orgelspel

welkom en mededelingen 

zingen           Lied 154b:1,7,8 ‘Heel de schepping, prijs de Heer’

stil gebed 

votum en groet

openingstekst        ‘… van de moederschoot af door Mij gedragen, door Mij gekoesterd vanaf de geboorte: Tot in je ouderdom blijf Ik dezelfde, tot in je grijsheid zal Ik je steunen. (Jesaja  46:3b,4a).

zingen           Hemelhoog 707 ‘Met open armen’

lezing gebod     uit Jakobus 1

zingen           Lied 837:1,2 ‘Iedereen zoekt U, jong of oud’

gebed om verlichting met de Heilige Geest 

zingen (met combo)         Hemelhoog 705 ‘Kinderen van de Vader’

kindermoment      we kijken naar een filmpje over het ganzenbordspel tussen tieners en ouderen

schriftlezing 1         Psalm 71:1-8; 14-18 door mevr. Riet Olivier-Heijmenberg

zingen           Psalm 71:4,5 

schriftlezing 2         1 Timoteüs 5:1-8 door Saar de Jong 

zingen           Psalm 71:9,10

verkondiging  Thema: Jong en oud – iedereen is nodig!

Gemeente van Jezus Christus,

Dat was een bijzondere avond toen ik, samen met twee meiden van de jeugdclub Stepping Stones, op bezoek was bij een oudere dame van onze gemeente. We waren daar om met elkaar dat bijzondere ganzenbord te spelen.
Eén van de vragen was: ‘Wat is je lievelingslied? En waarom?’ Eén van de meiden antwoordde: Tienduizend redenen. Ze vertelde dat ze dat toen haar oma een hersenbloeding had gekregen vaak voor en met haar gezongen had. Ontroerend. Nog steeds als ze het zingt, moet ze daaraan denken.
De oudere dame vertelde dat haar lievelingslied Groot is uw trouw, o Heer is. Dat zat in haar hoofd en niet te vergeten in haar hart.
Ze had veel meegemaakt. Al vele jaren was ze weduwe. Haar man had lange tijd in coma gelegen voordat hij gestorven was. ‘Dat was een vreselijke tijd’, zei ze. Maar hier zat geen sombere, verbitterde vrouw. O nee, ze was vriendelijk en gastvrij. Ze genoot van het bezoek van de meiden, van het spel, van de vragen, waar ze heel open op antwoordde …

‘Groot is uw trouw, o Heer.’ ‘Tienduizend redenen tot dankbaarheid’. Die liederen sluiten eigenlijk heel goed aan bij de Psalm die we vanmorgen gelezen hebben. In vers 15 zegt de psalmist: ‘Mijn mond verhaalt van uw reddende daden, dag aan dag, hun aantal kan ik niet tellen.’ Oftewel: tienduizend redenen tot dankbaarheid.
De psalm is gemaakt door een ouder iemand. Hij vermeldt dat ook expliciet in vers 18: ‘Nu ik oud en grijs ben.’
Nu valt dat niet mee. In de Psalm gaat het over tegenstanders. Er wordt op hem geloerd en over hem geroddeld. Hij voelt zich allesbehalve veilig.
Ja, niet voor niets luidt een bekend gezegde: ‘Oud worden willen we allemaal, maar oud zijn is nog iets anders.’ De beperkingen die dan onherroepelijk komen, qua zicht, qua gehoor, qua mobiliteit. De geest die minder scherp wordt, zelfs steeds verwarder kan worden. De kring om je heen die steeds kleiner wordt. De onzekerheid. De zorgen.
En toch laat de psalmist zich er niet door verlammen. Hij gaat niet bij de pakken neerzitten. Nee, hij heeft een remedie: terugkijken in zijn leven, en dan met name naar Gods trouw daar en toen, Gods aanwezigheid.
En dan gaat hij zelfs helemaal terug, naar het prilste begin, toen hij nog een klompje cellen was in de baarmoeder, vers 6: ‘Al in de moederschoot was U het die mij droeg.’

Misschien heb jij thuis in je fotoalbum nog wel een foto van een echo zitten, toen je nog piepklein was. Die echo werd toen gemaakt om te kijken of alles goed was. En kijk nu eens naar jezelf: tot wie je uitgegroeid bent: een prachtig mensenkind. Nou, dat heeft alles te maken met je Schepper, met je Vader in de hemel. Toen jij nog piepklein was, was Hij er al voor je, en Hij heeft je gedragen en geleid.
Of zoals de Psalmist het uitzingt, vers 5: ‘U bent mijn enige hoop, HEER, mijn God, van jongs af vertrouw ik op U.’
Als de Here God er vanaf het prilste begin voor hem was, en bij Hem gebleven is, dan zal Hij er nu ook zijn. En in de toekomst. Ook als deze onzeker en angstig is, nu hij oud geworden is en er van alles dreigt.
Dat wil niet zeggen dat hij een onbekommerd leventje zal leiden. O nee, dat ervaart hij nu al: het is moeilijk, het is zwaar. Maar toch weet hij: God is mijn rots. Als alles staat te wankelen, God is vast en zeker. Bij Hem kan ik schuilen. Hij zal uitkomst geven.
En daarvan wil hij ook niet zwijgen. Nee, dat vertelt hij. Juist ook aan de jongere generatie, aan elk nieuw kind.

Beste ouderen, hoort de jongere generatie dat van u? Uw kinderen, kleinkinderen en misschien ook wel achterkleinkinderen? Of de kinderen uit de buurt? Horen ze u vertellen over die rode draad van Gods trouw in uw leven? Merken ze aan u dat u zich gedragen weet door God, dat Hij uw rots is, uw schuilplaats? Dat geloven in Jezus Christus echt verschil maakt? Misschien dat we ons daarin ook een beetje moeten oefenen. Juist hier in de gemeente. Rond de kerkdienst. Bij het koffiedrinken na de dienst. Op de kringen. De clubs. De catechisaties. Thuis aan tafel. Bij elkaar op de koffie. Enz., enz.
Ik moest denken aan de rapper Typhoon die een paar jaar geleden tafelheer was bij De Wereld Draait Door. Het was in het begin van de coronatijd. Een hectische, onzekere en bange tijd. Maar hij en zijn vrouw hadden besloten om aan het eind van elke dag elkaar de vraag te stellen: ‘Noem drie dingen waar je voor vandaag dankbaar voor bent.’ Dankbaarheid als medicijn tegen bezorgdheid, tegen verbittering, tegen polarisatie.
Wat zou het mooi zijn om dat van elkaar te horen, waar we dankbaar voor zijn. Er wordt namelijk zoveel gemopperd, zoveel geklaagd, zoveel gemeut, als ik het zeggen mag. Buiten de kerk, maar ook daarbinnen. Als we ons daar nu ook eens van bekeren en van elkaar horen waar we de Here God dankbaar voor zijn.
Over oefenen gesproken. We nemen even de tijd om dat nu met elkaar te delen. En dan niet met degene die naast u zit, maar die voor of achter u zit, voor of achter jou. Die eenvoudige vraag van Typhoon en zijn vrouw: ‘Noem drie dingen waar je God dankbaar voor bent.’ En als het lukt, zou het mooi zijn als daarin ook verschillende generaties het van elkaar horen.

(…)

Hoeveel redenen tot dankbaarheid zullen er nu bij elkaar gegeven zijn?

Terug naar dat ganzenbordspel. Het mooie daarvan was dat het echt wederzijds was. Niet alleen de ouderen vertelden over hun geloof, hun leven met God, over de steun die dat hun geeft, maar ook de jongeren deden dat. Het was een wisselwerking.
Dat vind je ook in dat tweede bijbelgedeelte dat we vanmorgen lazen, uit 1 Timoteüs 5.
Timoteüs was een medewerker van Paulus, en nog best jong. En nu moest hij de gemeente gaan leiden. Waar ook ouderen zijn. Zouden zij hem accepteren? Zo’n broekie? Paulus schrijft dan aan hem: ‘Ga niet tekeer tegen een oude man. Als je hem vermaant, beschouw hem dan als vader. En jonge mannen als broers. Jonge vrouwen als zussen en oudere vrouwen als moeder.’

Mooi vind ik die terminologie die Paulus gebruikt. De gemeente als gezin zeg maar. Waar we aan elkaar gegeven zijn  – ik bedoel: je vader en moeder, broers en zussen, die kies je niet uit. Die krijg je. En zij jou. Zo is het met de andere mensen in de kerk ook. Die zijn er. Die zijn aan jou gegeven. En jij aan hen. Omdat we allemaal bij diezelfde Heer horen, in diezelfde Heer geloven, zijn we broers en zussen. En oudere gemeenteleden mag je als vader of moeder beschouwen. Niet letterlijk natuurlijk, maar het zegt iets over de bijzondere band.
En in een gezin, in een familie, zorg je voor elkaar. Juist ook als de ander – een vader of moeder, een oom of tante die alleen is – als die ouder wordt. Dan help je toch? Attent en concreet. Ik zie als dominee hierbij genoeg mooie dingen gebeuren: hoe mensen er voor elkaar zijn. Dat kan me echt raken.

Dat geldt ook binnen de gemeente. De vrouw waar we met dat ganzenbord waren zei: ‘Komen jullie nog een keer?’ Er was op die avond toch iets gegroeid. Mooi, als dat verder uit kan groeien. Door op bezoek te gaan. Door een boodschap te doen voor iemand die ouder is. Een klus. Of juist een spelletje. Als je merkt dat oudere mensen je zoveel te vertellen hebben. En ook benieuwd zijn naar jouw leven.

Er voor elkaar zijn, is geen leuke optie. Nee, Paulus stelt het ook best scherp: ‘Als we niet voor onze eigen familie zorgen – en dat is allereerst ons eigen gezin, onze familie, maar je mag het ook doortrekken naar het gezin dat de kerk dus is, naar de verschillende generaties – als we daar niet voor elkaar zorgen, als we alleen maar op onszelf gericht zijn, dan verloochenen we ons geloof. Want geloof bestaat niet alleen maar uit woorden, maar juist ook uit daden. Als het niet blijkt uit je leven, uit je liefde voor de ander, in je concrete hulp aan anderen, dan is het eigenlijk een streep door dat geloof: dan verloochen je het, dan maak je het waardeloos.
Nee, geloof moet handen en voeten krijgen. Dat leren juist de diakenen ons. In het licht van de Bijbel. In het voetspoor van Jezus, dé Diaken bij uitstek, dé Dienaar, die zelfs niet te beroerd was om daarvoor letterlijk door de knieën te gaan, toen Hij de voeten van zijn discipelen waste en hen én ons zo een voorbeeld naliet. .
Zo mag het, zo hoort het te gaan, in het gezin van God, in de familie die de gemeente is. Jong én oud – iedereen is nodig. Want:

Niet jij alleen
niet die ander alleen
of ik
mocht Gods roepen verstaan
ontdekken dat Hij van ons houdt

niet jij alleen
niet die ander alleen
vond zich opgestaan
en beschaamd en verbaasd
teruggekeerd
op weg naar de Vader gegaan

voor ik verstond
had een ander verstaan
en verteld hoe die Stem hem vond
voor jij ontstond
was de kerk ontstaan
op het roepen van Gods mond
we horen bijeen
en ook jij op jouw beurt
geef je het door
het geheim van Gods blijvend verbond?

(gedicht van Inge Lievaart)

Amen

zingen (met combo)         Hemelhoog 402 ‘U maakt ons één’

gedenken van overleden gemeentelid

voorstellen van de nieuwe stagiair Benno van Gils

dankgebed en voorbeden, samen met diakenen Rinus Molenaar en Corry Eilander

inzameling van de gaven

zingen           Psalm 92:7,8

zegen

orgelspel