Orde van dienst
Orgelspel
Mededelingen
Zingen psalm 5: 1, 3, 6 en 7
Stil gebed, votum
Openingstekst
Zingen met combo EL 382: Heer uw licht en uw liefde schijnen
Wetslezing
Zingen psalm 25: 1, 2
Gebed om verlichting met de Heilige Geest
Zingen met combo EL 203: Genade zo oneindig groot
Kindermoment, kinderen naar de kindernevendienst
Schriftlezing Exodus 34: 27-35
Zingen psalm 18: 1 en 3
Schriftlezing Lucas 9: 28-36
Zingen gezang 173: 1, 4 en 5
Preek
Zingen met combo opwekking 585: Er is een dag
Dankgebed, voorbeden, stil gebed en Onze Vader
Inzameling van de gaven
Zingen psalm 149: 1, 2, 3 en 5
Zegen (gezongen amen)
Preek
Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
‘Heeft het allemaal wel zin?’
Twee weken geleden ging de Bijbelkring hier in de Ronssehof over het gebed. Al snel werd deze vraag gesteld. ‘Heeft het allemaal wel zin? We zien toch hoeveel ellende er is in de wereld. Hele gebieden waar mensen te weinig te eten hebben. Natuurrampen die op grote schaal plaatsvinden. En als ik bid, gebeurt er niks. De ellende blijft bestaan.’
Ja, wat zeg je daar op? De rest van de groep stemde in, inderdaad er is een hoop mis in de wereld. We hoeven daar niet lang over na te denken. Ook afgelopen week was dat weer duidelijk: denk aan de aanslag in Christchurch, de schietpartij in Utrecht, allebei met onschuldige slachtoffers. Mensen die toevallig in die tram zaten, zwaar gewond of zelfs gedood. Het is verschrikkelijk en je wordt er gewoon helemaal naar van als je er over nadenkt.
Wat hebben we hier dan op te zeggen?
Het is vandaag de derde zondag van de lijdenstijd. De tijd waarin we toeleven naar Goede Vrijdag en Pasen. De tijd waarin we toeleven naar het offer dat Jezus bracht. En de tijd waarin we toeleven naar onze verzoening met God. Weg van de gebrokenheid van de wereld, naar een volmaakt en goed leven.
We hebben vanmorgen een verhaal gelezen uit Lucas 9. Het wordt ook wel ‘de verheerlijking op de berg genoemd’. Dit verhaal is onderdeel van een aantal verhalen die antwoord geven op de vraag die Herodes in vers 9 stelt. Herodes heeft gehoord over Jezus en over zijn leerlingen en wat zij allemaal teweegbrengen in hun omgeving. Jezus heeft zijn leerlingen op weg gestuurd, ze vertellen over Hem; ze verkondigen het evangelie en genezen zieken. Herodes hoort hiervan. En hij zegt: ‘Wie is dan degene over wie ik dergelijk dingen hoor?’
Herodes weet niet wie Jezus is, ook al heeft hij al veel over hem gehoord. Iemand kennen, wat is dat eigenlijk? Soms heb je mensen in je omgeving waar je nooit echt hoogte van krijgt, ook al ken je ze al een tijd. Die persoon blijft altijd iets ongrijpbaars houden en je weet nooit waar hij of zij mee zal komen. Soms ken je iemand al heel lang en denk je dat je hem of haar goed kent en dan blijkt die persoon toch heel anders te zijn. Dat kan negatief zijn, denk bijvoorbeeld aan een goede vriend die je opeens na jaren laat vallen. Maar het kan ook zeker positief zijn: bijvoorbeeld dat je onverwachts een aardig berichtje van iemand krijgt van wie je het niet verwacht had. Of dat er hulp wordt aangeboden vanuit onverwachte hoek.
Herodes weet niet goed met wie hij hier te maken heeft. Hij krijgt geen grip op wie Jezus is en hij wil graag meer weten. Wie is die man toch over wie hij al die verhalen hoort?
In het stuk dat volgt wordt een antwoord geformuleerd op die vraag van Herodes. Eerst vraagt Jezus het aan zijn leerlingen zelf: wie zeggen de mensen dat ik ben? De leerlingen geven antwoord: Elia misschien of een van de profeten? Maar Petrus geeft het goede antwoord: U bent de door God gezonden Messias.
Dan geeft Jezus de leerlingen onderwijs: Hij spreekt over zijn stralende luister; de hemelse verschijning van hemzelf, God de Vader en de engelen. En Hij heeft het over het komende Koninkrijk, het Koninkrijk van God.
En dan volgt het gedeelte dat we vanmorgen hebben gelezen: de verheerlijking op de berg. Het geeft dus een antwoord op die vraag van Herodes: wie is die man over wie ik zulke verhalen hoor?
Het is een heel mooi verhaal waarin allerlei bijzondere gebeurtenissen plaatsvinden waar we ons haast geen voorstelling van kunnen maken. Er zijn drie grote bovennatuurlijke verschijnselen, die we wat meer van dichtbij zullen bekijken.
Het eerste is dat Jezus verandert van uiterlijk. ‘De aanblik van zijn gezicht veranderde en zijn kleding werd stralend wit’. Dat moet een bijzonder gezicht geweest zijn. Jezus, een gewoon mens zoals u en ik. Met haar op zijn hoofd, kleding aan en schoenen aan zijn voeten. Die gewoon moest eten en drinken. Met vrienden; de leerlingen die bij hem waren. Die man verandert hier opeens van uiterlijk. Die gewone man, blijkt hier misschien toch niet zo gewoon. Hij is aan het bidden, Hij praat met zijn Vader in de hemel en dan gebeurt het. Zijn gezicht en kleding veranderen, beginnen te schitteren staat er letterlijk. Het is alsof hij licht geeft.
Wij kennen wel de uitdrukking: stralen van geluk, als iemand iets moois of leuks heeft meegemaakt dan kun je dat aan iemand zien. Iemand straalt. Afgelopen vrijdag promoveerde mijn zus. Een groot feest, waar ze lang naar had uitgekeken en hard voor gewerkt had. En dat was aan haar te zien: ze was zo enorm blij, ze straalde.
Dat is de enige voorstelling die wij kunnen maken bij een stralend gezicht. Ontzettend blij, verheugd. Bij Jezus moet het nog meer geweest zijn dan dat: hij schitterde. Het was een vooruitblik op wat zou komen: deze man, was ook God. Het is een voorproefje van zijn hemelse verheerlijking. Hij is hier nu nog op aarde, maar hij hoort bij de hemelse werkelijkheid, daar komt Hij na zijn opstanding terecht. Verheerlijkt ter rechterhand Gods.
Een gezicht dat licht geeft, daarover lazen we ook in dat andere verhaal, over Mozes. Ook hij ging de berg op en was in gesprek met God. En ook bij hem verandert zijn gezicht. Als hij beneden komt zien de mensen dat zijn gezicht verandert is. Zijn gezicht glansde, en de mensen waren bang om naar hem toe te gaan. Ze wisten misschien niet wat er met hem aan de hand was, en hoe dat vaak gaat bij mensen: we zijn bang voor dingen die we niet kennen. Maar Mozes had met God gepraat, hij had de tekst van het verbond gekregen en die op de stenen platen geschreven. Hij had contact met God gehad en dat was te zien aan zijn gezicht. Alsof Gods hemelse gestalte op Mozes’ gezicht wordt weerkaatst. Net zoals bij Jezus op de berg.
Mozes komt in het verhaal in Lucas ook langs. En dan komen we bij het tweede grote bovennatuurlijke verschijnsel, namelijk: Mozes en Elia dalen af uit de hemel en raken in gesprek met Jezus. Ook zij verschijnen in hemelse luister. Wat dat precies betekent, staat er niet, maar ik kan me voorstellen dat zij hier, net als Jezus, in stralend witte kleding verschijnen. Mozes en Elia zijn twee belangrijke figuren uit het Oude Testament. Zoals we ook hebben gelezen is Mozes degene die het volk voorziet van de wetten van God. Elia was een belangrijke profeet. Drie bijzonder figuren staan hier dus met elkaar te praten. Het zijn: Gods wetgever Mozes, Zijn profeet Elia en Zijn Zoon Jezus. En wat Mozes, Elia en Jezus nog meer gemeen hebben: ze hadden allen een bijzonder levenseinde. Mozes beklom de berg, God liet hem het beloofde land zien, toen stierf hij en werd hij door God begraven. Elia stierf niet, maar werd door een wervelwind meegenomen en in de hemel opgenomen. En hoe Jezus aan zijn levenseinde zal komen, wordt hier juist besproken. Ze bespreken het ‘reisplan’. Jezus zal naar Jeruzalem gaan en daar zal Hij moeten sterven. Dit gesprek is als een soort voorbereiding hierop. Mozes en Elia bespreken met Hem wat er zal gaan gebeuren. Het gaat over Jezus’ exodus, staat er letterlijk. Zijn ‘uittocht’. Het gaat over zijn dood, die verschrikkelijke dood aan het kruis, maar ook over zijn uittocht uit deze wereld. Dat zal immers niet gelijk met zijn dood zijn, maar pas later als hij door een wolk naar de hemel zal worden meegevoerd. Er wordt ook gesproken over wat die ‘exodus’ zal betekenen voor Zijn volk. Door Jezus’ dood en opstanding, is er voor ons ook een uitweg, een uittocht uit de wereld naar God, naar de hemel.
Dat ene zinnetje in dit verhaal, is dus juist waar het hier allemaal om draait: ‘Ze spraken over het levenseinde dat Hij in Jeruzalem zou moeten volbrengen.’ Juist doordat Jezus een gewone man was, die tegelijkertijd ook bij de hemel hoorde, zelf ook God was, kon hij deze reis aan gaan. Hij kon deze ‘exodus’ volbrengen, omdat Hij de Zoon van God is. Alles was hierop gericht, dat Hij naar Jeruzalem zou gaan om de opdracht, waarvoor God de Vader hem had uitgekozen, te volbrengen. En Mozes en Elia, twee ervaringsdeskundigen als het gaat om bijzondere levenseindes, bespraken hier met hem het plan. Het levenseinde dat hij zou moeten volbrengen. De reis werd uitgestippeld en Jezus kon verder op weg gaan.
En terwijl zij dit allemaal zo bespreken, liggen de leerlingen te slapen. Ze schrokken wakker en zagen de hemelse luister die Jezus omgaf, staat er. En ze zagen Mozes en Elia. Ze moeten vast en zeker geschrokken zijn van deze verschijning. Opeens staan hier drie mannen in witte kleding, met een stralend gezicht. Hun meester, Jezus, zag er ook heel anders uit! Petrus wil drie tenten opzetten, hij wil graag iets doen, dus stelt hij dat voor. Maar, hij begreep niet wat hij zei. En dat kunnen we hem toch niet kwalijk nemen! Wie zou deze verschijning begrijpen? Wie snapt wat er hier aan de hand is? Drie hemelse figuren, waarvan er nota bene twee al overleden zijn en één je eigen vriend is die er opeens anders uit ziet, staan hier met elkaar te praten. Logisch dat Petrus niet snapt wat er gebeurt. Wel snapt hij dat er iets bijzonders aan de hand is en hij wil iets doen, hij stelt zich dienstbaar op en stelt voor tenten op te zetten. Bovendien had hij waarschijnlijk wel door hoe bijzonder dit was en wilde hij dit moment vasthouden. Het was letterlijk een stukje hemel op aarde. Hij wilde dat het bleef zoals het was: hij wilde dat stukje hemel op aarde vasthouden.
Dat herkent u vast wel: een gezellige avond met vrienden, een mooie wandeling over het strand of door het bos, een vakantie zonder zorgen; van die heerlijke momenten dat je ultiem geniet en waarvan je hoopt dat het nooit overgaat. Waarvan je hoopt dat het altijd zo blijft. Nou, zo’n soort gevoel had Petrus hier. ‘Ik zal tenten opzetten, zodat u kunt blijven’ stelt hij voor.
En terwijl hij nog bezig is om dit voor te stellen aan de andere aanwezigen, gebeurt het derde bijzondere verschijnsel: er verschijnt een wolk en uit die wolk klinkt een stem. De wolk komt vaker voor in de bijbel: denk maar aan de uittocht uit Egypte waarbij God in een wolk voor het volk uitgaat om hen de weg te wijzen. Of aan Jezus’ hemelvaart waarbij Hij met een wolk wordt meegevoerd naar de hemel.
De stem die hier uit de wolk klinkt, lijkt erg op de stem die klinkt bij de doop van Jezus. Wanneer Johannes Jezus doopt, en Jezus weer uit het water omhoog komt klinkt er een stem uit de hemel die zegt: ‘dit is mijn geliefde zoon, in hem vind vreugde’. De stem die hier uit de wolk op de berg klinkt, lijkt hier een soort echo van. Bijna dezelfde woorden klinken hier, namelijk: ‘Dit is mijn zoon, mijn uitverkorene, luister naar Hem!’ Met een klein verschil: niet ‘geliefde’, maar ‘uitverkorene’. Jezus heeft een opdracht. God heeft Hem gekozen die opdracht te vervullen. Die opdracht is dat waar Mozes en Elia met hem over spraken: Hij moest op weg gaan naar Jeruzalem en zou daar zijn levenseinde tegemoet gaan. Hij had nog een lange weg te gaan, hij leefde er al heel zijn leven naar toe. Hier zien we dat die stem die uit de wolk klinkt, duidelijk maakt dat Jezus Gods Zoon is, God zelf. Degene die de opdracht kreeg om naar Jeruzalem te gaan waar Hem iets vreselijks te wachten stond: de dood aan het kruis. Hij ging die weg voor ons, zodat ook wij uiteindelijk verlost kunnen worden van de ellende die er bij dit leven hoort. De weg naar God werd door Jezus voor ons vrijgemaakt.
Door Zijn offer zijn we verzoend met God. De weg is vrij. Onze verkeerde gedachten en daden staan niet meer in de weg, die worden door Jezus weggenomen. Ook al zijn we nu al wel verzoend met God, Gods werk met deze wereld is nog niet klaar. Zijn Koninkrijk is nog niet volledig werkelijkheid geworden. En dat merken we iedere dag als we zien dat er zoveel mis gaat in de wereld, dat er zoveel mensen zijn die verdriet hebben. Misschien is de vraag naar het ‘waarom’ wel niet de goede vraag, ook al is het begrijpelijk dat die gesteld wordt als je zelf te maken krijgt met ziekte of verdriet. Er is ellende en verdriet, de vraag is meer of u vooruit durft te kijken, naar dat wat komen zal. We leven in de verwachting dat het ooit allemaal goed zal zijn. Juist in de lijdenstijd kijken we uit naar de verlossing van de wereld. De gebrokenheid van ons bestaan houdt geen stand. Het zal overal hemel op aarde zijn. Het licht overwint.
Zelf mogen we proberen al iets te laten zien van die hoop. We mogen proberen iets van dat licht van Jezus uit te stralen naar de mensen om ons heen. We leven in de wetenschap dat Jezus ons ziet, we door Hem verzoend zijn met God en we leven met de troost dat Hij degene is die het lijden ook heeft meegemaakt. Die onze situatie begrijpt, het ziet en het ook heeft overwonnen. We staan er niet alleen voor! En als we daar bij stil staan, als we dat echt tot ons door laten dringen, stralen we van geluk. Het zorgt er voor dat we anders naar onze eigen situatie kijken, het biedt troost en houvast. Tegelijkertijd laat het ons ook anders kijken naar de wereld om ons heen: misschien ziet u hier en daar al zo’n lichtpuntje; een stukje hemel op aarde. En dat wordt alleen maar meer en meer. Daar leven we naar toe, totdat Hij terug komt. Maranatha!
Amen.
Eva Bruggeman is PIO (Predikant In Opleiding) en als zodanig stagiaire in de Pauluskerk
0 Reacties