orgelspel

mededelingen 

zingen           Psalm 25:7 

stil gebed

votum en groet 

aanvangstekst   ‘Vijandschap sticht ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en het hare, zij verbrijzelen je kop, jij bijt hen in de hiel.’ (Genesis 3:15)

zingen           Gezang 423:1,4

gebod des Heren   uit 1 Petrus 5

gebed om de verlichting met de Heilige Geest

zingen met combo   Ik wens jou van Trinity

kindermoment

Wat heb ik hier nou weer meegenomen?
Een draak. Wat vind je van zo’n draak?
Hij komt nogal eens voor hè, in sprookjes, in boeken, in films.
En meestal zijn die draken slecht, willen ze kwaad doen. Denk aan de draak in The Hobbit, in de Gebroeders Leeuwenhart, en in … de Bijbel.

Ja, daar gaat het ook over een draak. In het laatste Bijbelboek. Daar gaat het hier straks over in de preek. Die ga ik nu niet helemaal houden. Maar je zou kunnen zeggen dat die draak daar slaat op de duivel.
En die komen we vaker tegen in de Bijbel hè. Weten jullie een verhaal? In het begin van de Bijbel. Met die slang, die Adam en Eva uiteindelijk van de vrucht van de boom laat eten, terwijl God het verboden heeft. Of de duivel in de woestijn bij Jezus, als die Jezus wil verleiden, niet te doen waar Hij voor gekomen is.
Dus de duivel is de vijand van God, van Jezus, en van ons.
Maar… is hij net zo machtig als God? Is hij net zo sterk als God? Gaat hij het winnen van Jezus? Nee, Jezus heeft hem verslagen. Wanneer? Toen Hij stierf aan het kruis en Hij opstond uit de dood. En als je in Jezus gelooft, dicht bij Hem blijft, gaat die duivel het ook niet van jou winnen.

Hé, eigenlijk is dit maar een klein draakje. Ik had geen grotere thuis. Maar ik dacht: misschien maar goed dat hij niet zo groot is, want vergeleken bij Gods liefde, bij Jezus, is die duivel eigenlijk maar klein, miezerig. Omdat hij al verslagen is. Oké, hij haalt nog allerlei gemeens uit. Maar winnen gaat hij niet meer. Never nooit.

Dat wilde ik jullie even vertellen.
Ik wens jullie een goede kindernevendienst. En we zijn natuurlijk benieuwd welk verhaal jullie daar horen en welke plaat er op het kruis zal verschijnen. Maar dat zien we straks. Tot dan!

schriftlezing     Openbaring 12

zingen     Psalm 2:2,3

verkondiging

Gemeente van Jezus Christus,

In de podcast De Dag was er afgelopen week een gesprek met de Vlaamse journalist Bruno Beeckman. Hij zat in de trein, van Kiev naar Slowakije. Voor zijn eigen veiligheid had hij die stad verlaten.
In die trein sprak hij een oude Oekraïense vrouw. Zij had in de Tweede Wereldoorlog nog in het concentratiekamp gezeten in Polen. Daar was ze bevrijd door de Russen. Maar nu bombardeerde dat land haar stad, haar land. Andere vluchtelingen vertelden hoe het Russische leger het centrum van hun stad intact liet, maar de wijken daaromheen stelselmatig met de grond gelijk maakte. Het waren stuk voor stuk verschrikkelijke verhalen die de journalist in de trein hoorde.
Maar daar was ook Lena, de conductrice. Zij bracht koffie en thee aan de murw geslagen vluchtelingen. Ooit was haar vader vanuit Rusland naar Oekraïne gekomen. Zij was zich thuis gaan voelen in Oekraïne, maar haar tweelingzus woonde weer in Rusland, en die geloofde haar verhalen niet: ‘nepnieuws’ was haar standaardreactie. Pijnlijk.
Maar Lena liet zich niet uit het veld slaan. Ze bracht de treinreizigers koffie en thee en probeerde hen op te monteren. Ook door de vele grappen die ze vertelde. Humor als tegenwicht in de ellende, als medicijn in verziekte omstandigheden.
De Joden – en welk volk heeft een kostbaarder humor dan zij? misschien juist wel omdat zij zoveel ellende hebben gezien – de Joden noemen dat gein. En ‘gein’ is afgeleid van het Hebreeuwse ‘cheen’, dat genade betekent. Ware humor is genade.

Ook ons tekstgedeelte, Openbaring 12, kent humor.
‘Humor? Ik vind het maar heftig: met die vrouw, dat kind en die draak. De oorlog in de hemel. De verschrikkelijke vervolging. De dodelijke spanning.’
En toch, er sprankelt wel degelijk humor hier, goddelijke humor zelfs. Daarover straks.

Eerst dat indrukwekkende teken dat aan de hemel verschijnt: een vrouw, die er stralend uitziet, met haar gelaat als de zon, de maan als voetenbank en een kroon van 12 sterren. Wie is zij?
Ze is moeder. Want ze baart een kind. Een kersverse moeder dus. En aangezien de draak, alias de slang, alias de duivel, dat kind wil verslinden, denk je dan toch aan Eva. We hoorden het immers bij de openingstekst uit het begin van Genesis: over de vijandschap tussen het nageslacht van de vrouw en dat van de slang. En die vrouw was Eva.

Of staat die vrouw voor Israël? Die twaalf sterren boven haar hoofd komen we ook tegen in de droom van Jozef, en daar staan ze voor de zonen van Jakob, voor de twaalf stammen van Israël dus. Bovendien wordt Israël in het Oude Testament vaak met een vrouw vergeleken.
Het kind dat geboren wordt, is niemand minder dan de Messias, ‘Degene’, die volgens Psalm 2, ‘alle volken met een ijzeren herdersstaf zal hoeden.’ De vrouw is dus de moeder van Jezus: Maria. Ook zij heeft met smart haar Zoon gebaard. Sterker nog: door haar ziel ging een zwaard, vanwege het latere lot van haar Zoon.

Maar verderop in het visioen blijkt de vrouw ook door de draak, door de duivel dus, hevig vervolgd te worden. En dat kunnen we weer niet direct over Maria zeggen, maar wel over de gemeente, zeker ook voor de christenen die als eersten Openbaring hoorden en lazen: de christenen ten tijde van het Romeinse Rijk. Zij ervaarden aan den lijve vijandschap en vervolging. Zoals zovele christenen ook nu. Dus die vrouw kan ook op de gemeente slaan. Maar ook de Joden kennen vijandschap en vervolging in hun lange geschiedenis, geweld, antisemitisme, tot op de dag van vandaag.
Ach, zoals wel vaker in het boek Openbaring hoeft er geen sprake te zijn van een eenduidige betekenis. Eva, Israël, Maria en de gemeente; allemaal kunnen zij zich herkennen in deze vrouw.

Het tweede teken, ook in de hemel, is een draak. Zijn identiteit is een stuk minder ingewikkeld. In vers 9 wordt die expliciet uit de doeken gedaan: ‘de slang van weleer, die duivel of Satan wordt genoemd.’ Hier dus draak genoemd. Dat doet denken aan dat mythologische monster, dat je in de oude oosterse cultuur en ook in het Oude Testament tegenkomt. Denk aan de Leviathan, het monster uit de profeten en de psalmen, omschreven als een soort zeeslang; symbool voor de chaos, voor het kwaad.
Dat we dat niet moeten onderschatten, blijkt ook wel hoe die draak hier getekend wordt. Die draak is allereerst vuurrood. Rood is de kleur van het bloed. Hij is bloeddorstig dus. Zeven koppen heeft hij. Dat duidt op z’n intelligentie, z’n sluwheid, z’n listen: ‘koppie, koppie’ bij wijze van spreken. De tien horens staan voor z’n kracht. En de evenveel diademen oftewel kronen voor z’n aspiraties: hij wil de macht hebben over alles en iedereen.

Dat blijkt ook wel, want de draak stelt zich op voor de barende vrouw. Hij staat klaar om het pasgeboren kind, de Messias dus, Jezus, te verslinden. Het betreft hier immers de antichrist, de tegen-Messias, die de zaak van God en zijn Zoon in de war wil schoppen, wil vernietigen. Daarom staat hij daar, recht tegenover de vrouw, op het punt haar kind te verslinden.
Als die vrouw ook Israël is, denk je toch onwillekeurig aan al die boosaardige tegenstanders, zoals de farao van Egypte die alle pasgeboren jongetjes wilde verdrinken in de Nijl, of aan het volk Amelek dat Israël in de woestijn in de rug aanviel, of aan de Assyriërs en de Babyloniërs, die Israël deporteerden, of aan de Romeinse keizer Titus, die Jeruzalem veroverde en de tempel verwoestte, of aan Hitler met z’n Entlösung van de Joden, enz., enz.
En als die vrouw ook Maria is, dan denk je aan koning Herodes die alle jongetjes van 0 tot 2 jaar in Bethlehem liet vermoorden, omdat hij die geboren Koning der Joden wilde elimineren, al direct in de kiem wilde smoren.
Kortom: allemaal uitingen van de grote Tegenstander van God, van zijn volk, van Christus, van zijn gemeente.

Maar dit jongetje, deze Zoon van God, krijgt de Boze niet te pakken. Nee, zodra het kind geboren is, wordt het weggevoerd naar God, naar de hemel. De duivel heeft het nakijken: foetsie, weg! Is dat humor, of niet? Goddelijke gein. Ja, echt genade van hogerhand!

Bijzonder trouwens hoe hier Jezus’ leven in een notendop wordt samengevat, nou: eigenlijk nog korter: alleen zijn geboorte en hemelvaart. Alles daartussen, zijn hele leven, ook zijn kruis en opstanding – toch de kern! – dat alles wordt hier niet beschreven. Iemand noemde dat de telescoopstijl. Alleen het begin en het eind, zijn geboorte en zijn hemelvaart, worden verteld, als een samenvatting van heel Jezus’ leven. En door die hemelvaart te noemen, ligt de nadruk dus op Jezus’ heerlijkheid, op zijn koningschap.
Intussen is die draak mooi gefopt. Dat brengt me bij Luther, die ook altijd veel met de duivel te stellen had, en die veel gevoel voor humor had. Luther vertelde eens dat God zijn eniggeboren Zoon als vishaak in de wereld geworpen heeft, met daarbij Jezus’ menszijn als worm aan de haak. De duivel hapt naar de mens Jezus en wil Hem opvreten. Au! Want de haak is Jezus’ God zijn. En daar bijt de duivel zich op stuk. Hij verliest het. Goddelijke gein!

Maar terug naar ons tekstgedeelte. De vrouw vlucht naar de woestijn. Daar is ze veilig. Ook hier klinken zoveel bijbelse noties mee: Israël in de woestijn, verzorgd en geleid door God, net als Elia en Johannes de Doper. De woestijn ook als de plek van de leegte en de stilte, waar juist God extra kan spreken…

Intussen verschuift het beeld weer. Naar de hemel. Daar wordt oorlog gevoerd. Michaël, de aartsengel, strijdt tegen de draak en zijn trawanten. Maar we krijgen weinig frontberichten. Eigenlijk niets. Wél de uitkomst: ook daar verliest de draak. Samen met zijn engelen wordt hij uit de hemel gegooid.
Kon de duivel daar komen dan??
Ja. Denk aan het boek Job waar de duivel zo de hemel kan binnenlopen en z’n naam Satan ook waarmaakt. Die betekent namelijk ‘aanklager’. En dat doet de duivel dan ook. Hij klaagt Job aan bij God: ‘Het is niet zo moeilijk dat deze U dient, als hem alles voor de wind gaat. Maar wat nu als hem alles ontnomen wordt?!’
En ook bij de profeet Zacharia is de Satan in de hemel om daar de hogepriester aan te klagen. En die staat daar in een besmeurd gewaad: uiting van z’n zonden. De duivel heeft dus wel een punt. Meer dan een punt.

Ja, dat is de core business van Satan, gemeente: ons aanklagen. Ons op onze fouten wijzen, onze missers, onze zonden, ons tekort. En daar heeft hij ook gewoon gelijk in. Ja, hij is een soort Officier van Justitie, die de aanklacht indient: wat er bij ons allemaal aan schort, waar we schuldig aan zijn. En je kunt je daar flink benauwd onder voelen. En dan heeft de duivel z’n zin: hij wil niets liever dan dat we met dat schuldgevoel en met die schaamte eraan onderdoor gaan, de vernieling ingaan, het geloof opgeven.
Maar, wat is nu het geweldige van dit visioen? Dat de duivel de hemel wordt uitgezet. Voorgoed. Voortaan verboden terrein voor hem. Verboden toegang voor onbevoegden. Want dat is hij voortaan.
Waarom? Omdat daar in de hemel intussen Jezus Christus is gekomen. Met zijn offer. Hij draagt de littekens nog in zijn handen en voeten, als gedenktekens: dat Hij zichzelf voor ons gegeven heeft tot in de dood, de dood aan het kruis. Maar dat Hij ook is opgestaan. Dat Hij dus als de Levende voor ons in de bres kan springen. Als de grote Advocaat. En de Vader luistert naar Hem, is volledig overtuigd door zijn pleidooi. Door Christus en in Hem worden we vrijgepleit, zijn we witter dan sneeuw en heeft die satan niets meer te zeggen. Daarom wordt hij de hemel uitgegooid. Jezus zei het zelf in het Lukasevangelie: ‘Ik heb Satan als een lichtflits uit de hemel zien vallen!’

In de hemel is er daarom grote vreugde. Daar wordt het loflied gezongen. Maar met betrekking tot de aarde klinkt er opnieuw een wee (vers 12): ‘Wee (…) de duivel is naar jullie afgedaald! Hij is woedend, want hij weet dat hij geen tijd heeft om te verliezen.’
Dit is geen grap. De duivel is woedend. De draak loopt nog roder aan. Nee gemeente, we moeten die tegenstander van God dus niet onderschatten. Dat blijkt ook wel, want hij vervolgt de vrouw, beeld ook voor de gemeente. Hij doet er alles aan om haar nazaten, de gelovigen te gronde te richten. De aarde is zijn werkterrein geworden. Het beest is nu echt los.
Zien we dat ook niet vandaag de dag? Hoe het beest los is in Oekraïne. Wat een verschrikkingen daar gebeuren. Dat is toch duivels? Eigenlijk niet om aan te zien. Ja, ik sprak van de week ook mensen die er niet meer naar kunnen kijken. En het is niet alleen daar. Maar ook in Jemen, in Syrië, in Mexico, waar drugskartels nietsontziend hun wreedheid botvieren. Maar ook in ons eigen land gebeurt er zoveel verschrikkelijks. Op klaarlichte dag of juist in het geheim.
Maar laten we niet alleen naar anderen kijken en wijzen. Johnny Cash zong ooit: ‘The beast in me.’ Ja, als je eerlijk bent, dan weet je dat ook in jouzelf een beest kan losgaan. Dan kun je schrikken over de gedachten die er in je naar boven komen. Of wat je een ander toesnauwt of sist. De dingen die je doet. Of juist laat, terwijl het zo goed had kunnen doen.
Kijk, die duivel kan grof geschut inzetten, als een verslindende draak, een brullende leeuw. Maar hij kan ook als een engel van het licht opereren. Je listig in de val lokken. Je verleiden. Een wig drijven tussen jou en God, tussen jou en anderen.
C.S. Lewis schreef ooit een boekje Brieven uit de hel, waarin duivels aan elkaar brieven schrijven hoe ze met hun ‘cliënten’ moeten omgaan, hoe ze hen kunnen inpalmen. Het is fictie, maar Lewis was een diepgelovig man, en in dit boek laat hij wel een heel aantal tactieken van de Boze zien. En daarom het lezen waard, om hiertegen gewapend te zijn. Zodat je die duivel in ieder geval niet onderschat. Dat doet Openbaring hier ook niet.

Tegelijk moeten we hem ook niet overschatten. Hij is uit de hemel gegooid. En hij mag hier op aarde dan rondgaan, maar dat doet hij dus als een verliezer. Let maar op: in ons tekstgedeelte verliest hij eigenlijk alleen maar. Allereerst door Jezus die voor z’n snufferd wordt weggehaald, weggevoerd naar Gods troon. Maar ook bij     die vrouw vist hij achter het net, als zij eerst met adelaarsvleugels wordt weggevoerd naar de woestijn, en als hij haar dan later met een woeste rivier wil verdrinken, komt de aarde haar te hulp en spert deze zich open, waardoor het water in de bodem verdwijnt. Ha, wat een humor weer. De aarde, de schepping, staat aan Gods kant. Laten we dat nooit vergeten. Maar ook nu verliest de duivel weer. Kortom: zijn offensief is een wanhoopsoffensief.
Het lijkt eigenlijk wel op de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog. Aanvankelijk ging het crescendo. Ze veroverden bijna heel Europa. Maar toen kwam de ommekeer: bij Stalingrad in Rusland en bij de invasie in Normandië. Daarna vochten de Duitsers nog wel, probeerden van alles, maar de beslissing was gevallen.
Zo geldt het voor de duivel ook. De beslissing is gevallen. Wat Jezus Christus heeft volbracht aan het kruis en in zijn opstanding kan de duivel niet meer ongedaan maken. Sterker nog: hij is overwonnen. Hoe? Vers 11: ‘Zij hebben hem overwonnen dankzij het bloed van het Lam en dankzij hun getuigenis.’
Overwonnen ‘dankzij het bloed van het Lam’. Jezus Christus is overwinnaar. Zijn sterven, zijn offer aan het kruis en zijn opstanding, was de haak waaraan de duivel kwam te hangen, waar hij zich op stuk beet. En door daarin te geloven, door je zo aan Christus te verbinden, ben ook jij een overwinnaar. Ja, in Christus. Dankzij Hem kunnen we overwinnen.
En tegelijk ook door ons getuigenis, zegt vers 11. Met andere woorden: dan ook in dat spoor blijven gaan, trouw blijven aan Jezus Christus, Hem te blijven volgen, daarin vol te houden, ook als het moeilijk is, als er tegenstand komt, als er aanvechtingen en verleidingen zijn. Daar wisten die eerste lezers van Openbaring alles van. Nee, het gevecht is nog niet voorbij. En het kan er hard aan toegaan. Of juist heel geniepig. Maar de dagen van de grote Tegenstander zijn geteld. Weer klinken die mysterieuze getallen, net als in het vorige hoofdstuk: 1260 dagen. Het is hetzelfde als 42 maanden. Of, zoals het in vers 14 staat: een tijd, en twee tijden en een halve tijd, oftewel 3,5 jaar. Nee, dat moet je niet letterlijk nemen. 3,5 is de helft van zeven. Zeven is het getal van de volheid, het getal van de voleinding, het getal van God. Daar komt die duivel lang niet aan. Het is maar 3,5. Oftewel: zijn dagen zijn geteld. Hij loopt op z’n laatste benen. Tot hij, zoals we lezen in het 20e hoofdstuk, voorgoed wordt opgesloten. Dan is het klaar met die draak, dan is zijn vuur gedoofd.

God weet dat. En daarom kan Hij ook lachen. Lachen om alles en iedereen die zich grootmaakt tegen Hem en zijn Koninkrijk. God lacht er om, zegt Psalm 2. Kunnen wij meelachen met God? De bevrijdende lach dat uiteindelijk Zijn Koninkrijk overwint. Dat het kwaad verdwijnt, tot de laatste kruimel. Die goddelijke gein. Waar een Joodse rabbi ook flink door aangestoken was toen ze hem vroegen: ‘Zeg rabbi, wat zal er gebeuren als de Messias komt?’ Hij antwoordde: ‘Als de Messias komt, dan maken we een groot feestmaal gereed!’ ‘En wat zullen we eten op het feestmaal? Wat eten we dan?’ ‘De Leviathan!’
O ja. Dat zal smaken. Zalig zelfs! Lof zij U, Christus. Halleluja!

Amen

kinderen terug uit Kindernevendienst

dankgebed en voorbeden

collectemoment     Het combo zingt het lied Samen schrijven wij een boek 

slotlied          Psalm 149:5

zegen

orgelspel