(deze dienst werd voorbereid en ingevuld samen met de catechisanten van de Pauluskerk)

welkom en mededelingen         

zingen         Opwekking 640

stil gebed

votum en groet

filmpje

zingen         – Psalmen voor Nu 145
– Opwekking 281

gebed

terugkoppeling van de vraag die een aantal catechisanten bij binnenkomst aan de kerkgangers gesteld hadden: ‘Wie is jouw/uw held en waarom?’

schriftlezing 1       Hebreeën 11:1-3; 6-10; 13-16 door Jantine Neven, stagiaire bij de catechese

zingen         Opwekking 638

schriftlezing 2       Hebreeën 12:1-3 door Leonora Bezemer

zingen         Opwekking 564

verkondiging         Thema: ‘Helden!’

‘Helden’, dat is ook de naam van dit tijdschrift. Het is voornamelijk aan sporthelden gewijd. Hier heb ik het nieuwste nummer. Het is een echt glossy: gedrukt op prachtig glanzend papier, mooie foto’s, gewoon prachtig uitgevoerd.Voor hen die het moeilijk kunnen zien, gelukkig hebben we een beamer. Kom er maar in, Ferdy…

Dan zien jullie gelijk welke helden in dit nummer de hoofdrol spelen: Frank Rijkaard en Ruud Gullit. Zij speelden allebei in het Gouden Nederlands Elftal van 1988. Dat is voor jullie tijd, maar de iets minder jongeren onder ons kunnen het zich vast nog herinneren. Het was namelijk de enige keer dat Oranje eerste werd op een eindtoernooi: Europees Kampioen!! En daar speelden die Gullit en die Rijkaard dus een hoofdrol in. Gullit was aanvoerder en een absolute wereldster. Rijkaard was meer een stille Willy, maar ook een prachtige voetballer. En wie weet wordt één van hen wel de nieuwe bondscoach…
Genoeg over deze helden. Want je zou maar niet van voetbal houden. Gelukkig staan er in dat tijdschrift ‘Helden’ ook andere sporters: bijvoorbeeld Tom Dumoulin, die wielrenner, die het vorig seizoen zo goed deed, en wie weet gaat hij dit jaar wel de Ronde van Italië winnen… Of Marlou van Rhijn, alias ‘The Blade Babe’. Ze werd geboren zonder kuitbenen en met vervormde voeten. Volgens de dokters zou ze nooit kunnen lopen. Als kind werden haar beide voeten geamputeerd. Maar via een stel blades, een soort veerkrachtige metalen onderbenen, ging ze hardlopen. Heel hard lopen, want ze won diverse gouden medailles op de Paralympics. Wat een doorzettingsvermogen en wat een power heeft deze vrouw: een echte heldin!
Degene in dit nummer die mijzelf erg aanspreekt is Eric Botteghin – sorry, weer een voetballer, maar wel een goeie. Niet alleen omdat hij bij mijn favoriete club Feyenoord speelt. Maar ook omdat het zo’n onverzettelijke verdediger is. Nou ja, behalve vanmiddag dan… Maar dat is ook niet het belangrijkste waarom hij mij zo aanspreekt. Dat is zijn geloof. Botteghin is een overtuigd christen. En daar komt hij, samen met zijn vrouw Melina, in het interview ook rond voor uit. Melina zegt bijvoorbeeld: ‘Het is moeilijk te beschrijven wat het geloof voor ons betekent. Het is onze passie, we werden verliefd op God. Ik doe niks zonder Hem te vragen, ben niks zonder Hem.’ En Eric doet samen met een aantal andere gelovige voetballers een bijbelstudiegroepje. Het is een mooi en vooral ook heel eerlijk interview, dat zulke helden juist heel dichtbij brengt. Want je hoeft natuurlijk helemaal niet beroemd te zijn of in zo’n tijdschrift te staan om een geloofsheld te zijn. Want daar gaat het vanavond toch vooral om.

Toen we het erover hadden tijdens de catechisatie vroeg ik wie jullie helden zijn. Eéntje zei: ‘M’n moeder, want zij is er altijd voor mij. Zij heeft mij al bij zoveel geholpen.’ En iemand anders zei: ‘M’n opa. Hoe hij zo belangstellend is naar mij. Maar hoe hij ook met God leeft. Zijn vertrouwen daarbij. Pas nog: hij moest zware operatie ondergaan. Hij weet dat hij in Gods handen is. Hij is voor mij echt een voorbeeld!’ Hopelijk heb jij ook zulke mensen om je heen. Gewone mensen, die toch een held zijn, omdat je aan ze merkt dat ze echt zijn, dat ze er voor je zijn, dat je in hen iets van God zelf terugziet: zijn liefde, zijn trouw, zijn goedheid.
Zulke helden kom je ook in de Bijbel tegen. In Hebreeën 11 zelfs een hele rij. Vroeger noemden ze die ‘de galerij van de geloofshelden’. De hele galerij was voor vanavond te lang – dan zijn we morgenochtend n.l. nog bezig – maar degenen die we langs zagen komen, zijn aansprekend genoeg toch: Noach, Abraham, Izaäk, Jakob?!
‘Oké, maar wat was dat geloof van hen dan?’ Eigenlijk hetzelfde als voor ons nu. Kijk maar naar die soort definitie van geloof in vers 1: ‘Het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen, het overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien.’ Dat is waar geloven nog altijd om draait: het richt zich op wat God belooft en wie Hij is. Dat kun je niet zien. Maar door te geloven, merk je dat het waar is. Neem Noach, die zag nog helemaal niets van die zondvloed die zou komen, maar toch geloofde hij het, omdat God het zei. En hij ging een ark bouwen, op het droge. Neem Abraham, die zag nog niets van het land dat God hem beloofde en toch ging hij, omdat hij de Here God vertrouwde.

Kijk, en dan heb je gelijk ook twee andere belangrijke kenmerken van het geloof te pakken: het is gehoorzamen. Doen wat God zegt. Noach door die ark te bouwen. Abraham door zijn land te verlaten, en te gaan naar het land dat God hem wees. En het is vertrouwen. Het is geen sprong in een groot zwart gat, maar vertrouwen dat wat God je belooft en wat Hij van je vraagt, goed is. Of zoals iemand deze week nog zei: ‘Ik stond voor een hele moeilijke opgave. Het was erop of eronder, maar ik wist dat ik niet alleen ging. Hij was erbij.’ Vertrouwen dat je bij Hem in goede handen bent, de beste handen.
Geloven is ook volhouden. Hoe lang is Noach wel niet aan het bouwen geweest aan die mega ark?! Hoe lang duurde het wel niet voordat Abraham en Sara hun kindje kregen, dat hun beloofd was: als de eerste van al die nakomelingen, dat hele volk dat daaruit zou voortkomen: zo veel als de sterren aan de hemel… Geloven is dus niet: ‘Ik gehoorzaam, ik vertrouw en flits/boem: daar is het dan!’ O nee, geloven vraagt echt een lange adem. Volhouden dus. En dat hebben die geloofshelden stuk voor stuk gedaan.

Ja, waarom worden al die geloofshelden nu door de Hebreeënbrief van stal gehaald? Om op te jutten! In die tijd toen die brief uitkwam, waren er namelijk heel wat die het opgaven, of die ermee dreigden te stoppen. Dat lijkt natuurlijk op onze tijd. Nu haken ook mensen af in de kerk. Ze komen niet meer. Ze bidden niet meer. Het geloof wordt langzamerhand minder. En denk niet: dat kan mij niet gebeuren. Laten we eerlijk zijn: geloven is ook niet makkelijk. Het vraagt veel van je: vertrouwen, niet zien en toch, gehoorzamen. En juist als je jong bent, kom je voor die beslissing te staan. Wat doe ik er zelf mee? Ga ik ermee door? Of niet? Nou, die Hebreeënbrief jut ons op, moedigt ons aan: ‘Hou vol. Ga ervoor. Doorgaan! Het is het waard! Dubbel en dwars!!’ Net als die supporters die vanmiddag al die wielrenners bij die loodzware Ronde van Vlaanderen over die verschrikkelijke kasseien stonden aan te moedigen.
Ja, de vergelijking met een sportwedstrijd gebeurt ook, in hoofdstuk 12. Met een  wedloop om precies te zijn: een soort marathon zeg maar, met een start én een finish. Jij loopt daar toch intussen ook in mee? En ga je door? Blijf je ervoor gaan? Tot en met de finish? Of?
Nou, je staat er niet alleen voor! ‘Nu wij door zo’n menigte van geloofsgetuigen omringd zijn…’ M.a.w. de tribunes van het stadion zitten vol met supporters. Oftewel allemaal mensen die die loop zelf ook hebben gelopen én hebben uitgelopen. Ze hebben gewonnen. Allemaal. Want hier is niet één winnaar, maar vele. Ze zitten op de tribune en moedigen jou aan. Het zijn al die helden uit de Bijbel, die genoemd worden in Hebreeën 11: Abel, Henoch, Noach, Abraham, Sara, Izaäk, Jakob, Mozes, David, Simson. Enz. enz. Maar ook mensen daarna. Zoals die opa, die oma, die oom, die tante, dat gemeentelid. Zij hebben het volgehouden, hoe zwaar het ook kon zijn. En ze zijn echt een voorbeeld.
Aan zo’n voorbeeld moest ik van de week nog denken: mijnheer Glas uit mijn eerste gemeente. Een bijzondere kerel was dat. Hij was journalist geweest. Hij had een scherpe pen, hij kon dingen heel goed analyseren en hij schreef prachtige brieven. Maar hij was ook een fanatiek lange afstandsloper. Gewone marathons van 42 km vond hij nog te kort. Hij liep ze van wel twee keer zo lang, en regelmatig ook superlange triatlons. Totdat het niet meer ging, omdat hij ziek werd. Maar juist daarin, toen hij zelf steeds zwakker werd, zag ik de kracht van God, omdat hij daar zo afhankelijk van was en met zo veel liefde over sprak. Hij zat altijd op hetzelfde plekje in de kerk. Heel aandachtig. Hij vertelde me dat hij daar zo van genoot: in het huis van God zijn, in de aanwezigheid van zijn Heer, samen met anderen. En het meest leefde hij op in de weken voor Pasen. Als hij stilstond bij het lijden van Jezus. Zo vertelde hij me eens dat hij op Goede Vrijdag ’s morgens aan de binnenkant van zijn handen de naam van Jezus opschreef. Zoveel hield hij van Hem en alsof hij zeggen wilde: laat alles wat ik doe door Hem gestempeld zijn. En hij vond het moeilijk om zijn vrouw en kinderen los te laten, maar tegelijk kon hij niet wachten om zijn Heer te zien in zijn heerlijkheid en Hem in de armen te vallen. Onvergetelijk. Ik moet er nog regelmatig aan denken. Hij zit zeg maar ook op die tribune en moedigt mij aan. Maar vooral ook omdat bij hem zo duidelijk werd dat de grootste held Jezus is, waar hij zo van hield, waar Eric Botteghin en z’n vrouw niet zonder kunnen, waar die opa zo op vertrouwt, waar die Aslan uit Narnia zo op lijkt…
In Hebreeën 12 staat dan ook niet voor niets: ‘Laten we de blik gericht houden op Jezus. Hij is de grondlegger en voltooier van ons geloof.’ Met andere woorden: Hij heeft die hele loop gelopen – de zwaarste wedstrijd van allemaal, het diepste lijden, al die spot, die vijandschap, de pijn, de marteldood aan het kruis, de verlatenheid. Maar Hij heeft zich erdoorheen geloofd en geknokt. Hij kent dus de hele route als geen ander. Hij kent ook jouw strijd, en jouw twijfels, en wat jij allemaal moet doormaken. Maar blijf je op Hem richten. Want Hij is de grootste held, het beste voorbeeld. Hij hield vol. Omdat Hij wist waar Hij het voor deed: de vreugde bij de finish, na Goede Vrijdag werd het Pasen en 40 dagen later werd Hij thuisgehaald in de hemel. En zit Hij daar op de eretribune zeg maar, naast God, aan zijn rechterhand. En daar zit Hij met eerbied gezegd niet niks te doen, maar daar is Hij helemaal op ons betrokken: op jou, en op u, en op mij. Daar bidt Hij voor ons en moedigt Hij ons aan. En Hij wil graag een nieuwe afspraak met je maken om er helemaal voor te gaan. Wil je dat doen?
Reken maar dat het zin heeft. Daar weten al die supporters op de tribune – al die helden die ons zijn voorgegaan – alles van. Ze hebben niet voor niks geloofd, gehoorzaamd, vertrouwd en volgehouden. Of zoals dominee Troost dat eens mooi in een gedicht neerzette:

Laat ons nu de loopbaan lopen,
gaan de weg die voor ons ligt,
lopen met de ogen open,
lopen met de kroon in zicht.

In de wedloop van het leven
blijft verborgen hoeveel tijd
ons van boven wordt gegeven
tot de grens der eeuwigheid.

Maar hoelang het moge duren
zie, reeds komt het eind in zicht;
hoor Hem die jou aan wil vuren,
houd het oog op Hem gericht!

Hoort je niet rondom je zingen:
Geef niet op, houd goede moed!?
Die hun weg al vóór ons gingen
komen straks ons tegemoet

Hoeveel hindernissen wachten,
hoeveel horden, hoog of laag,
jij ontvangt voldoende krachten
voor de moeiten van vandaag.

Als de strijd straks is gestreden
zal God uit zijn paradijs
ons een kroon van bloemen geven –
blijdschap is de ereprijs.

Laat ons dan de wedloop lopen
in geloof van meet af aan
dat wie deze loopbaan lopen
pure vreugde binnengaan!

Amen

zingen         Opwekking 479

dankgebed en voorbeden

collecten   het combo speelt en zingt ‘Wij blijven geloven’

zingen     You Raise Me Up

zegen

zingen     Opwekking 602