welkom en mededelingen 

lied     Psalm 103:2 ‘Loof Hem, die zo met gaven u verzadigt’ 

stil gebed

votum en groet

aanvangstekst        ‘Wat heb ik dan te verwachten, Heer? Mijn hoop is alleen op U gevestigd.’ (Psalm 39:8)

zingen           Lied 910:2,4 ‘Goddank, wij overdenken ’t geheim van onze Heer’

gebed om de verlichting met de Heilige Geest

schriftlezing            Romeinen 15:1-13.

zingen           Psalm 42:7 ‘Hart, onrustig, vol van zorgen’

tekstlezing               ‘Moge God, die ons hoop geeft, u in het geloof geheel en al vervullen met vreugde en vrede, zodat uw hoop steeds blijft toenemen door de kracht van de Heilige Geest.’  (Romeinen 15:13)

verkondiging   over de deugd van de hoop

Gemeente van Jezus Christus,

Ergens las ik als definitie van hoop: ‘de verwachtingsvolle houding dat het beter wordt.’ Juist in moeilijke omstandigheden heb je die verwachtingsvolle houding nodig toch? Dat het beter wordt. Hoop doet leven, zegt het spreekwoord niet voor niets.
Of is dit naïef? Want negeer je zo eigenlijk niet dat wat we verwachten vaak niet gebeurt. Je kunt wel hopen op mooi weer, maar als het dan slecht weer wordt, ben je chagrijnig. Je kunt wel hopen op genezing, maar als die uitblijft, raak je gedesillusioneerd. Daarom zei de filosoof Nietzschel: hoop is een illusie. Er is daarom volgens hem maar één optie: het lijden dat ons overkomt zonder rancune aanvaarden en er het beste van te maken. Het is een houding die vandaag de dag z’n duizenden verslaat.

Moeten we de hoop dan maar opgeven, als een illusie? Onze tekst van vanmorgen komt met een tegengeluid. Paulus bidt namelijk – want dat is ons tekst: een wens, een gebed zelfs: ‘Moge God die ons hoop geeft…’
De hoop wordt dus allesbehalve bij het grofvuil gezet. Nee, er wordt juist hoog van opgegeven. De hoop heeft namelijk alles met God zelf te maken. Letterlijk staat er: ‘De God van de hoop moge u vervullen…’ Het is een naam voor God: de God van de hoop. Een veelzeggende naam. God zelf is de Bron van de hoop. Hij doet de hoop ontstaan. Hoop is dus niet allereerst een menselijke, maar een goddelijke eigenschap. Anders gezegd, hoop is een geschenk van God: ‘God, die ons hoop gééft.’

Tegelijk zegt die godsnaam ‘de God van de hoop’ ook in Wie de hoop gefundeerd is: in God zelf. De hoop hangt dus helemaal aan God en aan zijn beloften. En dat maakt de hoop, de bijbelse hoop ook zeker. Kijk, wij zeggen vaak: ‘we hopen het’, en dan is dat juist onzeker. Maar de bijbelse hoop is niet onzeker, omdat ze in God gefundeerd is: de God van de hoop. En de verbinding daarmee is het geloof. Het geloof is de hand die we leggen op Gods beloften: ‘Ja, Heer, die zijn helemaal waar, omdat U het belooft.’ Het geloof is de uitgestoken hand naar Jezus Christus, en zijn genade, waarmee Hij onze lege hand vult.
En in dat geloof komt de hoop mee. Anders gezegd: het geloof is de wortel, en daaruit groeit de stengel van de hoop. Of zoals Ariaan Baan schrijft in zijn boek over de zeven deugden, waaronder geloof en hoop: ‘Zonder geloof kun je niet hopen. De deugd van geloof is de grond van de deugd van hoop. De deugd van hoop voegt perspectief toe aan geloof.’
Het is het perspectief van Jezus Christus. Het perspectief van zijn kruis en opstanding, waarin onze hoop gegrond is. Het perspectief dat zonde en schuld verzoend zijn en de dood verslagen is.

En nu bidt Paulus in onze tekst dat die hoop zal toenemen door de kracht van de Heilige Geest. Die hoop kan dus groeien.
En dat gaat niet buiten onszelf om. Het is het net als met die deugd van het geloof: niet voor niets wordt daar in de Bijbel heel vaak een werkwoord voor gebruikt. Het gaat om geloven, en zo ook om hopen. Een werkwoord: aan die hoop moet dus ook gewerkt worden. Die komt je niet aanwaaien. De Heilige Geest schakelt ons in. Ons wordt gevraagd om ervoor te gaan. Zodat de hoop zal toenemen in ons leven.

Hoe neemt onze hoop toe? Hoe groeien we daarin? Paulus verwijst in vers 4 naar de Schriften, naar de Bijbel dus, die is ‘geschreven om ons te onderwijzen, opdat wij door te volharden en door troost te putten uit de Schriften zouden blijven hopen.’
De Bijbel is dus het boek van de hoop. Door de Bijbel te lezen, te herlezen, te overdenken en eruit te leven, leren we God – de God van de hoop – steeds beter kennen, groeit ons geloof én onze hoop. Tegen de wanhoop en het ongeloof in.
Maar vergeet ook het zichtbare Woord niet, dat van de sacramenten. Dat van het Heilig Avondmaal staat vandaag centraal. Daarin laat de Here God ons de kern van zijn woord zien. Zo zeker als je het gebroken brood en de vergoten wijn ziet en ontvangt, zo zeker is zijn verzoening, zo zeker is zijn overwinning, zo zeker is zijn toekomst. Proef het maar. Geloof het maar. Hoop het maar! Zodat zijn perspectief je vervult.
Dat hebben we ook nodig. Zeker als de omstandigheden niet makkelijk zijn. Als juist wanhoop en twijfel je bestoken. Dan hoef je je daar niet door te laten verlammen, maar dan mag je juist hopen op Hem.

Ik noemde al dominee Ariaan Baan die zo’n mooi boek schreef over de deugden: ‘Virtuoos leven, zeven deugden om goed te leven in een doorgedraaide wereld.’ Hij schreef dit boek als een theologisch testament. Hij is namelijk met emeritaat gegaan. Niet omdat hij 67 is, maar omdat hij ernstig ziek is en niet oud zal worden. Hij heeft namelijk de ziekte van Huntington. Een progressieve hersenziekte, waarbij de hersenen langzaam afsterven met alle verschrikkelijke gevolgen van dien.
Juist in het hoofdstuk over de hoop schrijft hij dan: ‘Ik heb al veel geïncasseerd: ik kan geen auto meer rijden, ik ben gestopt met werken (terwijl hij een veertiger is), ik moet drukte zoveel mogelijk vermijden. Elke dag moet ik omgaan met de beperkingen die Huntington me oplegt en vaak is dat doodvermoeiend.
Ondanks dat lukt het me om te leven vanuit het besef dat Christus onze bevrijder is en dat Hij ook de ban van mijn ziekte en mijn zorgen verbroken heeft. Dat dit me lukt, is niet alleen mijn prestatie. Ik weet me hierbij geholpen door de heilige Geest. Zo heeft de deugd van de hoop gestalte in mijn leven gekregen. Elke dag durf ik het leven aan. Ik ervaar niet alleen de moeite van mijn ziekte, maar ook de diepe blijdschap om het goede en het mooie dat God me schenkt. Ik verheug me als ik met mijn vrouw naar de kerk ga. Ik verheug me als ik met mijn kinderen op een terrasje zit. Ik verheug me als ik wandel met mijn vrienden (…) Er is iets krachtigs in mij werkzaam dat sterker is dan mijn ziekte. Er werkt iets in mij dat mijzelf en mijn vermogens overstijgt. Deze kracht maakt iets van verzet in mij los. Ik weiger om heel mijn leven te laten bepalen door de macht van mijn ziekte. Ik vertik het om zonder hoop te zijn! Ik geloof dat deze kracht van de Heilige Geest komt. (…) Met hulp van de Heilige Geest kunnen we de deugd van de hoop inoefenen door het leven aan te gaan. Steeds weer kan het wonder gebeuren dat wanhoop verandert in hoop, en lijden in vreugde!’

Tot zover dit persoonlijke getuigenis van ds. Ariaan Baan. Het raakt mij diep. Hoop als een springveer zeg maar: als je erop duwt, dan springt hij omhoog. De ziekte, het lijden, maar ook tegenstand, moeite, een crisis; ze drukken op je, het drukt je neer, maar door de kracht van de Geest, door de hoop die God geeft, door de God van de hoop zelf, spring je juist omhoog. Wanhoop verandert in hoop, lijden in vreugde.
Door de hoop die God ons schenkt, die in Christus gefundeerd is, die de Heilige Geest in ons werkt. Met die hoop kunnen we verder. Zoals Rikkert Zuiderveld eens beeldend en ook eerlijk dichtte:

HOOP 

Behoedzaam balancerend op het koord,
mijn lichaam tussen hoop en vrees bewegend,
zo ga ik voort, in evenwicht. Gezegend
met deze stok, gesneden uit het Woord.

De vrees: de afgrond, leegte, niemandsland.
De hoop: het uitzien naar de overkant.

Amen

zingen           ‘Een toekomst vol van hoop’ van Sela

lezing avondmaalformulier

zingen     Lied 377:1,4,5 ‘Zoals ik ben, kom ik nabij’     

nodiging, uitdeling en communie 

lofprijzing                 

overstapmoment van oudste kinderen van de kindernevendienst  Jente Boersma, Elisah van den Brink, Mirte van der Schoot, Thijs Sneep en Ties Spijksma

zingen (staande)   Hemelhoog 61:1 De Here zegent jou

dankgebed en voorbeden         

collectemoment

slotlied          Lied 939:1,3 ‘Op U alleen, mijn licht, mijn kracht’

zegen