welkom en mededelingen 

stil gebed

votum en groet

aanvangstekst 

‘Heer, mijn God, U zorgt voor uw volk,
U hebt veel wonderen voor hen gedaan.
Niemand is zo machtig als U.
Ik wil erover spreken,
ik wil het allemaal vertellen.
Het is meer dan ik kan zeggen.’  (Psalm 40:6)

lied     Van A tot Z 

lezing van het gebod     vanuit Marcus 10:17-22

gebed 

kindermoment/poppenspeler Jeroen van den Berg      verbeelding van de Actie Schoenendoos

filmpje over de kinderen van de Pauluskerk en de Actie Schoenendoos

 

schriftlezing     1 Koningen 17:7-16 uit de Bijbel in Gewone Taal door diaken Marja v.d. Brink

lied     Ik was hongerig

preek             Thema: Het kan niet op!

(dominee zit op het podium, jasje uit, stropdas af, pet op, brooddoos met pitabroodje, dopperfles met water, hij eet en neemt een slok water)

‘Zo, dit smaakt! Een vers broodje, net gebakken door mijn moeder. Zoals ze dat elke morgen doet. Het is een wonder!
‘Wat is daar zo wonderlijk aan dan?’, vraag je je misschien af, ‘je hebt daar toch gewoon wat meel en wat olie voor nodig?!’
Zeker, maar dit meel en deze olie zijn wel heel speciaal. Sinds die ene profeet bij ons is geweest, raken ze niet meer op. Er zit maar een laagje meel in de pot en ook maar een beetje olie in die kruik. Maar dat blijft zo. Het raakt niet op. Het kan niet op! Dat is toch een wonder!!

Nou, daar zag het eerst helemaal niet naar uit. We hebben hier in ons land namelijk al een hele tijd een hongersnood. Het is kurkdroog. Het heeft al zo lang niet meer geregend. Er groeit niets meer. Dus ook geen graan. Dus ook geen meel.
Zo raakte bij mijn moeder en mij – mijn vader is overleden – langzamerhand alles op. De meel in de pot en de olie in de kruik werden steeds minder. Totdat er nog maar voor één keer over was. Het zou het laatste brood worden, en daarna zouden we sterven. M’n moeder had het me eerlijk gezegd voordat ze hout ging sprokkelen voor het vuurtje om het brood bij te bakken. Ik zag tranen in haar ogen.

Ze ging weg, in haar zwarte weduwenkleed, naar het bosje bij ons in de buurt, om daar brandhout te zoeken.
Opeens zag ze daar een man. Hij zag er een beetje apart uit, in z’n mantel van kamelenhaar, en met een grote baard. Best wel een ruig figuur. Het bleek een profeet te zijn. Elia heette hij. Hij zag er dorstig en hongerig uit. Hij vroeg mijn moeder om water. Dat wilde ze wel voor hem halen, maar toen ze wegliep, riep hij haar achterna: ‘En neem dan gelijk een stuk brood voor me mee!’

Tja, dat kon natuurlijk niet. Mijn moeder was nou juist gaan houtsprokkelen voor het laatste brood dat ze zou gaan bakken voor mij en haarzelf. En daarna zou het voorbij zijn. Om dat laatste brood nu ook nog eens weg te geven… Ze vertelde dat eerlijk aan Elia, met tranen in haar ogen. Dat ze nog maar één restje meel en olie had, precies genoeg voor één brood, het laatste. Voor ons tweeën.
Maar weet je wat die profeet toen zei? ‘Maak je geen zorgen. Ga dat brood maar bakken, maar geef dan eerst wat aan mij. Dan kun je daarna iets bakken voor jezelf en je zoon. Want er zal steeds genoeg meel en olie zijn. Ook al komt er voorlopig nog geen regen en blijft de hongersnood. Voor jullie zal er genoeg meel en olie zijn. Dat heeft de Heer, de God van Israël, beloofd.’

Mijn moeder protesteerde niet en deed wat Elia had gezegd. En warempel, het klopte. Elke dag zit er weer genoeg meel en olie in de pot en de kruik. Het raakt niet op. Het kan niet op! Dankzij die God van Israël, dankzij de profeet, dankzij mijn moeder die het geloofd had. (neemt nog een hap en een slok). Ja, dit smaakt echt naar een wonder.

(pet af, stropdas aan, jasje aan)

Ja, wat moeten wij nou met dit verhaal? Ik bedoel, wij hebben hier geen hongersnood. Gelukkig niet! En je moeder heeft ook geen klein beetje meel en olie om elke dag genoeg brood te kunnen bakken. Nee, onze broodtrommel, de koelkast en de etenskasten zitten vol, toch?

Maar waar draait het nu om in dit verhaal? Om vertrouwen. Bij Elia én die vrouw. Ja, voor allebei. Ik bedoel, God zei tegen Elia, toen het water van de beek op was (de beek waar hij zich verstopt had, omdat de koning hem zocht, en de koningin wilde hem zelfs dood hebben), toen zei God: ‘Ga naar Sarfath in Sidon. Daar woont een vrouw en die zal voor je zorgen.’
Maar wacht even: Sidon was wel het buitenland. Sterker nog: daar kwam die koningin Izebel vandaan. Het was dus vijandig gebied. En daar moest Elia heen? God vroeg nog al wat!! Maar God vroeg niet alleen wat. Hij beloofde ook wat: daar zal voor je gezorgd worden, Elia. En Elia vertrouwde op God, geloofde dat God die belofte zou houden.

En ook die vrouw vertrouwde op God, toen Elia zei dat, als zij eerst brood voor hem zou bakken en het aan hem zou geven, dat er daarna nog genoeg meel en olie zouden zijn. Niet alleen voor die dag. Maar ook voor de komende tijd. Daar zou God zelf voor zorgen. Ook weer een belofte. En de vrouw geloofde dat. Ze vertrouwde erop dat God die belofte zou houden. Ze vertrouwde de God van Israël, in een land dus waar ze hele andere goden dienden, afgoden…

En jij, vertrouw jij God ook? Dat wat er ook gebeurt, dat Hij voor je zorgt? Dat Hij van je houdt? Dat Hij je niet laat vallen? Dat Hij elke keer toch weer laat merken dat Hij er voor je is?
Nee, dat wil niet zeggen dat Hij altijd precies doet wat wij willen, dat er precies gebeurt wat wij aan Hem vragen. Misschien heb je heel hard gebeden dat iemand beter zou worden. Maar het gebeurde niet. Of dat die ene ruzie weer goed zou komen. Of dat die verschrikkelijke oorlog ergens eindelijk eens stopt. Die wensen werden niet vervuld.
Maar toch, weet je wat er ooit op het toilet van mijn schoonouders hing? Een hele mooie uitspraak, en die ben ik nooit meer vergeten. Deze: ‘God vervult niet al onze wensen, maar wel al zijn beloften.’ En als Hij beloofd heeft dat Hij voor je zal zorgen, van je zal houden, je zal vergeven, dat je zijn kind mag zijn, wat er ook gebeurt. Dat heeft Hij beloofd toen je gedoopt werd. En ook de Bijbel staat vol met geweldige beloften van God. Daar mag je Hem aan houden. Daar zál God zich aan houden, want Hij is echt te vertrouwen. Elia ontdekte het, die vrouw met haar zoon. En jij en u mogen dat ook ontdekken. Telkens weer…

Iets anders wat ons ook veel te zeggen heeft in het bijbelverhaal van vanmorgen dat is delen. Die vrouw deelt met de profeet. En hoe! Ze geeft het laatste meel en de laatste olie die ze heeft weg… Daar bakt ze een brood van voor Elia. Zo deelt ze. Ja, en het blijk gelukkig toch echt delen te zijn, want door een wonder is er ook genoeg voor haar en voor haar kind. Elke dag weer. Maar het begint dus met delen, met weggeven.

Was dat met die Schoenendoos ook niet zo? Ik hoop dat je ook bij je eigen spulletjes gekeken hebt. Bijvoorbeeld bij je knuffels of schriften. En dat je daarvan iets in die schoenendoos hebt gedaan, om dat weg te geven, om dat te delen met een kind op deze wereld, die zoveel minder heeft dan jij.
Maar je kunt natuurlijk nog veel meer delen. Ook met mensen dichterbij. Je kunt je tijd delen. Door iets te doen voor een ander. Voor iemand uit de straat, die oud is, of ziek. Die door de Corona niet veel naar buiten kan. Voor zo iemand een klusje doen. Of boodschappen.
Je kunt een mooie tekening maken. Een kaartje in de bus doen bij iemand die eenzaam is, die ernstig ziek is, die verdrietig is.
Je kunt voor iemand bidden. Iemand die het moeilijk heeft. Of voor iemand met wie jij moeite hebt, problemen, ruzie. Juist door voor diegene te bidden, kom je eigenlijk toch weer dichtbij, breng je diegene bij Jezus, kom je zelf bij Jezus. En dan kunnen dingen echt veranderen.

En weet je wat nou het mooie is van delen in het Koninkrijk van God? Delen is daar vermenigvuldigen! Het wordt juist meer. Want ook anderen worden blij.
Wat denk jij dat er gebeurt als een kind ergens op de wereld die schoenendoos van jou krijgt, die vol zit met spulletjes die jij gedeeld hebt? Nou, zo’n kind wordt heel blij. Geloof dat maar. En dat mag jou dan ook weer blij maken. Delen is dus vermenigvuldigen.
Of die oudere vrouw of man uit de straat waarvoor jij een klusje of boodschappen doet. Die is daar zo dankbaar voor. Die wordt er blij van. Die geniet. En als je dat merkt, word je zelf ook weer blij. Delen is vermenigvuldigen.
En als de Here God zelf merkt, dat jij kunt delen, van je spullen, van je zakgeld, van je tijd, in je gebed, dan geniet Hij daarvan. Dan wordt Hij daar zo blij van. O ja.

Drie belangrijke dingen dus die we uit het bijbelverhaal van vanmorgen kunnen halen: 1) Vertrouwen 2) delen 3) vermenigvuldigen. VDV. Geen DVD, maar VDV: vertrouwen, delen, vermenigvuldigen.

Vertrouwen op God. Dat Hij niet al onze wensen vervult, maar wel al zijn beloften. Vertrouwen.
Delen. Delen van wat God aan ons gegeven heeft. Delen met anderen. Delen voor God.
Vermenigvuldigen. Door te delen wordt het juist meer. Meer geluk, meer blijdschap, meer dankbaarheid. Bij God, bij anderen, bij jezelf.

Of zoals een mooi lied van Elly en Rikkert zegt:

Wij willen samen vieren dat God van mensen houdt
En dat Hij in ons midden Zijn rijk van liefde bouwt
Omdat wij kinderen van de Vader zijn

Wij willen samen delen met kinderen klein en groot
En net als Jezus geven aan anderen in nood

Wij willen samen leven als vrienden verder gaan
En steeds opnieuw vergeven wie ons heeft pijn gedaan

Wij willen samen spelen in huis en op de straat
Geduldig zijn en helpen wanneer het moeilijk gaat
Omdat wij kinderen van de Vader zijn

Amen

lied     Laat je licht maar schijnen

gedenken van overleden gemeentelid

dankgebed en voorbede

slotlied          De Here zegent jou

zegen