Een aantal weken geleden heeft ds C. van den Berg korte stukjes geschreven over alle onderdelen van de Orde van Dienst voor de zondagsbrief. De stukjes zijn nu ook integraal overgenomen op de website. Dit vierde artikel gaat over de schriftlezing als onderdeel van de liturgie.

We zijn intussen aangekomen bij de schriftlezing in onze orde van dienst. Er is een bijna direct verband tussen schriftlezing en prediking: de preek is aan de hand van het gelezen Bijbelgedeelte.

Nu is dat verband niet altijd zo direct geweest. In de Rooms-katholieke kerk werden vroeger volgens een bepaald leesrooster een aantal Bijbelg
edeelten gelezen. De preek stond daar eigenlijk los van. Ook in de oudere protestantse traditie was dit verband er eigenlijk niet of nauwelijks. Dat kwam omdat de voorlezer – iemand anders dan de predikant – volgens een doorgaande lezing een aantal hoofdstukken uit de Bijbel las. De dominee had een hele andere preektekst en preekte daarover (vaak was het ‘sport’ om een hele korte tekst te kiezen).

Verband tussen schriftlezing en prediking

Sinds een tijd is er (gelukkig) wel een verband tussen de schriftlezing en de prediking, zodat het gelezen Bijbelgedeelte vertolkt mag worden naar deze tijd en onze levens. Toch kan niet alles uit de schrift-lezing in de preek aan de orde komen. Dat zou een preek veel te vol en te lang maken. Trouwens, we mogen geloven dat God zelf in de Bijbel aan het woord komt. Dat maakt de schrift-lezing op zich, los van de preek, al een heilig moment, een ontmoeting tussen God en de gemeente!

De Schriftlezing is een centraal gebeuren in de samenkomst van de gemeente van Christus, die in de Schriften het Woord van God hoort (al voorafgaande aan de preek!). Dit vraagt eerbied en een goede, aandachtige luisterhouding. Daarbij helpt het echt om zelf in de eigen Bijbel mee te lezen. Dat verhoogt de concentratie en de alertheid op het gelezene. Bovendien kun je dan ook meekijken als de predikant in de preek uit bepaalde gedeelten uit de Schriftlezing citeert en erbij stilstaat.