zingen         Gezang 322:4

stil gebed

votum en groet    

openingstekst        ‘Maar bij U is vergeving.’ (Psalm 130:4a)                 

zingen          Gezang 322:5,6

gebed om de verlichting met de Heilige Geest

verhaaltje voor de kinderen

 

Kijk eens wat ik heb meegenomen: een vetbol. Is die voor mij? Ga ik die straks eten? Nee, hij is voor de vogels buiten. Voor hen is er nu niet veel meer te eten. Het is winter. De bomen en de struiken zijn kaal. Het is koud. Nou, dan is het natuurlijk mooi om de vogels de winter door te helpen, door ze eten te geven, zoals hiermee.
Vanmorgen krijgen de mensen hier ook iets te eten: een stukje brood en een slokje wijn. Het is niet groot. Het is niet veel. Maar wat het betekent is wel groot, betekent eigenlijk alles: dat wat de Here Jezus voor ons gedaan heeft, toen Hij leed en stierf aan het kruis. Toen Hij alles gaf, voor ons. Dat mogen de mensen hier proeven. Daaraan mogen ze denken. Zo mogen ze heel dichtbij de Here Jezus zijn. Vraag straks maar eens aan je ouders hoe dichtbij…
Een goede kindernevendienst en tot straks.

schriftlezing                    Psalm 103:1-13

zingen          Psalm 103:1,4

tekstlezing   Psalm 103:2b,3a ‘Vergeet niet één van zijn weldaden. Hij vergeeft u alle schuld..’

verkondiging

Gemeente van Jezus Christus,

Nooit zal ik het vergeten, die verzoeningsavond in een vorige gemeente. In het ontstaan van een nieuwe wijkgemeente, eigenlijk een dochtergemeente, was het niet vlekkeloos gegaan. Voordat we verder gingen, maakten we een pas op de plaats. Een dertigtal mensen – ieder persoonlijk uitgenodigd – was gekomen. Ieder die wilde, kon het woord nemen. En zo gebeurde: dingen die in de afgelopen jaren pijn hadden gedaan, die voor verdriet hadden gezorgd, werden uitgesproken. Excuses werden aangeboden. Vergeving werd gevraagd. Daarna mocht iedereen op een rood papiertje zijn zonden, zijn pijn, opschrijven. Die briefjes werden op een houten kruis geprikt. Het hele kruis zag rood. Toen knielden we met elkaar rond dat kruis en baden om vergeving, om verzoening en dankten de Here Jezus daarvoor. Toen we daarna weer op onze stoel zaten, haalde een predikant de briefjes eraf, verscheurde ze en deed ze in een grote tas. Hij zou ze begraven bij zijn huis. Veelbetekenend. Nogmaals: een avond om nooit meer te vergeten. En tegelijk ook naar te handelen.

Over niet vergeten gesproken… ‘Vergeet niet één van zijn weldaden’ zegt onze tekst. Blijkbaar kan dat gebeuren dat je die weldaden van God wel vergeet. Er kunnen diepingrijpende dingen gebeuren, negatieve ervaringen opgedaan worden, diepe teleurstellingen. Je kunt dan het zicht op Gods weldaden verliezen en alleen nog maar oog hebben voor wat je mist, voor wat er mis is.
De Psalm roept op: ‘vergeet niet één van Gods weldaden.’ Nee, die heb je niet automatisch paraat, daar ben je niet altijd mee bezig. Daarvoor moeten je ogen geopend worden. Het geloof leert je die zien. En dat geloof staat weer niet los van de geloofsgemeenschap, de gemeente. Daar wordt immers dat geloof gedeeld en gevierd. Daar worden ook die liederen gezongen die die weldaden van God noemen, één voor één. Zoals in die prachtige Psalm 103.
Het merkwaardige is dat dan niet begonnen wordt bij de buitenkant zeg maar, wat je om je heen ziet: de schepping, de prachtige natuur. Nee, de Psalm noemt als eerste van Gods weldaden de binnenkant: de vergeving van onze zonden: ‘Hij vergeeft u alle schuld.’ Dat is blijkbaar de basis.
‘Natuurlijk’, zegt u, ‘dat is toch ook zo: Jezus die gestorven is voor onze zonden. Daar gaat het toch over in de kerk. Daar zingen we toch vaak genoeg over?’. Oké, maar is dat voor u, voor jou, ook echt een weldaad, waar je helemaal van ophoort, van opleeft, diep en diep door geraakt wordt…? Kijk, als je weinig last hebt van je zonden, als je niet gekweld bent door schuld, dan is die vergeving natuurlijk ook geen weldaad. Je moet die vergeving wel nodig hebben. En daarvoor moet je dus wel weten wat er vergeven moet worden. Je zonden. Natuurlijk. Maar besef je eigenlijk wat je zonden zijn? Letterlijk staat er in onze tekst het woord ‘overtreding’. Dat wil zeggen dat wat de norm niet haalde. En dan bedoel ik niet onze normen, onze eisen die we elkaar, bewust of onbewust, opleggen: je moet er zus of zo uitzien, je moet daar en daar aan voldoen, je volgens die regels gedragen. Nee, het gaat om Gods normen. Een aantal keer heb ik hier de biechtspiegel voorgelezen, helemaal geënt op de Tien Geboden, Gods norm dus. Dan wordt het heel persoonlijk gemaakt en komt het heel dichtbij Zoals bijvoorbeeld: ‘Wat betekent de naam ‘God’ voor mij? Gebruik ik die gedachteloos als ik praat? Ben ik bang Hem voor anderen te belijden? Doe ik mij vromer voor dan ik ben? Of: Waar praat ik over?Over de fouten van anderen? Over mijn eigen prestaties? Heb ik iemand verloochend? Sta ik snel klaar met mijn oordeel over anderen, maar ben ik langzaam om hen te verontschuldigen? Heb ik aan mij toevertrouwde geheimen bewaard? Meen ik wat ik zeg en zeg ik, waar dat nodig is, wat ik meen? En: Laat ik dagelijks God over mij oordelen of rechtvaardig ik mijzelf?
Wie gaat hier vrijuit? Ach, ik vond het op die ene verzoeningsavond toen zo veelzeggend dat we bij dat kruis knielden. Wie voelt zich bij dat kruis van de Here Jezus een hele Piet? Wie wil daar nog zijn gelijk halen? Wie denkt daar nog dat hij recht op z’n voeten staat? Daar kun je niet anders dan die zonden belijden, opbiechten, aan de voet van dat kruis neerleggen, dat hele pak.
Ja, dat moet je zelf doen. Dat kan een ander niet voor je doen. En dat valt niet mee voor een modern mens anno 2017. Want die voelt zich vaak eerder slachtoffer: hij of zij heeft mij dat aangedaan. Het ligt aan mijn opvoeding. Het komt door alles wat ik heb meegemaakt. Nee, zo wordt Gods vergeving geen weldaad, want dan heb je ten diepste die vergeving niet nodig. Maar als je weet dat je niet alleen slachtoffer bent, maar ook en vooral zelf een dader, die Gods norm overtreden heeft, die God zelf zo geraakt heeft met zijn zonden, of die nu openlijk zijn gebeurd, of heimelijk. Als je dat belijdt, zo naar God toegaat, dan heb je zijn vergeving nodig. En dan schenkt Hij die: ‘Hij vergeeft u alle schuld.’ Al uw ongerechtigheden. Niets blijft achter. Helemaal schoon.
‘Ja’, zei de Franse schrijver Camus cynisch, ‘die kerk is in feite één grote witwasserij.’ Maar dan maak je van de genade iets goedkoops. En dat is het allesbehalve. Want om ons te vergeven ging God zelf er aan onderdoor. Zijn eigen, enige, lieve Zoon droeg al die zonden van ons. Toen ik ooit zelf mijn rode briefje met een punaise in dat kruis prikte, moest ik daaraan denken: aan die spijkers door Jezus’ handen en voeten. Die zonden van ons, die hele schuld van ons, werd op Hem geslagen, nam Hij op zich. Goedkoop? Nee, we zijn duur gekocht!!!
En Jezus draagt die zonden weg. En weg is echt weg. In vers 12 staat: ‘zover het oosten is van het westen, zover heeft Hij onze zonden van zich verwijderd.’ Hoever is niet het oosten van het westen verwijderd?! Als je met je auto door Europa rijdt, kun je je afvragen: wanneer ben ik nu bij het oosten aangekomen? De Duitsers zijn onze oosterburen, maar ten oosten van Duitsland ligt Polen en ten oosten van Polen ligt Rusland. Enzovoort, enzovoort. Het oosten ligt steeds verder weg; de horizon schuift op. En nóg verder weg liggen onze zonden. God heeft ze zó ver weggegooid, dat niemand er meer bij kan. Dankzij de Here Jezus Christus. Wat een weldaad. Goeie genade! Ja, amazing grace. Om nooit te vergeten. Ja, Hij is de Gastheer aan de tafel.
Vanmorgen mogen we hier in de kerk bij Hem aanschuiven. ‘Vergeet niet.’ Dat is hetzelfde als ‘gedenk.’ Gedenk bij brood en wijn wat Hij gedaan heeft. Je kunt het zomaar behoorlijk zijn kwijtgeraakt, het kan in je leven naar de achtergrond raken. Vergeving en verzoening kunnen alleen maar woorden worden. Vanmorgen mag het weer werkelijkheid worden, door Zijn Geest, door de tekenen van brood en wijn. Geert Bogaard brengt deze werkelijkheid al dichtend heel kort op een noemer:

AAN DE MAALTIJD

Ik zit brood
te rijmen
op dood
en wijn
op rein.
Al het on-
gerijmde
dat ik heb
bedreven,
zie ik hier
bij brood,
bij wijn
vergeven.

Amen

zingen          Gezang 365

lezing avondmaalsformulier

zingen Evangelische Liedbundel 290

nodiging, uitdeling en communie

aan tafel werd gelezen 1 Johannes 1:5-2:6 en gezongen Gezang 460

dankgebed en voorbeden

inzameling van de gaven en slotlied   Psalm 86:4

zegen