 7

2e Schriftlezing Efeze 3:14-21   door ds. Kees van den Berg

verkondiging         thema ‘Samen’ door ds. Kees van den Berg

Gemeente van Jezus Christus,

Bij de fusie hoort ook een nieuw logo. U kunt dat zien op de voorkant van de liturgie. Maar al eerder stond het in het kerkblad en op de nieuwe website.


Het is een prachtig logo geworden, ontworpen door Marja v.d. Brink. Elementen van de oude kerkzegels – zeg maar de vroegere logo’s – van de hervormde gemeente en de gereformeerde kerk in Gouda komen er in terug.
De twee handen onderaan bijvoorbeeld komen uit het oude hervormde zegel. De handen houden ieder een lelie vast. De lelie figureert weer in het oude gereformeerde zegel. Maar het logo is meer dan retro. Nee, het drukt juist de nieuwe situatie uit, sinds januari 2017: de hereniging. De handen zijn immers samengevouwen: een mooi beeld van onze verbondenheid, het gezamenlijk optrekken.
Boven de handen zweeft een duif, symbool van de Heilige Geest, ook prominent aanwezig in het logo van de landelijke PKN. Terecht, want door en van de Heilige Geest leeft de kerk! De duif als symbool van de Heilige Geest vinden we trouwens ook terug in een aantal glazen hier in de Sint-Jan, waaronder het centrale glas in het koor van de doop van Jezus. Op de achtergrond van het logo zien we in wit het kruis. En gekleurd een Goudsbloem, in het oude hervormde zegel ook terug te vinden. De Goudsbloem die vanwege z’n naam in het verleden vaak gebruikt werd om de stad Gouda aan te duiden. Alsof het logo wil zeggen: we willen immers als gehele Protestantse Kerk er zijn voor Gouda en haar inwoners.

Intussen past dat logo ook heel goed bij het tekstgedeelte van vanmiddag. Neem nogmaals die beide handen. In het nieuwe logo zijn ze een kwartslag gekanteld vergeleken bij het oude hervormde zegel. Daar hielden ze elkaar zó vast, alsof er door twee personen een hand werd gegeven. Nou ja, dat doen we natuurlijk ook wel heel veel in de kerk hè: handengeven! Als dominee aan de kerkenraad, bij binnenkomst in de consistorie, voor het begin van de kerkdienst, na de dienst, bij de uitgang aan de aanwezige gemeenteleden. Voor een vergadering. Na een vergadering. Enz. enz. We geven elkaar eindeloos een hand, totdat we eens alles uit handen moeten geven… En dat is mooi, dat handengeven: het is een teken van verbondenheid. Vandaar ook in dat oude zegel! Maar in het nieuwe logo zijn beide handen in elkaar gevouwen en naar boven gericht, geopend om te ontvangen, eigenlijk ook een gebedshouding…
En dat is dat gedeelte uit Efeze 3 precies: een gebed! Paulus bidt voor de gemeente in Efeze, voor de gelovigen daar. Het gebed is ook één van dé pijlers van de gemeente. In vroeger tijden werd een kerk ook bedehuis genoemd. Maar het is onopgeefbaar en dus ook actueel: de kerk is een huis van gebed. Een kerk die niet bidt, is geen kerk. En dat zeggen we echt niet alleen omdat het deze week de Week van Gebed is. Dit geldt 52 weken in het jaar. En elke keer valt het me weer op hoe Paulus in zijn gemeentebrieven bidt, voorbede doet voor die gemeenten.
Zo ook hier. Zelfs de gebedshouding wordt genoemd (vers 14): ‘Ik buig mijn knieën.’ Gebogen knieën, knielen: het is een uiting van eerbied, van ootmoed. Vanwege de Allerhoogste tot Wie je bidt: de Vader van alle gemeenschap, in hemel en op aarde. Wie ben jij dan als enkel klein mensenkind? Wie zijn wij als kerk? Ootmoed. Ja, ook als we naar de aanleiding, de voorgeschiedenis kijken. Ik bedoel: dat we herenigen betekent immers dat we daarvoor gescheiden optrokken, er verwijdering is geweest, verwijten over en heer, minachting, barsten en breuken. En dat is zonde. Niet voor niet niets hebben we dat vanmiddag ook beleden. Hebben we ons toen in feite ook gebogen, ons kleingemaakt en gebeden om genade.
Laten we wel zijn: daar vinden we elkaar. Juist door samen te bidden, drukken we onze eenheid en verbondenheid uit: we kunnen niet zonder die genade, zonder die gemeenschap van Boven. Prachtig uitgedrukt in die twee gezamenlijke handen, geopend naar boven. En daarom raakte het mij ook toen op die namiddag in december, toen de handtekeningen gezet werden onder de fusieovereenkomst, hier in de Van de Vormkapel in de Sint-Jan, dat toen Pieter van Boven namens de beide Algemene Kerkenraden ons voorging in gebed. Zoals in dat hele fusietraject er elke keer weer gebeden werd. En daarmee zullen we ook niet stoppen. Het gebed is immers het kanaal waardoor Gods genade naar ons stroomt. Ook als Protestantste Kerk in Gouda leven wij van wat wij van Godswege ontvangen om dat door te geven. Open handen naar Boven, naar elkaar en naar anderen in deze stad.
Paulus bidt God of Hij kracht en sterkte wil geven door zijn Geest. Dat impliceert dat de gelovigen voor wie hij bidt zwak en kwetsbaar zijn. Zoals Paulus persoonlijk  ook telkens ondervonden had. Een paar brieven eerder, in de Tweede Korinthebrief, schrijft hij dat Gods kracht in zwakheid wordt volbracht. En dat is anno 2017 niet anders. Niet voor niets staan in dat nieuwe logo ook bloemen. Geen cactussen of vetplanten. Nee, bloemen zoals de lelie en de Goudsbloem. Prachtig, maar o zo kwetsbaar. Een stormwind kan ze doen knakken. Een nachtvorst hen doen zieltogen. Hun kracht en schoonheid halen die bloemen ook van elders. Via de wortels uit de goede grond…
Zo zijn wij als kwetsbare mensen ook aangewezen op de kracht van elders. Ook als kerk. We hoeven ons ook niets te verbeelden. En misschien dat juist onze tijd ons dat ook extra laat zien. We zijn een minderheid geworden. Marginaal. Maar misschien dat we dan alleen maar sterker beseffen hoe afhankelijk we zijn van de Heilige Geest met zijn kracht, met zijn sterkte, met zijn volheid, waar Paulus hier zo vurig om bidt.
Toen het nieuwe logo gepresenteerd werd op een vergadering van de Algemene Kerkenraad merkte een collega op – nee, ik noem geen namen; hij is trouwens toch vertrokken, oeps! – maar goed, hij merkte op: ‘Is die duif niet een beetje te corpulent?’ Nou, vanuit dit prachtige gedeelte, en trouwens ook elders in de Bijbel, moet je bij de Heilige Geest toch niet denken – met eerbied gezegd – aan een schriele kip eh een magere duif?! Vanuit zijn vrucht, vanuit zijn gaven, vanuit zijn volheid, is zo’n stevige duif – kunsthistorisch gezien meer in lijn met Rubens en Botero – zo’n stevige duif is juist tekenend!

Paulus doet ook niet zuinig als hij het hier over heeft. Want waar heeft die volheid van de Geest mee te maken? Waar smaakt de vrucht van de Geest naar? Waar zijn die gaven mee gevuld? Met de liefde van Christus. Nou, als het daarover gaat, dan komt Paulus superlatieven tekort: ‘de liefde van Christus gaat alle kennis te boven.’ Bij heel wat dingen heb je zoiets: ‘Ja, nu weet ik het wel. Daar hoef je me echt niets meer over te vertellen.’ Maar dat geldt niet voor de liefde van Christus. Daar raak je nooit op uitgekeken! Daar blijf je je over verbazen en verwonderen! Paulus omschrijft die onuitputtelijke en ongekende liefde van Christus in vier dimensies: lengte en breedte, hoogte en diepte: als een enorme kubus. Of moet ik zeggen – en dat sluit misschien nóg beter aan bij déze plek – als een immense kathedraal. In je eentje kun je die nooit bevatten en kennen. Natuurlijk, het geloof is ook een persoonlijke zaak. Christus die in je hart komt wonen, die jij omhelst als je Heer, die je volgt, met vallen en opstaan. Iemand zei eens: de nauwe toegangspoort tot de navolging van Christus is zo smal dat er maar één persoon tegelijk door kan. Ja, dat is ook een persoonlijke zaak, hoogstpersoonlijk! Ik hoop dat u en jij dat ook herkent en Hem zo erkent. Maar dan houdt het niet op. Nee, om die meerdimensionale liefde van Hem te begrijpen (of te ‘bevatten’, zoals de Naardense Bijbel vertaalt), daarvoor heb je anderen nodig. Samen lukt dat echt beter! Net als bij een schilderij, of nog beter (weer met het oog op deze plek): net als bij zo’n gebrandschilderd glas. Met elkaar zie je meer, bevat je meer. Zo is het in de gemeente. Ieder heeft, als het goed is, zo’n stukje van de liefde van Christus leren kennen, ervaren, daarin gedeeld. Maar het is de bedoeling dat die stukjes bij elkaar komen, en met elkaar die veelkleurige legpuzzel worden: een 4D-puzzel zeg maar.
Daar hebben we dus iedereen bij nodig! Kinderen en grote mensen, knappe koppen en verstandelijk beperkten, conservatieven en vooruitstrevenden. Hervormden en gereformeerden. Mensen die graag organiseren en in actie komen. En mensen die graag studeren of mediteren. Mensen die onze ogen openen voor het diaconale aspect: wat kunnen we betekenen voor mensen die hulp nodig hebben. En mensen die op hun beurt juist onze ogen weer openen voor de rauwe werkelijkheid, waarin juist de liefde zo fonkelt. Gevoelsmensen en nuchtere types. Priesters en profeten. Mensen bij wie het leven totaal op z’n kop is gegaan, die op radicale wijze tot geloof zijn gekomen. En mensen bij wie het geloof er eigenlijk altijd geweest is, maar het wel volgehouden hebben, ook tegen de klippen op en over het geheim daarvan vertellen. Enz. enz. Iedereen is hierbij nodig. Ook u, jij en ik. Daarom is de hereniging ook zo helemaal hier op van toepassing. Samen zijn we in staat om die meerdimensionale liefde van Christus te ontdekken, te benoemen, te kennen. Laten we er dankbaar voor zijn! Zonder dat we klonen van elkaar hoeven te worden.

Paulus is aan het eind van zijn prachtige gebed zo onder de indruk geraakt van die immense kathedraal van Christus’ liefde, waar we elkaar mogen gidsen, waar we ons samen mogen verwonderen en die liefde die we mogen doorgeven, dat hij in een lofprijzing uitbarst. Over superlatieven gesproken… ‘Aan Hem, die door de kracht die in ons werkt bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij vragen of denken, aan Hem komt de eer toe, in de kerk en in Christus Jezus, tot in alle generaties, tot in alle eeuwigheid.’
Of zoals André Troost eens lofprijzend dichtte:

Looft de Heer met vreugde,
looft met luider stem
God die ons verheugde –
zingt een lied voor Hem!

Looft Hem met uw woorden,
looft Hem metterdaad,
die uw roepen hoorde,
die u niet verlaat.

Looft Hem, alle mensen,
looft Hem, blank en zwart,
looft Hem zonder grenzen
met een dankbaar hart.

Looft Hem met uw handen,
looft Hem met uw mond,
looft Hem, alle landen,
heel de wereld rond!

Looft Hem, hoge bergen,
looft Hem, donker dal,
looft Hem, al zijn werken,
looft Hem overal!

Looft Hem met trompetten,
looft Hem met de luit,
looft Hem, klarinetten,
trommels, harp en fluit!

Looft Hem opgetogen
in uw eigen taal –
looft Hem in den hoge,
looft Hem allemaal!

Halleluja!

Amen

orgelspel     ‘Nun danket allen Gott!’ door Christiaan Ingelse