welkom en mededelingen
zingen Psalm 84:1 ‘Hoe lieflijk, hoe goed is mij, Heer’
stil gebed
votum en groet
openingstekst ‘Gods liefde is in ons uitgegoten door de heilige Geest, die ons gegeven is.’ (Romeinen 5:5)
zingen (met combo) Op Toonhoogte 187 ‘Heer, machtig God, ik loof U’
lezing gebod
gebed om verlichting met de Heilige Geest
zingen (kinderlied) Hemelhoog 455 ‘Zou voor de Heer iets te wonderlijk zijn?’ (met combo)
kindermoment
’t Is weer voorbij die mooie zomer…
Ja, de zomer is voorbij. Het is (bijna) herfst. Nou, wat heb je dan vaak nodig? Een paraplu.
Maar ik heb hier wel een hele bijzondere paraplu. Een regenboogparaplu.
Wie had die gisteren ook bij zich? Goochelaar Jan!
Een paraplu met allemaal kleuren erop. Zo ongeveer alle kleuren. Vast ook jouw lievelingskleur. Wat is die van jou? En van jou?
Maar wie weet nog wat Goochelaar Jan bij die paraplu vertelde? Als het regent kun je denken: ‘Eh, bah, het regent! Niks aan!’ Of je denkt juist: ‘Het regent. Dan zou er wel eens een regenboog kunnen zijn. En wat heb je nodig voor een regenboog? Regen en de zon. De zon geeft wit licht en als die door zo’n regendruppel heenschijnt, krijgt je allemaal verschillende kleuren.
En zo is het ook met ons. Met de kerk. God schijnt door ons heen. Het licht van Jezus en dan krijg je allemaal kleuren. Allemaal verschillende mensen. Met verschillende talenten. Die mag je gebruiken. Met elkaar. Voor God. Voor andere mensen. Met elkaar mogen we zo als gemeente zo’n paraplu zijn: veelkleurig, waar hopelijk ook het komende seizoen veel mensen onder komen schuilen. Help jij mee? Een goede kindernevendienst en tot straks.
schriftlezingen Exodus 33:18-23 en 1 Johannes 4: 11-16
zingen Lied 695:1,3,4 ‘Heer, raak mij aan met uw adem’
filmpje
verkondiging Thema: ‘Kijk, laat je verrassen door Gods Geest!’
Gemeente van Jezus Christus,
‘Ik zou zo graag ook iets van God willen merken.’
Dat verzuchtte een jongere uit onze kerk. Bij een stel vriendinnen merkte ze dat die er vol van waren, dat die God echt voelden. Ze zou dat zelf ook willen. Dat zou het allemaal een stuk makkelijker maken.
Wie herkent dit niet?
Toen Johannes zijn brief schreef, waren er ook mensen in de gemeente, die er vol van waren, die God ervaarden. Ze vertelden dat ze Hem zagen in dromen en dat ze nog meer hele bijzondere geestelijke ervaringen hadden.
Ja, het was bij hen allemaal heel geestelijk en bijzonder. Nee, je moest volgens hen God niet in het gewone zoeken. God is toch juist bovenaards, heerlijk en bijzonder! En dat kun jij zelf ervaren als je je daarop richt, door meditatie, door je van alles te ontzeggen, door allesbehalve gewoon te zijn.
Maar wat schrijft Johannes juist? Vers 12: ‘Als wij elkaar liefhebben, blijft God in ons en is zijn liefde in ons tot volmaaktheid gekomen.’ Dus waar merk je God? Waar kun je Hem vinden? In het liefhebben van elkaar. Daar is God. Daar merk je Hem! Weet je waarom? Omdat God zelf liefde ís.
‘God, die trouwens niemand ooit heeft gezien,’ voegt Johannes er nog aan toe. Maar Mozes dan? Hij toch wel? Hij kwam er in ieder geval het dichtste bij. Maar God echt zien, face to face, van aangezicht tot aangezicht? Nee, dat niet.
Maar Mozes wilde dat wel. Hij vroeg de Here God: ‘Laat mij toch uw majesteit zien.’ Mozes wilde een bevestiging dat God mee zou trekken, met het volk Israël, met Mozes zelf, ook na dat fiasco met het Gouden Kalf. Ook nadat het verbroken verbond weer geheeld en vernieuwd was. ‘HEER, laat me dan uw majesteit zien, zodat ik zeker weet dat U meegaat.’
De Here God wil Mozes daarin tegemoetkomen. Deels. Nee, dus niet van aangezicht tot aangezicht. Dat zou Mozes niet overleven. Daar is God heel duidelijk over: ‘Geen mens kan Mij zien en in leven blijven.’ Zo immens is God, zo heilig, zo volmaakt. Of zoals Paulus schrijft in de eerste Timoteüsbrief over God: ‘Hij alleen is onsterfelijk en Hij woont in een ontoegankelijk licht; geen mens heeft Hem ooit gezien of kan Hem zien.’
Merk je: daar zijn het Oude en het Nieuwe Testament het dus helemaal over eens: we kunnen God nu niet zien, met het blote oog. Zo heilig, zo ontzagwekkend, zo immens is Hij. Het is goed om daar diep van doordrongen te zijn en te blijven, gemeente. Om voor Hem een diep ontzag te hebben. Hij is immers God en wij zijn mens.
Maar wat doet diezelfde ontzagwekkende God dan bij Mozes? Hij komt toch deels tegemoet aan diens wens. Maar wel op Zijn wijze. God plaatst Mozes daarvoor in een rotskloof. En als Hij dan voorbijgaat, in zijn heerlijkheid, dan bedekt Hij met z’n hand Mozes’ gezicht. Uit bescherming. Mozes had het anders niet overleefd. Het tekent Gods genade. Hij wil niet dat wij sterven, maar dat wij leven. In de diepste zin van het woord. Maar het tekent ook Gods tederheid, als ik het zo zeggen mag: die hand voor Mozes’ gezicht. ‘U legt uw hand op mij…’, zingt een Psalm.
Als God voorbij is, is de hand weg. Mozes kan weer kijken, maar ziet God dan alleen nog van achteren. Niet Gods gezicht. Nee, alleen de achterzijde. Het is dus een glimp, die Mozes te zien krijgt.
Het is tekenend. Augustinus zei al: ‘We zien God door een waas.’ Hij gaat ons begrip te boven. Hij is voor ons onzichtbaar en ongrijpbaar. Maar dat is niet om afstand te scheppen. Nee, dat is juist een uitnodiging. Niet om God te zien, maar om Hem te herkennen. Zoals het nieuwe jaarthema ook heel uitnodigend zegt: ‘Kijk, en laat je verrassen door het werk van Gods Geest.’
Nee, de Geest zélf kunnen we niet zien, maar wel z’n werk. Niet voor niets is één van de tekenen van de Heilige Geest de wind. De wind zelf zie je niet, maar wel wat die teweegbrengt: in de bladeren die ritselen, de rimpelingen op het water en de wieken van een windmolen die draaien.
Zo is het met de Heilige Geest ook. We zien Deze zelf niet, maar wel wat Hij doet, wat Hij teweegbrengt in mensenlevens, in de kerk, in de wereld.
Daar is natuurlijk heel veel over te zeggen. Over de Heilige Geest. Je zag dat al in dat filmpje, wat de Geest bij mensen op straat oproept. Van alles. Soms ook verwarrend. Maar gelukkig hebben we de Bijbel, die door diezelfde Geest is geïnspireerd, waarin we veel mogen ontdekken over de persoon en het werk van de Heilige Geest. Dat lukt natuurlijk nooit in één dienst, in één preek. We hebben er, bij leven en welzijn, ook een heel seizoen de tijd voor om over na te denken en vooral door verrast te worden. Want dat hoort helemaal bij de Heilige Geest: dat Hij ons verrast, dat Hij ons vernieuwt, dat we door Hem nieuwe wegen durven inslaan, dat we blijven leren en ontdekken.
Vandaag gaat het over de kern van het werk van de Geest. Dat is de liefde. De Heilige Geest is immers God. God in ons. En God ís liefde, schrijft Johannes. Dus ook de Heilige Geest is liefde. En alles wat Hij doet en werkt is doortrokken van die liefde.
Prachtig is dat verwoord in die geweldige tekst uit de Romeinenbrief, waar we de dienst mee begonnen: ‘Gods liefde is in ons uitgegoten door de Heilige Geest die ons gegeven is.’ Dus de Heilige Geest giet Gods liefde in ons uit. Niet een paar druppeltjes, een ielig stroompje of zo. Nee, Gods liefde in ons uitgegoten: een bak vol liefde, met eerbied gezegd. De liefde van de Drie-enige: geliefd door God de Vader, dankzij Jezus Christus, in je uitgegoten door de Heilige Geest. Hoe overvloedig wil je het hebben?! Een liefde die niet stuk te krijgen is. Die blijft stromen. Wow!
Die liefde moet niet in dat hart blijven, die moet niet alleen voor jezelf gereserveerd blijven, nee: die moet doorgegeven worden. ‘Als God ons zo heeft liefgehad, moeten we ook elkaar liefhebben.’ Ja, juist in het elkaar liefhebben, vinden we God, merken we God.
Dat was nou ook precies wat die lui uit de gemeente toen misten. Die lui die allerlei hele bijzondere geestelijke ervaringen zeiden te hebben. Die God zagen in visioenen. Enzovoort. Maar ze voelden zich ver verheven boven anderen. Ze waren dus hoogmoedig. En ze bekommerden zich heel weinig om anderen. Hun dagelijkse levensstijl vloekte dus met al hun vrome woorden. De liefde ontbrak. Als dat zo is, dan is God dus niet in je, dan ken je God niet, zegt Johannes. Want God ís liefde en we zijn alleen in Hem en Hij in ons als we die liefde van Hem ook doorgeven, in de praktijk brengen. Dan is de Heilige Geest aan het werk.
Die liefde is ook veel meer dan een gevoel. Die liefde is vooral een beslissing, om er voor de ander te zijn. Ook die ander die je niet zo ligt. Zelfs je vijand, zegt Jezus. Die ook liefhebben, kunnen vergeven, het beste met hem of haar voor hebben.
‘Ik zou zo graag ook iets van God willen merken.’ Met die eerlijke verzuchting van een jongere begon ik de preek.
Weet je: je kunt iets van God merken. Ga het maar proberen… Hoe? Door die liefde in de praktijk te brengen. Iemand zei eens: ‘Geloven is liefhebberij’. Nee, niet in de zin van een hobby, maar heel letterlijk: geloven is liefhebberij, geloven blijkt in het liefhebben van God en van de ander en ook van jezelf. De liefde, die God door zijn Geest in je uitgiet, dóór laten stromen, terug naar God, naar anderen, naar jezelf.
Dat kun je niet alleen. Nee, daar hebben we juist elkaar voor nodig. De gemeente bestaat uit liefhebbers, toch? Uit mensen die liefhebben. De gemeente is daarin ook een oefenplaats.
Er zijn hier genoeg mogelijkheden en kansen. Iedere zondag, in de diensten. ’s Morgens en ’s avonds. Hier stroomt die liefde van God. Vanuit zijn Woord, zijn liefdesbrief. In ons gebed, het kanaal waardoor Gods liefde naar ons toestroomt. In ons lied, als we Gods liefde in- en uitzingen. Die kansen laat je toch niet onbenut?!
Maar die zijn er ook bij de kerk als ‘oefenplaats voor liefhebbers’ door de week. Op catechisatie, de club en de kring. Op de komende Burendag a.s. zaterdag. Op een ontmoetingsochtend. Bij onze onderlinge ontmoetingen. Allemaal kansen om die liefde in de praktijk te brengen, en daar dus iets van God te merken. Nee, dat gaat echt niet altijd vanzelf. Want er zijn er ook bij die jou niet zo liggen. In je groepje bij catechisatie. Op de bijbelkring. Op de Ontmoetingsochtend. Bij het koffiedrinken na de dienst. Mensen die anders kunnen zijn. In karakter. In geloofsbeleving. Liefhebben kan dan best gaan schuren bij jezelf. Je het nodige kosten. Maar denk dan aan wat het God heeft gekost om jou lief te hebben, om jou te redden: zijn eigen, enige Zoon. Dat is dan toch de motor om ook die ander, die zo anders is, misschien zelfs wel irritant is, toch lief te hebben. En weet je, laat je dan ook maar verrassen door de Geest.
Ik zal nooit vergeten dat ik iemand bezocht, waar ik allang niet meer geweest was. Eigenlijk te lang. Ik zag er tegenop. Ze was ook behoorlijk bitter geweest over de kerk. Maar ik ging uiteindelijk toch, omdat ik ook een diep mededogen met haar had, en vooral omdat ik besefte hoe groot Gods liefde voor mij is, en zijn geduld. Het werd een bijzondere ontmoeting, die eigenlijk alles meeviel, en waarbij ze zo liefdevol over haar overleden man sprak, die geen andere weg meer had gezien dan uit het leven te stappen. Ze voelde zich in de steek gelaten, maar haar liefde was sterker. Ik proefde er Gods liefde in, die zelfs sterker is dan de dood.
Ja, juist in het liefhebben van elkaar merken we God en kan Zijn Geest ons verrassen. De Geest die we niet zien, maar wel merken. Of zoals iemand in dat filmpje zei over de Heilige Geest: ‘Onzichtbaar, maar onmisbaar.’ Amen
zingen (met combo) Opwekking 8 ‘Door de Heilige Geest zijn we één’
dankgebed en voorbeden afgesloten met gezongen Onze Vader
collectemoment
zingen Lied 675 ‘Geest van hierboven’
zegen
0 Reacties