welkom en mededelingen
zingen Psalm 122:1
stil gebed
votum en groet
openingstekst
U roept ons samen als kerk van de Heer,
verbonden met U en elkaar. (Hemelhoog 391:1)
zingen (met combo) Hemelhoog 391 ‘Breng ons samen’
lezing gebod Tien Geboden in gewone taal
zingen (met combo) Hemelhoog 617a ‘Tienduizend redenen’
gebed om verlichting met de Heilige Geest
kindermoment
Wat is dit nu? Ik kreeg het pas van mijn moeder. Ze was aan het opruimen en ze kwam dit tegen. Meer dan 50 jaar oud is het… Ook op het scherm is het te zien, voor de mensen in de kerk en thuis. Wie kan het voorlezen?
‘Christelijke Wijkverpleging “Rehoboth”, consultatiebureau voor gezonde zuigelingen en kleuters.’
Weten jullie wat een consultatiebureau is? Daar gaan ouders heen met baby’s en kleine kinderen. Om te kijken of ze goed groeien, of ze gezond zijn, of het goed met ze gaat.
Nou, zo ging mijn moeder ook met mij naar dat consultatiebureau. De eerste keer op 16 maart 1969. Toen woog ik 4500 gram, oftewel vier en halve kilo. Ik kreeg toen 5 keer B.V. per dag. Nee, dat is geen broccoli met vlees, maar borstvoeding. Later kwam daar geperste sinaasappel bij of 6 theelepels + gekookt water. En later werd het drie keer borstvoeding per dag en een potje Olvarit, oftewel een fruithapje en Liga. Nou ja, daar groeide ik wel van. Op de achterkant zie je dat ik na een jaar bijna 11 kilo woog… Ze noemden mij op een gegeven moment ook het Michelinmannetje…
Je zou de kerk ook een soort consultatiebureau kunnen noemen, waar we elkaar mee naar toe nemen, waar je vader en moeder je mee naar toe nemen, waar je hopelijk zelf ook graag komt. De kerk als een soort consultatiebureau, waar gekeken wordt hoe het met ons gaat. Hoe het gaat met onze geestelijke gezondheid, met onze band met God en met elkaar. Hier krijgen we ook voeding. Geen borstvoeding of een fruithapje, maar de verhalen uit de Bijbel, mooie liederen. We bidden. We zingen. We leven met elkaar mee. We horen wat de Here God tot ons te zeggen heeft. En daar kunnen we van groeien. ‘Lees je Bijbel, bid elke dag, dat je groeien mag’, zingt een bekend liedje. Zo belangrijk is die kerk dus.
Ik hoop dat je er daarom vaak bent: in de kerk, bij de kindernevendienst, op de club. Ook in het nieuwe seizoen. En dat we elkaar daarin ook meenemen. Zodat we groeien mogen, zelf en ook samen. Reken maar dat de Here God daar blij van wordt, onze Vader in de Hemel. Een goede kindernevendienst en tot straks.
schriftlezing Marcus 1:14-20
zingen Lied 531:1,3, ‘Jezus die langs het water liep’
verkondiging Thema: Ga mee! (over getuigen)
Gemeente van Jezus Christus,
‘Ik zal van jullie vissers van mensen maken’, zegt Jezus.
Ik weet niet of jij een beetje een beelddenker bent, maar aan wat voor visser moet jij hierbij denken?
Kijk, hier in Gouda zie ik dit soort vissers…
Mannen, soms vrouwen, in groene pakken. Met dure hengels, allerlei soorten lokaas en dobbers, en weet ik wat voor materieel nog meer. Uren kunnen ze ermee bezig zijn. Uiterst geconcentreerd. Ze proberen zoveel mogelijk vissen te vangen.
Als je met dit beeld in je hoofd probeert te snappen wat ‘mensen vissen’ betekent, dan wordt dat ongeveer zoiets: als christen zorg je voor het juiste lokaas, je hengelt vervolgens vakkundig een niet-christen uit het water en je zorgt dat die persoon terechtkomt in de juiste kerk. Snel gaat de dobber weer het water in om de volgende vis naar boven te hengelen.
Maar in de tijd van Jezus ging het er met vissen toch anders aan toe. Namelijk zo…
Geen hengels, geen dobbers en geen speciaal lokaas. Nee, ze gebruikten netten. Die werden in het water gegooid, vanaf de kant, maar meestal vanuit de boot. Na verloop van tijd trokken de vissers het net naar binnen, in de hoop dat het vol met vis zat. Het belangrijkste was dan de sterkte van de netten. Alleen met stevige netten kun je vissen binnenboord halen. Daarom was een visser daar ook het grootste deel van de dag mee bezig: het verstellen en verstevigen van de netten. ’s Avonds gingen ze vissen, maar overdag moesten de netten nagekeken worden en hersteld als dat nodig was. In ons tekstgedeelte zijn Jakobus en Johannes in hun boot ook precies daarmee bezig. Als de netten sterk en stevig zijn, dan pas wordt er vis gevangen.
Dat is nogal een ontdekking, want nu snap je – zoals ik ergens las – gelijk beter wat het betekent om ‘visser van mensen te zijn’. Niet zozeer een hengel uitgooien en iemand zeg maar met een vishaak de kerk in slepen, maar als ‘mensen-visser’ werk je vooral aan stevige netten! Dát bepaalt de vangst.
‘Werken aan stevige netten’… Netwerken dus met een modern woord. We hebben toch allemaal een netwerk van mensen om ons heen: de medegezinsleden, onze familie, buurt, vrienden, collega’s, medeleerlingen of medestudenten, medesporters, teamgenoten, enz. enz. Daar zullen er ongetwijfeld ook heel wat bij zijn die Jezus niet kennen. Nou, dat zijn de netten die je moet verstevigen. Daarin investeren dus. Tijd en aandacht. In zulke vriendschappen trouw blijven. Die ander liefhebben, omdat God ook van hem of haar houdt. De ander niet zien als bekeringsobject, maar als vriend. Niet afhaken als een vriendschap even wat minder loopt. Jezelf laten zien: juist ook je kwetsbaarheid.
Dan kan het haast niet anders en die ander gaat gaandeweg merken dat Jezus belangrijk voor je is, dat Hij je leven veranderd heeft en nog steeds aan het veranderen is. Kijk, als je geen vriendschapsrelatie met iemand hebt opgebouwd en je wilt iemand met een vluchtig contact bekeren, dan moet je niet gek opkijken als die ander gillend bij je wegrent. Waarom? Omdat je geen relatie met hem hebt opgebouwd. Je net breekt dan, omdat je het niet eerst stevig hebt gemaakt. Net-werken dus!
Nu denk je misschien: ík, zo’n visser van mensen?!
Ach, zullen Petrus en Andreas, Jakobus en Johannes dat ook niet gedacht hebben: ik??!! Ik bedoel: ze waren afkomstig uit Galilea. De rest van Israël vond dat maar een achtergebleven gebied. En vissers stonden ook niet al te best bekend toen. Daar werd op neergekeken. Dus waarom zou Jezus nou juist met hen beginnen?!
Ja, zo ís Hij. Als Jezus langs het meer van Galilea loopt, ziet Hij hen. Ik blijf dat één van de allermooiste en ontroerendste dingen uit het Evangelie vinden: dat Jezus mensen ziet. Echt ziet. Niet wegkijkt, niet op mensen neerkijkt, ze negeert, maar ze werkelijk ziet. Ook jou, en u, en mij. Hij ziet ons, doorziet en doorgrondt ons.
Daar begint het mee: dat Hij ons ziet. En dan blijkt hij juist deze vissers, deze nobodies toen, te roepen, om achter Hem aan te komen, om Hem te volgen. Dat is trouwens óók heel bijzonder. In die tijd ging het namelijk juist altijd andersom. Als je een rabbi wilde volgen, zijn leerling wilde worden, dan meldde je je bij hem aan. Maar hier gaat het precies omgekeerd. Jezus roept hen. Hij heeft het initiatief. En daarin is Hij ook niet veranderd.
Het ging twee weken geleden hier ook over roeping. Dat wij geroepen worden door de Here God. Nee, niet alleen de ambtsdragers, maar wij allemaal. Al heel vroeg roept Jezus ons. Bij onze doop. Om het met Hem te wagen, om Hem te volgen.
Snap je: daar begint het dus mee: dat Jezus ons ziet, dat Hij ons roept en dat wij Hem gaan volgen. Dat we een band met Hem krijgen en houden.
En vandaaruit zegt Jezus dan: ‘Ik zal jullie vissers van mensen maken.’ Ja, ook hierin heeft Hij weer het initiatief. Het is niet zo dat dat ons idee is: ‘Laten wij vissers van mensen worden. Laten wij zoveel mogelijk mensen voor het geloof gaan winnen.’ En voor je het weet wordt het ons project, met alle teleurstellingen en frustraties van dien. Nee, het is en blijft Jezus’ werk: ‘Ík zal jullie vissers van mensen maken.’
‘Maar wat is dan het verschil dan met mensen die ook goed doen?’ Aldus een aantal jongeren uit de kerk, die mij deze vraag van tevoren stelden.
Een goede vraag! Er zijn toch ook mensen buiten de kerk die goed doen, die anderen helpen, die er voor je zijn als het nodig is? Zeker, gelukkig maar! Daar mogen we blij mee zijn.
We moeten mensen buiten de kerk niet naar beneden halen, niet op ze neerkijken. Wij en zij zeg maar. Nee, ‘iedereen is van de wereld/de wereld is van iedereen’, zingt niet voor niets een bekend liedje. En dan zeg ik er nog bij: het is Gods wereld. Allemaal zijn we Gods mensen. Zijn schepselen. Dat maakt ons volstrekt gelijkwaardig.
Maar in die wereld gebeuren ook verschrikkelijke dingen. Dat was in Jezus’ tijd ook al zo. Ons tekstgedeelte begint met de gevangenneming van Johannes de Doper, zijn vriend, de wegbereider. Hij wordt op brute wijze gevangengenomen en uiteindelijk geëxecuteerd. In die verschrikkelijke situatie begint Jezus aan zijn missie. Terwijl het land bezet is door de Romeinen. Nee, het is geen volmaakte wereld waarin Jezus komt en mensen roept.
En dat is anno 2023 ook zo. De verschrikkelijke aardbeving in Marokko. De vernietigende overstroming in Lybië. Vele duizenden doden. Ook een wereld, waarin het klimaat verandert, nog harder dan we voor mogelijk hadden gehouden. Je kunt er onzeker van worden, grote zorgen over hebben.
Maar in die wereld komt Jezus het goede nieuws verkondigen, namelijk dat het Koninkrijk van God nabij is. Of zoals de Bijbel in Gewone Taal het zo mooi vertaalt: ‘Gods nieuwe wereld.’ Het kan dus anders. Het wordt anders. Als God het voor het zeggen heeft, zijn koningschap aanvaard wordt. Als mensen gaan leven naar zijn richtlijnen. Als mensen bij die nieuwe wereld van God gaan horen.
Hoe? Door je te bekeren en het goede nieuws te geloven. Aldus Jezus. En dat is wel wat verschil maakt zeg maar. Bekeren, dat is je omkeren. Dat is dus veranderen. Een andere manier van denken krijgen. Niet allereerst en vooral aan jezelf denken en voor jezelf gaan. Voor steeds hoger, steeds meer, steeds rijker. Bij Jezus telt juist het kleine mee, het zwakke, het onaanzienlijke. Dan is beslissend wat goeddoet, waar God mee geëerd wordt, waar een ander mee geholpen is.
Je hierin omkeren dus, als dat nodig is. En tegelijk ook het Evangelie geloven, Gods goede nieuws. En Wie staat daarin centraal? Jezus! Hem geloven dus, Hem vertrouwen. Hij laat je niet vallen. Hij helpt je erdoorheen. En niet alleen jou, maar dat wil Hij met ieder mens doen. En daarvoor heeft Hij mensen geroepen, maakt Hij ze tot vissers van mensen, die via hun netten, hun netwerken, dat goede nieuws delen, hun leven delen, en daarin transparant zijn, eerlijk, en kwetsbaar. Zodat anderen merken wat het betekent om bij Gods nieuwe wereld te horen.
Daarvoor roept Jezus dus mensen. Zoals die vier vissers daar bij het meer van Galilea. Hij roept ze twee aan twee. Petrus en Andreas, Jakobus en Johannes. Niet als losse individuen. Veelzeggend. We hebben elkaar nodig. Daarom is er ook een gemeente. Van mensen die bij elkaar horen, juist omdat ze elkaar herkennen in die Heer die hen geroepen heeft, die ze tot vissers van mensen gemaakt heeft.
Het thema is ‘Ga mee.
Ga mee, doe mee. Met de club, met de catechisatie, met de kring, met de diensten. Ook in het nieuwe seizoen.
Ga mee. Doe mee. Ook als we het willen delen met onze buurt, bij ‘Koffie met de Buren’, iedere maand hier in de Brug, met mensen uit de wijk, met nieuwkomers in onze stad.
Ga mee, doe mee, met het wijkfeest binnenkort. Als we samen met de Sint-Jozefparochie en het Leger des Heils vieren dat we al 60 jaar hier in dit deel van de stad kerk mogen zijn. Om te laten zien, te laten proeven, te laten ontdekken, dat geloven in Jezus Christus niet saai is, niet uit de tijd is, maar springlevend. Omdat Hij leeft. En dat dit alles verandert.
Daarvan mogen we getuigen. Hoe dan? Dat was ook een vraag van die jongeren. Nou, dus door allereerst je netten te verstevigen zeg maar, oftewel relaties onderhouden, juist ook met mensen die niet geloven. En dan zullen ze aan je merken dat je bij Gods nieuwe wereld hoort, dat je anders wilt denken, op Jezus vertrouwt. En dan kan er zomaar een kans komen om iets van je geloof te delen.
En weet je wat dan het beste is? Door het dichtbij jezelf houden, zoals een jongere eens als volgt deed, toen hem ernaar gevraagd werd: ‘Nou, ik denk niet dat het me gaat lukken om het geloof in één keer uit te leggen, maar ik vind het wel tof om je te vertellen hoe het geloof in God in mijn leven verschil maakt. Ik geloof dat God mij gemaakt heeft, dat Hij van mij houdt en voor me zorgt. Dat geeft mij steun in mijn dagelijkse leven. Omdat ik weet dat Hij voor mij zorgt, ook op momenten dat ik het leven gewoon echt moeilijk vind. Dan kan ik toch doorgaan met vertrouwen, omdat ik geloof dat God me steunt.’
Het mooie van dit getuigenis is dat het eerlijk is, het juist ook gaat over de betekenis voor hier en nu, en dat het van binnenuit komt.
Zo mogen we getuigen. Met woorden. En met daden. Ja, dat laatste ook. Want als het alleen woorden zijn, dan klopt het niet. Vergeet niet dat juist door hun daden, door hun onderlinge liefde, van de eerste christenen voor elkaar én voor mensen buiten de gemeente, de kerk toen groeide. Omdat het mensen nieuwsgierig maakte: wat is dat toch: die onderlinge verbondenheid en eenheid, die liefde voor elkaar en voor anderen!
En het is anno 2023 echt niet anders. Maar als we in de kerk elkaar wantrouwen, met elkaar overhoop liggen, dan zal dat geen mensen aantrekken. Integendeel…
En daarom nog één plaatje. Hier is het:
Oké, het is wel met hengels, en niet met een net. Maar dat is het punt nu even niet. Het gaat mij om de vorm van het schip. Ja, de kerk is ook een schip. En daar hebben we elkaar dus nodig. Net als die eerste discipelen elkaar nodig hadden, twee aan twee. En wat zit er aan die hengels? Een groot rood hart. Symbool van de liefde, de liefde van God, die we mogen doorgeven. Aan elkaar. Aan anderen. Op hoop van zegen. Op een goede vangst. Amen
zingen (met combo) Hemelhoog 716 ‘ Dit is de tijd van Elia’
dankgebed en voorbeden (afgesloten met Onze Vader in verschillende talen)
inzameling van de gaven
lied Hemelhoog 472 ‘Ga nu heen in vrede’
zegen
0 Reacties