zingen Psalm 122:1,3 ‘Hoe sprong mijn hart hoog op in mij’
stil gebed
votum en groet
openingstekst ‘Vroeger hoorden jullie bij het donker, maar nu horen jullie bij het licht van de Heer. Leef als kinderen van dat licht.’ (Efeze 5:8, Bijbel in Gewone Taal)
zingen (met combo) Hemelhoog 706 ‘Licht aan’
lezing van het gebod uit Galaten 3:19-29
zingen Psalm 133:1,3
gebed om de verlichting met de Heilige Geest
zingen (met combo) kinderlied Hemelhoog 708:1,3,4,6 ‘Toen ik naar mijn naaste zocht’
kindermoment
Mooi lied hè dat we net zongen: ‘En ik vraag je niet naar huidskleur, naar geloof of naar je naam. Toen ik naar een naaste zocht, waar was jij?’
Hier heb ik ook een foto van twee naasten, twee jongetjes die naast elkaar staan. Ze hebben allebei een vlag om zich heen. Weten jullie van welk land, van welk volk die vlaggen zijn? Van Israël en de Palestijnen. Nou, staan die vaak zo naast elkaar? Nee, juist tegenover elkaar. Maar deze jongetjes niet. Die staan niet tegenover elkaar, maar naast elkaar. Sterker nog, die hebben een arm om elkaar heengeslagen. En met hun andere hand maken ze een teken, zo…
Weten jullie wat dat teken betekent? Vrede. In Israël zeggen ze dan: ‘Shalom’! En in Palestina: ‘Salaam’! Hoe mooi zou dat zijn, als er echt vrede tussen Israël en de Palestijnen zou zijn. Hoe goed is het als mensen niet tegenover elkaar, maar naast elkaar staan.
Ik hoop dat jij ook zo een naaste bent voor andere kinderen. Geen ruzie zoeken, niet ver bij een ander iemand wegblijven, omdat-ie er anders uitziet, anders praat, een ander geloof heeft. Nee, denk nog maar aan dat lied, waar eigenlijk Jezus zegt: ‘Toen Ik naar een naaste zocht, waar was jij?’ Ik hoop dat jij er dan bent.
Een goede kindernevendienst en tot straks.
schriftlezingen Psalm 87 en Romeinen 12:14-21 (uit de Bijbel in Gewone Taal)
zingen (met combo) Thy Will
verkondiging Thema ‘Shalom – salaam’
Gemeente van Jezus Christus, beste jongeren,
Vorige week werd Amsterdam opgeschrikt door een afschuwelijke nacht waarin Israëlische voetbalsupporters werden aangevallen door pro-Palestijnse jongeren. Sindsdien gaat het hierover, op het nieuws, in de talkshows, op de socials, en misschien ook wel bij jou in de klas.
Ook bij de jongeren die meedachten over deze dienst. Ze vertelden dat ze, als het over Israël en de Palestijnen gaat, eigenlijk in een tweestrijd zitten. Aan de ene kant zien ze Israël echt als volk dat God heeft uitgekozen. Maar aan de andere kant gebruikt datzelfde Israël ook grof geweld in Gaza en Libanon, waar ook veel onschuldige mensen om het leven komen of levenslang verminkt blijven, waaronder heel veel kinderen. ‘Hoe kunnen we dat met elkaar rijmen?’ Aldus de jongeren.
Wat dat eerste betreft: als christenen zijn we met de Joden verbonden. Met hen geloven we in de God van Israël. We delen het grootste deel van de Bijbel: het Oude Testament. En via de Joden hebben we ook Jezus ontvangen. Zijn moeder Maria was een Joodse vrouw…
Je zou Israël, het Joodse volk, daarom onze ‘oudste broer’ kunnen noemen, waar we van houden. Net als God zelf trouwens. In dat Oude Testament noemt God Israël zijn ‘oogappel’. Dat zegt genoeg. Als iemand je oogappel is, dan houd je daar op een bijzondere manier van. En als diegene wat overkomt, dan raakt dat je diep.
Daarom is antisemitisme ook zo verschrikkelijk. Dat mensen Joden haten, puur omdat ze Joods zijn. Dat was niet alleen bij de nazi’s zo, maar dat is helaas nog steeds zo. Ook vandaag de dag in ons land. Antisemitisme niet alleen tegen die Israëlische voetbalsupporters, maar ook tegen Joodse landgenoten. Die daarom amper met hun keppeltje over straat durven, waar Joodse scholen en synagogen zwaarbeveiligd moeten worden.
Met antisemitisme kreeg ook Natascha van Weezel, een Joodse schrijfster en journaliste, te maken, toen iemand haar berichtte (en sorry voor de taal): ‘Ik zou m’n muil maar houden als ik jou was, want je zou toch niet willen dat er iets gebeurt met dat schattige zionistische zoontje van je.’ Verschrikkelijk zoiets.
Maar toch schreef ze een boek, met de titel ‘Hoe houd je je hart zacht?’ Die titel heeft ze van haar overleden vader, die ooit tegen haar zei, toen het ging over het conflict met de Palestijnen: ‘Natascha, houd je hart zacht. Door naar alle kanten te kijken en niet eenzijdig te zijn. Door nieuwsgierig te zijn naar wat mensen beweegt. En houd empathie met iedereen. Oftewel: leef je in de ander in. Probeer je voor te stellen hoe jij zou reageren als jou zou overkomen wat de ander overkomen is.’
Nou, dit heeft zijn dochter Natascha ter harte genomen, om het zo zacht te houden. Toen ontdekte ze dat Palestijnen geen monsters zijn, zoals ze zelf zegt. Toen ze een tijdje in Israël woonde, ging ze daten. Online. Met een Palestijnse jongen uit Gaza. Nee, ze konden elkaar niet ontmoeten. Hij mocht Gaza niet uit. Zij mocht Gaza niet in. Maar ze appten en mailden en belden eindeloos met elkaar. Ze hadden het over van alles. Ze waren oprecht in elkaar geïnteresseerd en in de wereld waar ze uitkwamen. Nu, vele jaren later, vraagt Natascha zich af of hij überhaupt nog leeft… Mooi hè, zo’n zacht hart!
‘Moeten we wel een kant kiezen?’, vroegen de jongeren. Weet je wat die Natascha van Weezel zegt: ‘Kies voor het radicale midden.’ Oftewel: geen of/of, maar en/en. Dus tegen polarisatie. Bij polarisatie kies je namelijk maar voor één kant, voor je eigen kant. En de andere kant, je tegenstander, die maak je zwart, die demoniseer je. Maar daar wordt je hart niet zacht van. Nee, juist hard, en bitter.
Het radicale midden betekent in dit geval zowel voor Israël kiezen, ook voor hun land, dus de plek waar Joden veilig kunnen leven. Maar net zo goed ook voor de Palestijnen kiezen. Ook zij hebben recht op diezelfde veiligheid en bestaanszekerheid. Het radicale midden. Dus tegen antisemitisme. Maar ook tegen moslimhaat. Tegen iedere vorm van discriminatie en racisme.
Israël als onze oudste broer. Maar dat betekent niet dat we automatisch alles van die broer goed vinden. Als Joodse kolonisten op illegale wijze Palestijnen van hun grondgebied verdrijven, met steun van de regering, en daar gaan wonen, dan is dat ten hemel schreiend. Om maar te zwijgen van het immense geweld dat Israël gebruikt in Gaza en Libanon, waar tienduizenden slachtoffers zijn gevallen. Laten we ook niet vergeten dat er onder de Palestijnen ook christenen zijn. Zij zijn ook onze broers en zussen zeg maar. Met wie we verbonden zijn in Jezus Christus. Het raakt ons dan toch ook diep als zij lijden? En als die Israëlische voetbalsupporters vrolijk zingen: ‘Waar zijn de scholen in Gaza? Die zijn er niet, want er zijn geen kinderen meer’, dan is dat verschrikkelijk.
Gelukkig zijn er ook andere stemmen. Zoals die van Chaja Polak, een Nederlands-Joodse schrijfster. Haar vader kwam om in het concentratiekamp. Zelf overleefde ze de holocaust. Zij schrijft: ‘Juist Joden zouden empathie moeten voelen met het Palestijnse volk. Joden weten immers vanuit de verschrikking van de holocaust wat het betekent om geen ouders meer te hebben. Juist Joden zouden geweld moeten verwerpen en moeten zoeken naar elk ander middel om veiligheid en vrede te verkrijgen. Omdat ze niet willen dat andere volken lijden zoals zij zelf en hun familie hebben geleden, en vaak nog lijden.’
Gelukkig klinken er bij de Palestijnen ook zulke stemmen. Zoals die Palestijnse imam die een fatwa, oftewel een officiële veroordeling, tegen Hamas had uitgevaardigd. Deze begint met een uitspraak uit de islam dat ‘een mensenleven meer is dan Mekka.’ Ieder mensenleven om precies te zijn. En vervolgens werd de massamoord op 1100 Israëliërs en de gijzeling van honderden anderen scherp veroordeeld. Ook nam de imam het Hamas kwalijk dat ze hierdoor hebben gesold met het leven van de inwoners van Gaza, omdat ze hen zo uitleverden aan de Israëlische wraak zonder hen te beschermen. Hamas bouwde immers wel tunnels voor zichzelf, maar geen schuilkelders voor hun burgers. Ook verschrikkelijk.
‘Hoe moet je dit alles nu rijmen met de Bijbel?’, was een andere vraag van de jongeren. Daar is natuurlijk genoeg over te zeggen. Voor mij komt veel samen in Psalm 87. Aan de ene kant bezingt de Psalm hoe de Here God van Sion, oftewel Jeruzalem, houdt. Je voelt zijn liefde voor Israël door de Psalm tintelen. Maar tegelijk zijn ook andere volken welkom. ‘Van noord tot zuid, van oost tot west, alle volken horen bij de Heer.’
Ja, zo wordt het in de Bijbel in Gewone Taal gezegd. In de minder vrije bijbelvertalingen worden er ook een aantal specifieke volken genoemd, zoals Rahab, Filistea, Tyrus en Nubië. Rahab is een andere naam voor Egypte, oftewel het land waar Israël als slaaf onderdrukt werd. Filistea zijn de Filistijnen, lange tijd de doodsvijand van Israël. Tyrus: dat zijn mensen, die de zeeën bevaren. Voor een landrot als de Israëliet niet te volgen. Ja, ‘rare lui, die Tyriërs’ (met een variatie op Obelix). En dan die Nubiërs, de zwarten van het Midden Oosten. Die zijn ook zo anders.
Eigenlijk is het shocking wat hier in Psalm 87 gebeurt. Precies die drie groepen waar elke groep moeite mee heeft: de vijand, de zonderlingen en het andere ras. Ja, die mensen over wie de vreemdste praatjes de ronde doen: ze zijn slecht (de vijand), ze zijn niet goed wijs (de zonderlingen) en ze zijn anders (anders-gekleurden); zij zijn allemaal welkom in de stad van God. Ze horen bij Hem. En als je dan nog bedenkt dat het land van de Filistijnen lag in waar nu Gaza is, dan komt het nog dichterbij, wordt het nog actueler.
Natuurlijk, het gaat hier om een Psalm. Het is poëzie. En de stijlfiguur van de overdrijving is daar niet vreemd. Álle volken hebben elkaar nog niet gevonden bij Israël. Er is nog veel onvrede. Maar toch, dit is wel Gods belofte. Dit is zijn bedoeling. En soms gebeurt het dat mensen die eigenlijk vreemden zijn voor elkaar, elkaar toch zoeken en vinden. Zo is er in Israël een klein dorpje. ‘Neve Shalom’ heet het in het Hebreeuws. En in het Arabisch ‘Wahat-as-salam’. In het Nederlands ‘oase van de vrede’. Het is in 1970 gesticht door een christen Bruno Hussar. Volgens hem zouden Joden en Palestijnen hier, met wederzijds respect voor elkaar, in vrede samen moeten kunnen leven. En dat doen ze. Met precies evenveel Joodse als Palestijnse huishoudens. Ze doen alles samen. Nee, dat is niet altijd makkelijk. Maar toch, ze blijven het volhouden. Het is een klein, maar wel hoopvol teken, zeker in deze tijd. Tegen de stroom in.
Daarover gesproken. Mijn broer droeg vroeger dit t-shirt:
‘Go against the flow’ stond erop: ‘tegen de stroom ingaan.’ Je ziet een klein visje precies de andere kant op zwemmen dan de rest: die veel grotere vissen, die duidelijk niet voor de poes zijn.
Onderaan dat t-shirt staat Romeinen 12. En terecht, want daar vind je een stel oproepen die echt tegen de stroom ingaan, die haaks staan op hoe het normaal gaat. Neem de oproep om voor mensen die je in moeilijkheden brengen te bidden. Vaak gaan mensen dan juist terugschelden, naar terugdoen, iemand terugpakken. Maar de Bijbel zegt dus: ‘Bid voor zulke mensen.’ Als je voor iemand bidt, dan kijk je naar diegene met Gods ogen. En dat maakt alles anders. Probeer maar…
Dan ga je vervolgens ook anders met zo iemand om. Zoals in vers 17 staat: ‘Als iemand je kwaad doet, doe hem dan geen kwaad terug. Maar laat aan alle mensen zien dat jullie het goede willen doen. Doe je uiterste best om met iedereen in vrede te leven.’ In de NBV staat: ‘Stel, voor zover het in jouw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven.’ Ja, voor zover het van jou afhangt, wat jij er aan kunt doen, doe dat, om met iedereen in vrede te leven.
Natuurlijk, voor vrede heb je twee partijen nodig. Dat geldt voor Joden en Palestijnen, maar ook voor ons hier. Als jij een conflict met iemand hebt, is het aan jou om het weer goed te maken. Maar die ander moet natuurlijk ook willen. Als die niet wil, zal het niet goed komen, zal het geen vrede worden. Maar laat dat nooit een reden zijn om te denken: dan doe ik ook niks. Laat die ander maar eens de eerste stap zetten. Nee, ‘alles in het werk stellen om met iedereen in vrede te leven.’ Dat is toch heel duidelijk?! Bij ‘alles’ hoort dan ook de ‘eerste stap zetten’, als dat moet.
Dat wil niet zeggen dat mensen die slachtoffer zijn geworden van een ander, geen pijn en boosheid kunnen hebben, en dat ze die niet mogen uiten. Zeker wel. Als we er maar niet in blijven hangen, want dan raken we verbitterd, dan gaan we er uiteindelijk aan kapot. En dat is zonde.
En dan die laatste zin uit Romeinen 12: ‘Laat je niet overwinnen door het kwaad, maar overwin het kwaad door het goede.’ Zo mooi, zo waar, zo goed. Om het kwaad – en dat is er: tussen Israël en de Palestijnen, tussen mensen onderling, misschien heb je er zelf ook mee te maken – om dat kwaad niet te laten winnen, om geweld niet te bestrijden met geweld, – of dat nu fysiek of verbaal is – om terreur niet te bestrijden met terreur. Nee, het kwaad door het goede overwinnen.
Dat is zeker tegen de stroom in. Against the flow. Hoe kun je dat? Kijk nog eens naar dat t-shirt. Dat visje is niet zomaar een visje, het is een ichtusvisje. Ichtus is het Griekse woord voor vis, maar tegelijk was het ook een codenaam voor christenen. Want ichtus is ook de afkorting van een Grieks zinnetje. En ik vertaal het maar gelijk in het Nederlands: ‘Jezus Christus, Zoon van God, Redder.’ Jezus heeft ons gered van het kwaad. Door zelfs te sterven. Voor ons.
Hij schold nooit terug. Hij sloeg niet terug. Hij overwon het kwaad door het goede. Door het volstrekt goede te doen en te zijn. Door zichzelf voor ons te geven. Voor Jood en Palestijn, voor vriend en vijand, voor Jan en alleman, voor jou en mij.
Als je bij Hem blijft, als je van Hem leert, dan kun je tegen de stroom in. Dan kun je tegenstellingen overbruggen. Dan overwin je het kwade door het goede. Hoe tof is dat?!
Amen
zingen Lied 1010:1,3,4 ‘Geef vrede, Heer, geef vrede’
gedenken overleden gemeentelid
dankgebed en voorbeden
collectemoment
slotlied Hemelhoog 738 ‘Zijn Gods wegen donker, duister?’
zegen
0 Reacties