orgelspel
welkom en mededelingen
stil gebed
votum en groet
openingstekst ‘Gods genade is openbaar geworden tot redding van alle mensen. Ze leert ons dat we goddeloze en wereldse begeerten moeten afwijzen en bezonnen, rechtvaardig en vroom in deze wereld moeten leven, in afwachting van het geluk waarop wij hopen: de verschijning van de majesteit van de grote God en van onze redder Jezus Christus.’ (Titus 2:11-13)
lied Psalmen voor Nu 145 God, ik adem om voor U te zingen
lezing gebod vanuit Filippenzen 2 (1-11)
gebed om verlichting met de Heilige Geest
kinderlied Hemelhoog 50 Heer, U kent mij als geen ander
kindermoment
Wat heb ik hier nu bij me? Ik hoop dat je het kunt zien. Het is een boek inderdaad,. Een reisgids. Van de Dordogne, Bordeaux en de Zuidwestkust. Van? Frankrijk inderdaad. Wij gaan daar altijd graag op vakantie heen. Zou dat a.s. zomer weer kunnen? Ik hoop het. Of blijft dat lastig met corona?
Nu denk je misschien: maar beste dominee, moet je daar nu al over nadenken? Het is januari. Het is winter. Jawel, maar als je bijvoorbeeld een camping wilt reserveren of een reis wilt boeken moet je daar niet te lang mee wachten.
Maar stel dat het doorgaat. En we kunnen weer naar Frankrijk. Wat nemen wij dan altijd mee? Zo’n boek dus. Een reisgids. Waarom? Kijk, je kunt ook zonder reisgids gaan. Gewoon een beetje rondrijden daar. Een beetje lopen. Ook leuk. Maar dan mis je misschien nou net dat mooie kasteel, dat prachtige stadje, die indrukwekkende waterval. En dat lees je wel allemaal in die reisgids. En nog veel meer. Die reisgids wijst je de weg, helpt je om onbekende plekken te vinden en ervan te genieten.
Vanaf vandaag gaat het hier in de kerk ook om een gids. Een reisgids zou je kunnen zeggen. Een gids die ons helpt om de weg te vinden, Gods weg. Het is de Bergrede. Iemand noemde die eens ‘Reisgids voor christenen.’ Als je dichtbij Jezus wil blijven, wilt ontdekken wat Hij belangrijk vindt, in hoe we met God omgaan en met elkaar, dan heb je heel veel aan die reisgids van de Bergrede. Bijvoorbeeld om niet te oordelen. Niet te snel je mening over iemand klaar te hebben, en iemand al helemaal niet afschrijven. Of hoe je moet bidden. Dat het niet belangrijk is dat je heel veel woorden gebruikt, want God weet toch al wat je nodig hebt. Nee, wees maar eerlijk. Of dat je een ander moet vergeven, zoals God jou vergeven heeft. En zo staat er nog veel meer in die reisgids van Jezus, de Bergrede. Vanmorgen beginnen we ermee. En ik ben benieuwd of jullie er thuis wat mee kunnen. Voor de reis door het leven…
schriftlezing Matteüs 5:1-16
verkondiging Thema: De wereld op z’n kop
Gemeente van Jezus Christus,
Het zal weinigen ontgaan zijn wat er afgelopen week gebeurde bij Capitol Hill in Washington. Daar op de trappen van het Capitool, het parlementsgebouw, stond een woedende menigte, waarvan een deel zelfs het gebouw binnendrong. Het was bruut en beangstigend. Ik keek er met verbijstering naar. Opeens viel mijn oog op een bord dat in die menigte omhoog werd gehouden, te midden van allerlei vlaggen en spandoeken. Op dat bord stond ‘Jesus saves, Jezus redt’.
Ach, dacht ik, je kunt Jezus’ naam overal opplakken en bij halen. Blijkbaar ook bij zoiets stuitends. Maar ik dacht ook: ‘Wat zou Jezus hier zelf van vinden? Was wat hier gebeurde in zijn gezindheid? Zoals we Paulus vanmorgen hoorden zeggen: ‘Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had.’ Ik zag een zwarte politieagent binnen de trappen oprennen, voor een woeste meute uit. Een andere politieagent werd met een brandblusapparaat op zijn hoofd geslagen en overleed aan de verwondingen. Er weren naambordjes van de kamerdeuren van politici gesloopt, voeten op bureaus geplant, daar gemene dingen opgeschreven. Was dit de gezindheid die Jezus Christus had? Wat dit wat bij de Heer, die redt, hoort?
Vanmorgen zien we Jezus ook bij een heuvel, een berg om precies te zijn. En ook daar is een menigte, ‘een mensenmassa’ vermeldt vers 1. Jezus ziet deze en gaat de berg op. En ook Hij houdt een speech, maar wel een hele andere dan bij Capitol Hill gehouden werden, waar de menigte opgehitst werd. Jezus’ speech is namelijk onderricht, Hij leert.
Die speech, die preek, dat onderricht heeft de naam Bergrede gekregen. Vanwege de locatie van een berg. ‘Dé berg’, zoals hetzelfde eerste vers het noemt, zonder verdere naam en uitleg. Het is dus een bepaalde berg, bekend voor Jezus en zijn leerlingen. Je leest daarover in het Evangelie vaker, dat Jezus naar ‘de berg’ ging, om te bidden.
Bijzonder is dat, gemeente, dat de eigen plaats van Jezus, waar Hij zich regelmatig terugtrok om persoonlijk het contact met zijn Vader te zoeken, dat die plek nu gekozen wordt voor Jezus’ onderricht, voor zijn indrukwekkende preek. Dus wat Jezus ontvangt in zijn persoonlijke omgang met zijn Vader, daarvan deelt Hij, daar wil Hij mensen in meenemen.
Ja, tot wie richt Jezus zich? Voor wie is zijn preek, zijn onderricht, bestemd? Jezus zit daar, met zijn leerlingen om zich heen. Maar de menigte is niet weg, die bevindt zich daar weer omheen, als een wijdere cirkel. Ook al die mensen kunnen Jezus horen. Aan het slot van de Bergrede lezen we namelijk dat de mensen diep onder de indruk waren van zijn onderricht.’
Dus Jezus’ woorden zijn gericht tot zijn leerlingen, de binnenste cirkel, dicht bij Hem. Zij hebben er ook voor gekozen om Hem te volgen. Maar Jezus’ onderricht is geen incrowdgebeuren. Nee, iedereen mag het horen. De cirkel is open zeg maar. Iedereen die wil toetreden is welkom, wie zich door Hem wil laten leren, mag zich door Hem aangesproken weten.
Dat die menigte binnen gehoorsafstand is, wil ook zeggen dat die Bergrede niet alleen maar iets persoonlijks is, voor de micro-ethiek zoals dat heet. Nee, het gaat ook om de grotere verbanden, om het hele volk, om de samenleving. Daar hebben Jezus’ woorden ook alles mee te maken.
Die Bergrede begint met de zgn. Zaligsprekingen. Je kunt ook eigentijdser zeggen: het zijn felicitaties, gelukwensen. Ze beginnen immers allemaal met: ‘Gelukkig wie…’ Maar liefst 9 keer achter elkaar feliciteert Jezus mensen, maar dan wel op de diepst mogelijke wijze. Want dat ‘Gelukkig wie…’ uit de Nieuwe Bijbelvertaling kan nog wel oppervlakkig klinken. Eigenlijk heeft de Bijbel in Gewone Taal het hier dieper vertaald als zij telkens rept over ‘het echte geluk.’ Het gaat Jezus immers om geluk dat niet kortstondig en oppervlakkig is. Nee, duurzaam en diep, kortom: echt geluk.
En wie ontvangen dat dan? Volgens Jezus de nederigen van hart, de treurenden, de zachtmoedigen, zij die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, enz.
Je hebt die woorden misschien al vaak gehoord, zodat je niet meer echt hoort dat dit de wereld op z’n kop is. Dat besef je pas weer als je die woorden van Jezus omkeert, zoals iemand eens deed. Dan wordt het:
‘Gelukkig de mensen die veel weten en alles kunnen, want zij hebben het voor het zeggen op deze aarde;
Gelukkig de mensen die zich verweren kunnen, want niemand zal over hen heen lopen;
Gelukkig de mensen die hard kunnen zijn en ‘nee’ kunnen zeggen, want zij houden veel voor zichzelf over;
Gelukkig de mensen die op hun eer en hun recht staan, want zij krijgen altijd gelijk.’
Ja, dit klinkt gewoon zoals het er in onze wereld aan toegaat, toch? Dat vinden we normaal.
Maar Jezus draait dit dus precies om, Hij zet die wereld op z’n kop! Negenmaal klinkt er een felicitatie aan mensen, die wij niet zo gauw zouden feliciteren. Alsof Jezus zegt: ‘Gelukkig de ongelukkigen.’ Maar Jezus heeft het dan ook niet over onze normale wereld, over hoe het er daar aan toegaat. Nee, Hij heeft het over Gods wereld, Gods Koninkrijk, of zoals de Bijbel in Gewone Taal het wederom treffend vertaalt: ‘Gods nieuwe wereld’.
En over mensen die daarbij horen, gaan die zaligsprekingen. Je zou het ook het profiel kunnen noemen van Jezus’ leerlingen, van hen die Hem navolgen. Dus hopelijk herkenbaar voor u en jou.
Wat is dat profiel? Negen eigenschappen worden dus genoemd.
Ik licht er een drietal uit.
De eerste felicitatie van Jezus betreft (vers 3) ‘wie nederig van hart zijn.’ In de oudere bijbelvertalingen staat: ‘zalig de armen van geest.’ Het Griekse woord dat hier gebruikt wordt, betekent eigenlijk ‘bedelaar’. En dan zo’n bedelaar die zonder hulp zal omkomen, omdat hij te weinig heeft om in leven te blijven. Jezus heeft het hier over geestelijke bedelaars, over mensen die weten dat ze het zonder God niet redden.
Niet voor niets begint Jezus hiermee. Want dit is toch de grondhouding van iedere discipel van Jezus, die Hem volgt, van iemand die bij Gods nieuwe wereld hoort. De houding van nederigheid en afhankelijkheid. Die haaks staat op arrogantie en hoogmoed. Nee, je bent en blijft immers een geestelijk bedelaar, die geen dag kan zonder Gods genade.
De tweede eigenschap die ik er uitlicht, staat in vers 5: ‘Gelukkigen de zachtmoedigen.’ Zachtmoedigheid heeft alles te maken met vriendelijkheid. Het is het tegenovergesteld aan hardvochtigheid en hardnekkigheid, driftigheid en bitterheid. Om niet direct erop los te timmeren of in verbale zin iemand af te fakkelen. Nee, juist kunnen dulden, verduren, wachten.
Dat klinkt misschien soft, om niet te zeggen: ‘als een zacht ei.’ Maar dat is zachtmoedigheid dus niet. Niet voor niets zit er in het woord ‘zachtmoedig’ ook het woord ‘moedig’. Het vraagt moed om zo in het leven te staan, om zo met anderen om te gaan, want dat gaat echt tegen de stroom in. Zeker de stroom van deze tijd. Als je ziet hoe mensen vandaag de dag met elkaar kunnen omgaan: in het verkeer, in de sociale media: zo hard, zo bot, zo kleinerend en kwetsend. Woorden kunnen echt beschadigen. Woorden kunnen een wereld in brand zetten…
Haaks daarop staat dus de zachtmoedigheid. En Jezus belooft dat de zachtmoedigen het land zullen bezitten, of zoals er letterlijker staat: dat zij de aarde zullen beërven. Nee, ze zullen die niet veroveren. Dat doen mensen die niet zachtmoedig zijn, die kunnen niet wachten, die gaan voor hun eigen zaak, hun eigen eer, hun eigen ego, hun eigen ideaal, die bestormen een Capitool, omdat het hún Huis is. Of die willen op een ander gebied wat ze wensen. Direct. Stante pede. En zijn bereid om daarin ver te gaan, ten koste van anderen. Ja, zo gaat het vaak in deze wereld.
En daarin derven de zachtmoedigen vaak het onderspit. Want daar heersen geweld en slimheid. Daar lijkt de sterkste het verst te komen. Maar verkijk je niet zegt Jezus, uiteindelijk zullen de vriendelijken, de zachtmoedigen, die hun naaste geen kwaad doen, de wereld beërven. Omdat ze het van God verwacht hebben, zullen ze daar uiteindelijk niet in beschaamd worden.
Als derde eigenschap leg ik graag de vinger bij ‘vredestichten’: (vers 9) ‘Gelukkig zijn de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden.’ Het gaat hier niet om mensen die uit zichzelf een vredig karakter hebben. Nee, het gaat om vrede stichten. Dat is actief. Dat is waar onvrede heerst, waar conflicten woekeren, waar verwijdering gebeurt, uit zijn op vrede, op harmonie, op verbinding.
We voelen allemaal dat dit zo haaks staat op deze wereld, op onze tijdgeest. Want daar vind je juist zoveel onvrede, zoveel conflicten, zoveel polarisatie. Maar als je tegen die stroom ingaat, omdat je aangestoken bent door Gods nieuwe wereld, als je vrede zoekt en sticht, verzoening en verbinding, als je weer verder wil met een ander, dan word je door Jezus kind van God genoemd. Dan licht er dus bij jou iets op van God zelf. Want God is immers als geen ander uit op vrede. Daarvoor zond Hij ook zijn eigen Zoon. Om vrede te brengen, om het weer goed te maken, tussen Hem en ons, maar ook tussen mensen onderling en vrede met onszelf. Als je die vrede wilt dienen, als je vrede wilt stichten, vanuit zijn diepe vrede, dan is daar de glans van Gods nieuwe wereld.
Die nieuwe wereld van God is niet alleen maar toekomst, eens en straks. Nee, die is al aangebroken in Jezus Christus. Dat is het goede nieuws. Die zaligsprekingen, die diepe felicitaties van Jezus, willen zeggen, dat nu al in ons leven die nieuwe wereld van God kan doorbreken. Dat daar nu al wat van zichtbaar en merkbaar mag worden, juist als we nederig van hart, zachtmoedig en vredestichter zijn. Want dat zijn immers kernwaarden van Gods nieuwe wereld. Als zijn koninkrijk definitief doorgebroken is – ja, dat is nog toekomst – dan zullen we helemaal nederig zijn, zonder een zweem hoogmoed of eigenwijsheid, dan zijn we één en al vriendelijkheid en zachtmoedigheid. En dan is het voorgoed vrede, zonder iets dat dat verstoort, zonder onvrede, disharmonie en kwaad.
Jezus roept ons op om dus hier en nu al te leven naar die kernwaarden van Gods nieuwe wereld, die in Jezus al aangebroken is. Dan zal Hij, net als bij de schepping van de eerste wereld kunnen zeggen: ‘Zie, het is goed.’ Dan is ons leven goed. Het goede leven, in de diepe zin des woords.
Ja, vanuit Gods nieuwe wereld. De huidige wereld zit nog anders in elkaar. Daar zijn het zo vaak nog hoogmoed, hardnekkigheid, hardvochtigheid, genadeloosheid en onvrede die de klok slaan. Kijk, wat er gebeurde bij die andere heuvel, bij Capitol Hill. Wat teleurstelling, verlies en woede met mensen kunnen doen. Maar ook vanuit de overheid kan er onrecht gedaan worden, kunnen mensen onbarmhartig behandeld worden. De hele toeslagenaffaire is daar een schrijnend voorbeeld van.
Maar laten we het vanmorgen maar vooral dichtbij onszelf houden. Want dat gaat die Bergrede ons de komende tijd wel duidelijk maken: iedereen wordt daarin door Jezus aangesproken. Scherp en ontdekkend. Niemand kan zich dan ergens achter verschuilen. Het gaat over mij. Jezus houdt mijn leven tegen het licht. En dat kan schrikken zijn: ‘Ben ik zo? Waar is bij mij de nederigheid van hart, de zachtmoedigheid, het vrede stichten?’ Maar Jezus doet dat nooit om ons van zich af te duwen, maar juist naar zich toe te halen. Om ons te redden – inderdaad: Jesus saves!’ – om ons te helen, te veranderen, te maken tot mensen van Gods nieuwe wereld.
Vergeet niet dat het zaligsprekingen zijn, waar die Bergrede mee begint. Jezus heeft onze zaligheid, onze redding, ons echte geluk op het oog. Hij spreekt zelfs zalig. Hij heeft dat gezag. Daarmee is Hij ook meer dan een leraar.
Godzijdank dat het daarmee begint. Dat wij die zaligheid niet hoeven te verdienen, maar ontvangen. Het is allereerst een gave. En daarom hebben we ook het directe vervolg gelezen, uit vers 13-16, waar Jezus zegt: ‘Jullie zijn het zout van de aarde. Jullie zijn het licht in de wereld.’ Je hoeft het niet te worden, je hoeft dat niet te verdienen. Je bent het. Dat is Jezus’ belofte. Dat is zijn genade.
Maar die gave is tegelijk ook opgave. Om die genade in geloof aan te nemen. Om ook echt zout te zijn, en licht. Oftewel: nederig van hart, zachtmoedig, een vredestichter, enzovoort. Want zout dat zouteloos wordt, is waardeloos. En een lamp onder een korenmaat maakt ook geen verschil. Dan zie je niets van Gods nieuwe wereld. En dat is zonde. Doodzonde.
Ik hoop dat het wél te merken is. In ons persoonlijke leven, maar ook in de gemeente, in die kring om Jezus heen. In hoe wij in de gemeente met elkaar omgaan. Of hier nederigheid, zachtmoedigheid, vriendelijkheid, mededogen en vrede gevonden worden, beoefend worden. O ja, dan gaat het ook mis. Dan valt het soms ook vies tegen. Dan vallen wij tegen. Maar dat houdt ons ook klein, bedelaars, die niet zonder God kunnen, niet zonder zijn genade.
Tegelijk gaat het om meer dan die binnenste cirkel van leerlingen om Jezus heen. Het gaat ook om de menigte, om de mensen buiten de gemeente, om de samenleving, om ons werk, om de politiek. Laat daar ook je licht schijnen, zegt Jezus, opdat ze jullie goede daden zien. Dat ook daar diezelfde kernwaarden van Gods koninkrijk betracht worden.
Ja, dat vraagt veel. De genade is niet goedkoop. Het vraagt zelfverloochening, offerbereidheid, vergevingsgezindheid, geduld en volharding. En dat lukt alleen als je dichtbij Jezus blijft, je op Hem gericht blijft. Alleen bij Hem vinden we die nederigheid, die zachtmoedigheid en vrede, in de pure vorm, op z’n diepst, op z’n bevrijdendst.
Neem de proef maar op de som: als je al die negen zaligsprekingen bij elkaar ziet, dan komt daar toch het portret van Jezus in terug? Want Hij is dé Nederige, dé Zachtmoedige, onze Vrede!
Daarom:
Zoekend naar licht hier in het duister,
zoeken wij U, waarheid en kracht.
Maak ons uw volk, heilig, vol luister,
schijn in de donkere nacht.
Christus, ons licht,
schijn door ons heen, schijn door het duister.
Christus, ons licht,
schijn ook vandaag, hier in uw huis. Amen
meditatief orgelspel
collectemoment
lied Nieuw Liedboek 1005:1,2,5 Zoekend naar licht hier in het duister
dankgebed en voorbede
lied Gezang 481:1,2 O grote God die liefde zijt
zegen
orgelspel
0 Reacties