orgelspel

welkom en mededelingen  

zingen          Psalm 68:9

stil gebed 

openingstekst         ‘Jeruzalem zal zijn hoogverheven plaats behouden. Van de Benjaminpoort aan de oude poort, de Hoekpoort, en van de Chananeltoren, zal de stad bewoond zijn. Jeruzalem zal weer een veilige woonplaats zijn, want er zal nooit meer vernietiging over worden afgeroepen.’ (Zacharia 14:10-11)

zingen                       Hemelhoog 522:1,3 ‘Dit is een huis om de Heer te ontmoeten’

voortzetting Heilig Avondmaal  

lezen/zingen aan tafel       Openbaring 21:1-8/Hemelhoog 522:4 ‘Eenmaal, o God, bent U alles in allen’

gebed om de verlichting met de Heilige Geest

schriftlezing               Openbaring 21:9-27

zingen                 Psalm 87:1,2 

verkondiging

Gemeente van Jezus Christus,

In 1988 waren Mirjam en ik, samen met haar ouders, voor het eerst in Israël. We verbleven in een huis in Jeruzalem. Dat is toch anders dan in een hotel. Al de eerste avond kwam er een buurmeisje vragen of ze ons een rondritje door nachtelijk Jeruzalem konden aanbieden. Zo aardig. Zo gastvrij. Zo mooi was dat.
Trouwens, ook bij daglicht keken we onze ogen uit in deze stad. Vooral de oude stad fascineerde ons, zoals het Joodse deel daarvan: de combinatie van de oude gebouwen en nieuwbouw was zo mooi gedaan, omdat dezelfde kleur steen was gebruikt.
Maar we ontdekten ook de andere kant. Bijvoorbeeld toen we in de grafkerk waren. Deze kerk wordt beheerd door vier verschillende christelijke denominaties. Ze kunnen elkaar amper luchten of zien. Iedere morgen moet een moslim de sleutel van de kerk aan één van hen geven, anders zouden ze ook daarover ruzie krijgen. Vlak bij de Tempelberg en de Klaagmuur zagen we een zwartgeblakerde plek op straat: restant van een mislukte aanslag. We moesten eerst door controlepoortjes heen. Veelzeggend. Even buiten de stad ligt Yad Vashem, het indrukwekkende Holocaustmuseum, voor de 6 miljoen Joden die in de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord.
Jeruzalem, Jeroesjalajim, oftewel ‘stad van de vrede’. Nou… er is ook veel onvrede, geweld, verdeeldheid.

Ook ten tijde van Johannes was dat zo. Na de opstand van de Joden tegen de Romeinen hadden dezen met grof geweld orde op zaken gesteld. De tempel was verwoest. De kostbaarheden daaruit waren in triomftocht Rome binnengebracht. Jeruzalem, de stad van de vrede, was in het hart getroffen. Zoals dat nog vele malen in de geschiedenis gebeuren zou. Wat heeft deze stad, met haar inwoners, niet veel te verduren gehad.

Maar er is nog een ander Jeruzalem. En dat krijgt Johannes te zien. In een visioen. Een engel toont hem dat. Nee, het is niet door mensen gemaakt. Het daalt namelijk uit de hemel neer. Het komt bij God vandaan. Het is het nieuwe Jeruzalem.
In ons tekstgedeelte wordt het in allerlei toonaarden bezongen, in allerlei kleuren geschilderd. Werkelijk fantastisch.
Nou, laat ik eerlijk zijn: als jongere vond ik die gouden straten en die paarlen poorten van dat nieuwe Jeruzalem eigenlijk een beetje té. Ook helemaal niet zo aanlokkelijk. Gouden straten… Poorten van parels. Mmm. Zo massief. Zo kitscherig. Vond ik.
Totdat… ik beter las, nauwkeuriger ook. Met dat massieve blijkt het erg mee te vallen. Die gouden straten zijn namelijk doorzichtig. Ze zijn als glas. De hele stad is transparant. Geen dichte wanden, geen gesloten muren.
Over muur gesproken. De stadsmuur eromheen is jaspis, oftewel een soort diamant. Doorschijnend, letterlijke schitterend. En de enorme fundamenten zijn van verschillende edelstenen. Allerlei diepe kleuren dus. Allesbehalve saai of kitscherig.
En in die muur zijn 12 poorten. Die niet gesloten zijn, maar open. Er zijn geen sloten, geen beveiligingscamera’s. Nee, dat is daar allemaal niet nodig. Het is er veilig. Het is er goed. Het is er hemels.

Ja, wij denken vaak dat het doel van ons leven de hemel is. Daar hopen we toch naartoe te gaan. Maar het slotakkoord van Openbaring laat zien dat het andersom is: dat de hemel naar de aarde komt.
Nu lijkt soms wel de hel op aarde. Maar uiteindelijk zal de hemel op aarde komen. Van godswege. Het nieuwe Jeruzalem daalt namelijk uit de hemel neer op aarde. Hemel en aarde worden één. Dat is Gods plan. Dat is zijn doel.

Dat wordt in dat visioen geschetst in beelden uit onze werkelijkheid: een stad, met muren, poorten, fundamenten. Jeruzalem om precies te zijn.  Maar dan wel geschetst in de overtreffende trap. Welke stad is er immers gebouwd, niet uit bakstenen, maar uit edelstenen? En waar is alles zo transparant? Zo open? In het nieuwe Jeruzalem dus, zoals dat hier getekend wordt.
En ook de afmetingen zijn van de overtreffende trap. 12.000 stadiën lang en breed. Dat is omgerekend bijna 2500 kilometer! Zo’n enorme stad vond je toen en vind je nu nergens. Het is in vierkante kilometers net zo groot als de landen om de Middellandse Zee, de toenmalig bekende wereld dus. Oftewel: dat nieuwe Jeruzalem staat voor Gods nieuwe wereld, voor de nieuwe aarde, die dus door de hemel bezocht wordt.
Maar die stad is niet alleen zo lang en breed, maar ook 12.000 stadiën hoog. Een enorme kubus dus. En let op de getallen, die zijn in Openbaring meestal symbolisch. Ook hier. 12 keer 1000, oftewel een getal van hoogste volkomenheid. Het betreft een perfecte kubus dus. Niets is er scheef of krom, te kort of te lang. Alles is volmaakt, in harmonie, in evenwicht.

Maar er speelt hier nog iets mee. Het Heilige der Heilige in de tempel, je weet wel: het allerheiligste deel van de tempel, waar de ark van het verbond stond, dat had ook de afmetingen van een kubus. Maar hier geldt dat dus die hele stad.
Een tempel is daar ook niet. Het nieuwe Jeruzalem heeft geen tempel, want ‘God de Heer, de Almachtige is haar tempel, met het Lam’, wordt er in vers 22 gezegd.
Die tempel is niet meer nodig. De tempel als bemiddeling van het heil, van de verzoening. Met die hele offerdienst. Maar door het ene offer van Christus – dat we vandaag ook gedachten bij het avondmaal – door dat unieke offer waarmee alles volbracht was, daardoor waren er geen offers meer nodig. Maar ook een apart huis van God, kerkdiensten, zijn er in het nieuwe Jeruzalem niet meer nodig. De grens tussen profaan en heilig is weg. Omdat alles vervuld is van Gods heerlijkheid. Daarom heeft die stad de vorm van het Heilige der heilige, een perfecte kubus. Alles is daar heilig.

Als kinderen of jongeren vroeger (misschien nog wel, dat weet ik niet), als ze wel eens zeiden dat ze niet zo’n zin hadden in de kerkdienst, dan werd er nog wel eens gezegd: ‘In de hemel is het altijd zondag en altijd kerk.’ Vervolgens dachten die jongelui dan: Is het in de hemel niet ontzettend saai dan?
Maar dit berust op een misverstand. In het nieuwe Jeruzalem gaan we niet meer naar de kerk. Er zijn geen dominees meer, geen catechisatie, geen kerkdiensten. We hoeven daar immers niet meer opgeladen en toegerust te worden voor de dienst aan God. We hoeven daar niet meer te horen van geloof en bekering, van vergeving en vernieuwing. Nee, dan en daar dienen we God gewoon vanzelf. Alles is er vol van Gods aanwezigheid. Zonder dat het saai is. O nee, C.S. Lewis schreef eens: – en ook dat is een beeld, maar wel een heel mooi en aanstekelijk beeld – ‘Dan beginnen ze aan het boek, waarvan het leven hier nog maar de voorkant en de titelpagina was geweest. En van dat verdere boek zal elk hoofdstuk nog beter zijn dan het vorige.’

Ook de muur rondom heeft afmetingen die getuigen van symboliek: 144 el hoog, oftewel 12 keer 12: weer van die getallen van volheid. En in die muur zijn 12 poorten, die genoemd zijn naar de 12 stammen van Israël. Ja, ook zij krijgen een deel in Gods toekomst. Hij heeft zijn volk niet afgeschreven, integendeel: vergeet het tot in eeuwigheid niet. En de 12 grondstenen van de muur verwijzen weer naar de 12 apostelen, oftewel de grondleggers van het christelijk geloof.
Mooi hè! Alles en iedereen wat meegeholpen heeft, dat ingeschakeld is in Gods grote plan, heeft in dat nieuwe Jeruzalem een plek gekregen. Immers: wat uit liefde voor Jezus gedaan is, houdt zijn waarde.

In die vierkante stadsmuur heeft elke windrichting drie poorten. M.a.w: van alle kanten kunnen mensen Gods stad binnen. Via allerlei wegen. Bij God is zoveel verscheidenheid, én veelkleurigheid. Want elke grondsteen is weer een andere edelsteen. Die apostelen waren stuk voor stuk ook uniek. Gelukkig maar. In Gods kerk en ook in zijn komend koninkrijk is het geen eenheidsworst.

Een ander kenmerk van dat nieuwe Jeruzalem is, dat er geen licht meer nodig is. Geen licht van zon en maan.
Heb je je wel eens afgevraagd waar het licht op de eerste scheppingsdag vandaan kwam, terwijl pas op de vierde dag de zon, de maan en de sterren werden geschapen. Is dat niet het licht dat God zelf is? In ieder geval: Hij hoeft maar te spreken en er is licht.
Nou, zo is het in de herschepping in de overtreffende trap. Want dan zijn de zon en de maan echt niet nodig: God zelf verlicht het nieuwe Jeruzalem. Zijn heerlijkheid doorschijnt die hele transparante stad. En Christus zelf is het Licht.

Waarom zou je naar het hiernamaals verlangen? Als een soort geestelijk luilekkerland, met eerbied gezegd? Of om je geliefden terug te zien? Ach, dat laatste zou goed kunnen, maar is dat het allerbelangrijkste van de hemel? Van het nieuwe Jeruzalem? Nee, Openbaring is er – in lijn met de hele Bijbel – klip en klaar over: het centrum is Christus, het Lam op de troon. Dat is God die alles nieuw maakt en Die bij ons zal wonen. Als het ons niet om Hem gaat, wat hebben we daar dan te zoeken?
Vandaar dat er ook tot twee keer klinkt, wie er níet in dat nieuwe Jeruzalem zullen zijn. Vers 8: ‘Die laf en trouweloos zijn geweest.’ Die dus het geloof hebben opgegeven. Die Christus niet hebben liefgehad en zijn liefde niet hebben doorgegeven. Vers 27: ‘Die zich met leugens hebben ingelaten’. Christus is immers de Waarheid. Als je Hem hier niet nodig hebt, dan zal Hij die keuze respecteren en is zijn nieuwe wereld ook niet voor jou. Of zoals Tom Wright schrijft: ‘In de nieuwe schepping is er geen ruimte voor ontschepping.’
Maar als je in het boek des Levens staat, en we hoorden de vorige keer dat dat een open boek is, waar je door het geloof in de Here Jezus Christus bijgeschreven wordt. Ja, dat is pure genade. Dat heb je vandaag toch weer gevierd in het Heilig Avondmaal? Dat zijn offer je een volkomen verzoening en vernieuwing schenkt!

Naast dat onmisbare, hele persoonlijke aspect, gaat het in dit gedeelte ook over de koningen en de volken. Vers 24 vermeldt dat zij hun eerbewijzen in het nieuwe Jeruzalem zullen binnenbrengen. Hoe bijzonder is dat als je bedenkt dat tot dusverre in Openbaring de koningen en de volken een hele negatieve rol speelden. Ze spanden samen met het Beest en z’n valse profeet. Ze vervolgden de gemeente van Christus. Ze voerden oorlog tegen Christus en zijn rijk.
Maar dat is voorbij. De profetieën uit het Oude Testament, dat de koningen en de volken hun geschenken zullen geven aan de Messias, worden hier vervuld. Letterlijk heten die geschenken hier ‘glorie en eer’, dat ze het nieuwe Jeruzalem zullen binnenbrengen.
Intrigerend is dat, gemeente. De glorie en eer van deze aarde, oftewel het mooie, het goede, het schone, dat alles wordt niet vernietigd, maar binnengebracht in Gods koninkrijk. Mag je daarbij ook denken aan prachtige kunst, van Bach, van Rembrandt, van Dante, van Jacqueline v.d. Waals, van Johnny Cash bijvoorbeeld, die hier op aarde al zo God heeft verheerlijkt? Of gaat het ook om andere mooie en goede dingen van de cultuur en de wetenschap? Ach, je kunt er over speculeren, maar blijkbaar mag het eervolle van hier daar een plek krijgen, ook omdat het gezuiverd en gelouterd is door God zelf. Ik laat me in dat opzicht straks graag verrassen. U niet?

Gods schepping wordt niet vernietigd. Ze wordt vernieuwd. Een extra reden om dus heel zuinig met de aarde om te gaan, met het milieu en het klimaat, met medemensen en andere levende wezens.
Uiteindelijk zullen hemel en aarde vernieuwd worden, getransformeerd.
Wim Rietkerk vergelijkt dat met meerdere dimensies die onze huidige driedimensionale werkelijkheid zullen omsluiten. Dan hoef je je ook niet druk te maken hoe dat nu moet met al die miljarden medemensen, nu en ook voor ons, en met die niet al te grote aarde. Dat is gedacht in onze dimensies nu, maar God zal daar echt wel raad mee weten in zijn herschepping.

Dat geeft ons ook hoop en moed voor hier en nu. Hoe hopeloos het soms lijkt. Hoe moedeloos je je kunt voelen. God laat zijn schepping niet los. Hij zal haar transformeren, vervolmaken.
En als het goed is, zal dat aan ons te merken zijn. Dat wij burgers van dat nieuwe Jeruzalem zijn. Dus dan hebben wij ook al iets van die transparantie. Dan bouwen we toch geen extra muren op. Dan sluiten we ons toch niet op in ons eigen gelijk. Dan is ons leven ook open, net als die open poorten in dat nieuwe Jeruzalem. Dan zijn we toegankelijk en gastvrij. Persoonlijk, en als kerk.
Dan leven we als mensen die weten dat het beste nog komt. In dat nieuwe Jeruzalem. Ja, dat geeft ons, juist op deze Israëlzondag, ook hoop voor het huidige Jeruzalem:

Jeruzalem, stad van de vrede,
stad van het rijk dat komen zal,
waarin geen strijd meer wordt gestreden,
geen kind van oorlog dromen zal,
waarin het leed is overleden,
de zomer zingend wonen zal.

Jeruzalem, stad van de vrede,
stad die de eeuwen heeft verduurd,
waarin geklaagd wordt en gebeden:
Heer, toon dat Gij uw stad bestuurt
en houd ook na de dag van heden
uw land als met uw hand ommuurd!

Jeruzalem, stad van de vrede,
stad voor de volken zonder tal,
eens komt de hemel naar beneden,
verschijnt de Vorst die berg en dal
met lof en liefde zal bekleden,
met heil uw pleinen tooien zal.

Jeruzalem, stad van de vrede,
stad die zo hoog op Sion ligt,
vrees niet, wanneer in duizend steden
het vuur van haat zich op u richt,
want in dat uur zal binnentreden:
sjaloom – het messiaanse licht!

Amen

zingen                 Lied 737:1,5-9,21 ‘Jeruzalem, mijn vaderstad’

dankgebed en voorbeden

inzameling van de gaven 

slotlied          Hemelhoog 723 ‘Hef je hoofd omhoog’

zegen

orgelspel     ‘Lichstad met uw paarlen poorten’