welkom en mededelingen
zingen Gezang 112:1,4 uit de Hervormde Gezangenbundel 1938 ‘Eén naam is onze hope’
stil gebed
votum en groet
aanvangstekst ‘Die in de hemel troont lacht…’ (Psalm 2:4a)
zingen Psalm 97:1,7 uit de Oude Berijming ‘God heerst als Opperheer’
gebod uit Johannes 15 (vers 9-17)
zingen Psalm 133:3 uit de Oude Berijming ‘Waar liefde woont, gebiedt de Heer de zegen’
gebed
schriftlezing Lukas 5:1-11
zingen Gezang 47:1,3 uit het Liedboek voor de Kerken 1973 ‘Jezus die langs het water liep’
verkondiging Thema: Het diepe in (over goddelijk humor gesproken)
Broeders en zusters,
Meer dan 70 jaar geleden schreef de bekende dominee Okke Jager een kostelijk boekje: ‘De humor van de Bijbel in het christelijk leven.’ Misschien heeft u het ook wel gelezen.
Dat zou je misschien niet direct denken bij het geloof, maar ook daar is humor heel belangrijk. Iemand zei eens: ‘Wie niet kan lachen, is niet bekeerd’. Want juist humor kan zo ontspannend werken, de kramp er uithalen, en niet te vergeten: flink relativeren. Gelukkig bijvoorbeeld de mens die om zichzelf kan lachen, die zal altijd pret hebben…
Humor in het geloof? Humor in de Bijbel ook? Jawel, zeker in het verhaal van vanmorgen! Echte goddelijke humor zelfs.
Nou, daar lijkt het niet op als je die vissers daar ziet zitten aan de rand van het meer, terwijl ze hun netten aan het schoonmaken zijn. Het chagrijn druipt er van af. Ja, vind je het gek? Ze hebben de hele nacht gevist en niets gevangen. Helemaal niets! Kijk, voor een sportvisser is dat al niet leuk, maar die hoeft er niet van te leven. Deze mannen wel en vandaag hebben ze dus geen enkele inkomsten. Op de visafslag van Genesaret hebben ze vandaag niets te zoeken. Wat een pech! Wat een teleurstelling! Stil buigen ze zich over hun netten, halen de troep eruit en herstellen waar nodig is. Nee, ze hebben absoluut geen oog voor die man die daar wat verderop staat: die Jezus van Nazareth. Die man om wie zich drommen mensen verzameld hebben, die allemaal aan z’n lippen hangen: wat kan die man vertellen, wat een wijsheid, wat een revolutionaire boodschap!
‘Het zal wel’, denken die vissers, moe en teleurgesteld als ze zijn: ‘Nu even niet – ach, die Jezus heeft het trouwens ook veel te druk met al die mensen.’
Maar wat gebeurt er nu? Jezus maakt zich los van die mensen en stapt op die vissers af, die Hij trouwens al kent, blijkt uit de hoofdstukken hiervoor. Hij heeft ze al geroepen als discipelen, als leerlingen, maar ze moeten nog heel veel bijleren en afleren. Vandaar. Eén van hen spreekt Hij persoonlijk aan: ‘Simon – oftewel: Petrus – mag ik even gebruik maken van je boot? Wil je me aan boord nemen en een stukje het meer op varen?’ En wat doet Jezus dan? Hij gebruikt de boot als podium en het meer als klankbodem! En zo schallen zijn woorden tot die intussen wel heel grote groep van toehoorders. Is dat humor of niet? Geen preekstoel, maar preekboot.
Maar die preek van Jezus houdt ook een keer op en het gaat Hem niet alleen om de massa; de enkeling heeft Hij ook in het oog en het hart. Dit keer moet Petrus er aan geloven… Letterlijk dan hè.
Jezus geeft hem de opdracht: ‘Vaar naar diep water en gooi jullie netten uit om vis te vangen.’ Maar het is toch geen 1 april of zo? Iedere visser weet toch dat je ’s nachts gaat vissen en niet midden op de dag, want dan houden de vissen zich schuil tegen de hitte. Petrus is wel zo beleefd om niet bot ‘nee’ te zeggen, maar het zit er wel tegenaan: ‘Rabbi, we hebben de hele nacht gevist en niets gevangen’, met andere woorden: ‘als het op het juiste tijdstip al niet lukte, zal het nu wel helemaal niets worden. Maar goed, als U het zegt, zal ik de netten uitwerpen.’ En Petrus gaat het diepe in, doet wat Jezus hem vraagt, hoe onzinnig het ook klinkt: een timmermanszoon die een beroepsvisser zal vertellen hoe hij vissen moet…
Heeft u dat ook wel eens, dat u het idee hebt dat God dingen van u vraagt, waar u met uw verstand niet bij kunt? Ze zijn er genoeg hoor: van die oproepen in de bijbel, die eigenlijk zo bizar klinken, zo totaal anders dan hoe het normaal gaat. Zal ik er een paar noemen: bidden voor je vijanden in plaats van ze haten. Het kwade door het goede overwinnen in plaats van met gelijke munt terugbetalen. En als je rijk bent, daar niet je hoop op te stellen, want dat is zo onzeker, maar rijk zijn aan goede daden, vrijgevig en bereid om te delen.
Bij zulke oproepen – en er zijn er nog veel meer – kun je denken: ‘ik zal toch niet zo dwaas zijn, dit is toch te onzinnig voor woorden. Een slechte grap.’ Of je doet het toch, hoe het ook in je eigen vlees snijdt en tegen je eigen gevoel ingaat. En het is ook echt een sprong in het diepe, want wat zal er dan gaan gebeuren, wat zal dit oproepen? Nee, geloven is echt niet saai en voorspelbaar lieve mensen, integendeel.
Petrus gaat letterlijk het diepe in, midden op de dag gooit hij daar, midden op het meer, z’n netten uit. Laat daar nou precies een enorme school vissen in zwemmen! Niet te filmen zo veel! De netten zitten zo vol dat ze bijna scheuren. En ze zijn zo zwaar dat collega-vissers er aan te pas moeten komen om de hele vangst binnen te krijgen en dan zijn die twee boten zo vol met spartelende vis, dat ze bijna zinken! Kijk, dat noem ik nu humor. De hele nacht niets gevangen, al hun kennis en kwaliteiten aangewend, maar nul komma nul resultaat. En een timmermanszoon uit Nazareth komt met een amateuristisch voorstel en de vangst is ongehoord! Humor ja, van hoog niveau. Goddelijke humor.
Heeft u dat nooit gehad? Dat God uw verwachtingen verre overtrof of voor andere verrassingen zorgde? U ging bijvoorbeeld naar iemand toe, waar echt iets uitgepraat moest worden. Nou ‘iets’ is zacht uitgedrukt. Het was behoorlijk geëscaleerd, maar daar kon u niet mee verder leven, dus trok u de stoute schoenen aan, het diepe in zeg maar. Hoe zou die ander reageren? Zou het nog verder escaleren? Uw hart bonkte in uw keel, uw knieën knikten toen u voor de deur stond. Eigenlijk wilde u weer terug. Maar u belde aan en tegelijk zond u een gebed omhoog: ‘Heer help me, schenk me wijsheid, laat me de goede woorden zeggen, geef dat het echt uitgepraat mag worden, en het weer goed zal zijn.’ En wat dacht u: aan het eind werd er zelfs een flesje opengetrokken en geproost op een nieuw begin! Goddelijke humor.
Ik heb het zelf regelmatig met preken. Bij een preek bijvoorbeeld, waarvan ik denk: ‘nou, dat zit toch best goed in elkaar’, dat ik op zo’n preek ik vervolgens weinig reactie krijgt. En dan een preek, waarmee ik echt heb zitten worstelen, waarbij ik echt denk, als ik de preekstoel opgaat: ‘ik weet het niet hoor, God zegene de greep (en dat bedoel ik heel serieus)!’ Dat zo’n preek dan wel landt, dat mensen er door geraakt worden. Ja, dan heeft de Here God die greep echt gezegend. Dan was het vooral ondanks mij, dan was Hij zelf aan het werk, wonderlijk en onverwacht. Ja, echt goddelijke humor. Waar je zelf ook weer op je plek gezet wordt.
Nou, zo voelt Petrus zich ook als de overvolle boot op het strand getrokken is. Hij valt voor Jezus op de knieën: ‘Ga weg van mij, Heer, want ik ben een zondig mens.’
Hij is zo onder de indruk van de grootheid van Jezus. Hij noemt Hem niet voor niets ‘Heer’. ‘Kurios’, dat is de eretitel van Jezus, waarmee je ook zegt dat Hij God is. Petrus is zo ondersteboven van het wonder, hoe Jezus zijn geringe verwachtingen overtroffen had, dat hij zegt: ‘Ga bij me vandaan, ik kan niet meer bij U horen. Ik ben het niet waard. Ik ben een zondig mens.’
Petrus komt tot die conclusie trouwens niet na een donderpreek van Jezus, maar door de verrassende daden van Jezus, door wie Hij is. Daardoor ziet hij hoe hij daar zelf bij afsteekt.
Kijk, dat een ruit vies is, zie je het beste als de zon er op schijnt. Met andere woorden: pas in het licht dat Jezus is, zien we hoe wij daar zelf bij afsteken. Als je Jezus ontmoet, onder de indruk raakt van Zijn licht en liefde, dan word je ook met jezelf geconfronteerd, dat je zelf zo kan tegenvallen.
Maar wat is dan het geweldige van Jezus? Dat Hij tegen Petrus zegt: ‘Wees niet bang, voortaan zul je mensen vangen.’ Ongehoord eigenlijk. Petrus krijgt een nieuw bestaan. Hij mag voortaan in plaats van vissen mensen gaan vangen, dat wil zeggen: mensen van Jezus vertellen, ze uitnodigen diezelfde sprong te maken, het diepe in, het met Jezus te wagen. Met andere woorden: Jezus schakelt Petrus in als een persoonlijke medewerker in zijn reddingsplan.
Dat vind ik nu echt geinig. U denkt misschien: beetje raar woord in dit verband. Toch niet, denk ik, want ‘gein’ is eigenlijk een jiddisch, een joods woord, dat letterlijk ‘genade’ betekent. Wat een diepe vorm van humor, wat een geweldige gein, wat een ongekende genade, dat Jezus Petrus niet op z’n nummer zet, hem niet ontslaat, maar hem weer recht op de voeten zet, sterker nog: hem juist inschakelt. Ja, juist die Petrus die van zichzelf weet, dat hij de plank zo missloeg, juist die Petrus kan Jezus gebruiken, omdat hij echt niet zonder Jezus en Zijn genade kan en het daar helemaal van verwachten moet. Juist zo kan Jezus door hem heen werken.
En bij ons is het echt niet anders. U hoeft Christus’ liefde niet te verdienen. U mag zich geliefd door Hem weten, ondanks wie u zelf bent, ondanks uw falen en feilen. Dat is toch eigenlijk zo ontspannend en bevrijdend. Dat is ongekend. Humor van de hoogste orde. Gein die toch ook aanstekelijk werkt. Ik bedoel: die genade houd je dan toch ook niet voor jezelf, dan zul je anderen toch ook kunnen aanvaarden en dan zul je toch ook mensen in die genade willen laten delen en van die Heer die die genade bewijst, willen vertellen?
Zalig bent u, en dat is heel gelukkig, als u die gein van Jezus kent en deze ook aanstekelijk werkt. Amen
zingen Gezang 90:1,2,11 uit het Liedboek voor de Kerken 1973 ‘Is God de Heer maar voor mij’
dankgebed en voorbede
zingen Gezang 456:1,2 ‘Zegen ons Algoede’
zegen
zingen Gezang 456:3 (als gezongen amen) ‘Amen, amen, amen!’
0 Reacties