welkom en mededelingen 

lied     Psalm 99:1 ‘God is koning, Hij sticht zijn heerschappij’ 

stil gebed

votum en groet

aanvangstekst        ‘Hoe onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, hoe ondoorgrondelijk zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk zijn wegen. (…) Alles is uit Hem ontstaan, alles is door Hem geschapen, alles heeft in Hem zijn doel. Hem komt de eer toe tot in eeuwigheid. Amen.’ (Romeinen 11:33,36)

zingen           Psalm 99:3,4 ‘Niet op bruut geweld hebt Ge uw macht gesteld.’

gebed om de verlichting met de Heilige Geest

kindermoment

Vanmorgen heb ik een boekje meegenomen. Het heet Bij Uil thuis. Ik heb er al eens eerder uit voorgelezen, maar dit verhaal nog niet. Het heet Uil en de maan.  

                                                                                                                                       

Wat vond je van dit verhaal?
Mooi hè dat die maan er telkens was, niet alleen boven de zee, maar ook toen Uil naar huis ging, door het bos en ook toen hij thuiskwam en ging slapen. Toch kwam die maan niet bij Uil binnen. De maan bleef in de lucht staan.

Ik moest denken aan de Here God, die is er ook altijd. Ook als we Hem niet zien. Ook als we Hem niet merken. Dan is Hij er toch. Maar Hij komt wel bij ons. Door de Heilige Geest komt Hij zelfs in ons. In onze gedachten, in ons hart. Hoe mooi is dat! En vanmorgen vieren we aan het avondmaal hoe dichtbij God, de Here Jezus, komt. Zo dichtbij als het stukje brood en het bekertje wijn in de hand. Wat zeg ik: zelfs in ons. Als je vanavond de maan ziet, moet je daar nog maar eens aan denken. Een goede kindernevendienst en tot straks.

schriftlezing            Efeziërs 3:1-13

tekstlezing   Efeziërs 3:12 ‘Door onze eenheid met Hem hebben wij vrijelijk toegang tot God; door ons geloof in Hem mogen wij daarop vertrouwen.’

zingen           Hemelhoog 471 ‘Door uw genade, Vader’

verkondiging

Gemeente van Jezus Christus,

Vorig jaar april was het precies 10 jaar geleden dat koning Willem Alexander beëdigd werd. T.g.v. dat 10-jarig koningschap nodigde hij 10×10, dus 100 burgers uit voor een lunch. Nou ja, die moesten door anderen worden voorgedragen. En uit al die kandidaten zouden dan 100 gelukkigen worden uitgekozen. Het moest gaan om burgers die, aldus de koning, ‘een 10 verdienen’, vanwege hun inzet voor anderen.
Mij werd ook gevraagd om een aanbeveling te schrijven voor iemand. Het betrof een collega, ergens in den lande. Hij is een fervent liefhebber van ons koningshuis, een echte ‘oranjeklant’, zoals dat heet. En hij leek ons zeker een geschikte kandidaat voor die koninklijke lunch voor 100 personen, want hij deed en doet echt heel veel voor anderen. Niet alleen als dominee, maar ook voor zijn gehandicapte partner, voor de kerk, voor het dorp waar ze wonen, enz., enz. En met die lunch met Willem Alexander en Maxima zou hij de dag van zijn leven beleven. Dus schreef ik een warme aanbeveling voor hem. Net als nog een aantal anderen dat deed.
Helaas viel hij buiten de boot. Hij behoorde niet tot de kleine uitverkoren schare. De lunch ging aan zijn neus voorbij. Niet dat hij wist dat wij hem hadden voorgedragen – dat was namelijk een geheime actie – maar we vonden het wel heel jammer. Wat hadden we hem dit graag gegund!

Ik moest daar aan denken bij onze tekst: ‘Door onze eenheid met Hem hebben wij vrijelijk toegang tot God.’ Paulus gebruikt hier namelijk in het Grieks een woord dat ook zoiets kan betekenen als ‘op audiëntie komen’, oftewel op bezoek mogen bij een koning of andere heerser. Hierdoor krijgt onze tekst eigenlijk nog meer diepte, wordt hij nog bijzonderder: door Christus mogen we op audiëntie komen bij God, de Koning der koningen. En het is ook nog eens een ‘vrije toegang’! We hebben geen aanbeveling van anderen nodig, we hoeven geen 10 te overleggen, geen hele lijst van prestaties en verdiensten in te dienen.
Nee, het enige nodige is waar de tekst mee begint: ‘onze eenheid met Christus.’ Letterlijk staat er ‘in Hem’. Die uitdrukking kwamen we al eerder tegen. ‘In Hem, in Christus’, is ook een sleutelbegrip in de Efezebrief. Maar liefst 25 keer komt dat daar voor: ‘in Christus’. Dat is allesbeslissend en allesbepalend. Door het geloof in Hem, ben je aan Hem verbonden, zozeer zelfs dat je één bent met Hem. En zó  één dat Paulus ergens anders uitroept: ‘Dan leef ik niet meer, maar dan leeft Christus in mij.’ Laat dat eens tot je doordringen: als God dan naar je kijkt, dan ziet Hij zijn eigen Zoon, Christus. En dat is het mooiste wat er is. Daar kan God zich alleen maar intens in verheugen.

Vandaar dat we door die verbondenheid, die eenheid met Christus, vrije toegang tot God hebben, want de Zoon, Christus Jezus, heeft dat zeker ook bij de Vader. Hij kan, met eerbied gesproken, bij Hem in en uit lopen. En als wij, door het geloof, één zijn met Christus, geldt dat ook voor ons. Dan hebben we vrije toegang tot God, de Koning dér koningen. Dan mogen we altijd bij Hem op audiëntie. En daar valt zo’n koninklijke lunch met ons koningspaar toch echt bij in het niet…

De tekst gaat verder met: ‘door ons geloof in Hem mogen wij daarop vertrouwen.’ Ja, zo vertaalt de NBV het: ‘door ons geloof in Hem.’ En zo kun je het zeker vertalen, maar er is ook nog een andere vertaling mogelijk. Die vinden we o.a. bij de Naardense Bijbel, namelijk deze: ‘door Zijn geloof’. En ‘Zijn’ slaat dan op Christus. Deze vertaling verdient wel mijn voorkeur, omdat het beter aansluit bij alle nadruk die in het vers hiervoor – wat zeg ik: eigenlijk in de hele Efezebrief – op Christus ligt. Dat de toegang tot God ontsloten is – ook voor niet-Joden – dat is toch helemaal op het conto van Jezus Christus te schrijven!
‘Door Zijn geloof’… Ja, ook Jezus geloofde, gemeente. Tot op het eind bleef Hij vertrouwen op zijn Vader, klampte Hij zich aan Hem vast. Tot op het eind bleef Hij volharden, – en dat is geloven ook – bleef Hij trouw aan Zijn missie, om ons mensen te redden, om ons lief te hebben, tot de uiterste consequentie van het kruis.
En staat dat ook niet centraal bij het Heilig Avondmaal? Dat we dat gedenken, ons focussen op Wie Christus is, op wat Hij voor ons heeft gedaan, op het offer dat Hij bracht: zijn lichaam, zijn bloed, zijn leven.

‘Door Zijn geloof’… Ja, we komen toch niet straks naar voren om ons geloof te bewijzen, om te showen wat voor een gelovigen wij zijn. Nee, we komen naar voren voor Hem. Om ons zwakke en kwetsbare geloof door Hem te laten versterken. Door onze lege handen te laten vullen met Zijn genade, Zijn verzoening, Zijn vernieuwing: concreet verbeeld in een stukje brood en een slokje wijn of druivensap. Tastbare en smaakbare tekenen van Hemzelf, van Zijn liefde, Zijn trouw, Zijn geloof.

Paulus noemt dat in vers 8 ‘de ondoorgrondelijke rijkdom van Christus’. Ja, deze is ondoorgrondelijk. Ze gaat ons begrip te boven. We krijgen er ook geen grip op. ‘God moves in a mysterious way’, zingt een oud kerklied. En terecht. Gods wegen en plannen zijn voor ons ook niet te begrijpen, niet te controleren. En dat is vaak genoeg bar ingewikkeld. Zeker bij de raadsels van het leven. Bij verschrikkingen. In het lijden. Wat is Gods weg hierin? Wat bedoelt Hij hiermee? We kunnen het niet naspeuren. Het is ondoorgrondelijk.
Hier in ons tekstgedeelte gaat het over de rijkdom van Christus. Daarover kunnen we ons juist eindeloos verwonderen en verheugen. Maar dat wil niet zeggen dat we die rijkdom van Christus doorgronden, dat we het snappen. O nee, het is toch onbegrijpelijk dat een volmaakt goed mens als Jezus, die tegelijk Gods eigen Zoon is, zich zó geeft voor mensen, die nergens om vroegen, voor mensen zelfs, die Hem de stad uitwerkten – we hoorden het vorige week nog bij de Schoolkerkdienst – en Hem te kijk hingen aan een vervloekt kruis, Hem op deze gruwelijke wijze executeerden. En dat dát nou precies de wijze is, waarop Hij ons verzoende met God, de vrede kwam brengen en de toegang tot de Vader ontsloot. Waardoor wij op audiëntie mogen bij de Koning der koningen. Dat is toch ondoorgrondelijk! Maar tegelijk en vooral ook verrukkelijk! ‘Amazing’, zoals een ander bekend lied dat zingt…

Tom Wright omschrijft die ondoorgrondelijke rijkdom van Christus heel beeldend met het oog op onze tekst: ‘Christen zijn betekent van kamer naar kamer in het paleis van de Koning gaan en genieten van alle schoonheid en pracht.’ Vind je dit nog te vaag en te algemeen klinken? Misschien moet je dan thuis weer eens hoofdstuk 1 lezen van de Efezebrief, want daar gaat Paulus bij wijze van spreken door die kamers van het paleis en noemt de schoonheid en pracht, al die schatten die je in Christus Jezus ontvangt, als je in Hem bent, als je door het geloof aan Hem verbonden bent. Ik noem er een paar: het is heilig en zuiver voor Hem staan. Dus helemaal schoon en puur. Het is Gods kind mogen zijn. Zijn eigen kind, en daardoor ook erfgenaam. Het is de vergeving van al je zonden. Het is gemerkt zijn, verzegeld zijn, met het stempel, het zegel van de Heilige Geest. Als een voorschot op de erfenis, die nog komt: de totale verlossing, niet alleen van jezelf, maar van de hele werkelijkheid. En dat allemaal door Christus, door Zijn geloof, door Zijn weg.

Om nog maar even in dat beeld van Tom Wright te blijven: in het midden van dat paleis is de troonzaal. Daar staat de troon van God. En daar mogen we, dankzij Christus, binnenkomen. In vertrouwen naderen. Nee, niet met angst of onzekerheid. Want dankzij Christus ontmoeten we daar geen boze of wispelturige God, maar de liefhebbende Vader die ons als geliefde kinderen verwelkomt.
Kijk, dat was voor die heidenchristenen in Efeze een ongekende verandering. Want de goden die ze hiervoor kenden en dienden, waren namelijk wel wispelturig. Lees de Griekse mythen maar, over Zeus en z’n medegoden en -godinnen. Die zijn net zo wispelturig, jaloers en veeleisend als wij mensen. De afgoden, ook de moderne, komen namelijk uit het menselijk hart, uit de menselijke gedachten, voort. En die afgoden zijn zo veeleisend als maar zijn kan. Ze hebben nooit genoeg. En je wordt er doodmoe van. En onzeker. Maar de God van Israël, die in Christus onze Vader is, is wezenlijk anders. Die is Hij niet wispelturig, niet onberekenbaar en kleinzielig. Nee, door Christus – die de Deur, de Toegang is, mogen we vol vertrouwen naderen tot de Koning der koningen, die onze Vader is.

In dat vertrouwen mag je straks naar de avondmaalstafel komen, om daar brood en wijn, te ontvangen. En als we dan weer in de bank zitten – of u thuis meedoet – besef dan, dat we aan de koninklijke dis zitten, waar Christus zelf de Gastheer is, waar Zijn Geest in ons is, waar we als Gods kinderen mogen delen in zijn goedheid, in die ondoorgrondelijke rijkdom van Christus. Weet je hoe dat smaakt? Zalig! Amen

zingen           Lied 975:1,2 ‘Jezus roept hier mensen samen’

lezing avondmaalsformulier tot en met gebed 

zingen Terwijl de tafel wordt klaargemaakt opnieuw Lied 975:3,4 ‘Jezus roept ons tot de ander’

nodiging, uitdeling en communie

lofprijzing                 uit Romeinen 5:1-5

dankgebed en voorbeden

inzameling van de gaven

slotlied          Psalm 150 ‘Loof God, loof Hem overal’

zegen