orgelspel 

welkom en mededelingen 

zingen                       Gezang 242:1,7

stil gebed

votum en groet

aanvangstekst        (Jezus zei:) ‘De wind waait waarheen hij wil; je hoort zijn geluid, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met iedereen die uit de Geest geboren is.’ (Johannes 3:8)

zingen (met combo)         De wind steekt op van Sela

lezing van het gebod des Heren           vanuit Galaten 5

zingen           Psalm 143:9

gebed om de verlichting met de Heilige Geest

zingen (met combo)         Hemelhoog 231 Ik moest weggaan van Elly en Rikkert

kindermoment

Dit keer heb ik een schrift meegenomen. Daar wil ik iets in tekenen. Let op…

Wat is dit? Een hart met een pijl er doorheen. Wanneer teken je nou zo’n hart? Als je verliefd ben. Ben ik dat? Ja, op wie? Op mijn vrouw. Zij heet Mirjam. Zelf heet ik Kees. Dus dan zet ik hier een K en daar een M. Dat betekent dat ik niet alleen verliefd op haar ben en blijf, maar ook van haar hou.
Ik dacht: dat lijkt wel een beetje op de Heilige Geest. Maar daarvoor ga ik eerst weer een hart tekenen.

De Heilige Geest is die pijl, door ons hart heen. Die wil ons vertellen en laten zien dat er Iemand van ons houdt. Wie zou dat zijn? Wie houdt er van ons? Jezus. Daarom zet ik onderaan een J neer, van Jezus. En bovenaan een paar puntjes, want daar mag je je eigen naam invullen. Als je de Bijbel leest, wil de Heilige Geest je duidelijk maken: dit is niet zomaar een boek, niet zomaar een verhaal, maar eigenlijk een liefdesbrief van God voor jou. Als je in de kerk bent en straks naar de kindernevendienst gaat, is dat niet zomaar een boel mensen en kinderen bij elkaar, die wat zingen, ergens naar luisteren, het goed met elkaar hebben, nee: dan ontmoeten we de Here God, de hemelse Vader, Zijn Zoon de Here Jezus, en mogen we ontdekken dat Hij van ons houdt en dat wij van Hem mogen houden. Dat verzinnen we niet zelf, nee dat maakt de Heilige Geest ons duidelijk. Hij is als die pijl door het hart. Een goede kindernevendienst en tot straks.

inleiding schriftlezing

Toen ik 18 was hield onze dominee een preek met als thema ‘Pinksterfeest is Christusfeest’. Ik weet nog dat Mirjam en ik elkaar aankeken toen de dominee zijn thema noemde en we onze  wenkbrauwen fronsten. In de kerkdiensten toen ging het niet veel over de Heilige Geest, tenminste niet over de vrucht van de Geest, de gaven van de Geest, de vervulling en de doop met de Heilige Geest. Nee, dat alles was naar ons gevoel echt een vergeten hoofdstuk. En nota bene op het Pinksterfeest – toch hét feest van de Heilige Geest – ging die dominee het weer hebben over het bekende verhaal: Pinksterfeest is Christusfeest. Een gemiste kans, vonden wij…

Of was het juist raak, maar zagen we het niet, wilden we het niet zien? Ik bedoel: Pinksteren is zeker het feest van de Geest. Maar waar gaat het die Heilige Geest nu om? Niet om zichzelf. Het gaat Hem om de Here Jezus. In die zin vind ik het ook altijd veelzeggend dat midden op het terrein van Opwekking in Biddinghuizen een groot houten kruis staat. Daarop, op Christus, moet de aandacht zijn. Hem wil de Heilige Geest eren. Als een schijnwerper wil Hij Jezus in het volle licht zetten. Zijn woorden wil Hij doorgeven, vertolken, bij ons te binnen brengen. En als Hij dan komt, uitgestort wordt op het Pinksterfeest, dan zijn er natuurlijk eerst  die tekenen van wind, vuur en dat talenwonder. Maar dat vraagt wel om uitleg, om betekenisgeving. En die geeft Petrus. Hij stapt naar voren en houdt een toespraak, een preek, zijn eerste preek. En over wie gaat die preek met name? Over Jezus! Over die preek van Petrus en de reacties daarop gaan we nu ook lezen…

schriftlezing   Handelingen 2: 22-42

zingen           Gezang 250:1,2,4 

tekstlezing    ‘Als ze dit horen, zijn ze tot in het hart getroffen’ (Handelingen 2:37a uit de Naardense Bijbel)

verkondiging           Thema: Raak!

Gemeente van Jezus Christus,

Tja, die preek van Petrus. Ik las ergens: ‘Eigenlijk was het helemaal niet zo’n bijzondere preek, die eerste preek van Petrus… echt een beginnerspreek met veel Bijbelteksten en een warm getuigenis van Jezus. Meer niet! Maar deze preek is vol van de Geest en schokt mensen diep!’
De hoorders worden er in ieder geval door getroffen, in het hart. Het is raak! En dat is helemaal niet vanzelfsprekend. Want het is, zoals gezegd, een schokkende preek, een confronterende preek ook. Die vooral over Jezus gaat. Petrus schetst kort Jezus’ rondgang op aarde. Hoe Hij door God was aangewezen, wonderen had gedaan, maar dat Hij desondanks gekruisigd was, geëxecuteerd dus als een misdadiger, maar dat Hij daarna door God was opgewekt uit de dood en uiteindelijk opgenomen in de hemel. En dat was al in de Bijbel voorzegd. Dat Jezus zou opstaan en naar de hemel zou gaan, als blijk dat God Hem rechtgedaan heeft; daar ging het al over in de Psalmen bijvoorbeeld, – Petrus citeert de bewuste teksten – m.a.w. als je die woorden uit de Bijbel goed begrepen had, dan had je het kunnen weten. Maar dat hebben jullie dus niet gedaan. Sterker nog: je hebt je aan Gods eigen Zoon vergrepen, jullie hebben Hem als een misdadiger geëxecuteerd. Jullie hebben Hem uit de weg geruimd, het mooiste wat hier ooit op aarde was, Gods eigen Zoon!

Tja, het lijkt intussen wel een rechtbank, waarbij de hoorders in de beklaagdenbank terechtgekomen zijn. En het oordeel luidt: schuldig!
Het zal je maar gebeuren. Je dacht: ‘Zo’n timmermanszoon uit Nazaret, die het blijkbaar naar het hoofd gestegen is. Sterker nog, die zich schuldig maakt aan godslastering, aan blasfemie, die namelijk beweert Gods eigen Zoon te zijn, de Messias, terwijl Hij toch allesbehalve een Verlosser is. Hij doet namelijk niets aan die gehate bezetter, aan de Romeinen. Hij laat zich eenvoudig gevangen zetten, als een weerloos schaap naar de slachtbank leiden. Dus: weg ermee! Ze hadden hard staan roepen: ‘Kruisig Hem! Kruisig Hem!’
En daarna waren ze overgegaan tot de orde van de dag. Ach, er gingen wel wat geruchten dat Hij zou zijn opgestaan, dat het graf leeg zou zijn, maar blijkbaar hadden zijn volgelingen zijn lichaam weggenomen en deze fantasie verspreid. Nee, nu weer graag de normale gang van zaken. Oftewel het Pinksterfeest, het Joodse Wekenfeest. En je daarin mee laten voeren in die uitbundige sfeer van dankbaarheid en blijdschap om de nieuwe oogst.
Maar midden op dat feest krijgen ze dus die preek van Petrus die hun feestvreugde ruw verstoort en die hen in feite neerzet als Godsmoordenaars.

Die boodschap raakt hen. Onze tekst zegt: ‘Ze worden tot in het hart getroffen.’ Dus in de kern van hun bestaan, in de roos. Het Griekse woord dat hier gebruikt wordt, betekent letterlijk ‘doorboord, doorstoken worden.’ Die confronterende preek van Petrus dringt diep door. Zo zeer, dat het pijn doet, verdrietig maakt, een groot berouw opwekt.
Ja gemeente, dat doet de Geest, ons treffen, ons raken, als een pijl in het hart. En dat kan ook pijn doen, verdrietig maken, berouw opwekken. Zo’n uitwerking heeft die eerste pinksterpreek. Ook bij ons? Bij u, en jou, en mij?

‘Nou, eerlijk gezegd vind ik het maar een sombere pinksterpreek vanmorgen. Pinksteren is toch een blij feest?! Niet voor niets wordt toch juist op dit feest een grote conferentie in de Flevopolder gehouden, onder de naam ‘Opwekking’? Het ging er al even over. Nou, vanmorgen vind ik het hier weinig opgewekt…’

O ja, we hebben vanmorgen al de nodige blijde liederen gezongen. Terecht. Blijdschap is een vrucht van de Geest. Dankbaarheid en vreugde zijn onlosmakelijk met Pinksteren verbonden. Als we maar niet vergeten, dat het wel de vreugde en de dankbaarheid van een drenkeling betreft, bij wijze van spreken, een drenkeling die net uit het water gevist is, terwijl hij dreigde te verdrinken. Dan sta je ook nog te trillen op je benen. Die onderlaag heeft de blijdschap van Pinksteren wel. Anders gezegd: het is wel nodig te beseffen waarvan we gered worden, wat onze uitgangssituatie is.

‘Je hebt het nu wel over ‘wij’ en ‘ons’, maar laten we wel wezen: wij zijn toch die Joden niet, tegen wie Petrus het woord richt, die hij in de beklaagdenbank zet?! Zij hadden Jezus laten kruisigen. Hem als oud vuil opgeruimd. Ja, als je daar bij wordt bepaald, dan slaat de schrik je om het hart, allicht. Dan is er verdriet, en pijn. Maar onze situatie is toch heel anders?’

Maar wat dichtte Jacobus Revius ooit? ‘’t En zijn de Joden niet, Heer Jesu, die U kruisten… Ik ben ’t o Heer, ik ben ’t die U dit heb gedaan.’ Oftewel: door mijn schuld, vanwege mijn zonden, ging Hij aan het kruis. Het gaat vanmorgen dus ook over mij, en over u en over jou. Over onze verhouding tot Jezus. Zijn Geest wil ook ons daarin raken, ons treffen in het hart. Misschien dat het nog wat dichterbij komt, door die andere benaming die Petrus voor zijn toehoorders heeft, in vers 40 (en ik citeer nu maar even uit de NBG-vertaling:) ‘Laat u behouden uit dit verkeerde geslacht.’ Wat is dat verkeerde geslacht? Dat zijn dus de Joodse tijdgenoten van Jezus, die het verkeerd hadden. Die de woorden van God heel goed kenden, en toch niet door hadden dat dit woord vol is van Jezus Christus, in Hem tot zijn doel komt. Dat doel misten ze faliekant. Ze vierden het Pascha, maar gingen voorbij aan het Paaslam dat Jezus is. Ze dachten God een dienst te bewijzen door Jezus wegens godslastering te veroordelen en te doden, maar zo lasterden ze zelf God, werkten ze Gods liefste geschenk uit de weg. Verkeerder kan niet!
En dat kan ons ook gebeuren… Met je mond ben je christen, ken je de Bijbel van Genesis tot Openbaring, zing je uit volle borst mee in de kerk, maar uit je daden blijkt iets heel anders… In naam ben je christen, maar in de praktijk volg je je eigen spoor: hoe kom ik het meest aan mijn trekken? Of je zegt heel makkelijk dat je ook maar een mens bent, niet volmaakt – fouten maken we immers allemaal – maar het is een vrijbrief om niet tegen die zonde te strijden, om het maar te laten gebeuren. Of juist andersom het goede niet te doen, te zwijgen waar je had moeten spreken, apathisch te blijven waar je had moeten handelen. Kortom: hoe vaak is het ook bij ons niet hartstikke mis? Dus die benaming ‘verkeerd geslacht’ raakt ook ons. Of niet?

De Heilige Geest draait er niet omheen, maar legt het vlijmscherp bloot, raakt ons precies op die plek, die concrete zonde, die schuld. Het is niet zo, dat als we de Here Jezus Christus kennen en in Hem geloven, dat dit dan een gepasseerd station is. Nee, die pijlen blijft Hij afschieten, want we blijven kiezen voor die verkeerde gedachten, woorden en daden, we blijven ons doel missen, Gods doel.
Laten we er niet voor weglopen, maar het eerlijk erkennen, net als die mensen die die eerste Pinksterpreek hoorden en er diep door getroffen werden. Kijk, door een preek geraakt worden, is één, maar dan kun je er nog verschillende kanten mee op. Die hoorders bij Petrus zoeken een uitweg, een reddingsboei zeg maar: ‘Wat moeten we doen, broeders?’

Ik vind dit zo ontroerend, gemeente. Dat ‘broeders’ veronderstelt een band, herkenbaarheid.
En zo reageert Petrus ook. Als een echte broeder. Als iemand die dit ook van binnenuit kent. Want hoe had hij het ook niet helemaal mis gehad, was hij hartstikke verkeerd geweest, toen hij zijn eigen Heer tot drie keer toe verloochend had: ‘ik ken Hem niet.’ Maar Jezus had hem toen ook getroffen, recht in het hart, toen hij Petrus in de ogen keek, direct na die drievoudige verloochening. Een diep besef van berouw had Petrus doen wegvluchten.
Maar weet je, die pijl in het hart, is geen martelwerktuig. De Heilige Geest legt onze zonden en onze schuld niet bloot, om ons te kwellen, om ons te laten stikken in schuld- en schaamtegevoelens. Nee, het is een pijl van liefde – denk nog maar aan het kindermoment – een pijl die ons bij Jezus wil brengen. Dat was met Petrus gebeurd. Na zijn opstanding had Jezus Petrus opgezocht en hem drie keer gevraagd: ‘Petrus, heb je me lief?’ En opnieuw die pijl, opnieuw dat berouw, die tranen. Maar toen: de hereniging, de vergeving, de nieuwe start.

En nu, op het Pinksterfeest, zegt diezelfde Petrus tegen zijn verslagen hoorders, ook tegen ons: ‘Dat is er ook voor jullie. Bekeer je. Keer je om. Niet meer met je rug naar Jezus toe, maar kijk Hem in de ogen, en ontdek hetzelfde als ik: genade, vergeving, een nieuw begin. Omhels Hem in geloof, vertrouw je aan Hem toe.’
Of zoals in het veertigste vers staat: ‘Laat je redden uit dit verdorven mensengeslacht.’ Laat je redden. Er staat hier een passieve vorm. Je kunt jezelf namelijk niet redden. Daarvoor is het echt te veel mis in je leven. Je moet gered worden. Dat doet God, door Jezus Christus, via Zijn Geest, die je aan Hem verbindt. Maar laat je wel redden. Laat het gebeuren. Blijf niet lopen met die pijl in je hart, met dat berouw over al die missers. Maar laat je ervan verlossen door Christus: vergeven, verzoend, vernieuwd. En zie aan Petrus dat het kan. Dat die redding dus mogelijk is. Dat er geen zonde, geen schuld is, die God niet kan opruimen. Dat er geen leven is, dat zo stuk ligt, dat God niet kan helen. Toen en nu.

Ja, over nu gesproken. Misschien is het u opgevallen, maar in de vertaling van de Naardense Bijbel staat het in de tegenwoordige tijd: ‘Als ze dit horen, zijn ze tot in het hart getroffen’. Ja, die hele vertaling is consequent in de tegenwoordige tijd. Ik vind dat zo mooi. Zo word je er echt gelijktijdig mee, zoals Kierkegaard dat ooit noemde. De Bijbel is niet iets van vroeger, nee die gaat over nu, over jou, over u, over ons. Ook Pinksteren, en die eerste pinksterpreek, die preek over Jezus, die pijl van de Geest. Ze zijn blijvend actueel. Inge Lievaart maakte ooit een gedicht ‘Blijvend Pinksteren’:

Nog altijd wordt Gods roep verstaan,
het Woord gehoord dat op doet staan,
doet keren uit de dood vandaan.

Nog altijd. Blijvend Pinksteren. Niet alleen op Eerste en Tweede Pinksterdag. Nee, dat kan elke dag. Waar dat woord klinkt, als we het lezen in onze eigen Bijbel, als het verkondigd wordt in de kerk, als we het overwegen, als we zingen, als het in praktijk wordt gebracht. Nog altijd kun je er door getroffen worden. Midden in de roos. Raak.
Om het vervolgens ook door te geven. Net als Petrus en z’n medediscipelen deden.

Is het u wel eens opgevallen dat Pinksterfeest het enige christelijke feest is, waar de engelen niet genoemd worden? Bij Kerst zijn ze er, in grote getale. Bij Pasen ook, en bij Hemelvaart. Maar bij Pinksteren niet. Daar ontbreken de engelen. Waarom? Omdat nu de mensen gaan getuigen van Gods grote daden, van Jezus de Heer. Door de Geest vervuld, kunnen ze dat, worden ze daartoe opgeroepen. U, jij en ik. Blijvend Pinksteren.

Zo’n getuigenis zal nu klinken, van Miep van Leeuwen, als slot van de preek. Een getuigenis over hoe zij geraakt is door de Geest, door de liefde van Jezus en deze ook heeft mogen doorgeven in Sierra Leone. En nu weer in Nederland. Vanmorgen, in ons midden. Miep…

getuigenis van Miep van Leeuwen         afgesloten met a capella zingen van Goodness of God door haar

toespraak van Alice de Wit, lid van de Thuisfrontcommissie van Miep van Leeuwen

zingen (staande)    Evangelische Liedbundel 501 Vrede van God

dankgebed en voorbeden         

inzameling van de gaven 

zingen           Gezang 477:1  Geest van hierboven

zegen            

orgelspel