Schriftlezing   Matteüs 27: 45 – 50

Overdenking

Gemeente van onze heer Jezus Christus,

In deze week voor Pasen, de stille week, staan we stil bij verschillende kruiswoorden van Jezus. De uitspraken van hem die ons bekend zijn uit de bijbel. Er zijn er al twee langs gekomen: maandag ‘Vader vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen’ en gisteren ‘Vrouw, zie uw zoon’. Vanavond komen we bij misschien wel een van de bekendste, en als ik vanuit mezelf spreek, een van de meest aangrijpende woorden die Jezus gesproken heeft aan het kruis. Namelijk, we hebben het net gelezen: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’ Het zijn de eerste woorden uit psalm 22, waar we net ook uit hebben gezongen, die Jezus hier aanhaalt.

Voorafgaand aan het gedeelte dat we hebben gelezen is Jezus aan het kruis gespijkerd. En terwijl hij daar aan het kruis hangt wordt hij door de omstanders bespot. Ze maken spottende opmerkingen, ze maken hem belachelijk en lachen hem uit. ‘Jij was toch de man die de tempel kon afbreken en in drie dagen weer opbouwen?’, ‘Anderen heeft hij gered, maar zichzelf redden kan hij niet!’ en ‘Hij is toch koning van Israël, laat hij dan nu van het kruis afkomen, dan zullen we in hem geloven.’
Alleen dit is voor ons eigenlijk al niet voor te stellen hoe het voor Jezus geweest moet zijn. Ondraaglijke pijn en daar bovenop: mensen die hem uitlachen en belachelijk maken. En daar blijft het niet bij: ‘Duisternis viel over het hele land.’ Drie uren lang donker. Midden op de dag is er geen hand voor ogen te zien, het is aardedonker. Het is onbegrijpelijk wat hier gebeurt. Los van hoe dit kan, welk natuurverschijnsel dit ook zou kunnen verklaren, het blijft heel vreemd. Een beetje angstig ook. Midden op de dag is het donker, alsof het nacht wordt om 12 uur ‘s middags. In de bijbel komt duisternis vaker voor als het gaat over de eindtijd en Gods oordeel op de laatste dag. In Amos lezen we bijvoorbeeld: ‘Op die dag – spreekt God, de Heer – zal ik op het middaguur de zon doen ondergaan, en het land verduisteren op klaarlichte dag.’ Blijkbaar spreekt de schepping mee in Gods handelen. Hier is iets aan de hand, dit is niet gewoon. God laat zich gelden. Hij trekt zich terug en laat Jezus aan zijn menselijke lot over.

Aan het einde van die drie lange uren duisternis klinkt Jezus’ stem. Het lijdensverhaal begint en eindigt zo met gebed. Het begint in Getsemane waar Jezus bidt: ‘Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbij gaan! Maar laat het niet gebeuren zoals ik het wil, maar zoals u het wilt.’ En Gods wil gebeurt: Jezus wordt opgepakt en gekruisigd. Aan het kruis klinkt opnieuw een gebed. Maar dit keer is het meer een uitroep, een schreeuw van wanhoop. Een schreeuw om hulp of juist een uitroep van zinloosheid. Waarom God, waarom?! Wat is het doel van dit alles, wat is de zin? Waarom gebeurt dit? En God, waar bent u? Los van de lichamelijke pijn, voelt Jezus zich boven alles verlaten, alleen aan het kruis. Alsof hij de enige is op de hele wereld. Hij alleen. Want hij is de enige die deze last kan, of moet dragen. Ook in deze last is Hij alleen. Niemand anders doet het voor hem. De last van de wereld ligt op zijn schouders. In zijn dood draagt Jezus de toorn van God tegen de zonden. Wat een paradox: de enige rechtvaardige die op aarde rondgelopen heeft, draagt de toorn, de rechtvaardige toorn van God.
Te midden van het spotten van de omstanders en de duisternis, voelt Jezus zich verlaten. Verlaten door God, zijn eigen Vader, op wie hij altijd had kunnen bouwen. Ook Hij laat Hem nu alleen.

De omstanders horen Jezus roepen en ze denken dat hij Elia om hulp vraagt. ‘Eli, Eli’, doet het hen aan ‘Elia’ denken? Verstonden ze geen Aramees en verwarren ze ‘Mijn God’ met ‘Elia’? Of begrepen ze het best en is dit hun manier om door te gaan met het bespotten van Jezus?
Misschien maakt het eigenlijk wel niet uit met welke bedoeling de omstanders deze vraag stellen. Duidelijk is dat zij het niet begrijpen, het doel van het lijden niet snappen. Ze gaan er aan voorbij, want Jezus riep niet om Elia, hij wilde de wil doen van Zijn Vader in de hemel. En in gehoorzaamheid aan die wil, moet hij aan het kruis de afwijzing van de Vader ondergaan. Vanuit de pijn die hij voelt diep in zijn zijn, in zijn ziel, en ook de pijn in zijn lichaam terwijl hij daar hangt, roept hij het uit: ‘Mijn God, mijn God waarom hebt u mij verlaten?’ !!
Misschien is het wel het beste om die woorden zo te laten staan: voor ons niet te snappen, ondoorgrondelijk voor mensen. Wij kunnen niet bevatten wat Jezus hier heeft doorgemaakt. En toch is deze, voor ons onbegrijpelijke gebeurtenis, de kern van ons geloof. Waar het allemaal om draait. Omdat Jezus dit heeft doorgemaakt, is er voor ons een toekomst bij God. Wat een grote God is Hij, dat Hij dit voor ons kon, moest en wilde doen.
Het lijden van Jezus aan het kruis is de diepste vorm van solidariteit die we ons kunnen voorstellen met ons eigen lijden hier in dit leven op deze aarde. Wat wij in ons leven ook tegenkomen, Jezus zelf heeft het ook allemaal meegemaakt.
In Trouw schreef het theologisch elftal een tijd geleden over het lijden van Jezus en de situatie in Syrië. In dit artikel stond onder andere het volgende:

“Het kruis zie ik als onderdeel van het goddelijk handelen en dus als uitdrukking van Gods diepste bewogenheid met ons. Een theologie van het kruis geeft een heel andere nadruk dan een almachtige God die keurig de regie heeft. In het klassieke gereformeerde avondmaalsformulier staat de voor mij dierbare zin: aan het kruis werd Jezus door God verlaten ‘opdat wij nooit meer door God verlaten zouden worden’. Ja, onze vragen en machteloosheid worden niet opgelost. Maar Jezus is ook solidair met deze lijdende kinderen. Wat dat allemaal precies betekent weet ik ook niet, maar het is een soort oergeloof, het grootste geheim van het christendom. De betekenis van het kruis is wat mij betreft dan ook niet alleen voor de christelijke club, maar iets waarvan de betekenis zich over heel de wereld uitstrekt. Zonder dat ik ook maar iets voor de slachtoffers van bombardementen kan invullen, blijf ik door het kruis op een mysterieuze manier van ‘hoop’ spreken. En ik hoop en bid dat veel mensen iets van dit geheim zullen ervaren.”

‘Aan het kruis werd Jezus door God verlaten ‘opdat wij nooit meer door God verlaten zouden worden’.’ Ik hoop dat u de hoop door de uitroep van Jezus heen hoort. Dat u inziet dat wij, door die diepe ellende van Jezus, juist verder kunnen kijken. Dat we in deze stille week, de week van het lijden, mogen weten dat het hier niet bij blijft, maar dat we toeleven naar zondag. Pasen. We gaan er straks, na het meditatief orgelspel ook over zingen:

Voer mij uw beeld voor ogen,
gekruisigde, uw smart.
Dan zal ik vol vertrouwen,
gelovig en bewust,
uw aangezicht aanschouwen.
Wie zo sterft, sterft gerust.

Die hoop en dat vertrouwen wens ik u toe.

Amen.

Eva Bruggeman is P.I.O. (= predikant in opleiding) en is als zodanig stagiaire in onze gemeente