orgelspel
welkom en mededelingen
stil gebed
votum en groet
openingstekst ‘We weten dat ons oude bestaan met Christus is gekruisigd, omdat er een einde moest komen aan ons zondige leven (…) Wanneer wij met Christus zijn gestorven, geloven we dat we ook met Hem zullen leven.’ (Romeinen 6:6a, 8)
zingen Psalm 22:10,13 ‘Want geenszins achtte mij de Heer gering’
gebed om verlichting met de Heilige Geest
schriftlezing Johannes 19:28-42
zingen Lied 587:5,6,7 ‘Jezus, gekruisigd – met ontzag en deernis’
verkondiging
Gemeente van Jezus Christus,
‘Geheime gelovigen’, oftewel mensen die in Jezus geloven, maar vanwege hun veiligheid dat niet openlijk kunnen uiten en met anderen beleven. Dat moet in het grootst geheim. Niemand, of bijna niemand, weet ervan. Zulke geheime gelovigen zijn er bijvoorbeeld in Noord-Korea of streng-islamitische landen.
Twee van zulke geheime gelovigen komen we ook tegen op de allereerste Goede Vrijdagavond: Jozef van Arimatea en Nicodemus. Van Jozef wordt het expliciet gezegd in vers 38: ‘hij was een leerling van Jezus, maar uit angst voor de Joden in het geheim.’
Jozef heeft een hoge positie bij de Joden. Hij is lid van de Hoge Raad. Die vooraanstaande positie wil hij niet kwijt, vandaar z’n discipelschap van Jezus in het geheim. Een geheim gelovige…
Dat geldt ook voor Nicodemus. Hem komen we al eerder tegen in het Johannesevangelie, als hij ’s nachts Jezus bezoekt voor een geestelijk gesprek. Nicodemus is een Farizeeër, één van de Joodse leiders. Dus ook een vooraanstaande positie. Dat hij Jezus ’s nachts bezoekt, is veelzeggend: in het donker, in het geheim.
Maar nu treden ze allebei aan het licht. Nu komen ze er openlijk voor uit. Het bijvoeglijk naamwoord ‘geheim’ kan er vanaf. Jozef gaat namelijk naar Pilatus met het verzoek om het lichaam van Jezus te begraven. Samen met Nicodemus.
Blijkbaar is er bij het kruis van Jezus wat met hen gebeurd. Iets beslissends. Jezus’ dood heeft hen in de openbaarheid gebracht.
Calvijn verwijst hierbij naar Johannes 12 (daar ging het op een eerdere lijdenszondag hier in de kerk ook over): dat beeld van de graankorrel, die gezaaid wordt, die de donkere grond ingaat, en daar in de verborgenheid sterft én ontkiemt, om uiteindelijk naar boven te komen als korenaar, met vele graankorrels.
Wat een prachtige verwijzing van Calvijn. Dat verborgen karakter past heel goed bij dat geheime geloof van deze twee discipelen, maar het gaat vooral over hoe het sterven van Jezus vruchten afwerpt: deze discipelen komen in beweging. Ze laten zich nu niet meer beheersen door angst voor de Joden, maar door de liefde voor Jezus. En de liefde drijft de angst uit…
Het sterven van Jezus aan het kruis had dit bij hen uitgewerkt.
Op deze Goede Vrijdag, bijna 2000 jaar later, is het goed om dat onszelf af te vragen: Wat heeft dat kruis van Christus, zijn sterven, in mijn leven uitgewerkt? Wat heeft dat mij gegeven? Hoe heeft het mij in beweging gebracht? En brengt het mij in beweging?
Jozef en Nicodemus komen in beweging. Maar zijn ze niet te laat? Jezus is immers al gestorven…
Nee, wat ze doen, is veelbetekenend: het is een daad van grote liefde.
Kijk, de Romeinen lieten de ontzielde lichamen van gekruisigden vaak lange tijd aan de schandpaal hangen, ter afschrikking. Gruwelijk was dat: de aasvogels deden zich tegoed aan de lijken. Onterend was het ook.
De Joodse leidslieden waren al eerder naar Pilatus gegaan met het verzoek of ze de lichamen van de drie gekruisigden konden meenemen. De Thora gebood namelijk om lichamen van geëxecuteerden aan de vooravond van de sabbat direct te begraven. Maar vervolgens kwam die lichamen dan wel in een massagraf terecht, ver buiten de stad…
Maar dát willen Jozef en Nicodemus niet. Ze willen Jezus echt de laatste eer bewijzen, Hem een eervolle begrafenis schenken.
Ook al kost hun dat veel. Dan heb ik het nog niet over de uiterst kostbare verzorging van het lichaam van Jezus; dat komt straks. Nee, ik bedoel dat ze zichzelf hiermee ook verontreinigen voor de Joodse wet. Een dode aanraken, betekende namelijk dat je onrein was. En zodoende konden ze ook het komende Pesachfeest niet vieren. Bovendien, zoals ik ergens las: ‘Ze zullen echter ook daarna voor hun vrienden onrein blijven, omdat ze zich openlijk bekend hadden tot een van God vervloekte. Immers: “Vervloekt is een ieder die aan het hout hangt.” Zo stond het in de wet van Mozes.’
Maar deze twee hebben juist de zegen in Jezus’ sterven gezien en ontvangen. Daarom brengen ze dit offer en dragen ze de gevolgen.
Ze brengen Jezus naar een tuin, vlakbij Golgotha. Het is een graftuin. Het graf is van Jozef zelf, lezen we bij Matteüs.
Johannes is trouwens de enige evangelist die de tuin noemt. Het woord dat in het Grieks gebruikt wordt, betekent eigenlijk hof, oftewel een grote, afgebakende tuin. Dat woord ‘hof’ doet denken aan die eerste hof in de Bijbel: de hof van Eden, het paradijs. Daar leefde de eerste Adam, met zijn vrouw Eva.
Daar in die hof was geen graf. Nee, daar stond de boom des levens. De vruchten ervan schonken dat eerste mensenpaar leven. Leven voorgoed. De dood was niet im Frage.
Maar toen ging het mis. De mens zwichtte voor het kwaad, verraadde God en het paradijs was verloren. Paradise lost. Ze moesten die tuin uit. En in hun spoor volgden de duivel, de zonde en de dood. Ja, sindsdien kwamen er wel graven in deze wereld. Ontelbare graven.
Maar de Here God liet het daar niet bij. Nee, want Hij wilde ons niet kwijt. De tweede Adam kwam: de Zoon des mensen, God zélf in mensengestalte. Hij ging die verloren werkelijkheid van ons in. Met huid en haar. Hij droeg de gevolgen van zonde en schuld, tot aan het kruis. Hij stierf ermee. Maar niet als fiasco, maar als verzoening, als overwinning. Zo klonk het ook uit zijn mond, voordat Hij de geest gaf, als een overwinningskreet: ‘Het is volbracht.’
En zo werd dat kruis de boom des levens, waar ons leven tot bloei komt. Prachtig verbeeld in de liturgische schikking van vanavond. Rode bloemen op het kruis. Het rood van pijn en lijden, maar ook van verzoening en liefde. Bloemen, symbool van het nieuwe leven.
Ja, door Christus’ overgave aan het kruis, zijn liefde totterdood, kreeg de duivel de genadeklap. Onze zonden nam Christus mee in het graf. Dood en begraven zijn ze. Voorgoed weg. Dat maakt dit graf waar ze Jezus nu in leggen tot de omkering van alles.
Voorzichtig dragen Jozef en Nicodemus de gestorven Jezus het rotsgraf in. Jozef heeft windsels bij zich, doeken waarmee Jezus ingewikkeld zal worden.
Nicodemus heeft specerijen meegenomen: een mengsel van mirre en aloë. Het zijn geurstoffen. Fijngestampt tot een poeder, dat tussen de doeken wordt gestrooid, waarin het lichaam gewikkeld wordt. De geur moet de geur van ontbinding verdrijven.
Johannes vermeldt het gewicht van die specerijen. Dat is immens: 100 litra, oftewel meer dan 30 kilo. Met zulke hoeveelheden werden toen eigenlijk alleen koningen begraven. Zo wordt Jezus door deze twee discipelen geëerd. Met een koninklijke waardigheid.
‘Koning der Joden’ had Pilatus boven Jezus’ hoofd aan het kruis laten bevestigen. Hij bedoelde dat übersarcastisch. Maar de Heilige Geest weet dat dit ten diepste volle ernst is. Dat het waar is. En ieder die Jezus lief is weet dat daarom ook. Zoals Jozef en Nicodemus. Het is hún Koning die ze zo eer bewijzen.
In de kerk leren we dat Jezus’ begrafenis bij zijn vernedering hoort. Hij is in het rijk van de dood afgedaald. Zeker. Maar het Johannesevangelie werpt er nog een ander licht op. Net als op Jezus’ kruisiging, hoorden we eerder. Die is ook Jezus’ verhoging, zijn verheerlijking. Evenals zijn begrafenis dus. De zoete geur die het hele graf vult, maar ook in de handen, de kleren en de haren van Jozef en Nicodemus trekt; die zoete geur in z’n koninklijke proporties, is er teken van.
Zo bewijzen deze discipelen Jezus hun liefde. Het is hun antwoord op de allerdiepste liefde van Jezus, die ze gezien hebben, die ze gehoord hebben, die hen gewonnen heeft, toen Hij aan het kruis hing. En nu bewijzen ze Hem hun wederliefde. Zonder precies te weten wat ze doen.
Dominee Andries Zoutendijk schrijft daarover in een meditatie: ‘Ik blijf het mooi vinden, dat de twee niet goed wisten wat ze deden. Toch deden ze het, uit liefde. Als christen weet je nooit precies hoe de geur van het evangelie zich via jou verspreidt. Die onwetendheid moet blijven, het is beter zo. Niet het effect van onze daden maar de liefde van Christus is het die ons motiveert.’
En zo is het. Als we anderen gaan helpen, om er zelf beter van te worden, dan draait het om ons eigen ik. En dat is zonde. Nee, als het goed is, motiveert de liefde van Christus ons. En die liefde is belangeloos, is onvoorwaardelijk, is een onuitputtelijke bron. Aan de voet van het kruis leren we hoe die liefde is. Aan Jezus’ voeten leren we werkelijk lief te hebben.
Uit liefde leggen Jozef en Nicodemus Jezus in het graf. Het woord dat Johannes hier voor graf gebruikt, is anders dan toen doorgaans werd gebruikt. De Naardense Bijbel heeft dat goed begrepen als ze, heel letterlijk, met ‘gedenkplaats’ vertaalt. Uiteindelijk is Jezus’ graf een gedenkteken dat Hij voor ons de dood is ingegaan én doorgegaan. Om aan de andere zijde op te staan. Voor ons: ‘Jezus, leven van ons leven, Jezus, dood van onze dood.’
Over gedenken gesproken. Straks gedenken we Christus’ dood, zijn ultieme offer, bij brood en wijn. Gedenktekens van zijn lichaam en bloed. Die worden ons aangereikt. In de hand gelegd. We ontvangen Christus zelf. En proeven zijn oneindige liefde. Hoe die smaakt? Heerlijk. Koninklijk. Zalig! Amen
zingen Lied 575:1,6 ‘Jezus, leven van ons leven’
lezing avondmaalformulier
zingen Hemelhoog 517:1,3,4 ‘U nodigt mij aan tafel’
viering Heilig Avondmaal
gebed
collectemoment
slotlied Lied 590:1,4,5 ‘Nu valt de nacht’
zegen
in stilte verlaten we de kerk
0 Reacties