zingen          Psalm 111:1,6

stil gebed

votum en groet

aanvangstekst       ‘Wie van jullie kan door zich zorgen te maken ook maar één el aan zijn levensduur toevoegen? Kijk eens naar de lelies, kijk hoe ze groeien in het veld. Ze werken niet en weven niet. Ik zeg jullie: zelfs Salomo ging in al zijn luister niet gekleed als één van hen.’ (Matteüs 6:27-29)

zingen                    Gezang 425:1,2,5,6

gebed om de verlichting met de Heilige Geest

schriftlezingen     1 Koningen 10:1-13 en Lucas 11:29-32

zingen
          Psalm 72:1,3,6

verkondiging                   n.a.v. gelezen bijbelgedeelten en glas 5 ‘De koningin van Sheba bezoekt koning Salomo’

Gemeente van Jezus Christus,

‘Er zijn mensen die betreuren dat zoiets (de koningin van Sheba op bezoek bij koning Salomo, CvdB) in de Bijbel staat, want het heeft veel weg van duizend-en-een-nacht, het is met recht een sprookjesachtig verhaal te noemen en wat moeten we ermee?  (…) Salomo is een randfiguur. Wij zien hem tegemoet. Hij is veeleer een figuur in een kerkraam dan een herkenbaar karakter (…). Zulke voorstellingen in een kerkraam zijn van buiten af niet te zien, van buiten af blijft het bij dof en grauw oppervlak, glas, meer niet. Maar als het licht door het glas heen valt, wordt het oppervlak opgenomen in doorzicht. Het platte wordt diep als het licht zelf. Alleen van binnen naar buiten is dat te zien. Wie zich bevindt in het schip van de kerk kan het ontwaren. We buiten staat gelooft het niet.’
Aldus Willem Barnard in zijn prachtige boek Stille Omgang. Zou hij aan het glas hier in de Sint Jan gedacht hebben, waarop Salomo zo vorstelijk prijkt?

Het is het eerste glas dat de Goudse glazenier Wouter Crabeth in 1561 voor de, toen nog rooms-katholieke, parochiekerk maakte. In die tijd liet men, dus ook hij, zich sterk inspireren door de stijl van de Renaissance. Daar hield men erg van de antieke oudheid van de Grieken en de Romeinen. Zo ziet dit Bijbelse tafereel er ook uit, alsof het zich afspeelt in het klassieke Athene of Rome. Inhoudelijk waren de Dirck en Wouter Crabeth beïnvloed door het bijbels humanisme van mensen als Erasmus en Coornhert. Van de laatste is zelfs een gravure van dit bijbels tafereel bekend, die waarschijnlijk Wouter Crabeth geïnspireerd heeft. Hier ziet u de betreffende gravure (gravure van Coornhert). Was de gravure van Coornhert in stijlvol zwartwit; Crabeth brandschilderde zijn glas in prachtige kleuren, lichte, heldere kleuren. Dat past bij de stijl van de Renaissance, maar misschien nog wel meer bij dit inderdaad bijna sprookjesachtige en vooral indrukwekkende en blijmoedige verhaal.

We zoomen eerst in op Salomo, die rechts in het glas te zien is.
Hij zit op z’n troon, die geflankeerd wordt door twee drietallen gouden leeuwen. Boven de troon is een groot baldakijn te zien. Om hem heen staan en zitten hovelingen en andere hoogwaardigheidsbekleders. Salomo is getooid met een gouden zegekroon. En aan z’n enkels prijken een soort gouden scheenbeschermers, die ook weer leeuwenkoppen laten zien. Hij straalt koninklijkheid, kracht en aanzien uit.

Tegenover hem staat de Koningin van Sheba.
De verder naamloos gebleven vrouw is staatshoofd in Sheba, dat te vinden was waar Jemen nu ligt. Sheba stond bekend om zijn handel in goud en reukwerk. Dat heeft ze ook meegenomen in grote hoeveelheden. Op het glas is dat middenin verbeeld middels paarden en kamelen die zwaarbeladen Jeruzalem binnentrekken. Rond de koningin zien we mannen en vrouwen met grote kruiken, die blijkbaar volgestouwd zijn met edelmetaal of reukwerk. Ook de koningin ziet er voornaam uit, in haar prachtige brokaten jurk en let ook op de gouden Jeruzalem Nikes eh sandalen.
Ze staat. Salomo zit. Liggen zo de verhoudingen? Beiden gesticuleren met hun handen. Ze zijn duidelijk in gesprek. Zij lijkt wat te vragen, Salomo luistert. De Gebroeders Crabeth waren goede Bijbellezers. Dat blijkt hier ook. In vers 2 en 3 van 1 Koningen 10 vertelt de schrijver dat de koningin van Sheba Salomo vragen stelde die ze had bedacht. Ze wilde zijn veel geroemde wijsheid testen. Betreft dat raadsels, zoals je die ook in het boek Spreuken tegenkomt? Of legde de koningin Salomo zaken voor waar zij zelf raad in nodig had: staatszaken, rechtszaken of zaken van persoonlijke aard? Opvallend is dat in wat letterlijker vertalingen in vers 2 staat dat de koningin met Salomo sprak ‘over alles wat zij op haar hart had.’ Ze legt haar hart bloot. Juist in haar vragen. Salomo peilt het blijkbaar, want hij weet op al haar vragen antwoord.
De koningin is diep onder de indruk van die wijsheid, als ook van het paleis, de gerechten, de hovelingen en de bedienden, hun manieren en kleding, de dranken en de offers die Salomo in de tempel van Jeruzalem liet offeren. Ze is zo diep onder de indruk dat vers 5 vermeldt dat ‘ze buiten zichzelf van bewondering’ was. Letterlijk staat er zelfs: ‘buiten adem.’ Die ademloze bewondering heeft Wouter Crabeth in dit prachtige glas willen etaleren: in de schitterende kleuren, de prachtige aankleding, de schitterende architectuur en de rokende schoorsteen.

Die laatste is een verwijzing naar de vele offers die Salomo aan God liet brengen, als uiting van dankbare toewijding.
Als ze dan haar adem hervonden heeft, zegt de koningin tegen Salomo: ‘Ik geloofde niet wat men in mijn land vertelde over uw wijsheid. Maar nu ik het zelf gezien heb, moet ik toegeven dat ik nog niet de helft te horen had gekregen!’ Ja, Salomo’s wijsheid krijgt de nadruk, die wordt als eerste genoemd, daar blijft ze vooral bij haken. En daarom prijst ze Salomo’s hovelingen gelukkig die voortdurend in zijn gezelschap mogen verkeren en zijn wijze woorden mogen horen. Vanwege die wijsheid prijst ze vooral de HERE, de God van Israël, dat Hij Israël gezegend heeft met zo’n koning!
Wat is die wijsheid? Het ging die koningin niet om een soort slimheid of parate kennis. Nee, wijsheid is hier, en trouwens in heel de Bijbel, niet zozeer een kwestie van IQ, maar van een diep inzicht in de mens en z’n zwakheid. Het is de wijsheid om goed te luisteren en vandaaruit beslissingen te nemen, te kiezen tussen goed en kwaad. Het is de wijsheid die gevoed en gevormd wordt in de omgang met God en zijn Woord.
Daarom is het zo mooi hoe het glas Salomo weergeeft: in een luisterhouding. Daar had Salomo bij het begin van zijn regeerperiode God ook om gevraagd – je leest dat in 1 Koningen 3 – om een ‘opmerkzame geest.’ Letterlijk staat er ‘een hart met oren.’ Dus een hart dat vooral hoort, naar mensen, naar hun beweegredenen, naar het verhaal áchter het verhaal. Maar ook een hart dat hoort naar God, naar zijn Woord, naar Zijn Geest, naar zijn bedoeling.
Ik weet niet hoe dat met u is, maar als ik dat lees en zo prachtig verbeeld zie in dit glas: die luisterende, wijze Salomo, dan moet ik onwillekeurig ook denken aan leiders in onze tijd. Of dat nu de wereldleiders zijn, de staatshoofden, of leidinggevenden in het bedrijfsleven, organisaties, onderwijs en de kerk. Wat zou je daar deze luisterhouding, deze wijsheid, graag terugzien! Maar helaas, hoe ver is ze daar vaak niet te zoeken!
Maar laten we het maar dichtbij onszelf houden. Om echt te luisteren naar de ander, naar wat de ander op zijn of haar hart heeft, dus de diepste beweegredenen; die peil je niet zomaar. Dat vraagt geduld, aandacht, wijsheid! Om niet met een overhaaste conclusie te komen, een te snel besluit. Ik heb het wel eens eerder gezegd: ‘Waarom zou de Here God ons anders met twee oren en één mond hebben geschapen?!’ Luisteren heeft prioriteit. Luisteren naar de vragen, naar het verhaal van de ander, naar wat daaronder ligt. Van de week vertelde iemand nog hoe belangrijk dat is. Ze heeft een collega, waarvan ze eerlijk gezegd het idee had dat ze de kantjes er van af liep. Totdat ze elkaar één op één spraken en bleek dat die collega het psychisch zwaar heeft en dat er een heel verhaal onder zat, een aangrijpend verhaal. Eindelijk kon ze het bij iemand kwijt. Die luisterde, die werkelijke, wijze aandacht had. Luisteren… En bij dat alles luisteren naar God, met zo’n hart met oren, dat hoort naar Zijn Verhaal. naar Zijn Geest, naar Zijn wil. Hoe wezenlijk, hoe wijs is dat!

Nog even terug naar Willem Barnard, die we Salomo hoorden vergelijken met een figuur in een kerkraam. Hij schreef: ‘Maar als het licht door het glas heen valt, wordt het oppervlak opgenomen in doorzicht. Het platte wordt diep als het licht zelf.’ Volgens Barnard is dat licht ten diepste het paaslicht, en dan blijkt het profiel van Salomo de Messias uit te beelden.
In feite zie je diezelfde uitleg ook in de onderste helft van het raam.

Daar zien we de schenkster van dit glas. Het is Elburga van Boetzelaer. Zij was abdis, oftewel hoofd, van het Benedictijner klooster Rijnsburg voor adellijke vrouwen. Dit klooster was blijkbaar vermogend, in ieder geval vermogend genoeg om zo’n kostbaar glas te kunnen schenken aan de Goudse Sint Janskerk. Zuster Elburga zit devoot geknield op een bidstoel, achter haar staat de engel Gabriël. Dit laat al zien dat het hier om ‘meer dan Salomo’ gaat. Je aanbidt geen aardse koning. Nee, dat doe je alleen bij God, de Zoon van God, Hij die over zichzelf zei: ‘Hier is meer dan Salomo’. Juist de engel Gabriël speelde bij zijn komst in de wereld ook een belangrijke rol.

Op het uiteinde van de habijt van Elburga zit een hondje, in de oude schilderkunst symbool van trouw en toewijding. En schuin rechtsboven Elburga staat op de zgn. cartouche ‘Ic betrou in Godt’, oftewel: ‘Ik vertrouw op God.’
Die tekst wordt omhuld door allerlei bloemen en vruchten van het veld. Misschien is het te ver gedacht hoor, maar we hoorden aan het begin van de dienst woorden van Hem die meer is dan Salomo, van Jezus Christus, uit zijn Bergrede. Hij zei: ‘Let op de lelies, kijk hoe ze groeien in het veld. Ze werken niet en ze weven niet. Ik zeg jullie: ‘Zelfs Salomo ging in al zijn luister niet gekleed als één van hen.’ Nou, als God met al zoveel zorg deze bloemen kleedt, dan moeten wij ons niet bezorgd maken over wat we eten, drinken of waarmee we ons kleden.’ Nee, vertrouwen dus. Of zoals bij Elburga staat: ‘Ic betrouw in Godt.’ En de geknielde en aanbiddende abdis laat het zien: ‘Hij die meer is dan Salomo, Jezus Christus, ís te vertrouwen. Je aan Hem toevertrouwen, je aan Hem overgeven, van Hem zijn, is je enige troost, je enige trust, je enige echte vertrouwen, in leven en sterven.’

Afgelopen week hadden we een avond met twintigers en dertigers. Het ging over al die ballen die je in de lucht moet houden: werk, relatie, familie, vrienden, studie, cursus, hobby’s, sport, kerk, enz. enz. Het is veel. Heel veel. En dat geldt trouwens niet alleen voor twintigers en dertigers. Zo’n abdis als Elburga kende dat natuurlijk ook. Zo’n klooster managen was ook een kwestie van vele ballen tegelijk in de lucht houden. Maar hier laat ze zien wat daarin haar bron is, wat uiteindelijk haar richting geeft, wat eenheid aan dat gefragmentariseerde leven schenkt: het vertrouwen in, de verborgen omgang met haar Heer. Die bron is springlevend, ook anno 2018, voor u, jou en mij!

Ja, en als je dan weer naar boven kijkt, naar die koningin van Sheba, dan valt ook door haar het licht, dan komt ook zij in dat paaslicht te staan. Dan wordt zij beeld van de kerk, dan is zij beeld voor een ieder die diep onder de indruk is geraakt van Hem die Salomo overtreft, van dé Koning van de Vrede, van Wie een lied zingt:

Meer dan rijkdom, meer dan macht
meer dan schoonheid van sterren in de nacht,
meer dan wijsheid die deze wereld kent
is het waard te weten wie U bent.

Ik hoop dat u, dat jij, die waarde hebt ontdekt en telkens opnieuw ontdekt, bij Hem. Want anders ben je arm, ben je dwaas. Dat maakt Jezus ook duidelijk in het tweede bijbelgedeelte dat we vanmiddag lazen uit Lukas 11. Hij zegt dat de koningin van Sheba op de dag van des oordeels aanwezig zal zijn en mensen zal veroordelen. Waarom?  Omdat zij zelf van heel ver, meer dan 2000 km ver, naar Jeruzalem was afgereisd om te luisteren naar de wijsheid van Salomo. ‘Maar jullie’ – en Jezus kijkt z’n ongelovige volksgenoten aan – ‘jullie zijn vlakbij Iemand die meer is dan Salomo en je gelooft Hem niet, je vertrouwt Hem niet, je leeft je eigen leven verder alsof er niets gebeurd is. Die koningin zal jullie daarom veroordelen.’
Dat zijn scherpe woorden, die aangeven hoe cruciaal het is aan de voeten van Jezus Christus te komen, je aan Hem toe te vertrouwen. Het is je redding. Dus,  blijf je op afstand of kom je aan zijn voeten? Ben je toeschouwer, zoals die twee mannen in het glas boven het hoofd van de koningin. Zij leunen op het muurtje en bezien het tafereel. Zo kun je toeschouwer zijn van de Bijbelverhalen, van de Hoofdpersoon daarvan: Jezus Christus, waarbij je op afstand blijft. Of word je aanschouwer, zoals de koningin? Word je aanbidder zoals de abdis? Komen wij, net als die koningin, in beweging naar Hem? Of blijven we passief? Komen we naar Zijn huis waar Zijn Woord opengaat, waar Zijn bevrijdende Evangelie klinkt? Zoeken we Hem, net als die abdis op het glas, in ons gebed, en blijven we Hem vertrouwen?
Leggen we net als de koningin ons hart bij Hem open? Zijn we net als zij diep onder de indruk: ‘De helft was mij niet aangezegd.’ Of zoals Paulus schrijft: ‘Wat geen oog heeft gezien en wat geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, dát heeft God bereid voor wie Hem liefhebben.’ Ja, dat ontdek je alleen op de weg van geloof en gehoorzaamheid. Door te gaan, door te springen in zijn armen.

Uiteindelijk gaat de koningin weer terug naar haar land, terug naar haar verantwoordelijkheden. Als we Jezus leren kennen, gaan we niet zweven, maar we komen ánders terug in ons dagelijks leven. Als verzoende mensen, als koningskinderen, als mensen die leven vanuit een geheim, het midden van zijn kruis en opstanding. Op weg naar zijn toekomst, het land van louter licht, waar het paaslicht in het glas al een voorafschaduwing van is. Amen

orgelspel     The Arrival of the Queen of Sheba van G.F. Händel

zingen (als geloofsbelijdenis) Hemelhoog 479 ‘Heer, U bent mijn leven’

dienst der gebeden  deze wordt afgewisseld met het tweevoudig zingen van Kyrie, Kyrie, eleison (Kyrie 1 uit Taizé) 

inzameling van de gaven           in twee rondgangen nu. Eerste voor diaconie. Tweede voor pastoraat en eredienst.

zingen         Evangelische Liedbundel 161:1,3 ‘Komt, laat ons vrolijk zingen’

zegen