zingen         Gezang 319:1,2,3

stil gebed

votum en groet        

openingstekst       ‘De HEER is een vriend van wie Hem vrezen, Hij maakt hen vertrouwd met zijn verbond.’ (Psalm 25:14).

zingen         Psalm 25:6,7

lezing van het gebod       uit Filippenzen 4 (4-9)

gebed om verlichting met de Heilige Geest

zingen  (kinderlied)            Evangelische Liedbundel 459 ‘Lees je Bijbel, bid elke dag’

kindermoment

Dat is een tijdje geleden dat we elkaar hier gezien hebben. Fijn dat jullie er weer zijn. Ik heb natuurlijk weer iets meegenomen. Wat is dit nou weer?

Een Zwitsers zakmes. Hij is eigenlijk van mijn vrouw. Ja, ik heb een hele handige vrouw. Wat kun je hiermee? Allereerst snijden. Het is immers een mes. Maar je kunt er ook mee knippen. Er zit een schaartje in. En een blikopener. En een kurketrekker. Nou, en dan is dit nog een dunnetje. Mijn vrouw kreeg het ooit als cadeautje op school. Alle jufs en meesters kregen er zo één. Dan geef je niet zo’n heel dik Zwitsers zakmes (die zijn er ook), want dan zou die school gelijk blut zijn. Die hele dikke zijn namelijk niet goedkoop.
Maar dit zijn natuurlijk ontzettend handige dingen, die Zwitserse zakmessen. Als je die bij je hebt, kom je wel verder. Hij zou eigenlijk heel goed passen in een overlevingspakket. En ook heel handig zijn bij een survival.
En dan ben ik waar ik wezen wil. Vanaf dinsdag is er de VakantieBijbelWeek. En laat daar nu het thema zijn Top of Op Survival. Dat wordt echt een avontuur. Hier in de Pauluskerk. Voor de kinderen van 4-9 jaar. En er is ook een Tiener Event voor 10-14 jaar. En de jongeren gaan een Nacht zonder Dak doen. En woensdagavond een fietstocht voor de volwassenen. Over survivelen gesproken!
Het wordt een heel mooi programma. Met prachtige bijbelverhalen, fijn zingen, een entertainer, lekker eten en volgende week zondag de feestelijke afsluitingsdienst. En ik weet zeker als je daarbij bent dat het je weer helpt bij de Grote Survival die toch eigenlijk dit leven is: samen met de Here God leven.
Voor meer informatie: zie het kerkblad en de website!

schriftlezingen                Spreuken 17:9-17 en Johannes 15:9-17

zingen         Evangelische Liedbundel 219 ‘Ubi caritas’

verkondiging

Gemeente van Jezus Christus,

De afgelopen vakantie waren we o.a. in Cluny, in de Bourgogne. Eén van de redenen daarvoor was dat we graag weer een dienst wilden meemaken in het nabijgelegen Taizé. Dat is een soort protestantse monnikengemeenschap die elk jaar door vele duizenden mensen bezocht wordt. Opvallend is dat daar heel veel jongeren bij zijn, uit heel Europa.
De diensten vinden plaats in een grote, maar zeer sobere kerkruimte. Er zijn bijna geen stoelen. De meeste mensen zitten op de grond of op een houten krukje. Wij konden ergens aan de zijkant nog op een houten bankje plaatsnemen. Dat krijg je als je zelf niet superjong meer bent…
In de dienst werd veel gezongen: zulke liederen als we net zongen. De verkondiging was kort, maar werd wel veel in vele talen herhaald, zodat iedereen het begrijpen kon. En er was een lang moment van stilte om het te laten bezinken, om te bidden en te bedenken wat dit jou persoonlijk te zeggen had. Hoe indrukwekkend is het als meer dan 1000 mensen tegelijk stil zijn voor en tot God?! U merkt het: de dienst raakte ons opnieuw zeer.
Na de dienst gingen we nog even naar de winkel daar. De opbrengst daarvan gaat naar allerlei diaconale doelen, dus noem het een soort diaconale collecte, waar je zelf ook weer wat aan hebt, want ik kocht er een Bijbels dagboek, de nieuwste cd met liederen en… een icoon. Jazeker, geen echte natuurlijk, want die zijn onbetaalbaar. Nee, een reproductie. Deze om precies te zijn:

Het is de zgn. ‘Vriendschapsicoon’, die voor de gemeenschap van Taizé heel belangrijk is. Zelf vind ik hem ook prachtig. De oorspronkelijke icoon komt uit de Koptische Kerk in Egypte en stamt uit de 6e eeuw. Tegenwoordig hangt hij in het Louvre in Parijs. Maar het gaat mij om de afbeelding zelf, de betekenis daarvan. Daarom kocht ik ‘m ook en heeft hij nu een prominente plek in onze huiskamer. Rechts zie je Christus staan. Het kruis in de aureool boven z’n hoofd maakt dat duidelijk en rechts daarvan staat ook nog eens in het Koptisch geschreven: ‘De Verlosser’. Dat kan er maar Eén zijn… Christus heeft een boek in de hand. Het is het Evangelie. Links staat een ander persoon. Bij hem staat geschreven: ‘Menas, de overste.’ Waarschijnlijk betreft het de abt van een Koptisch klooster. Heel bijzonder is de houding van Christus. Hij heeft z’n rechterarm om Menas heengeslagen. Z’n hand rust op zijn schouder: beschermend, maar tegelijk lijkt Christus Menas ook een beetje naar voren te duwen, alsof Hij zeggen wil: ‘Dit is Menas, Hij hoort bij Mij, Ik hoor bij hem. Samen trekken we op.’ Zo’n houding kom je eigenlijk nooit op iconen tegen: zo vertrouwelijk, zo intiem, zo vriendschappelijk. Iconen zijn vaak toch wat afstandelijker, wat plechtiger, minder vertrouwelijk. Vandaar de naam voor deze unieke icoon: ‘Vriendschapsicoon.’

Ja, daarover gaat het vanmorgen gemeente, over vriendschap. Tja:

Eén keer trek je de conclusie
Vriendschap is een illusie
Vriendschap is een droom
Een pakketje schroot, met een dun laagje chroom

Zo zong het Goede Doel ooit over vriendschap. Een aanstekelijk liedje, maar wel met een behoorlijk cynische tekst: ‘Vriendschap is een illusie, een droom, een pakketje schroot met een dun laagje chroom.’ Er klinkt veel teleurstelling in door. En laten we wel wezen, het is ook teleurstellend, het is pijnlijk, als juist vrienden je laten vallen. Als juist iemand die je zo dacht te vertrouwen, niet thuis geeft, er niet is op het moment dat je hem of haar zo nodig hebt. Ik las ergens een uitspraak: ‘Vriendschap is als geld: gemakkelijker te verwerven dan vast te houden.’
Maar in plaats van, net als dat liedje van het Goede Doel, de nadruk te leggen op alle negatieve ervaringen die we kunnen hebben met vriendschappen – en ik doe daar niets aan af: hoe pijnlijk, hoe verdrietig, dat kan zijn – wil ik toch in navolging van die icoon, en vooral van die Bijbelgedeelten van vanmorgen, de nadruk leggen op de positieve kant van vriendschap, op hoe het óók kan.
Dat gedeelte uit Spreuken begint immers met: ‘wie vriendschap zoekt…’ Vriendschap is blijkbaar te vinden én te behouden, want zegt het laatste vers dat we uit dat gedeelte lazen, vers 17: ‘een vriend is je altijd toegedaan.’ Ja, hier hebben we echt de mooiste, de diepste kant, van vriendschap te pakken: een vriend is je altijd toegedaan. Letterlijk staat er trouwens dat dé vriend te allen tijde liefheeft. Vriendschap is dus een vorm van liefde. Geen seksuele vorm van liefde, geen exclusieve vorm dus, beperkt tot die ene man of vrouw, maar voor meerderen bedoeld, en dan kameraadschappelijke liefde zeg maar. Liefde die een ander is toegedaan, die er voor een ander wil zijn. Daarvoor kiest. Ja, daar heeft vriendschap ook alles mee te maken. Je familie kies je niet, die krijg je, die heb je, maar vrienden kies je wel. Daar kies je – als het goed is – ook samen voor. Dat maakt vriendschap tegelijk ook weer kwetsbaar, want alleen als je er samen voor kiest en het accepteert kan die vriendschap bestaan en blijven.
Kortom: vriendschap heeft alles met vrijheid te maken. Zelfs heel letterlijk trouwens. Ik heb me laten vertellen dat het woord ‘vriend’ afstamt van het oude Gothische woord ‘frijon’. Letterlijk betekent vriend: hij die vrijmaakt. Een vriend kies je in vrijheid, niemand die je er toe dwingt. En een vriend maakt je ook vrij, uit je eenzame bestaan. Je wereld wordt door vrienden groter, rijker, dieper. Je kunt immers dingen delen met elkaar. Blije dingen, maar ook aangrijpende. Een vriend laat je nieuwe dingen ontdekken, bij hem of haar, maar ook bij jezelf: nooit geweten dat je dit zou kunnen, dat zou meemaken. En dat alles door die vriend, door degene die je vrijmaakt uit je eigen beperkte wereldje.
Maar vrijheid betekent ook dat je elkaar wel aanvaardt, dat die vriend jou respecteert en omgekeerd. Die vriend zal je niet tot een kopie van hemzelf willen maken, en ook niet andersom. Ook als dingen niet goed gaan. Zoals Spreuken zegt: ‘Wie vriendschap zoekt, dekt fouten toe.’ Die kan vergeven en er ook niet meer op terugkomen. Want vervolgt Spreuken: ‘Als je al die fouten maar blijft oprakelen dan verlies je vrienden.’ Dat is logisch, want zo respecteer je de ander niet meer als persoon, maar pin je de ander vast op zijn daden, op zijn woorden, op zijn fouten. En een mens is meer. Vrienden weten dat en handelen daarnaar. Toch?!
Een vriend is ook iemand die je kunt vertrouwen, op wie je aankunt, die wat jij ‘m vertrouwelijk vertelde, ook niet verder vertelt. Die z’n woord houdt, doet wat hij belooft. Enzovoort, enzovoort.
Ja, je merkt wel: van zulke vrienden heb je er niet heel veel. Weet je wanneer dat helemaal blijkt? In tijden van nood zegt Spreuken: ‘Je broer is geboren om te helpen in tijden van nood.’ En ‘broer’ is hier geen letterlijke broer, maar een trouwe vriend. Geen vage kennis zeg maar, maar een echte vriend. Zo één wordt geboren in tijden van nood.
Je kunt stapels vrienden hebben en plenty kennissen, maar als je in de ellende komt, dan zijn er opeens niet veel meer over. Dan hoor je van een heel aantal weinig tot niets. Misschien weet u er zelf wel alles van. U dacht dat ze u echt toegedaan waren. Maar toen bij u de problemen kwamen, lieten ze verstek gaan, tot op de dag van vandaag. Of je denkt: ‘Zelf heb ik verstek laten gaan. Toen het daar misging, er problemen kwamen, toen liet ik niet van me horen, toen heb ik ze niet opgezocht, want ja, wat moet je zeggen? Ik voel me zo machteloos en ik word er zelf ook zo triest van.’
Hoe kostbaar zijn dan die vriendschappen, die niet stuklopen op de nood, maar die dan juist hecht blijken te zijn, nog eens verdiept worden. Hoe kostbaar zijn vrienden die je dan wel blijven opzoeken. Die naar je luisteren. Die je helpen met bepaalde klussen, wat je zelf niet meer lukt. Vrienden die met je meeleven, voor je bidden, er gewoon voor je zijn. Gelukkig ben je, als je zulke vrienden hebt. Als je zelf zo’n vriend bent… Of wordt… En blijft…

Ik zei al: letterlijk gaat het in Spreuken 17:17 over dé vriend. En dat brengt je toch weer bij die icoon. Want als één persoon die woorden uit Spreuken helemaal waar heeft gemaakt, dan is het die Ene, Jezus. Welk een vriend is onze Jezus gaan we straks zingen. Daar klinkt al zo de verwondering in door: wat voor een vriend is Jezus! Ik bedoel: als er Eén geboren is om te helpen in nood, dan is Hij het! Zelfs zozeer dat Hij onze nood deelde, tot op het bot. Onze pijn. Ons verdriet. Onze vragen. Onze raadsels. Het kruis achter zijn hoofd op die icoon zegt het in beeldtaal: Hij nam al onze nood, onze ellende, maar ook al onze missers, onze fouten, onze hele schuld, óp zich, en nam ze méé in de dood, aan het kruis. Om zo ons van die schuld te bevrijden. Ja, Hij is die Vriend die ons werkelijk vrijmaakt.
Hij zegt het zelf, we hoorden het vanuit dat andere Bijbelgedeelte in Johannes 15: ‘Jullie zijn mijn vrienden. Ik heb jullie uitgekozen.’ Hij kiest zelf voor die vriendschap en biedt die aan. Waarom? Omdat Hij van ons houdt! ‘Ik heb jullie liefgehad, zoals de Vader mij heeft liefgehad. Blijft in mijn liefde.’
Lieve mensen, dit is eigenlijk zo ongekend, wat Jezus hier zegt. Laat dat eens werkelijk tot je doordringen. Want hier blijkt hoe diep zijn vriendschap is. Het is delen in de liefde, die ook God tot Zijn eigen Zoon heeft. Een grotere, een goddelijker liefde is er niet. Het is pure liefde! Jezus zegt: ‘Ga daar maar in staan, laat je liefhebben, blijf in die liefde. Dan ben je Mijn vriend. Nee, geen slaaf, geen knecht, geen werknemer, die geen flauw idee heeft wat zijn heer, zijn baas, allemaal vindt, laat staan dat-ie daar een emotionele band mee hebt, een vriendschapsband. Nee, je mag Zijn vriend zijn.
Ik hoor weleens mensen zeggen: ‘Is dat niet een beetje al te menselijk, te close, te klef: Jezus, God als je Vriend?!’ Kijk, Hij is meer dan alleen een Vriend. Veel meer. Niet voor niets staat naast Jezus op die icoon geschreven: ‘De Verlosser’. Dat is Hij ook. En je Schepper. Je Vader. Je Heer. Je Heiland. Je Herder. De Vaste Rots van je behoud.’ Enzovoort. Maar ook een vriend. Zo wil de Here echt ook met ons mensen omgaan. Abraham wordt een vriend van God genoemd. Van Mozes wordt gezegd dat God met hem sprak als met een vriend. We hoorden en zongen Psalm 25 waarin gezegd wordt dat de HEER een vriend is van wie Hem vrezen. En Jezus zelf zegt het: ‘Jullie zijn mijn vrienden.’
Dus ja. Dat ook. Welk een Vriend is onze Jezus! Daar word je toch stil van: een vriend van Christus! Dat betekent ook dat je eigen kleine wereldje zoveel groter mag worden, zoveel rijker, want je mag weten dat er Iemand voor jou kiest, iemand van jou houdt. Iemand die je ook echt inschakelt in Zijn grote plan. Je mag daarin meedoen, als Zijn vriend. Kijk nog eens naar die icoon. Christus legt ook zijn arm om u, om jou, om mij heen. Zijn hand op je schouder. Maar heb je op die icoon ook die ruimte gezien tussen Christus en Menas? Jezus klemt zich niet aan Menas vast, houdt hem niet in de houdgreep. Nee, er is een open ruimte. Menas mag ook zichzelf zijn. Hoeft geen kloon van een ander te worden. Mag in vrijheid z’n weg gaan. Dat hoort ook bij vriendschap, weet je nog? Vanuit zijn liefde niet anders willen dan dicht bij Hem blijven, in zijn liefde.
Zo duwt Christus je naar voren. Je mag zijn vriend zijn, zo op pad gaan. En heb je gezien dat die Menas een klein boekrolletje in zijn handen heeft? Niet zo’n enorm boek als Christus. Dat rolletje stelt waarschijnlijk de kloosterregel voor. Ik dacht ook: dat is wel het verschil tussen Christus en ons. Hij draagt het hele Evangelie. Hij ís het Evangelie, het vleesgeworden Woord van God. Wij mogen zorg dragen voor de woorden die ons zijn gegeven. Dat is dat rolletje zeg maar. We zijn niet verantwoordelijk voor alles. Wij mogen meedoen met dat, in dat, wat ons is toevertrouwd.
Zo zet Jezus ons vanmorgen allemaal stil en zegt: ‘Je mag mijn vriend zijn. Je mag delen in die geweldige diepe band die Mijn Vader en Ik hebben, die liefdesband, die vriendschapsband. Een band die door niets en niemand te breken is.’
Dat wil niet zeggen dat Jezus een soort allemansvriend is. Zijn vriendschap is niet vrijblijvend. Hij zegt: ‘Jullie zijn mijn vrienden wanneer je doet wat Ik zeg.’ Ja, dat hoort er wel helemaal bij. Het is tweezijdig. Vriendschap berust immers op vrijheid. Het wordt je niet door de strot geduwd. Je kunt het aanvaarden, of niet. Je kunt er op ingaan, of niet. En als je die vriendschap aanvaardt – en het is echt het mooiste dat er is – dan zit daar vervolgens wel wat aan vast. Natuurlijk! Voor zo’n vriend ga je toch ook door het vuur? Zijn vriendschap is toch ook geen bezit dat je krampachtig vasthoudt, maar die bewijs je dan toch ook aan anderen?
Ja, dan zul je ook vriendschap gaan zoeken, en dan zijn we weer terug bij Spreuken. Bij het gewone leven, van alledag, met de mensen om je heen. Daarin vriendschap zoeken en fouten kunnen toedekken. Die niet telkens weer op te rakelen. Niet goed met kwaad te vergelden, maar andersom. Vrienden toegedaan blijven, zelfs in tijden van nood. En elke keer als het toch niet goed gaat, want bij ons is het niet volmaakt, dan mag je terug naar die Ene Vriend, Jezus Christus, wiens liefde onuitputtelijk is, die fouten zo bedekt, dat ze echt weg zijn: vergeven en vergeten. Die Vriend die ons leert wat liefde is: geven in plaats van nemen, brengen in plaats van halen, door de knieën in plaats van op je strepen. Die vriend die ook ons tot vrienden voor anderen wil maken.
Nee, dat is geen illusie, geen droom, geen pakketje schroot met een dun laagje chroom. Dat is werkelijkheid in Hem en door Hem.
Een broeder van Taizé zei het heel mooi n.a.v. die icoon: ‘We kunnen ons allemaal herkennen in die vriend van Christus, zoals die op de icoon te zien is. Hier wordt uitgebeeld wat centraal staat in het Evangelie: ook al is Christus, na zijn opstanding, onzichtbaar voor onze ogen, toch kunnen we ons toevertrouwen aan zijn aanwezigheid (…) Wanneer je naar deze icoon kijkt, ben je al aan het bidden en voel je je één met God.’

Zullen we zo nog in een moment van stilte naar de icoon kijken, ons toevertrouwen aan de vriendschap van Christus en bidden tot Hem?

(stilte)

Amen

zingen         El 299 ‘Welk een Vriend is onze Jezus’

gedenken van overleden gemeentelid

dankgebed en voorbeden

inzameling van de gaven

slotlied        Gezang 446:1,3,6,7

zegen