zingen           Gezang 400:1,8

stil gebed

votum en groet

openingstekst 

‘Zie ik de hemel, het werk van uw vingers,
de maan en de sterren door U daar bevestigd,
wat is dan de sterveling dat U aan hem denkt,
het mensenkind dat U naar hem omziet?

(…)

U hebt hem toevertrouwd het werk van uw handen
en alles onder zijn voeten gelegd.’ (Psalm 8:4-5, 7)

zingen           Psalm 8:1,3,5

lezing van het gebod       uit Micha 6:6-8 (uit de Bijbel in Gewone Taal)

zingen           Gezang 7:4

gebed om verlichting met de Heilige Geest

zingen           kinderlied ‘God die alles maakte’, Evangelische Liedbundel 433

kindermoment

Vanmorgen heb niet ik iets meegenomen, maar Myrthe. Ze vraagt al een hele tijd: ‘Pap, mag mijn hond een keer mee naar de kerk bij het kinderverhaaltje?’ Natuurlijk mag de hond mee naar de kerk, want iedereen is hier welkom, maar ik moest er natuurlijk wel een verhaaltje bij bedenken. En dat lukte maar niet. Maar vandaag is dat anders. Dus kom maar, Myrthe…
Wie is dit, Myrthe? Ah, dit is Fenno. Wat is het een mooie hond. En zo lekker rustig. Zo rustig dat je hem niet eens hoeft uit te laten… Heel handig. Ja, ziet het al: het is een hondenknuffel. Nu zou Myrthe heel graag een echte hond willen hebben, maar ja: dat gaat niet. Waarom niet? Omdat er een paar bij ons allergisch zijn. Die gaan heel erg hoesten en proesten van hondenharen.
Maar ja, een echt huisdier is natuurlijk wel leuk hè? Wie heeft er thuis een huisdier? Vertel eens. Nou, dan hebben jullie van de week daar wel extra goed voor gezorgd, toch? Wat was het voor een dag? Dierendag.
Weet je trouwens waarom we Dierendag op 4 oktober vieren? Omdat op die dag ooit Franciscus gestorven is. Franciscus was een monnik, iemand die heel veel van de Here God hield, maar ook van alles wat de Here God gemaakt heeft: van de dieren: de honden, de vogels, alle dieren, maar ook van de bloemen, van het water, van alles. Franciscus zei: ‘Als je van God houdt, dan houdt je ook van alles wat Hij gemaakt heeft én dan zorg je daarvoor.’ En gelijk had hij!
Doen we dat nou een beetje goed tegenwoordig, zorgen voor alles wat God gemaakt heef, zorgen voor de natuur, goed omgaan met het milieu? Nee, dat gaat lang niet altijd gaat. Er sterven dieren uit, er is vervuiling, het zeewater stijgt, enz. enz. Dat is zonde. Ja, echt zonde. Maar kan het anders? Ja, het kan anders. Nou, daar gaat het vanmorgen over hier in de kerk. Misschien dat jullie er thuis nog eens over door kunnen praten: Hoe zorgen wij nou goed voor alles wat God gemaakt heeft. Hoe zijn we zuinig op de natuur, op de schepping?

schriftlezingen                   Leviticus 25:3-5, 10 en Mattheüs 6:24-34 door diakenen Martijn Jacobs en Rudy Hallema

zingen           Evangelische Liedbundel 58. We zingen dat in canon…

tekstlezing               Matt. 6:26a, 28b en 33a ‘Kijk naar de vogels in de lucht (…) Kijk eens naar de lelies (…) Zoek liever eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid.’

verkondiging

Gemeente van Jezus Christus,

alle vogels van de zee
vliegen langzaam met je mee
witte reiger, pelikaan
de Schelde wordt nu de Jordaan

Het is het refrein van het liedje Zilverspa, een liedje van Broeder Dieleman, een hedendaagse troubadour uit Zeeland. Dieleman zingt in het Zeeuws-Vlaamse dialect, vaak ook over z’n geboortegrond: het krekengebied rond Axel, dichtbij de Schelde. Hij zingt regelmatig ook over vogels. Zoals ook in het zojuist gezongen refrein.
Dat liedje gaat over de begrafenis van Dielemans moeder. Terwijl ze op weg zijn naar de begraafplaats ziet hij de vogels meevliegen. Het krijgt iets van een visioen, want pelikanen komen niet echt voor in Zeeuws-Vlaanderen. Maar de pelikaan is wel een oud symbool voor Christus. En door die vogels verandert de Schelde a.h.w. in de Jordaan, de ‘doodsjordaan’, de laatste grens voor het beloofde land, de hemel. In dit liedje valt zo door die vogels licht van Gods wereld op zo’n verdrietige laatste tocht. De glans van Gods koninkrijk licht op.

Ja, kijken naar de vogels en daar iets van Gods wereld in zien… Jezus zelf raadt het ons aan in z’n Bergrede: ‘Kijk naar de vogels…’ Dit klinkt als een ervaringsdeskundige. Toen Jezus hier rondwandelde op aarde had Hij ook oog voor de vogels. Hij verwonderde zich erover. En ook voor de bloemen in het veld had Hij oog: ‘Kijk eens naar de lelies, kijk hoe ze groeien in het veld. Ze werken niet en weven niet. Maar ze zijn mooier dan koning Salomo met al z’n luister!’ ‘De lelies op het veld’ is een soort verzamelnaam voor allerlei soorten veldbloemen. Jezus zag ze en verwonderde zich over de schoonheid en de ontvankelijkheid.

Een tijdje geleden gaf iemand mij zomaar deze bijbel: een ‘Groene Bijbel’. In die Bijbel worden de teksten die over de schepping en ons rentmeesterschap gaan van een groene streep in de kantlijn voorzien. Dat zijn heel wat gedeelten. Ook langs beide bijbelgedeelten die we vanmorgen gelezen hebben, staat zo’n groene streep.
In die Groene Bijbel staat ook studie- en werkmateriaal en een heel aantal boeiende artikelen. En je komt er een aantal portretten in tegen van mensen die gemotiveerd vanuit hun geloof stappen zetten op de weg naar een duurzaam leven. Onder hen ook een vogelaar: Albert de Jong. Hij werkt ook bij het Vogelonderzoek Nederland. Albert is christen en dat laat hij niet achterwege als hij de vogels observeert, integendeel: ‘In de natuur ervaar ik hoe machtig en creatief God is. Dat een jonge koekoek zonder ouders 5000 kilometer naar precies de juiste plek in Afrika vliegt, maakt mij sprakeloos (…) Maar als ik in april in ons land weidevogels tel, zijn veel weilanden al gemaaid. Het is een slagveld; alle gruttokuikens zijn dood. En dat terwijl juist Nederland de kraamkamer van de grutto is: 90% van alle Europese grutto’s komt hier ter wereld.’
Tja, ‘kijk naar de vogels…’ Als we die raad van Jezus opvolgen, zien we ook een slagveld. Er zijn minder soorten. Dat komt bijvoorbeeld ook omdat er veel minder insecten zijn. En dat komt weer door allerlei bestrijdingsmiddelen die gebruikt worden, en andere vervuiling. ‘Kijk naar de vogels… Kijk naar de lelies’. Die woorden uit het Evangelie zijn ook confronterend hoe wij met de natuur, met de Schepping, met het milieu zijn omgegaan. Het is een slagveld geworden. Zonde!

‘Maar waarom zouden we ons zo druk maken om deze aarde? Uiteindelijk zal deze toch vergaan?’
Stel dat het zo is, dat deze aarde vergaat, totaal – er zijn ook andere visies: dat deze aarde niet vergaat, maar vernieuwd wordt – maar goed, stel dat het toch om een totaal nieuwe werkelijkheid gaat en dat deze hier ophoudt te bestaan, dan wil dat toch nog steeds niet zeggen dat je er dan maar achteloos en verkwistend mee om moet gaan? Ik bedoel: ons lichaam is ook sterfelijk. Uiteindelijk vergaat dat ook, maar dat betekent toch niet dat we ons lichaam moeten verwaarlozen. Nee, daar zorg je toch goed voor? Daar ben je zuinig op! Nou, hoeveel te meer dan op Gods hele werkelijkheid: de schepping. Iedere kerkdienst beginnen we met ‘Onze hulp is in de naam van de HERE die de hemel en de aarde gemaakt heeft, die trouw houdt tot in eeuwigheid en die niet loslaat het werk van zijn handen.’ Maar dan kunnen wij die schepping, dat werk van Gods handen, toch niet loslaten, vervuilen, te gronde richten? Dat is toch zonde!

Dit klinkt misschien allemaal nog erg algemeen, maar het werd voor mij bijvoorbeeld een stuk concreter toen ik afgelopen vrijdag in de krant een interview las met de Amerikaanse kapitein en oceanograaf Charles Moore. Hij reist de wereld over om de mensheid te waarschuwen voor de gevaren van plastic. Hij ontdekte in 1997 de plastic soep: een brij van grote en kleine stukken plastic die zich in de loop der jaren door de stroming van de zee heeft verzameld op een plek in de Stille Oceaan. Inmiddels is die soep naar schatting zo groot als Spanje. ‘En’, zegt Moore, ‘er komen jaarlijks miljoenen kilo’s plastic bij. Er zit plastic in onze muren, in onze tapijten, in onze kleding. We ademen plastic in, we eten het, het komt in onze longen en onze hersenen. Dat kan niet goed zijn.’ Zijn we zo niet bezig om het werk van Gods handen los te laten, stuk te maken? En, zoals Dirk de Wachter, een Vlaamse psychotherapeut al zei: ‘Wat we de natuur aandoen, doen we onszelf aan. Het is zelfvernietiging op wereldschaal.’ Dat zou je van een gelovige toch niet verwachten?! ‘Milieubewusteloosheid’ noemde iemand dat. Milieubewusteloosheid is toch eigenlijk een vloek, een klap in het gezicht van de Schepper?! Of moet ik zeggen: majesteitsschennis van de Koning?
Jezus’ woorden staan namelijk in de Bergrede, ook wel de ‘grondwet van Gods Koninkrijk’ genoemd. ‘Koninkrijk van God’ kun je trouwens het beste vertalen met ‘Koningschap van God.’ Het gaat om Gods heerschappij. Dat geldt niet alleen voor de hemel, en voor straks. Nee, dat geldt ook nu, en hier. Dat gaat de hele werkelijkheid aan: ook die van de plastic soep, de vogels en de bloemen.
Dat Koningschap van God heeft prioriteit, aldus Jezus: ‘Zoek eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid.’ Bij Gods koningschap hoort gerechtigheid: dat je als mens recht staat voor Hem, in een rechte verhouding – door het geloof in Christus ontvang je dat – en dat je daarvanuit ook recht doet. Dat is nodig, want er is zoveel krom in deze wereld. Maar God zoekt onvermoeibaar naar gerechtigheid. En Hij wil dat wij daarin meezoeken en meedoen: ‘Zoekt eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid.’
Gelukkig is dat geen zoeken naar een speld in een hooiberg. Nee, zijn geboden wijzen ons daarin de weg. Het zijn de richtingaanwijzers naar Gods Koninkrijk. Zij vertellen hoe er recht gedaan kan worden en mensen tot hun recht komen, ja: de hele werkelijkheid.

Zo’n gebod vinden we ook in Leviticus 25, waar het gaat over het Sabbatsjaar en het Jubeljaar. Het eerste is om de zeven jaar. Het tweede om de 50 jaar. Het Sabbatsjaar betekent rust voor het land: er mag dan niets verbouwd worden. Het Jubeljaar houdt niet alleen rust voor het land in, maar ook dat het land dat ooit verkocht was, moet weer worden teruggegeven aan de eerste eigenaar. Ook wordt alles kwijtgescholden. Tja, is dit wel realiseerbaar, zeker zo’n Jubeljaar? Het schijnt ook echt de vraag te zijn of het ooit uitgevoerd is. Maar daar moeten we niet op focussen, gemeente. Ook hier is het: ‘Zoek eerst Gods koninkrijk en Zíjn gerechtigheid.’ En dat Sabbatsjaar en Jubeljaar zijn nou typisch staaltjes van Zijn gerechtigheid: De Here God laat hier zien dat Hij mensen niet wil vastpinnen op hun schuld, maar Hij schenkt hun een nieuwe start. Het land krijgt rust, zodat het niet uitgeput wordt. Het wordt a.h.w. gereset. Ook hier spreekt zorg uit van de Here God.
En nu is de grote vraag: kunnen wij daarin mee? Bij die pas op de plaats? Want dat is toch de gedachte achter het sabbatsjaar, en trouwens achter iedere sabbat, achter de wekelijkse rustdag: om maar niet door te jagen, om niet alles uit te putten: de schepping niet, maar ook onze week, ons leven niet. Nee: rust, pas op de plaats, op adem komen en je laten vullen met Gods werkelijkheid, met Zijn koninkrijk en gerechtigheid.

Dat betekent ook concreet je geen zorgen maken om je kleding, om voedsel, om zoveel andere materiële zaken. Dat doen de vogels en de bloemen ook niet. Zij piekeren niet. Vogels kennen geen psychiater. Laat staan bloemen.
Maar is dat nou niet een beetje naïef van Jezus? Wij zijn toch geen vogels of bloemen? Wij mensen moeten u eenmaal zorgen. Anders draait toch alles in de soep?!
Natuurlijk moeten we zorgen, plannen, rekenen. Maar het gaat Jezus om de prioriteit. Wat heeft nou voorrang? In dat kader zegt Hij: ‘Zoek eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid. Dan zul je de rest ook krijgen.’ Ja, dat is een oefening in vertrouwen. Durven we leeg te worden van onszelf en ons te focussen op Gods wil en zijn gerechtigheid? Dan komt het andere ook wel. Kijk maar naar de vogels, de bloemen.

En nogmaals: ons focussen op Gods koninkrijk en zijn gerechtigheid heeft ook alles met de schepping te maken en de zorg daarvoor.
Hoe dan? Hoe concreet? Toen we het hierover hadden tijdens het voorgesprek voor deze dienst, zei een diaken eerlijk: ‘Tja, wat haalt onze inbreng eigenlijk uit?! Die milieuproblematiek is zo groot, daar heb ik toch geen invloed op? Dat is toch niet meer dan een druppel op een gloeiende plaat?!’
Bij dat laatste moet ik altijd gelijk aan moeder Theresa denken, die met het oog op armoedebestrijding hierbij opmerkte: ‘Al is het maar één druppel. Als nou iedereen zo’n druppel voor z’n rekening neemt, dan wordt het toch een malse regenbui.’ En zo is het ook met het oog op duurzaamheid en zorg voor de schepping. Met elkaar wordt dat een malse regenbui en u en ik zijn verantwoordelijk voor die ene druppel.
Trouwens, Jezus’ woorden in vers 34 zijn ook hier van toepassing: ‘Maak je geen zorgen voor de dag van morgen.’ Hier gaat het niet zozeer om bezorgdheid, als om de zorgen die je moet hebben voor het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid. Jezus roept dus op om je daar eerst druk om te maken. Maar dan niet denken: hoe moet ik dat allemaal doen?! Dit is toch te immens voor mij, voor ons?! Nee, ‘elke dag heeft genoeg aan zijn eigen last.’ Dus dag voor dag. Stap voor stap.

Doe wat in je vermogen ligt. Wat wél gaat. Op internet kwam ik in dit verband iets moois tegen: een ‘Duurzame Bucketlist’ (https://www.michanederland.nl/wp-content/uploads/2016/06/Duurzame-bucketlist.pdf), met 101 mogelijkheden om aan de slag te gaan en duurzame stappen te zetten. Dit zijn een paar van die stappen: ‘Eet voortaan groente en fruit uit het seizoen’. ‘Koop min. 3 productsoorten biologisch.’ ‘Neem altijd een eigen tas mee met boodschappen doen.’ ‘Ga dichtbij op vakantie zonder gebruik van het vliegtuig.’ ‘Ondernemer? Maak een plan om je bedrijfsvoering te verduurzamen.’ Enzovoort, enzovoort.
Eigenlijk heeft het alles te maken met echte aandacht. Zoals Jezus ons leert: ‘Kijk naar de vogels, kijk naar de lelies’. En kijken is niet maar een beetje vluchtig zien, nee: echt kijken, observeren, werkelijke aandacht ervoor hebben. Zo komt het er op aan om de dingen echt met aandacht te doen, bewust, betrokken. Met aandacht geniet je meer van die kleren die gemaakt zijn van katoen waar geen arbeiders doodziek van werden. Je geniet meer van een appel die dichtbij is gegroeid. Een ei van een scharrelkip smaakt ook beter.

Het gaat om het leven voor Gods aangezicht. Het hele leven, ook dit. En al zou het op korte termijn niet veel uithalen of ik mezelf zulke beperkingen opleg. Ik doe het voor God, voor Hem, die in het verborgene ziet, zegt Jezus elders in de Bergrede. En voor mijn naaste, voor de komende generaties, want hoe geven wij deze aarde door? Dus doe ik het ook voor Gods hele Schepping.
Ja, zo leven is eenvoudig leven. Je hoeft niet alles aan te schaffen. Je hoeft niet overal heen te vliegen. Zulk eenvoudig leven zal je leven niet verarmen, maar verrijken. Want je vindt het goede leven: genieten van het genoeg, je ontdekt dat soberheid een verborgen glans heeft.

Ja, dat staat wel haaks op deze tijd. Want daarin wordt er vooral geappelleerd aan onze begeerte. Ik kreeg afgelopen vrijdag een mailtje binnen: ‘Waar heb je gezeten, beste Kees van den Berg? We missen je!’ Het betrof een … meubelzaak. Ooit hadden we daar iets gekocht. Vast rond de verhuizing. En nu kreeg ik een mailtje: ‘Waar heb je gezeten?’ M.a.w.: ‘Het wordt hoog tijd! En vervolgens zat er een code bij waarmee ik korting kon krijgen.
Appelleren aan de begeerte… Maar kunnen we ook genoeg hebben? Niet alleen voor onszelf, maar juist ook met het oog op de Schepping? Gandhi zei het ooit al: ‘Deze aarde heeft genoeg voor onze behoeften, maar niet voor onze begeerten.’

Kijk dan nog maar eens naar de vogels en de bloemen. Broeder Dieleman doet dat ook in een ander liedje. Aalscholvers heet het. Graag sluit ik daarmee af, omdat ook hierover de glans van Gods Koninkrijk ligt:

aalscholvers duiken door het water
halen paling omhoog
zitten daarna aan de kant
bidden hun vleugels droog
dat is bidden zonder denken
met een enkel gebaar
rustig zonder praten
duidelijk en waar

de bomen gaan naakt slapen
laten alle nesten zien
en je zit je hier af te vragen
of je wel zo’n rust verdient
zoals de merels zich verstoppen
om zachtjes dood te gaan
zo kruip ik onder Uw vleugels
om  morgen op te staan

mag ik naar huis
mag ik naar huis
mag ik alsjeblieft naar huis
alles roept en zingt
mag ik naar huis?
de spreeuw, de kievit en de kauw
mag ik naar huis
kaardenbol en berenklauw
mag ik naar huis?
mag ik alsjeblieft naar huis?

Amen

zingen           Gezang 479:1,3,4

bijdrage van Gert Olbertijn over zonnepanelen op het dak van de Pauluskerk

zingen  De afgelopen dagen zijn de beelden de wereld rondgegaan van de verschrikkelijke ramp op Sulawesi. Beelden die stil maken, onmachtig. Zoveel leed, zoveel slachtoffers. We hebben er geen woorden voor.We kunnen bidden, doneren (in de melkbussen, u hoorde het!) … én zingen. Zingen om hoop, om troost, zingen om liefde.
In verbondenheid met de mensen in Sulawesi willen we nu zingen – en het gebeurt op vele plekken in ons land ook, overal dezelfde Psalm, Psalm 130:1 ‘Uit diepten van ellende roep ik tot U, o Heer’ en daarna zingen we het couplet ook in het Indonesisch.

dankgebed en voorbeden (door dominee en diaken Rinus Molenaar)


slotlied          Gezang 400 (zonnelied van Franciscus van Assisi):12

zegen  

Pelgrimszegen

Dat gezegend is deze tijd
van groei en bloei.

Dat gezegend is deze periode
van minderen en loslaten.

Dat uw rennen wandelen
en uw prestatiezucht
genieten wordt.

Dat juist nu uw huis
meer een thuis wordt
en vriendschapsbanden
sterker worden.

Neem de tijd om stil te staan
bij hetgeen u draagt.

Leef in verbondenheid met uw ziel
en met respect voor uw lichaam.

Geniet van wat mensen u bieden
en van wat de natuur u schenkt.

Heb een goede tijd en ga
met de kracht van de hemel,
het licht van de zon,
de jacht van de wind,
en de vastheid van de aarde.

Zo zegene u de Heer, Vader, Zoon en Heilige Geest