orgelspel 

welkom en mededelingen 

zingen           Lied 476:1, 3 ‘Nu zijt wellekome’

stil gebed

votum en groet

aanvangstekst        De profeet zegt: ‘Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven.’ (Jesaja 9:5a)

zingen (met het combo) a) Hemelhoog 441 ‘Kom, vier het feest met mij’  b) Lied 484 ‘Go, tell it on the mountain’

schriftlezing            Lukas 2:1-20

zingen  Lied 483 ‘Stille nacht, heilige nacht’

meditatie      Thema: Een moderne kerst

Gemeente van Jezus Christus,

Wat dacht u toen u dat thema hoorde van ‘een moderne kerst’?
‘Modern, modern…? Ik kom nu juist naar zo’n kerstavonddienst toe omdat ik daar iets vertrouwds zoek, iets wat ik mij nog van vroeger kan herinneren, van een kerstnachtdienst, van het kerstfeest van de zondagsschool: die bekende liederen, het orgel, de versiering in de kerk, de sfeer. En dan begint u over een moderne kerst! Er is al zoveel veranderd. Er is al zoveel onzeker, zeker vandaag de dag in onze tijd. Laat dan die kerstdienst in ieder geval vertrouwd blijven, geen moderne fratsen!’

Ach, hopelijk heeft u tot nu toe ontdekt dat er genoeg vertrouwds in deze dienst zit. In de liederen. In de lezing van het kerstevangelie. In de entourage. Tegelijk hoop ik ook altijd dat zo’n dienst iets nieuws bevat, iets waarvan je ophoort, waar je van opkijkt. Zoals misschien dit schilderij. Een voorbeeld van moderne kunst. Vandaar ook ‘een moderne kerst’… Het is het schilderij ‘Heilige Nacht’ van de Duitse schilder Emil Nolde.


Hij werd als Emil Hansen geboren in het plaatsje Nolde in Sleeswijk. Toen hij bekend werd, ging hij zich Emil Nolde noemen uit respect voor zijn geboortedorp. In dat arme boerendorpje was het enige boek dat de familie Hansen thuis had de Bijbel. Emil luisterde graag naar de verhalen daaruit. Hij fantaseerde dan welke platen hij daarbij zou maken. Toch werd hij opgeleid tot houtsnijder. Pas veel later ging hij schilderen. Hij was een echte autodidact. Toch vielen zijn werken al snel op. Vooral zijn krachtige, eenvoudige beelden en zijn felle, bijna woeste kleuren maakten indruk. Hij schilderde van alles: ook Bijbelse taferelen. In het begin van de vorige eeuw maakte hij een negenluik, dat de eenvoudige titel ‘Das Leben Christi’ meekreeg: ‘het leven van Christus.’


Het middenpaneel is het grootst: de gekruisigde Christus. Links en rechts daarvan staan vier wat kleinere schilderijen. Links uit het leven vóór Jezus’ kruisdood. Rechts uit de periode daarna. Het is een indrukwekkend negenluik, niet in de laatste plaats door zijn enorme afmetingen en door zijn krachtige beelden. Het heeft ook iets van een modern altaarstuk…

We richten ons dus op dat schilderij linksboven: ‘Heilige Nacht’. Links zie je Jozef, een wat kalende man op leeftijd, achter en in de schaduw van Maria. Beiden kijken ze blij en vol geluk naar de baby, met de rozerode huid van een pasgeborene. Rechts zie je alleen de kop van de ezel, die uit de voederbak eet. In de verte doemen de gestalten van de toesnellende herders op.
Op het eerste gezicht lijkt het niet zo’n bijzondere kerstvoorstelling. Het lijkt ook wel alsof niet de nadruk ligt op het kind Jezus, maar op de vreugde van Maria en Jozef. Maar vergis je niet! Hoe luidde ook alweer de titel die Nolde aan dit schilderij gaf? ‘Heilige Nacht’! Het is niet zomaar een nacht, niet zomaar een geboorte, niet zomaar een kindje. Nolde heeft dat subtiel weergegeven door dat kader van die open deur. Daardoor krijg je een soort beeld ín het beeld, een schilderij in het schilderij. Daar staat die bijzondere ster al te stralen. En middenin het omhooggehouden kind, belicht door het teken aan de hemel. Er kan geen twijfel bestaan: dit kind komt van Hogerhand. Het is het Kind van God!

Maria houdt het kind omhoog. Zoals ouders een pasgeboren kind vol verrukking omhoog kunnen houden. Maar eigenlijk lijkt het ook wel alsof Maria het kind van boven krijgt, uit de hemel krijgt aangereikt, als een geschenk voor haar en Jozef, als een geschenk voor ons mensen! Natuurlijk, Jezus was uit haar geboren. De rode vlek op het bruine kleed lijkt ook wel barensbloed. Maar de engel Gabriël had het haar gezegd: door de Heilige Geest zal dit kind bij je komen. Het is Gods eigen Zoon. Uit de hemel neergedaald. Mens geworden. Tot in de baarmoeder, tot door het geboortekanaal, tot in de doeken waarin hij straks gewikkeld zal worden. Maar wel God zelf. Als een geschenk uit de hemel, voor ons!
Zo sprak de engel ook tegen die herders in het veld: ‘Vandaag is in de stad van David voor jullie een redder geboren. Hij is de Messias, de Heer.’ Vandaag. Nu dus. Dat maakt Kerst ook modern, lieve mensen. Het is niet iets gedateerd, iets van toen. Nee, het is van vandaag. Het geldt voor nu. Voor ons.

Nolde heeft dat ook prachtig weergegeven. In al die negen schilderijen van het leven van Jezus zie je Jezus omringd door mensen. Mensen die niet mooier afgebeeld zijn dan ze zijn. Mensen zoals Nolde ze zelf ook kende, ook vanuit zijn geboortestreek: boersig en doodgewoon, net zo gewoon als u en ik. En daarom nodigt het schilderij ons uit om in deze nacht, deze Heilige Nacht, ons erbij te voegen. Om bij dat kind te komen en onze harten voor Hem te openen. Of je je nu als Maria voelt: stralend, vol overgave. Of juist als die herders nog onderweg. Je bent er nog niet, maar je wilt wel, je verlangt ernaar om meer van Hem te merken, om Hem een grotere rol in je leven te laten spelen. Of je voelt je als die Jozef. Op de achtergrond, niet in de spotlights. Misschien voel jij je ook helemaal niet zo bijzonder. Kijk dan eens naar diezelfde Jozef en zie hem vreugdevol naar Jezus kijken, omdat hij weet: ook voor mij is dat kind gekomen!

Intussen hangt Emil Nolde hier bij wijze van spreken al een tijd aan de muur, via het scherm, of thuis op uw televisie, laptop of tablet. Maar aanvankelijk was men in de kerk en daarbuiten helemaal niet van hem gecharmeerd. Dat negenluik werd op tentoonstellingen in Brussel en Keulen geweigerd. Noldes werk werd in een krant als pervers bestempeld. De nazi’s vonden het werk van Nolde zo mogelijk nog erger en bestempelden het als zgn. ‘entartete Kunst – gedegenereerde kunst.’ Ze namen meer dan 1000 werken van hem in beslag en op een tentoonstelling van Entartete Kunst hingen 29 schilderijen van hem om openlijk door de bezoekers te worden veracht en bespot.

Is de stap naar het kind op dat schilderij van Nolde erg groot? Nee toch, want niet iedereen zat op Hem te wachten. Niet iedereen spoedde zich naar Bethlehem. Waar bleven de schriftgeleerden, de hele religieuze kliek in Jeruzalem? Ze bleven zitten waar ze zaten. En – om een lang verhaal kort te maken – als ze Jezus als volwassene, als rabbi, gehoord en gezien hebben, hebben ze zo’n gloeiende hekel aan Hem gekregen dat zij – en met hen vele anderen – Hem bespotten, gevangen nemen en als entartet Wesen zeg maar uit de weg ruimen, Hem aan het kruis spijkeren.

Ook daar heeft Nolde een schilderij van gemaakt. Het is zelfs het centrale tafereel van dat negenluik.


Jezus hangt er zichtbaar te lijden. Uitgemergeld is Hij. Het bloed gutst niet alleen uit de gaten in handen en voeten, maar lijkt ook in zijn nek te kleven. De vrouwen links treuren. De soldaten rechtsvoor hebben het te druk met hun dobbelspel om Jezus’ mantel. De gekruisigde misdadiger rechts heeft zijn hoofd naar Jezus toegewend i.t.t. die linker man. Hij heeft in zijn allerlaatste ogenblikken zijn hoop op Jezus gevestigd en is daarin niet beschaamd. Jezus heeft hem aanvaard en hem een plek in Gods eeuwige koninkrijk geschonken. En dat is te midden van al deze verschrikking zulk goed nieuws, dat is het Evangelie, de blijde boodschap.

Ja, de eersten die Jezus bij zijn kruisiging erkennen als Heer zijn een misdadiger en een Romeinse hoofdman, een ruwe militair, iemand van de bezetter in feite. Niet echt de meest fatsoenlijke mensen zou je zeggen.
Maar dat is nou juist de betekenis van ‘das Leben Christi’, van dat leven van Jezus, dat hier op aarde begon met zijn geboorte. Hij leefde als een volstrekt betrouwbaar mens. Hij liet Gods gezicht zien, vol liefde en barmhartigheid. Maar kwam, desondanks dat, aan een kruis terecht, om daar te sterven voor ons. Hij deed dat niet omdat wij zo fatsoenlijk zijn, maar voor onze zonden. Hij leed daar uit liefde voor ons. Om ons niet te laten barsten. Om ons te redden, zoals die ene moordenaar.

Dat is ongekend. Ongekend ook vergeleken bij alle andere religies. Dat God zich zo vernedert dat Hij aan een kruis hangt en daar sterft voor ons, om ons te redden; dat kent geen religie: want daar moet je jezelf redden. Maar het geweldige van Christus is, dat God het in Hem voor ons doet. Dat Hij zelf neerdaalt in die diepe put, waarin wij zijn terechtgekomen. De put van onze schuld, van ons tekort, van onze mislukkingen en schaamte, van onze zwaarmoedigheid en angsten, van onze onzekerheid en bezorgdheid. Jezus daalt er in af, tot in de dood, om zo dichtbij ons te zijn, ons op te tillen en te redden.

Ja, dat doet toch wat met je? Dat zet u en jou toch in beweging? Als God zo in Christus in beweging is gekomen, naar ons toe, vol bewogenheid?! Zoals bij die twee mensen uit een waar gebeurd verhaal van collega Troost: ‘Even had hij op het punt gestaan om de deur dicht te gooien. Wie hij had verwacht, op deze avond voor kerst, hém zeker niet! Jarenlang hadden ze elkaar niet meer gesproken. Er waren woorden gevallen. Harde woorden. En sindsdien hadden ze het er bij laten zitten. Allebei ontweken ze elkaar, op verjaardagen en bruiloften. En allebei hadden ze er toch geen vrede mee…

‘Wat kom je doen?’ Erg vriendelijk klonk het niet. ‘Je iets brengen’, zei de ander, aarzelend staande op de stoep. ‘Iets brengen? Ik heb niks van je nodig.’ Het was koud, een gure wind sloeg de gang in. ‘Nee, dat weet ik wel. Jij hebt niks van mij nodig. Maar ik heb toch wat voor je meegenomen. Mag ik het even in de gang voor je uitpakken?’
Of het nu vanwege de kou was of door het feit dat het kerst zou zijn de volgende dag, in ieder geval stonden ze even later samen in de gang. Uit de boodschappentas kwam iets. ‘Pak maar uit. Het is voor jou!’ Er zat een krentenbrood in. Goed gevuld. ‘Nou bedankt. Ik begrijp alleen niet waar ik dat aan te danken heb…’ ‘Nou, dat kan ik je wel vertellen. Maar niet hier in die kouwe gang!’
En of hij dan niet even verder kwam. En zo zaten ze even later tegenover elkaar bij de kachel. En toen kwam het verhaal. Nou ja, verhaal… Het was eigenlijk maar een heel kort verhaaltje. ‘Het kwam allemaal door die cd met kerstliedjes. Je kent het wel. Ik zette ‘m op vanavond. ‘Stille Nacht, Heilige Nacht’, ‘Komt allen tezamen’. Het hele repertoire… Maar opeens zongen ze ‘Eer zij God die onze Vader en die onze Koning is. Eer zij God die op de aarde naar ons toegekomen is.’ Het was vreemd, maar toen ze dat zongen, toen was het net alsof er iemand binnen in mij zei: ‘En nu moet jij gaan! Nu moet je eindelijk gewoon gáán! Niks geen mitsen en maren en geen gewurm meer over de vraag wie er nu eigenlijk gelijk had… Nu moet je gewoon gáán. Als het waar is wat ze in dat kerstlied zingen, dat God op de aarde naar ons toegekomen is, dat Hij ook niet heeft zitten wachten totdat wij naar Hém toekwamen, nou, dan kun jij toch warempel ook wel eens naar iemand toe gaan!’
Zo is het gekomen en toen dacht ik: ik heb nog een krentenbrood en dat ga ik dan maar brengen en dan maar hopen dat ‘ie de deur niet voor m’n neus dichtslaat…’
Kwam het door de opvlammende kachel of was er een andere warmtebron, waardoor twee mensen na enige tijd gloedvol herinneringen aan vroeger uitwisselden?’

Ook dat is een moderne kerst. Kerst vandaag. Laten ook wij zo in beweging komen, omdat God naar ons toegekomen is. Er is vast wel iemand om naar toe te gaan de komende tijd… Ik wens u zo een zalig kerstfeest! Amen

reflectielied door het combo Hemelhoog 155 ‘Volheid van genade’

zingen (met het combo)  Hemelhoog 159 ‘Wijs mij de weg naar Bethlehem’

gebed            

inzameling van de gaven

zegen

zingen    Lied 486:1,4 ‘Midden in de winternacht’