stil gebed (staande)
votum en groet
openingsverzen
Voorganger: Al zei ik: ‘Laat het duister mij opslokken, het licht om mij heen veranderen in nacht,’
Allen: ook dan zou het duister voor u niet donker zijn – de nacht zou oplichten als de dag, het duister helder zijn als het licht.
zingen Psalm 31:13,16
gebed
schriftlezing Marcus 15:20b-32
overdenking
Wij sloegen hem aan ’t kruis. Zijn vingers grepen
Wild om de spijker toen ‘k den hamer hief –
Maar hij zei zacht mijn naam en: ‘Heb mij lief -‘
En ’t groot geheim had ik voorgoed begrepen.
Ik wrong een lach weg dat mijn tanden knarsten,
En werd een gek die bloed van liefde vroeg:
Ik had hem lief – en sloeg en sloeg en sloeg
De spijker door zijn hand in ’t hout dat barstte.
Nu, als een dwaas, een spijker door mijn hand,
Trek ik een vis – zijn naam, zijn monogram –
In iedere muur, in iedere balk of stam,
Of in mijn borst of, hurkend, in het zand,
En antwoord als de mensen mij wat vragen:
‘Hij heeft een spijker door mijn hand geslagen.’
Aldus Martinus Nijhoff in zijn beroemde en ook aangrijpende gedicht De soldaat die Jezus kruisigde. Ik hoorde het voor het eerst op de middelbare school, hier niet zo ver vandaan. Het sloeg bij me in. En sindsdien is het met me meegegaan.
Ik moest er ook aan denken bij de staatsie van vanavond: ‘Jezus wordt aan het kruis genageld.’ Daar zien we alleen de hand van de soldaat die Jezus op het kruis spijkert. Het is een krachtige hand en een grote hamer… En die gruwelijke spijker die dwars door zijn hand in het kruishout geslagen wordt… ‘Een spijker is een lelijk ding’, dichtte Gerrit Achterberg in dit verband eufemistisch.
Ja, lelijk. Gruwelijk. Confronterend ook. Ik vind het echt moeilijk om lang naar deze kruiswegstaatsie te kijken. Je wilt eigenlijk wegkijken…
Het is ook zo plastisch. Terwijl het Evangelie zelf er eigenlijk heel sober over spreekt: ‘Zij kruisigden Hem.’ Meer niet. Er wordt niets gezegd over de soldaat die dat deed, laat staan hóe hij dat deed. Niets over de hamer en de spijkers. Of hij dat routinematig deed, of met tegenzin, of juist met sardonisch genoegen. Nee, alleen: ‘zij kruisigden Hem.’ M.a.w.: die soldaten deden hun plicht, een gruwelijke plicht. Maar daar blijft het bij: ‘zij kruisigden Hem.’
Waar Marcus wel melding van maakt, zijn de plaats en het tijdstip.
Het gebeurt op Golgotha. Dat is Aramees. In het Hebreeuws luidt de naam ‘gulgoleth’, oftewel ‘schedel, doodshoofd’. Het is een lugubere aanduiding, die alles te maken heeft met de functie van die plek. Het was een executieplaats. Daar werden de doodstraffen voltrokken: steniging door de Joden, kruisigingen door de Romeinen. Vandaar die naam Golgotha: ‘schedel, doodshoofd’.
Dat is de plek waar Jezus aan het kruis wordt genageld. Ook het tijdstip wordt expliciet genoemd door Marcus: het derde uur na zonsopgang, oftewel 9 uur in de morgen. Vroeg dus voor een executie. Ja, zonder enig dralen wordt het bevel van Pilatus uitgevoerd. Men spaart Jezus geen moment. Linea recta is men met Hem naar Golgotha, naar de executieplaats gegaan. En daar wordt de executie ogenblikkelijk voltrokken, al is het nog vroeg in de morgen. Kortom: men maakt met Jezus korte metten…
En Jezus? Hoe reageert Hij? De evangelist Lucas verhaalt het. Jezus bidt: ‘Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen.’ Hij bidt voor zijn beulen. Voor degene die Hem aan het kruis spijkert. Maar ook voor degene die daartoe opdracht gaf. En voor iedereen die er deel aan heeft.
Die hand rechts is geschilderd in het bruine verticale vlak. Dat staat voor de maatschappij, voor ons mensen. Voor wat wíj de Zoon des mensen hebben aangedaan en blijven aandoen. Dus die hand met de hamer duidt op meerderen dan alleen die ene soldaat. Nee, er komen nog veel meer slagen op Jezus neer. Lichamelijk en geestelijk. Denk aan de bijtende spot die de voorbijgangers Jezus in het gezicht slingeren. De spot van de voorbijgangers, de Joodse leiders, de medegekruisigden: ‘Anderen heeft Hij gered, laat Hij nu zichzelf redden.’ ‘Als Hij werkelijk de Messias is, laat Hij dan van dat kruis afkomen. Dan zullen we Hem geloven. Alleen dan…’ Het zijn toch slagen in zijn gezicht, spijkers door Jezus’ ziel?!
En dat is niet gestopt na die eerste Goede Vrijdag. Nee, dat is doorgegaan.
‘Jezus Christus zal lijden tot aan het eind der tijden’, zei Blaise Pascal niet voor niets. Christus lijdt ook aan ons ongeloof, onze laksheid, onze genadeloosheid, ons schromelijk tekort aan liefde en mildheid, onze hardheid. Enzovoort. Enzovoort. Maar Jezus bidt: ‘Vader, vergeef het hun…’
Op de staatsie heeft de schilder Willem Hesseling dat op ontroerende wijze weergegeven. Jezus’ ogen zijn vast op degene die de spijker slaat gericht. Het is een vergevende blik, een blik vol van genade en liefde. Met gelovige fantasie heeft Martinus Nijhoff dat vertolkt in die onsterfelijke dichtregel: ‘Hij zei zacht mijn naam en: ‘Heb mij lief.’
Samuel Wells vertelt ergens over een jongetje dat altijd vriendjes van school mee naar huis nam om te spelen. Op een gegeven moment viel het zijn vader op dat hij daar mee stopte. Hij sprak zijn zoontje erop aan: ‘Ik merk dat je geen vriendjes meer meeneemt om te spelen. Komt dat door mama?’
Het zoontje knikte. ‘Komt het door haar handen?’ De jongen knikte weer.
Zijn vader zei: ‘Ik zal je vertellen hoe die handen van mama zo geworden zijn. Op een dag, toen jij nog klein was, was ze bij de buren, toen ze jou hoorde gillen.’ Je was in de haard gekropen. Daarom stak ze haar handen in het vuur om jou eruit te halen. Haar handen waren daardoor zwaar verbrand en blijvend beschadigd. Als je de handen van je moeder ziet, zie je dus hoeveel ze van je houdt.’
Een paar weken later merkte zijn vader dat zijn zoontje weer vriendjes mee naar huis nam om te spelen. Op een dag hoorde hij hem tegen een vriendje zeggen: ‘Zie je de handen van mijn moeder? Daaraan kun je zien hoeveel ze van me houdt.’
Vanavond zien we in het Evangelie en door die kruiswegstaatsie Gods handen. We zien hoeveel Hij van ons houdt… En na zijn opstanding blijven die tekenen in Christus handen zichtbaar. Liefde was het. Liefde is het… Amen
meditatief moment orgelspel: ‘Liefde was het’ en gedicht van Jaap Zijlstra:
DE TAAL DER LIEFDE
Op alle vragen die er rezen,
gaf U mij uw hand te lezen,
één teken slechts, in spijkerschrift.
Sinds staat het in mijn ziel gegrift.
zingen Lied 574:1,2 ‘Glorie zij U Christus, U leed onze nood’
gebed van ds. Troost
slotlied Hemelhoog 202:1,2 ‘Zie, hoe Jezus daar loopt in Jeruzalem’
zegen
0 Reacties