improvisatie over kerstliederen op de nieuwe vleugel 

afkondigingen 

zingen           Hemelhoog 159 ‘Wijs mij de weg naar Bethlehem’

stil gebed

votum en groet          

aanvangstekst         

‘Ongetwijfeld is dit het grote geheim van ons geloof: Hij  is geopenbaard in een sterfelijk lichaam, in het gelijk gesteld door de Geest, is verschenen aan de engelen, verkondigd onder de volken, Hij vond geloof in de wereld, is opgenomen in majesteit.’ (1 Timoteüs 3:16)

zingen                       1) Lied 477 ‘Komt allen tezamen’

                                    2) Lied 473 ‘Er is een roost ontloken’

geloofsbelijdenis   met de woorden van zondag 14 van de Heidelbergse Catechismus

zingen           Psalm 98:1,2 ’Zing een nieuw lied voor God de Here’

gebed

zingen (kinderlied)   Hemelhoog 156 ‘Vrolijk kerstfeest’

kindergedicht 

LANG GELEDEN

Eén, twee, drie, vier
woordjes op papier,
woordjes voor je oren,
zet ze open, moet je horen:
lang geleden, ver van hier,
werd een kind geboren,
even klein als vroeger jij;
o wat was zijn moeder blij
met zijn armpjes en zijn beentjes,
met zijn vingertjes en zijn teentjes,
met zijn mondje aan haar borst:
"Kom maar, kindje, met je dorst".

Lang geleden, ver van hier
het verhaal staat op papier,
hoe wel duizend engelen zongen
tot de harten opensprongen
voor dat wondere bericht:
eindelijk was de mens geboren
die geheel bij God wou horen
en zou lopen in het licht,
ons zou leren, hand in hand
mee te gaan naar vredeland.

Het verhaal staat op papier
maar gebeurt ook nu nog, hier.

Inge Lievaart 

schriftlezing 1         Lukas 2:1-7 door Jasmijn Verkerk

zingen           Lied 506:1,2 ‘Wij trekken in een lange stoet’

schriftlezing 2         Galaten 4:1-7 door Jasmijn

zingen           Hemelhoog 139:1,3 ‘Ik kniel aan uwe kribbe neer’

tekstlezing   Maar toen de bestemde tijd gekomen was, zond God zijn Zoon, geboren uit een vrouw en onderworpen aan de wet, om ons, die aan de wet onderworpen waren, vrij te kopen opdat wij als kind aangenomen zouden worden. En omdat u zijn kinderen bent, heeft God in ons hart de Geest van zijn Zoon gezonden, die ‘Abba, Vader’ roept. (Galaten 4:4-6)

verkondiging          Thema: Kerstbrief - als Kerst en Pinksteren op één dag vallen.’  

Gemeente van Jezus Christus, 

Eén van de leuke dingen van de kersttijd blijven toch de kerstkaartjes die mensen versturen. Hier een greep uit de stapel die bij ons werd bezorgd…
Mooi als mensen die moeite nemen en zo laten merken dat ze aan elkaar denken. Zo zat er bij onze kerstkaartjes ook een heuse brief waarin vol dankbaarheid gedeeld werd hoe het een gezin het afgelopen jaar vergaan was.
Sowieso zijn persoonlijke brieven bijzonder. Die laat je toch zeker niet in de envelop zitten…

Vanmorgen zit er voor ons allemaal ook een brief tussen de kerstpost. Een brief waarin het ook over kerst gaat. Juist over de bedoeling van kerst. Althans, Gods bedoeling met kerst. De brief is van Paulus.

Kijk, een brief is persoonlijk. Die is geadresseerd. Daar kun je eigenlijk niet omheen. In briefvorm kom je ook eerder to the point. In een brief zet je vooral het allerbelangrijkste. In dit geval: wat zit er eigenlijk achter, achter het kerstgebeuren? Wat is Gods drijfveer?

Vanmorgen dus het kerstevangelie in briefvorm, in een persoonlijke brief, aan ons geadresseerd, met daarin het allerbelangrijkste over kerst – nou, die maak je bij wijze van spreken toch subiet open? Dan verslinden je ogen toch de letters?

Wat is het allerbelangrijkste van kerst? De kern van kerst? Vers 4: ‘Toen de bestemde tijd gekomen was, zond God zijn Zoon.’ ‘De bestemde tijd; oftewel: de komst van Christus vormt het beslissende keerpunt. Eigenlijk kun je dat toch ook aan onze jaartelling zien. We tellen vanaf Christus' geboorte: 2025 na Christus. En alles wat daarvoor gebeurd is, noemen we zoveel jaar voor Christus. Zo allesbepalend is Zijn komst naar deze wereld… 

Of zoals Paulus het noemt: toen ‘zond God zijn Zoon.’ In het Grieks wordt er een woord gebruikt dat ‘uitzenden’ betekent. Dan denk je toch onwillekeurig aan militairen die uitgezonden worden, op missie. Nou, zo, en dan veel omvattender, is Jezus uitgezonden door God, met een missie, een vredesmissie. En ook Hij komt van elders, van buiten het conflictgebied zeg maar. Hij komt vanuit de hemel, bij God vandaan. Hij is, las ik ergens, als een soldaat die aan een parachute achter de vijandelijke linies wordt gedropt met een geheime missie.

Wat is die missie dan? ‘God zond zijn Zoon uit (…) om ons, die aan de wet onderworpen zijn, vrij te kopen.’ Letterlijk staat er: ‘ze van het marktplein te halen.’ Dan moet je denken aan de slavenmarkt, die er in Paulus' tijd regelmatig op het marktplein gehouden werd. Een heftig beeld. Slaven zijn we oorspronkelijk. ‘Onderworpen aan de machten van de wereld’, schrijft Paulus. Een omvattende term voor alles dat ons in de macht kan hebben. Dat kunnen bepaalde afgoden zijn, dat kunnen de machten van duivel en zonde zijn, en dat kan zelfs de wet zijn, laat Paulus zien in de Galatenbrief. Als de wet, de ge- en verboden van God, voor ons een middel is om God te behagen, om te willen scoren bij Hem en daarmee ook positief af te steken bij anderen, dan zijn we slaaf geworden van de wet. Of als de wet ons juist constant het idee geeft dat we die hoge norm van God niet halen, waardoor we steeds dieper wegzakken: ik haal het niet, het wordt niets met mij, dan heeft de wet ons ook in een wurggreep. 

Hoe dan ook, we kunnen flink vastzitten, gebonden door, onderworpen aan allerlei machten, binnen en buiten onszelf. Maar daarvan wil de Here God ons bevrijden. En daarom zond Hij Zijn Zoon, met als missie: ‘Koop ze vrij! Haal ze er uit!’ 

Kun je je dat voorstellen, dat je als een slaaf op zo'n markt staat? Mensen lopen langs je heen met keurende blikken, en lopen door. Je staat daar maar, verloren en beschaamd. Tot opeens iemand komt, een enorm bedrag betaalt, en je de vrijheid schenkt! Dan ben je toch de koning te rijk! Nou, dat is dus wat Christus doet: je vrijkopen uit de slavernij, jou bevrijden! Maar daarvoor heeft Hij wel moeten betalen! Toentertijd was één slaaf vrijkopen al een kostbare aangelegenheid, laat staan de mensheid vrijkopen uit de geestelijke slavernij, waarin ze zich bevond. Dat was een ongelooflijk hoge prijs. Maar Jezus betaalde die prijs.

Wat was die prijs? Allereerst dat Hij volstrekt solidair werd met ons mensen. Vanaf het prilste begin. Tot in de baarmoeder, tot in het geboortekanaal, tot in de eerste huil van de pasgeborene, tot in de doek die hem droogwrijft en de eerste slok moedermelk die Hij binnenkrijgt. Of zoals Paulus het in één kort zinnetje samenvat: ‘geboren uit een vrouw.’ Net als ieder van ons: geboren uit een vrouw. Echt mens dus, vanaf de babyfase. Maar denk daar niet te romantisch en te vertederend over. Want Lukas 2, de verhaalvorm van het kerstevangelie, laat zien dat het ook armoede betekent en het bestaan van een dakloze. Het tekent Jezus' verdere leven. Hij deelt ons bestaan tot in onze nood, ons opgejaagd zijn, onze pijn, kortom: ons lijden. Om zo heel dichtbij ons mensen te kunnen komen, om ons van binnenuit te begrijpen én te bevrijden.

Maar de kostprijs daarvoor is nog meer dan dat Jezus ons leven deelt. De prijs is uiteindelijk dat Hij zijn leven geeft. In onze plaats, aan het kruis. Daar betaalde Jezus de uiteindelijke losprijs, met zijn eigen leven. Daar vindt die wonderlijke transactie plaats: Christus betaalt die enorme prijs en wij zijn bevrijd, de slavernij is voorbij!

Dat vind ik nou het mooie van die brief van vanmorgen: dat daarin kerst niet op zichzelf blijkt te staan. Nee, het is het begin van een missie, een goddelijke missie, die z'n doel bereikt op Golgotha, bij het kruis. Kerst en Goede Vrijdag worden in één adem genoemd. Ze horen bij elkaar. Door de open staldeur valt al de schaduw van het kruis.

Dat is niet om de kerstsfeer te verstieren. Nee, dat is om kerst alleen maar dieper en betekenisvoller te maken. Want wat is hiervan de toepassing voor ons? Bevrijding uit die geestelijke slavernij dus en dat wij ‘als kind aangenomen zouden worden’, vervolgt Paulus.
Kijk, dat kon toentertijd met zo’n vrijgekochte slaaf gebeuren, dat hij of zij geadopteerd werd als kind van diegene. Dat betekende voor die vrijgekochte slaaf heel concreet: een vrij persoon met dezelfde rechten als diens andere, natuurlijke kinderen!

Dit is het gevolg van Jezus’ missie: wij geadopteerd door de Here God als zijn kinderen. Dat is toch het allermooiste kerstcadeau? Geen slaaf meer, maar zoon, dochter, van de hemelse Vader. Dankzij zijn eniggeboren Zoon, Jezus Christus, door Wie ook wij kinderen van God kunnen zijn, een broeder, een zuster, van Jezus dus! Wonderlijk en waar!

Ja, als je dat mag zijn, dan is het natuurlijk wel heel dwaas om weer slaaf te willen worden. Maar helaas, het gebeurt wel. Dat je een slaaf bent in je relatie naar God toe. Als het woordje ‘moeten’ je godsdienst gaat bepalen: Als christen moet je dit en moet je dat. En als je geloof vooral een kwestie is van scoren, om maar bij de Here God in een goed blaadje te komen, eigenlijk uit angst. Maar het is dan de angst van een slaaf voor zijn heer, en niet het geloof van een zoon of dochter, waar liefde juist de relatie bepaalt. En liefde drijft angst uit. 

Maar er zijn nog meer ‘heren’ die ons weer naar de slavenmarkt willen slepen, zeg maar. Machten die ons echt weer in de boeien willen slaan. Ze spiegelen zich mooi voor, maar ze beheersen je zo, dat je niet meer werkelijk vrij bent. De macht van het nooit genoeg, van altijd maar meer, waar je echt een slaaf van kunt worden. Of zoveel vandaag de dag waar je verslaafd aan kunt raken: macht, drank, andere verdovende middelen, je telefoon. Het geeft je een kick, een roes, maar daarna is er toch altijd weer die leegte van binnen.

Slaaf kun je ook zijn van een ideaalbeeld, dat je je laat aanpraten door de sociale media bijvoorbeeld: ‘Als ik nou ook eens zo was...’ En je doet er alles voor om er maar bij te horen, om maar te voldoen aan dat ideaal, maar je bent eigenlijk jezelf niet, je voelt je zo te kort schieten, en allerlei negatieve gevoelens krijgen de overhand.
Maar het kan zo anders. Als je weer terugkeert naar dat allesbeslissende moment dat je bent vrijgekocht door Jezus Christus. Dat je dus bij Hem echt vrij bent. Bevrijd van al het moeten, van die leegte in je, van die voortdurende kramp. Want voor Hem mag je zijn wie je bent: uniek, een kind van God, vrij, no longer slave! 

Als kind van God aangenomen – dat adoptierecht zeg maar heeft Christus voor ons verworven. Maar nu gaat het er ook om dat wij er deel aan gaan krijgen. Dat dit in ons leven bevestigd wordt. Dat we het gaan geloven en ervaren. Daarvoor zendt God nog een keer. Nee, Hij doet geen half werk! ‘God heeft in ons hart de Geest van zijn Zoon gezonden,’ vervolgt onze tekst in vers 6. Opnieuw zendt God Iemand uit. Eerst Zijn Zoon, daarna zijn Geest. En zo komt God nog dichterbij: in ons hart! Om zo ons van binnenuit, dus helemaal, ervan te overtuigen wie we mogen zijn: vrije zonen en dochters van God. 

En zo worden in die kerstbrief van Paulus niet alleen Kerst en Goede Vrijdag in één adem genoemd, maar ook Kerst en Pinksteren. Vandaar het thema: ‘Als Kerst en Pinksteren op één dag vallen.’ Ik tikte dat voor de gein in op Google en dan krijg je tegenwoordig als eerste het antwoord van AI (tja, over een macht gesproken, maar dit terzijde). Weet je wat die hierbij zei? ‘Als Kerst en Pinksteren op één dag zouden vallen, betekent dat in figuurlijke zin dat iets nooit zal gebeuren; het is een uitdrukking voor een onmogelijkheid, vergelijkbaar met "als Pasen en Pinksteren op één dag vallen", wat wijst op iets dat nooit zal plaatsvinden, omdat Pinksteren altijd 50 dagen na Pasen is.’

Grappig, AI had dus dóór dat mijn thema een soort verdraaiing was van het gezegde ‘als Pasen en Pinksteren op één dag vallen.’ En die uitdrukking betekent inderdaad dat iets nooit zal gebeuren. Maar goddank is het hier in die kerstbrief van Paulus anders. Want daar worden ze in één adem genoemd, daar hebben Kerst en Pinksteren juist alles met elkaar te maken hebben. Daar vallen ze bij wijze van spreken op één dag, in ieder mens die gelooft.

Kijk, zonder Pinksteren zegt Kerst – en dan bedoel ik de echte betekenis ervan, het doel van Gods missie hiermee – zonder Pinksteren zegt dat ons niks, doet het ons niks, helpt het ons niet. Of zoals ooit ene Silesius zei: ‘Al was Christus duizendmaal in Bethlehem geboren, maar niet in u, dan bent u verloren.’

En dat is nou precies de bedoeling van Pinksteren: dat Jezus in ons hart komt, dat ons hart de kribbe wordt, waarin Hij terechtkomt, dat we gaan geloven en ervaren dat we door Hem Gods kind zijn. De Geest leert ons God te kennen als Abba.
‘Abba’ is een Aramees koosnaampje die Joodse kinderen toen voor hun vader gebruikten: Abba – ‘lieve vader, papa.’ Die intieme band mogen we met de Here God hebben. Niet die van een slaaf naar zijn slavendrijver, maar van een kind naar zijn vader. Een Vader zoals geen aardse vader kan zijn. Een Vader die je helemaal kent, begrijpt, aanvaardt. Een lieve Vader bij wie we mogen schuilen, wiens hart we mogen voelen bonzen van de allerdiepste liefde voor ons. En dan hoeven we niet veel te zeggen, nee: stil zijn.

En als die andere stemmen toch weer gaan klinken: de stem van twijfel, van schuldgevoel of schaamte, dan klinkt daar een andere stem: de stem van de Geest, die roept in ons: ‘Abba, Vader.’

Het is veelzeggend dat het in de tegenwoordige tijd staat: de Geest blijft roepen, door alles heen, tegen alles in: ‘Abba Vader.’ Luther kon het op zijn manier zo aansprekend zeggen: ‘Wanneer wij het allerdiepst midden in zo’n schrik voor de wet staan en de zonde als het ware boven ons dondert, de dood ons doet sidderen en beven, de duivel allergruwelijkst brult, dan begint de Heilige Geest in onze harten te roepen: 'Abba, lieve Vader'. En dit roepen van Hem is veel machtiger dan het geroep van wet, zonden, dood en duivel, al klinkt het nog zo geweldig en verschrikkelijk. Het roepen van de Geest breekt en dringt met alle macht door wolken en hemel heen, komt voor Gods oren en wordt verhoord.’
En zo is het!

U merkte het: in die kerstbrief van vanmorgen kwam veel aan bod. In feite ging het over de Drie-enige, over de Vader die zond en die we mogen kennen als Abba, lieve Vader. Over de Zoon die geboren werd om ons vrij te kopen, door Wie we vrije kinderen van God mogen zijn. En over de Geest die ons het geweldige resultaat daarvan te binnen brengt.

Daarom: Ere zij God,
lof zij U,
Vader, Zoon en Heilige Geest,
van nu aan,
tot in eeuwigheid.

Amen 

muzikaal meditatief moment met Emma Becker op harp ‘Pour Raphaele’ van Serge Lancen

zingen           Gezang 244 uit het Liedboek voor de Kerken uit 1973:2,3,4 ‘Christus stoot de hemel open’

dankgebed en voorbeden  

Collectemoment     ingeleid door diaken van dienst, tijdens het collectemoment opnieuw harpmuziek door Emma Becker en Nelly van der Gaarden: ‘O Holy Night’, harparrangement van Sylvia Woods.

kindermoment  

zingen           projectlied ‘Welkom bij de Koning’.

zegen           

zingen (als alternatief gezongen amen)            Ere zij God (met alternatieve tekst van A.F.Troost)

orgelspel                              Halleluja uit The Messiah van Georg Friedrich Händel