welkom en mededelingen 

lied     Psalm 24:5 ‘Gij poorten, hef uw hoofd omhoog’

stil gebed

votum en groet

aanvangstekst        ‘De wijnstok is verdroogd, de vijgenboom verdord’ (Joël 1:12a), en: ‘Wees niet bang meer, akkers, wees blij en verheug je, Want de HEER heeft grote dingen gedaan! Wees niet bang meer, dieren van het veld, Want een kleed van groen bedekt de woestijn, de bomen dragen veel vrucht, vijgenboom en wijnstok geven hun rijkdom.’ (Joël 2:21,22)

zingen           Lied 678:1,2,3 ‘Vrees niet, gij land, verheug u en wees blijde’

gebed om de verlichting met de Heilige Geest

de kinderen gaan naar de kindernevendienst

schriftlezing          Lukas 21:29-36

verkondiging         n.a.v. vers 29-31, de gelijkenis van de vijgenboom

Gemeente van Jezus Christus,

Als ik u zeg dat advent ‘komst’ betekent, dan hoort u waarschijnlijk niets nieuws. Ook niet als advent vervolgens twee kanten blijkt te hebben: 1) de komst van Jezus naar deze wereld, die we straks met kerst weer vieren: zijn geboorte in Bethlehem als mensenkind en 2) de komst van Christus in heerlijkheid, ook wel zijn wederkomst genoemd. De eerste komst ligt in de tijd achter ons en de tweede voor ons. Ook dat zal bekend zijn, maar wist u dat er eigenlijk nog een derde betekenis van advent is: de komst van Christus in ons heden? Namelijk door de Heilige Geest, in Woord en sacrament. We moeten dus niet over twee, maar over drie komsten van Christus spreken.

Vanmorgen gaat het in ons tekstgedeelte met name over die tweede betekenis, over de definitieve komst van Gods Koninkrijk, als de Mensenzoon zal verschijnen. Een komst die voor ons ligt, die we mogen verwachten, met diep ontzag en groot verlangen. Tegelijk lezen we het in een avondmaaldienst, waar juist ook die derde betekenis van toepassing is, omdat we mogen geloven dat Jezus naar ons toekomt in de tekenen van brood en wijn, door de werking van de Heilige Geest. Net zoals Hij dat doet in zijn eigen Woord. Hij zelf spreekt ons aan, komt ons vanmorgen opzoeken. Over ontzag en verlangen gesproken, toch?

Jezus vertelt ons een gelijkenis, over de vijgenboom. Het is de laatste gelijkenis die Hij vertelt in het Lukasevangelie. Een hele korte gelijkenis van niet meer dan drie verzen (inclusief uitleg). Maar zoals altijd komt ook deze gelijkenis uit de alledaagse werkelijkheid, die Jezus’ leerlingen gewoon om zich heen konden zien.
Ook nu. Zelfs letterlijk. Uit de andere evangeliën blijkt dat Jezus deze gelijkenis vertelde toen Hij op de Olijfberg stond. Daar heb je een prachtig uitzicht over de hellingen van die berg, het Kidrondal beneden en de stad Jeruzalem niet te vergeten. Met name op die berg en beneden stond het vol met bomen. Als Jezus daar, op die plek, een gelijkenis vertelt over ‘de vijgenboom en al de andere bomen’, dan hebben zijn leerlingen die ook voor ogen. Vandaar dat Jezus z’n gelijkenis begint met: ‘Kijk naar de vijgenboom.’ Je ziet Hem bij wijze van spreken naar zo’n boom wijzen. Je ziet de leerlingen ernaar kijken. En wij kijken met hen mee…

De vijgenboom komt veel in Israël voor. Z’n grote bladeren zijn een uitstekende beschutting tegen de felle zon. Het is ook één van de weinige bomen daar die al die genoemde bladeren in het najaar verliest. Hij wordt dus helemaal kaal. Maar al vroeg in het voorjaar krijgt hij z’n bloesem en daarna z’n bladeren. Terwijl het nog nat en koud is, donker en somber, begint die vijgenboom dus al te bloeien en uit te botten. Teken dat de zomer er aan komt.

Het paradoxale is dat die bloesem en die eerste nieuwe bladeren van de vijgenboom dus komen als het nog koud en nat is, donker en somber. Dat past bij dat hele gedeelte van Lukas 21, ook wel de kleine apocalyps genoemd. De Apocalyps van het laatste bijbelboek Openbaring, maar dan in beknopte zin. We gaan daar vanavond uitgebreider op in – cliffhanger! – maar kort gezegd gaat het in die kleine apocalyps van Jezus over de tekenen der tijden, die voorafgaan aan Jezus’ tweede en definitieve komst, als Rechter in het licht verheven. Tekenen als de verwoesting van Jeruzalem, de vervolging van gelovigen, het optreden van valse profeten, politieke chaos, natuurrampen. Die tekenen zijn aan de ene kant verschrikkelijk, maar aan de andere kant zijn ze ook als de bloesem, de nieuwe bladeren van de vijgenboom: voorboden van de grote zomer, als God alles nieuw zal maken. Hoe paradoxaal: die verschrikkingen zijn dus ten diepste tekenen, voorboden van iets prachtigs.
Dus gemeente, vergeet dat nooit. Je kunt je blindstaren op die verschrikkingen. Je kunt erdoor afgestompt raken. Door al die erge dingen die gebeuren. Ook vandaag de dag. Er zijn mensen die daardoor het nieuws niet meer volgen, want je wordt er zo neerslachtig van. Zoveel negativiteit. Zoveel ellende. Je voelt je ook zo machteloos. Dus sluiten mensen zich ervoor af. En/of vluchten in ‘de roes en de dronkenschap’, zegt Jezus. Om het maar te verdoven, om het maar niet te voelen en te doorleven. Afgestompt. Oftewel je overgeven aan de oppervlakkigheid. Zo van: ‘Ik kan er toch niks aan doen, het zal mijn tijd wel duren.’ Dan maar ‘dánsen op de vulkaan’, zoals De Dijk ooit al zong.

Maar Jezus roept ons tot onze positieven, schudt ons wakker uit de roes, trekt onze kop uit het zand, met zijn korte en krachtige gelijkenis: ‘Kijk naar de vijgenboom en al de andere bomen. Ja, het is nog duister, het is nog kaal, er is zoveel kaalslag. Het is donker en somber, angstig en zorgelijk, maar let op die bomen: op hun bloesem, op hun nieuwe bladeren. De zomer is in aantocht. Ik kom. Definitief. Om aan al die verschrikkingen een eind te maken. Die hebben het  laatste woord niet. Ze zijn niet meer dan voorboden van mijn eeuwige Rijk: de grote zomer, waarin mijn vrede en gerechtigheid zullen bloeien. Voor altijd. Waarin alle gebrokenheid geheeld wordt, het kwaad en de dood begraven zijn. Voorgoed.

‘Kijk naar de vijgenboom en al de andere bomen.’ De vijgenboom is in het Oude Testament ook een beeld voor Israël. Die ‘andere bomen’ hier zouden dan verwijzen naar de andere volken.
Dus als het over die tekenen der tijden gaat: let vooral op Israël. Ook nu. ‘Nou, dan word je toch ook niet vrolijk? Wat er met Israël gebeurt… Het antisemitisme dat onuitroeibaar lijkt. Weer toeneemt. Maar ook die eindeloze spiraal van geweld daar in Israël, met de Palestijnen. Met Hezbollah. Met die laatste mag dan wel een wapenstilstand zijn gesloten, maar voor hoe lang? En in Gaza vrezen ze intussen met grote vreze.’
Toch: ‘Kijk naar de vijgenboom’. Let op Israël. Dat ukkige volkje – want dat is het toch – is er nog steeds. Teken van Gods trouw. Het is en blijft Gods oogappel. Het blijft een cruciale rol spelen in Gods plan en Koninkrijk. Let er daarom op. En dan zie je dat er ook hoopvolle dingen gebeuren. Al haalt dat het nieuws eigenlijk amper, dit: dat het aantal Joden dat Jezus als Messias erkent groeit. Messiasbelijdende gemeenten groeien. In Israël, elders op de wereld.

Over de wereld en de andere volken gesproken: hier in Nederland, en in West-Europa, mag de secularisatie nog steeds doorgaan. Nee, de ontkerkelijking is echt niet tot stilstand gekomen. Steeds meer mensen hebben hier in het Westen weinig met God, met het geloof en de kerk, maar op andere continenten, elders op de wereld, groeit de kerk, komen er velen tot geloof. Dat is een hoopvol teken, als bloesem, als nieuwe bladeren aan de kale boom, toch?

In de versie van de gelijkenis bij Markus staat er nog iets achter, namelijk dit: ‘Als je deze dingen ziet gebeuren – dus die tekenen der tijden – weet dan dat het nabij is, voor de deur.’ Je kunt ook vertalen: ‘Dat Hij voor de deur staat.’ En dat doet toch denken aan die woorden uit Openbaring 3: dat Christus aan de deur staat en klopt, om… avondmaal met ons te vieren!
En zo zijn we bij die derde betekenis van advent: dat Jezus komt in het heden, door Zijn Geest, in Woord en Sacrament. Daarom vind ik het zo mooi, zo veelzeggend, om avondmaal te vieren in de adventstijd, dit jaar zelfs op de eerste adventszondag, waarmee de toon toch gelijk wordt gezet.
Ja, Hij staat voor de deur. Hij klopt. Ook vandaag. Hij wil niets liever dan avondmaal met ons vieren. Hij wil niets liever dan komen in ons leven. Om zijn liefde, zijn genade, zijn verzoening en vernieuwing met ons te delen. Om schoonmaak in ons leven te houden, als dat nodig is.

Bij dat avondmaal krijgen we ook al een voorproefje van het grote Bruiloftsmaal van het Lam, van het grote feest dat begint als Hij voor de tweede keer komt, in heerlijkheid. Dat feest dat nooit meer zal stoppen. Het feest van grote vreugde, van een einde aan alle rouw, pijn, schuld en tekort. Het feest van God alles in allen. Daar mogen we aan het avondmaal al iets van proeven. Als aperitief van het grote feestmaal dat nog komt. Of in het beeld van Jezus’ gelijkenis: als voorbode van de grote zomer:

Eens komt de grote zomer
w
aarin zich ’t hart verblijdt.
God zal op aarde komen
met groene eeuwigheid.

(…)

Dan zijn wij aangezeten
in Gods verheven zaal,
en zullen met Hem eten
het eeuwig avondmaal.

Amen

zingen           Lied 747:1,7,8 ‘Eens komt de grote zomer’

lezing avondmaalformulier  

zingen Lied 451:1,2,4 Richt op uw macht, o Here der heerscharen’ 

nodiging, uitdeling en communie

lofprijzing

dankgebed en voorbeden

collectemoment

kindermoment       over ‘Bestemming Bethlehem’, het advent- en kerstproject van de kindernevendienst

zingen           Projectlied ‘Bestemming Bethlehem’

zegen

zingen  (als gezongen amen) Psalm 72:7 ‘Laat ons de grote naam bezingen’