welkom en mededelingen         

zingen      Psalm 103:5 ‘Zoals een vader liefdevol zijn armen’

stil gebed 

votum en groet

aanvangstekst   ‘Alles wat God geschapen heeft is goed. Niets hoeft te worden verworpen als het onder dank wordt aangenomen, want het wordt geheiligd door het woord van God en door het gebed.’ (1 Timoteüs 4:4,5)

zingen           Lied 218 ‘Dank U voor deze nieuwe morgen’

lezen van gebod    uit 1 Timoteüs 6 (6-19)

zingen           Lied 215:5,6 ‘Houd dan de hemel in het oog’

gebed

zingen                       Hemelhoog 420 ‘Heer, wijs mij uw weg’

kindermoment

Ik heb iets meegenomen. Ik laat het vanmorgen zien op het scherm. Hier:

Wie weet wat dit is? Waar zit dat? Ja, het liefst had ik mijn eigen auto meegenomen, maar om die nou de kerk in te rijden. Dan toch maar zo…
Maar waar heb je dit voor nodig? Om de weg te vinden. Op vakantie bijvoorbeeld is dat heel handig. Zeker als je ergens naar toe gaat, waar je nog nooit bent geweest. Dan tik je de plaats in op dat navigatiesysteem, en de straat en het huisnummer. Nou, dan gaat-ie even nadenken, even rekenen, hoe de weg precies gaat, hoe lang het duurt. En dan krijg je dat zo op je scherm. Hoe je moet rijden. En als je wilt, hoor je ook nog de stem van een aardige mijnheer of mevrouw, die zegt of je links of rechts of rechtdoor moet… Heel handig.

Het wijst dus de weg. Laat dat nou ook het thema zijn van de VakantieBijbelWeek die deze week weer begint, vanaf woensdag, tot en met vrijdag. ‘Wegwijs’ is het thema. Hoe vind je nou de weg door het leven? De weg die de Here God wil? Want dat is echt de beste weg. Daar zal het over gaan. In bijbelverhalen, in de poppenkast, in de verwerkingen, in zoveel meer. Als je je nog niet opgegeven hebt, zou ik dat zeker doen. Hier in de Pauluskerk is in de morgen het programma voor de kids, dus groep 1-4. In de Oostpoort is het voor de tweens, groep 5-8. Dat is in de middag. En dan is er ook nog een programma voor de tieners. Op de website van STEP Gouda vind je het programma:

Inschrijven VBW 2024. Kinderen en vrijwilligers

En volgende week zondagmorgen is er een feestelijke afsluitingsdienst hier in de Pauluskerk. Heel erg welkom ben jij. En jij en u om mee te werken! Er zijn nog genoeg medewerkers nodig! Ook daarvoor kun je terecht op diezelfde website van STEP.
Dan mogen jullie naar de kindernevendienst. Reken maar dat je daar ook weer de weg hoort, dat je daar wegwijs wordt gemaakt. Een goede tijd daar en tot straks.

schriftlezing  Prediker 5:9-19

zingen           Psalm 49:1,3,5 ‘Bewoners van de wijde wereld, hoor’ 

verkondiging         

Gemeente van Jezus Christus,

Het bijbelboek Prediker wordt gerekend tot de wijsheidsliteratuur. Net als Spreuken, Job en een aantal Psalmen (zoals de 49e die we zojuist zongen):

Wijs is het woord, dat U mijn mond onthult,
helder het inzicht dat mijn hart vervult.

Wijsheid is hier geen kwestie van intellect, van een hoog IQ. Nee, het gaat om levenswijsheid, om praktische wijsheid: hoe kom ik het leven door? Wat is daarvoor nodig?
Bij die praktische levenswijsheid horen ook spreuken. Spreekwoorden zeg maar: bekende uitspraken, die niet alleen klinken als een klok, maar gebaseerd zijn op  levenservaring en getuigen van wijsheid. En daarom zijn ze ook zo herkenbaar.

Met zo’n spreekwoord, met zo’n spreuk, begint ook ons tekstgedeelte (vers 9): ‘Wie van geld houdt, kan er niet genoeg van krijgen.’ Hoe herkenbaar is dit?! Dit klopt toch als een bus? Als je van geld houdt, heb je nooit genoeg, dan wil je altijd meer: een beter salaris, hogere winsten, een nog meer renderend aandelenpakket, een vettere bankrekening.
‘Wie van geld houdt, kan er niet genoeg van krijgen.’ Inderdaad, waarom zou je anders zo vaak reclames horen waarin je gekieteld wordt om je vermogen te laten groeien? Waarom bulkt het anders op Youtube van de financiële influencers die met name jongeren teasen in korte tijd rijk te worden, via soms wel heel wazige constructies? Dat heeft alles te maken met wat Prediker in het vorige hoofdstuk noemt: een dorst naar rijkdom die nooit wordt gelest. Of zoals Prediker het in het vervolg van het negende vers van ons tekstgedeelte zegt: ‘Wie verzot is op rijkdom, is altijd op meer gewin belust.’ Altijd meer. Nooit genoeg.

Maar wat levert dat je op? Wat brengt het je? Predikers conclusie is kort en krachtig: ‘Ook dat is enkel leegte.’ Bam! Die zit! Het is precies hetzelfde woord waarmee Prediker zijn boek begon, als zijn motto: ‘Lucht en leegte, alles is leegte.’ Ja, dus ook de zucht naar rijkdom, ook de dorst naar steeds meer geld. Het is leegte. Het is lucht.
Alsof Prediker hier een speld tegen die ballon van de rijkdom houdt: van steeds maar meer en steeds groter. Wil je weten wat die inhoud van die ballon is, van al dat opgeblazen gedoe? Pang! Lucht dus. En je houdt niet meer over dan zo’n frummeltje…

Ja, zo kennen we Prediker: prikkelend, confronterend. Dus ook als het over rijkdom gaat. Eigenlijk helemaal in het spoor van de hele Bijbel. De profeten, die het stevig aan de kaak stellen als mensen zich verslingeren aan rijkdom, en daardoor de Here God en de behoeftigen vergeten. En wat dacht je van Jezus? Keer op keer waarschuwt Hij in het Evangelie tegen de gevaren van rijkdom: een kameel komt makkelijker door het oog van een naald, dan een rijke in het Koninkrijk van God. En bij de gebodslezing hoorden we hoe uiterst kritisch ook Paulus is op rijkdom en op geld: ‘Wie rijk wil worden, staat bloot aan verleiding, raakt in een valstrik en valt ten prooi aan allerlei dwaze en schadelijke begeerten die een mens in het verderf storten en ten onder doen gaan. Want de wortel van alle kwaad is geldzucht.’ Hier is ook geen woord Frans bij toch?

Kortom: de Bijbel is kritisch op rijkdom. En daarin voegt zich Prediker. Maar denk niet dat hij dat vanuit een ivoren toren roept. Nee, hij zegt dit vanuit eigen ervaring. In het tweede hoofdstuk vertelt hij namelijk hoe hij zelf in de ban raakte van rijkdom: in de aanleg van eindeloos veel ontroerend goed, in de werving van heel veel personeel, in de uitbreiding van zijn veestapel tot enorme proporties. Kortom: hij had meer dan iedereen voor hem. Hij was schathemeltjerijk. Maar dan stelt hij die scherpe vraag ook aan zichzelf:  ‘Waar heb ik me eigenlijk voor afgezwoegd? Wat leverde het op?’ Pang! Het antwoord namelijk: ‘Het was lucht en najagen van wind.’ Snap je: Prediker heeft het in ons tekstgedeelte dus ook tegen zichzelf.

Vervolgens somt hij de redenen op waarom rijkdom en geldzucht leeg zijn.
In de eerste plaats: hoe groter je kapitaal is, hoe meer mensen ervan willen profiteren. Het was toentertijd gewoonte dat familieleden en vrienden hun hand kwamen ophouden bij iemand wiens vermogen flink was. Dus voor je het weet, verdampt het.
In de tweede plaats hoef je maar naar iemands slaapgewoonten te kijken wat rijkdom met je doet. Een arbeider slaapt goed, zegt Prediker. Die heeft hard gewerkt, hij valt moe in slaap. Maar wie zwelgt in rijkdom, ligt wakker. Omdat hij zich druk maakt over zijn vermogen, over de risico’s, over hoe het bij slecht resultaat beter moet en bij goed resultaat altijd nóg beter. Dat is niet goed voor de nachtrust.
In de derde plaats is rijkdom ook leeg, omdat het zo onzeker is. Het kan zo weggevaagd worden, verdampen. Ik hoorde deze zomer van een beroemde Engelse wielrenner. Hij won ooit de Tour, een gouden medaille bij de Olympische Spelen, hij werd geridderd tot ‘Sir’, en het geld kon niet op. Maar na een aantal persoonlijke en economische crises in zijn leven is hij nu zo goed als bankroet en dakloos geworden. Zo kan het gaan. Rijkdom is zo onzeker. Dus om daar dan je vertrouwen op te stellen, is dwaas, is leeg.
De leegheid van rijkdom wordt last but not least duidelijk door de dood. Dan kun je van al die rijkdom namelijk niets meenemen. Je moet het allemaal achterlaten. In vers 14 verwoordt Prediker dat op prikkelende wijze, met weer een spreuk: ‘Naakt is iemand uit de moederschoot gekomen, even naakt keert hij terug.’ Niets van wat hij heeft verdiend en in handen dacht te hebben neemt hij mee.’ Aan het eind staan we met lege handen. Dus waarom maken we ons er dan zo druk om? Wat heeft dat voor zin?

In vers 16 schildert Prediker nog één keer met een aantal streken het bestaan van iemand die helemaal gaat voor rijkdom, die nooit genoeg heeft van geld, die bezeten is van groei: ‘Alle dagen brengt hij door in duisternis, heel zijn bestaan is vol ellende en verdriet, en vol ontevredenheid.’
Je denkt misschien: dat is wel een heel somber beeld dat Prediker hier schetst. Maar laten we niet vergeten dat Prediker ook een poëtisch boek is. De stijlfiguur van de overdrijving is hem daarom ook niet vreemd. Prediker zet het graag stevig aan. Maar toch, ook dit is helemaal in lijn met de rest van de Bijbel. Niet voor niets horen we Jezus in het Evangelie zeggen: ‘Hoed je voor de hebzucht.’ Hebzucht maakt je niet gelukkig, je blijft ontevreden. En Jezus vertelde in een gelijkenis over een rijke dwaas, die telkens grotere schuren bouwde, die nooit genoeg had, die bezeten was van economische groei. Maar op een nacht – let op de beeldspraak: in de donkere nacht – kan het opeens gebeurd zijn, wanneer hij sterft. En wat heeft hij dan? Niets. Dan staat hij met lege handen. En ja, dat is heel triest.

Het deed me denken aan het schilderij ‘Dood van een vrek’ van Jeroen Bosch. Hier ziet u het.


In het bed ligt de vrek. Het is inderdaad zijn sterfbed, want links komt de dood al om een hoekje kijken. De engel achter hem probeert zijn hoofd te richten op het raam linksboven. Daar valt licht door naar binnen. Hemels licht. De engel wil hem richten op de schatten in de hemel die niet vergaan. Voor het raam hangt een crucifix: Christus aan het kruis: de onverwoestbare genade, de enige troost voor leven en sterven die daarin te vinden is. De engel probeert de vrek daarop te richten, als een ware evangelist. Maar de rechterhand van de vrek grijpt naar de zak geld die hem aangereikt wordt door een duivel. Zelfs nu is hij daardoor geobsedeerd, heeft dat zijn aandacht. ‘Wie van geld houdt, kan er niet genoeg van krijgen.’ Zelfs op zijn sterfbed, wil Jeroen Bosch zeggen.
Aan het voeteneind van het bed is een geopende geldkist te zien. Daarin zit ook een duivel, met een geopende geldbuidel in de klauwen. Een zich vooroverbuigende man legt een goudstuk in die buidel. Waarschijnlijk is deze man diezelfde vrek. Zo was zijn leven…
Hoe zal dit aflopen? Als er niets verandert, valt het doek. Eindigt het leeg en loos. Triest maar waar.

Is dit het? Nee, Prediker biedt ook het alternatief. Een goed en gezegend alternatief. Wat is dat? In vers 17 noemt hij het: ‘Het is goed en weldadig voor een mens wanneer hij zich aan eten en drinken tegoed doet, en geniet van alles wat hij zich heeft verworven.’
We kwamen het belang van het genieten al eerder tegen in hoofdstuk 2. En ook toen werd daarbij als eerste eten en drinken genoemd. Iets heel erg voor de hand liggends. Om te genieten hoef je dus echt geen verre reizen te maken, enorme bedragen neer te tellen of het te zoeken in exclusieve dingen. Nee: eten en drinken dus. Die boterham met jam, dat verse kopje koffie of thee, dat glas koude melk, die gebakken aardappeltjes met vis, enz. enz. Je daaraan tegoed doen, is goed en weldadig, zegt Prediker. Dat is tof, staat er in het Hebreeuws. Zo kunnen genieten is tof!

Nu is genieten in het christendom ook wel eens een lastig iets geweest. Omdat het te aards werd gevonden, te plat, te weinig geestelijk. Ten tijde van Paulus waren er bepaalde gelovigen die vonden dat je je moest onthouden, onthouden van het huwelijk, onthouden van seksualiteit, regelmatig onthouden van voedsel. Paulus noemt hen huichelachtige leugenaars. Over scherp gesproken… Paulus prikt dat net zo door, als Prediker doet. En ook hij zet er wat tegenover. We begonnen er vanmorgen de dienst mee: ‘Alles wat God geschapen heeft, is goed. Niets hoeft te worden verworpen als het onder dank wordt aangenomen, want het wordt geheiligd door het woord van God en door het gebed.’
Wat een ruimte zit hierin, gemeente! ‘Alles wat God geschapen heeft, is goed. Niets hoeft te worden verworpen.’ Dus je mag juist genieten van alles wat God geschapen heeft: wat groeit op het land, wat je aangereikt wordt vanuit de schepping, van de partner die je hebt, van het werk dat je doet, van de hobby die je hebt, van de sport die je beoefent, enz. enz. Het zijn geschenken van God waar je van genieten mag. Waarvan God wil dat ervan genoten wordt. God is niet krenterig. Hij is royaal. Hij is vol vreugde. En Hij gunt het ons dat wij genieten. En als we het zo verbinden met God, wordt genieten een heilige zaak. Dan is er ten diepste geen verschil tussen aards en hemels, tussen lichamelijk en geestelijk: want in alles ontmoeten we God, merken we Zijn goede hand waaruit we dit alles ontvangen.

Er zijn twee Latijnse spreuken die vaak tegenover elkaar worden gezet: ‘Memento Mori’, oftewel ‘Gedenk te sterven’, en ‘Carpe Diem’, oftewel ‘Pluk de dag’. Het eerste zou dan geestelijk zijn en het tweede aards. Het eerste diepzinnig en het tweede oppervlakkig. Het eerste christelijk en het tweede heidens. Maar Prediker (en dus ook Paulus) laat zien dat ze ook bij elkaar kunnen horen, bij elkaar moeten blijven. Aan de ene kant is Prediker, en het is eerder gezegd, één lange meditatie op de dood. Hij wordt niet moe te benadrukken dat dit leven tijdelijk is, vluchtig is, dat we hier op doorreis zijn. Memento Mori…
Maar tegelijk richt Prediker ons juist ook op hier en nu, op iedere dag die we uit Gods hand ontvangen. Om die te plukken. ‘Pluk de dag.’ Ja, als een bloem. Niet achteloos en slordig. Maar die bloem van de dag bewonderen, je verwonderen over de kleur, de pracht, z’n geur op te snuiven en ervan te genieten. Juist ook omdat dit leven vluchtig is, is het zo belangrijk om die levensdagen bewust te leven, om iedere dag te plukken, te waarderen, je erin te verheugen. Dan ben je dichtbij God, die vreugde is.

Ja, ook te midden van de moeiten en de zorgen. Dat vind ik één van de mooiste dingen van Prediker. Hij is ook een realist. Hij sluit zijn ogen niet voor het moeilijke, het frustrerende, het trieste, het gezwoeg en geploeter. Maar in dat donkere bestaan wijst hij juist op het licht, op de lichtpunten: het mooie, het goede, het fijne. Om dat te zien en te waarderen.
Afgelopen vrijdag hadden we de afscheidsdienst van br. Koos Lafeber. Straks zullen we hem gedenken. In 2000 kreeg hij een herseninfarct. Eén van de gevolgen was afasie: heel moeilijk meer kunnen bespreken. Wat een handicap was dat. Koos sprak over de twee levens die hij had: één voor en één na dat herseninfarct. Maar weet u wat hij daarover zei: ‘Mijn eerste leven was mooi, maar mijn tweede leven is anders, maar ook mooi.’ Kijk, dan kun je toch de dag plukken, dan kun je genieten, te midden van alle moeiten en beperkingen. Het raakte me diep.

Kijk, genieten is natuurlijk ook helemaal een woord voor 2024: ‘Gij zult genieten’ lijkt wel een mantra anno nu. Maar dat kan ook een kramp worden. En iets mateloos en grenzeloos. Waarbij het ten koste gaat van anderen, van jezelf, je eigen gezondheid, je relatie met God. Niet voor niets zegt Paulus ook dat het geheiligd moet worden door het Woord van God en het gebed. Met andere woorden: als je dat waar je van geniet verbindt met God. Dat je het als geschenk van Hem aanvaardt en er in dankbaarheid van geniet. Dat maakt een wezenlijk verschil.
Ja, dan kun je ook genieten van rijkdom en bezit, schrijft Prediker in vers 18. Nee, hij is niet tegen rijkdom. Hij is niet tegen bezit. Maar hoe ga je ermee om? Hoe waardeer je het? Hoe ben je er aan gekomen? Rechtmatig, of juist slinks? En houd je het angstvallig en krampachtig vast, zoals die vrek op dat schilderij van Jeroen Bosch? Dan ben je eigenlijk heel arm. Of laat je anderen er ook in delen?

Dan wordt het genieten in meervoud. Omdat je beseft: wat ik heb, is een geschenk, door God mij toebedeeld. En wat is mooier dan in geschenken te laten delen? Geschenken uit Gods hand die we dankbaar mogen aanvaarden en ervan mogen genieten.
Het is net als die engel op   het schilderij van Jeroen Bosch, die ons op het licht wijst. Om niet te graaien, maar te genieten. Niet te piekeren, maar te prijzen. Niet te somberen, maar te danken. Niet te hebben, maar te zijn. Reken maar dat God daar, met eerbied gezegd, ook van geniet. Amen

zingen           Hemelhoog 553:1,2,4 ‘Dank U, Heer, voor al wat leeft’

gedenken overleden gemeentelid

dankgebed en voorbeden

collectemoment

zingen      Psalm 103e ‘Bless the Lord my Soul’

zegen