orgelspel 

welkom en mededelingen

zingen (met combo) Hemelhoog 413 ‘Als alles duister is’   

stil gebed

votum en groet

aanvangstekst        ‘Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.’ (Johannes 1:5)

zingen           Lied 476:1,2 ‘Nu zijt wellekome’

schriftlezing 1         Jesaja 8:19-9:6 

zingen  Lied 482:1,3 ‘Er is uit ’s werelds duistere wolken’ 

schriftlezing 2 Lukas 2:8-20

zingen  Lied 486:1,4 ‘Midden in de winternacht’

meditatie      Thema: Als alles duister is…

Gemeente van Jezus Christus,

Vorige week zaterdag was ik op de World Press Photo-tentoonstelling, hier in Gouda. Het was een prachtige tentoonstelling, maar ook heftig en confronterend.
Met name de serie van de Oekraïense journalist en fotograaf Evgeniy Maloletka over het beleg van de Oekraïense havenstad Marioepol. Met gevaar voor eigen leven maakte hij daar foto’s. Neem deze: https://www.dw.com/ru/world-press-photo-foundation-fotografii-maloletki-podlinnye/a-65161394
U ziet mensen in een schuilkelder. De stroom is uitgevallen. Het enige licht komt van een olielamp dat de gezichten verlicht van de schuilenden, heen en weer geslingerd tussen hoop en vrees.
Maar de allerheftigste foto werd ook de winnende World Press Photo van 2023. U heeft ‘m vast gezien. Deze: https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/buitenland/artikel/5379365/world-press-photo-beleg-marioepol-evgeniy-maloletka-oorlog
De hoogzwangere Iryna wordt weggedragen uit de kraamkliniek, die getroffen is door een Russische luchtaanval. Haar baby werd even later dood geboren. Het kindje heette Miron, naar het Oekraïense woord voor vrede… Hoe tragisch, hoe hartverscheurend. Zelf stierf Iryna ook. De jury vond dat deze foto een aanval op de toekomst van Oekraïne laat zien.

De foto is gemaakt op klaarlichte dag, maar hoe duister, hoe verschrikkelijk is dit! Als alles duister is…
Terwijl ik aan de grond genageld naar deze foto keek, en de begeleidende tekst erbij las, hoorde ik een man achter mij. Hij sprak één van de medewerkers van de tentoonstelling aan: ‘Het is allemaal wel heel deprimerend. Kunnen jullie niet voor nazorg zorgen? Hier kun je mensen toch niet zomaar onbevangen naar laten kijken! Dat kun je ze toch niet aandoen!’ Ik snapte hem wel. Misschien had ik hem én andere bezoekers moeten uitnodigen voor deze dienst…

Terug naar die eerdere foto uit die schuilkelder: https://www.dw.com/ru/world-press-photo-foundation-fotografii-maloletki-podlinnye/a-65161394 Het is er donker. Op de gezichten zie ik ook gelatenheid. Uiteindelijk werd de stad Marioepol na een maandenlang beleg door de Russen veroverd. Alles was in puin. Het was een spookstad geworden. Tienduizenden burgers waren gevlucht of vermoord. Ook het licht van dat olielampje was gedoofd. Als alles duister is…

Ook de tijd van de profeet Jesaja is donker. Israël is intussen opgesplitst in een noordelijk en een zuidelijk rijk. Jesaja hoort bij dat zuidelijke rijk, ook wel Juda genoemd. Dat heeft een bondgenootschap gesloten met de Assyriërs, een opkomend wereldrijk. Zo wil men zich verweren tegen het noordelijke rijk en andere vijanden. Maar wat een uitkomst leek, blijkt juist groot onheil te brengen. Want de machtshonger van de Assyriërs is onstilbaar. Ze willen ook Juda inpalmen, het daar voor het zeggen krijgen. Dorpen en steden worden intussen veroverd, akkers geplunderd, mensen weggevoerd. Die Assyriërs waren berucht vanwege hun wreedheid en nietsontziende geweld. Een soort Russen avant la lettre zeg maar.
Vele inwoners van Juda zoeken het intussen bij andere goden dan de God van Israël. Hem hebben ze de rug toegekeerd. En ook de koning vervloeken ze. Of zoals het aan het eind van hoofdstuk 8 staat: ‘Ze kijken omhoog of staren naar de grond, maar overal heerst verstikkende duisternis; donker en somber is het, nacht overal.’ Ja, ‘als alles duister is…’

Zulke plekken, zulke situaties, zijn er ook vandaag de dag. In Oekraïne. In Gaza. In Israël. In Soedan. In Jemen. Maar ook in ons eigen land, in je eigen leven, kan het donker zijn: verstikkend zelfs, aardedonker.
Door wat je overkomen is: ziekte, psychisch lijden, een beperking, een scheiding, een groot verdriet, gemis, een conflict dat maar niet overgaat, enz. enz.
Ja, het kan je overkomen, zonder dat je er wat aan kunt doen. Maar niet alle duisternis is slachtofferschap. Bij Jesaja heeft het volk die duisternis over zichzelf afgeroepen: door het te verwachten van een bondgenootschap met een wereldmacht, door God zelf de rug toe te keren, zich te wenden naar andere goden, naar andere invloeden.
En zo zijn er vandaag de dag ook vele machten, waar we ons aan verslingeren: die van het materialisme, van een onstilbare begeerte naar meer, die van het graaien (‘graaiflatie’ is niet voor niets het woord van het jaar geworden). Ook wij kunnen ons laten inpalmen door andere machten, God de rug toekeren, of Hem alleen reserveren voor een paar momenten, voor bepaalde delen van ons leven, terwijl Hij ons hele leven wil delen, dat we Hem met alles wat we hebben en zijn liefhebben. Als we dat niet doen, kan het donker worden, aardedonker zelfs.

‘Als alles duister is…’ Maar dan stopt dat lied niet, nee: het wordt vervolgd met ‘ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft.’ En dat gebeurt bij Jesaja ook: ‘Het volk dat in duisternis ronddoolt ziet een schitterend licht. Zij die in het donker wonen worden door een helder licht beschenen.’
Alsof die olielamp in die schuilkelder weer aangaat. Nee, het is wonderlijker, grootser, immenser. Het is immers een schitterend, een helder licht. En na de eerdere wanhoop gaat het opeens over een diepe vreugde, over een ongekende jubel, over een juk, een stok – tekenen van knechting, van geweld – die verbroken, verbrijzeld worden. En een stampende laars en een met bloed doordrenkte mantel – teken van onderdrukking en bloederig geweld – die verbrand worden. Kortom: de duisternis wijkt, maakt plaats voor licht, vreugde, bevrijding, vrede. Klinkt dit niet te mooi om waar te zijn? Toen en nu?

Het heeft alles te maken met waar de profeet vervolgens over spreekt: ‘Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven.’ God gaat die ommekeer dus door een kind bewerkstelligen! De machtige God gebruikt daar dus zoiets kleins, zoiets kwetsbaars voor! Dus niet met grof geweld, op een brute wijze. Zoals de Assyriërs toen, zoals zovele machten sindsdien, tot op de dag van vandaag. Nee, God grijpt in via een kind. Zo wordt het kwaad ontmanteld.

Ik las bij Reinier Sonneveld een mooi verhaal dat laat zien hoe juist het kleine, het kwetsbare, het kwaad te kijk kan zetten, ontmantelt. Zelfs letterlijk hier.
Het verhaal is echt gebeurd en het speelde zich af in de jaren ’20 van de vorige eeuw in het Midwesten van Amerika. Daar in het plaatsje Broken Bow zou de Ku Klux Klan z’n jaarlijkse optocht houden. De Ku Klux Klan, u weet wel, die geheime orde, met hun witte gewaden, puntmutsen en maskers met kijkgaten. Ze waren zeker toen heel populair, omdat ze zondebokken vonden voor de malaise van hun tijd: zwarte mensen en Joden. Dit keer waren daar ook nog de Rooms-katholieken bijgekomen. De Klanleden verspreidden nepnieuws en complottheorieën – dat is immers van alle tijden – dat de paus een aanval op Amerika beraamde, dat de kelders van de kerken wapenarsenalen waren en dat priesters en nonnen na afloop van de mis orgies hielden. Juist in crisistijd wordt zulk nieuws gevreten en zijn zondebokken een dankbaar onderwerp om je op af te reageren.
De jaarlijkse optocht in Broken Bow was begonnen. De leden van de Ku Klux Klan marcheerden door het plaatsje: provocerend en intimiderend, met voorop de machtige, maar ook anonieme figuur van de Kleagle, zoals de leider heette.
De stoep stond vol met mensen die speculeerden wie de marcheerders waren. Ze fluisterden vol ontzag.
Maar toen kwam er uit een steegje een hondje gerend. Hij rende naar de leider, de Kleagle, en sprong tegen hem op, smekend om een aai van zijn baasje over zijn kop. In het dorpje kende iedereen elkaar, en ook elkaars honden. ‘Het is Rakker!’, werd er geroepen, ‘de hond van Jensen, de veearts.’
Intussen maaide de grote Kleagle zijn lange benen onder zijn gewaad vandaan om de hond weg te schoppen, die duidelijk de zijne was: ‘Stop, Rakker, wegwezen!!”
Nu wist iedereen wie die leider van de Ku Klux Klan was. Het zoontje van Jensen kwam om de hond tot de orde te roepen: ‘Hier, Rakker! Hier Rakker!’
Dat verbrak de spanning. Iemand nam de kreet over: ‘Hier Rakker!’  En op dat moment sloeg het gegniffel om in een stormachtig gelach. Jensen staakte het schoppen en hervatte zijn statige mars, maar de toeschouwers trapten er niet meer in. Dit was het einde van de Ku Klux Klan in Broken Bow. Want juist hun anonimiteit was altijd hun kracht en hun dreiging geweest. Maar die was nu voorbij bij hun leider.
En zo liet een klein hondje in z’n eentje een heel machtssysteem instorten.

En zie je zoiets, en dan nog veel ingrijpender, ook niet met kerst?! Daar waar Jesaja al over profeteerde?
Want uit zijn namen blijkt wel dat het een bijzonder kind is: ‘Wonderbare raadsman, sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.’ Uit het vervolg blijkt dat het om een koning, een nakomeling van David gaat. Maar het kind is, getuige die namen, meer dan mens alleen. Hij is immers ook een sterke God en Eeuwige Vader. God zelf dus.
En daarom heeft de kerk deze woorden ook altijd vervuld zien worden in de komst, de geboorte van Jezus Christus. Op Hem zijn al die namen van toepassing. Helemaal. Hij stamt immers van David af: ‘Davids Zoon, lang verwacht’, zullen we straks weer zingen met dat bekende kerstlied. Hij is Koning, de Koning der koningen zelfs, maar ook God in het menselijk vlees. Dat is dus de grote ommekeer: dat God zelf in onze duisternis is gekomen, om deze van binnenuit open te breken. Maar dan niet met brute kracht, met grof geweld, nee, als een kind, als een mens, die alleen maar goed deed, die bevrijdt van alles wat ons in de boeien houdt, die vrede brengt, en een diepe vreugde. Heb je dat ontdekt? Ik hoop dat je dat opnieuw mag merken, mag geloven, je aan Hem mag toevertrouwen. Dat zal dan niet zonder gevolgen blijven. Dat weet ik zeker.

Ik las deze woorden uit Jesaja kort geleden bij een vrouw, die weet dat ze niet meer beter wordt. Dat weet ze nog niet zo lang. Ze was er wel bang voor, maar de uitslag recent was onverbiddelijk: niet meer operabel, opgegeven. En wat zei ze tegen mij? ‘Dominee, het is goed. Ik weet waar ik naartoe ga. En ik ben dankbaar voor al het goede dat ik ontvangen heb in mijn leven. En het allerbeste komt nog: het land van louter licht.’ En juist die vrede die bij Jezus hoort, de Vredevorst, die Hij schenkt, die ervaart ze: tot diep in haar hart.

Weet je, je kunt je blindstaren op alle duisternis. En die is er. In de wereld. In ons eigen leven. Maar daarin is dus het licht gaan schijnen. Het Licht met een hoofdletter: Christus onze Heer. Het Licht dat sterker is dan de duisternis. Dat, hoe klein en kwetsbaar ook, genoeg is. Genoeg om de weg te vinden. De weg door dit leven. De weg naar elkaar. Een weg van vrede, vreugde, goedheid en zegen. Ga je mee, op weg? De weg achter Jezus aan? Je zult er geen spijt van krijgen.
Daarom:

Als ons licht is uitgedoofd,
onze toekomst leeggeroofd,
dood wat veelbelovend was:
stof tot stof en as tot as,
kom dan, hemel, hoog en ver,
Kind, wees onze morgenster!

Als de nacht de dag vermoordt,
geen muziek meer wordt gehoord,
als geen lied nog klinken wil,
alles donker, alles stil,
kom dan, hemel, hoog en ver,
Kind, wees onze morgenster!

Als het duister ons omringt,
geen geloof meer in ons zingt,
hoop door wanhoop wordt bedreigt,
afgestompt de liefde zwijgt,
kom dan, hemel, hoog en ver,
Kind, wees onze morgenster!

God, wanneer het ochtend wordt
en het eeuwig morgen wordt,
dan speelt voor uw aangezicht
wat ontwaakte in uw licht.
Kom dan, hemel, hoog en ver,
Kind, wees onze morgenster!

Amen

zingen (met het combo)  1) Hemelhoog 124 ‘Donker de nacht’
2) Hemelhoog 155 ‘Volheid van genade’ (als gezongen geloofsbelijdenis)

gebed

inzameling van de gaven         het combo zingt en speelt tijdens de collecte Hemelhoog 140 ‘In het licht’

zegen

zingen           Lied 483 ‘Stille Nacht’

orgelspel