Een aantal weken geleden heeft ds C. van den Berg korte stukjes geschreven over alle onderdelen van de Orde van Dienst voor de zondagsbrief. De stukjes zijn nu ook integraal overgenomen op de website. Dit derde artikel gaat over het gebed als onderdeel van de liturgie.

Voor de schriftlezing is er eerst door de gemeente het gebed waarbij wij vragen om verlichting met de Heilige Geest. Daar bidden we om, omdat we geloven dat we de verlichting met de Heilige Geest nodig hebben om te begrijpen wat God vanuit zijn Woord tot ons te zeggen heeft, zodat het gaat leven in ons hart. Daar bidden we om.

We beschikken namelijk niet over het heil van God. De bediening van het Woord is geen automatisme. Een dominee preekt niet vanzelfsprekend zo, dat het harten raakt. Daarom is het gebed om de Heilige Geest wezenlijk, dat Hij meekomt met het Woord en het in onze harten brengt, toepast en vrucht laat dragen.

Het gebed vroeger

In vroegere tijden vond dit gebed plaats ná de schriftlezing en vóór de preek?! Dat kwam omdat een voorlezer de
schriftlezing deed, en daarna kwam de dominee die het eerste gebed deed en de preek hield. Toen de voorlezer verdween, bleef deze volgorde aanvankelijk gehandhaafd. Tot men ging ontdekken dat schriftlezing en preek bij elkaar horen en dat bij beiden de verlichting met de Heilige Geest nodig is.

Wij noemden als kind dit gebed het ‘grote gebed’, omdat de dominee dan heel lang kon bidden. Vaak was het al een soort vooruitgrijpen op de preek en werd uitgebreid uit de doeken gedaan hoe God een mens bekeert. M.i. is daar het gebed niet voor bedoeld. Laat het een korter en krachtig gebed zijn waarin we de Geest eerbiedig vragen de gelezen en gesproken woorden levend te maken in ons hart en ons in de ware luisterhouding te brengen. Zonder zijn verlichting blijft alles mensenwerk en komt er geen licht en inzicht.

Daarom kan dit gebed niet gemist worden!