stil gebed
votum en groet
openingsverzen
Voorganger: Behoed mij, God, ik schuil bij U.
Allen: Alleen bij God vindt mijn ziel haar rust, van Hem komt mijn redding.
zingen Psalm 22:1,2
gebed
schriftlezingen Jesaja 53:13-53:3 en Johannes 12:37-46
overdenking
Er zijn van die legpuzzels die tweezijdig zijn: ieder stukje is aan beide kanten bedrukt. Dat maakt het natuurlijk extra ingewikkeld. Niets voor mij dus… Maar goed, je krijgt dus twee afbeeldingen, aan de voorkant en de achterkant.
Ik moest daar aan denken bij dat lied van de lijdende knecht van de HEER uit Jesaja 53. Ook hij heeft twee kanten, die ook nog eens diametraal verschillen.
De eerste kant is heel positief. Daar begint dat lied ook mee, de voorkant zeg maar: ‘Mijn dienaar zal slagen, hij zal groots zijn en hoogverheven.’ Positiever kan niet, toch?
De eerste christenen zagen in die dienaar, in die knecht van de HEER, uiteindelijk niemand minder dan Jezus. In het Nieuwe Testament zelf wordt die link al gelegd. De evangelisten, zoals ook Johannes (we lazen het), zagen het gedeelte vervuld in Jezus Christus. En als die kamerling, die minister uit Ethiopië, in Handelingen 8 juist dit gedeelte leest uit de rol van Jesaja en zich hardop afvraagt wie de profeet hier bedoelt, dan begint Filippus over Jezus en laat dat hele lied op Hem rijmen…
Neem dat begin: ‘Mijn dienaar zal slagen, hij zal groots zijn en hoogverheven’. Dat is toch helemaal van toepassing op de Here Jezus Christus? Wie denkt hierbij niet aan Pasen! En aan Hemelvaart! En uiteindelijk aan zijn wederkomst!
Zeker, maar het lied gaat verder. En dan zien we een hele andere kant. De achterkant van die legpuzzel zeg maar. Of moet ik juist zeggen: de voorkant? Want om die heerlijkheid te bereiken, moet die knecht van de HEER eerst lijden. De weg naar zijn verheerlijking gaat door het lijden heen. De verhoging wordt voorafgegaan door de vernedering. En dat is de andere kant van die legpuzzel zeg maar. Een afbeelding waar je van schrikt, waarvan je moet huiveren zelfs, zegt het lied. Want hier wordt die knecht getekend als iemand die mismaakt is, zo weinig menselijk, die iedere schoonheid mist. Waar je je hoofd vanaf wendt. Waar je automatisch bij wegkijkt.
Is het dan vreemd dat de profeet zich afvraagt: ‘Wie kan geloven wat wij hebben gehoord?’! Dat is een retorische vraag, waar het antwoord dus al inzit: ‘Niemand’. Niemand kan het geloven dat dit diezelfde knecht van de HEER is, die zal slagen, die groots is en hoogverheven. En Johannes ziet deze retorische vraag vervuld in het ongeloof van vele tijdgenoten van Jezus, velen van zijn volksgenoten: ‘ze geloofden niet in Hem.’ En als ze wel in Hem geloofden, durfden ze er niet voor uit te komen.
Maar laten wij er niet laatdunkend over spreken, want dat de knecht van de HEER, de Messias, zo zou worden, dat is toch ook ongelooflijk, raadselachtig, verbijsterend zelfs. Zo, dat je bijna vanzelf wegkijkt.
Ik weet niet wat uw, wat jouw beeld van Jezus is…
Omdat Hij ook voluit mens is, is Hij in de loop der tijden heel vaak afgebeeld: op iconen, fresco’s, schilderijen, illustraties in kinderbijbels, in films. En wees eerlijk: meestal is het dan een mooie Jezus, stralend ook. Misschien heb je zelf ook wel zo’n beeld van Jezus in je hoofd.
Maar hier in Jesaja 53 komen we dus een hele andere kant van Hem tegen: niet mooi, niet stralend, niet lieflijk, maar eigenlijk afzichtelijk. Niet om aan te zien.
Ik weet nog toen ik de film The Passion of the Christ zag, dat ik op een gegeven moment dacht: vreselijk, wat ziet Jezus eruit! Ik kon er bijna niet meer naar kijken. Ja, je kunt van alles van die film zeggen, – en terecht ook – maar hierin had deze het bij het rechte eind, helemaal in lijn met het lied van de lijdende knecht van de HEER. Zeker in die laatste momenten voor Jezus’ dood. Als ze Hem toetakelen, Hem slaan, bespuwen, geselen en kruisigen. Dan is er niets moois meer aan, dan is het niet meer om aan te zien. ‘Unseliges Golgotha’, zingt de Matthäus Passion niet voor niets, ‘onzalig, verschrikkelijk Golgotha’.
En toch zingt een ander oud lijdenslied ‘Ik wil mij gaan vertroosten in ’t lijden van mijn Heer.’ En dat is weer de andere kant van de puzzel. In het lijden van Jezus is troost te vinden. De enige troost, in leven en sterven. Of zoals Bonhoeffer schreef vanuit de gevangenis: ‘Alleen de lijdende God kan ons helpen.’
Ja, in Jezus ontmoeten wij de lijdende God zelf. In Jezus laat God zien dat Hij het lijden niet gadeslaat vanuit een hoge hemel, maar afdaalt naar onze wereld, naar onze werkelijkheid, om het lijden te ondergaan, van binnenuit te leren kennen.
‘Hij was een man die het lijden kende’, zegt de profeet. Jezus, de Zoon van God, een man, een mens, die het lijden kende. Niet op afstand, nee: van zeer nabij, van binnenuit.
‘Die met ziekte vertrouwd was,’ vervolgt de profeet. Ook weer van binnenuit. Uit eigen ervaring. Jezus wist wat ziek zijn was, wat koorts is en pijn, je hondsberoerd voelen. Jezus was niet alleen Heelmeester, maar ook patiënt. De gewonde Heelmeester.
Die lijdende God kan ons helpen, daar mogen we ons in vertroosten. Juist ook als we zelf ziek zijn: lichamelijk en/of psychisch. Jezus is ermee vertrouwd. Hij kent dat. Van binnenuit. Hij voelt mee. Hij leeft mee. Hij lijdt mee. Met jou. Met u. Met mij. En ook met een ieder die lijdt, die verdriet kent, wiens weg door het dal gaat.
Duizend, duizendmaal, o Heer, zij U, ook daarvoor, dank en eer.
Amen
meditatief moment in stilte overdenken we de vraag: ‘Welke troost vind ik in Jezus, de lijdende knecht van de Heer?’
Daarna luisteren we naar het gedicht ‘Hij kende de mensen van binnen’ van Inge Lievaart:
HIJ KENDE DE MENSEN VAN BINNEN
Hij kende de mensen van binnen
wist wat er was in ons hart
haat en verraad
doornen en spijkers –
toch, niet te geloven
heeft Hij ons liefgehad
Hij kende de mensen van binnen
achter het masker zo arm
lachend uit angst
bijtend uit pijn
van groter te willen
een godje willen
en maar mens te zijn
Hij kende de mensen van binnen
wist dat de dood er op stond
maar vroeg om opnieuw te beginnen
stem uit een mensenmond
Zo ver ging zijn helend verlangen
Hij kwam en leefde ons voor:
menszijn is anders
is dienen is liefde
liefde verliest niet
ook aan de dood niet
wat zij verloor.
zingen Lied 852 U komt, mij lieve God
gebed avondgebed van Jaap Zijlstra
slotlied Hemelhoog 177 Heer, ik prijs uw grote naam
zegen
0 Reacties