welkom en mededelingen 

zingen           Lied 672:1,6 ‘Kom laat ons deze dag’ 

stil gebed

votum en groet

aanvangstekst        ‘Doof de Geest niet uit.’ (1 Thessalonicenzen 5:19)

zingen (het gebod van God)            Lied 350 ‘Wie oren om te horen heeft’

gebed om de verlichting met de Heilige Geest

zingen (kinderlied, met combo)            Hemelhoog 237 ‘Een vlammetje hier, een vlammetje daar’

kindermoment 

Dit keer wil ik jullie iets laten zien dat hier in de kerk al hangt. Daar bij de preekstoel.

Het is een kanselkleed. Daar hebben we er verschillende van. In allerlei kleuren.
Maar met Pinksteren en ook als mensen belijdenis doen hangen we een rode op.

Laten we er eens heengaan. Dan kunnen we het nog beter zien. Zie je hoe mooi het geborduurd is. Hier aan de rand die verschillende draden, stiksels noem je die. Wat valt het meest op?
Dat gouden kruis. Met Wie heeft dat te maken? Met de Here Jezus. Hij is het belangrijkste. En wat Hij gedaan heeft is zo kostbaar, is zo bijzonder en blijft altijd gelden. Goud dus.

Wat is de kleur van dit kanselkleed? Rood. Waar moet je aan denken bij de kleur rood? Aan de liefde. Aan bloed.

En wat zie je nog meer? Vlammen. Dat past natuurlijk heel goed bij Pinksteren. Waarom? Toen waren er vlammen op de hoofden van de mensen.
Vandaag ook, in belijdenisdienst. Deze twee mensen houden heel veel van de Here Jezus. Daarom rood. Ze staan in vuur en vlam voor Hem. En ze weten dat ze niet zonder de Heilige Geest kunnen. Kijk, eens precies drie vlammetjes onderdaan, die worden opgevangen. Daar zitten boogjes onder. Daar wordt de kerk mee bedoeld, wij allemaal. We mogen de Heilige Geest krijgen. En deze ook weer doorgeven. Ook jullie op de kindernevendienst. Een goede tijd daar en tot straks. Jullie komen terug na het lied na de preek om ook de belijdenis mee te maken. Daar is het toch echt te mooi voor!

schriftlezingen                        Handelingen 2:1-8 en Romeinen 12:9-21

zingen           Psalm 67:1,2

tekstlezing  ‘Laat uw enthousiasme niet bekoelen, maar laat u aanvuren door de Geest en dien de Heer.’ (Romeinen 12:11)

verkondiging  Thema: ‘Aangevuurd’

Gemeente van Jezus Christus, William en Gabriëlle

Eens waren we op een camping ergens in Frankrijk en daar waren we door de campingbaas uitgenodigd om mosselen te komen eten. Die mosselen werden wel op een speciale manier bereid, een spectaculaire manier kan ik wel zeggen. Die mosselen lagen namelijk onder en tussen het stro – heel veel stro. Vervolgens werd dat stro aangestoken. In no time sloegen er enorme vlammen uit. Razendsnel greep het vuur om zich heen. We hadden het al niet koud daar in Zuidwest-Frankrijk, maar nu kregen we het wel heel warm. Daarna schepten een stel mannen het as er vanaf en lagen er heerlijke gebakken mosselen, waar de campinggasten van smulden.
Ja, niet voor niets was de hele camping uitgelopen. Vooral dat spectaculaire strovuur trok de aandacht. Sowieso is dat zo met vuur. Waarom zitten we anders zo graag aan een kampvuur, of verlichten we ons huis met kaarsen, zeker in de donkere maanden? Vuur, vlammen en vlammetjes geven niet alleen warmte, maar ook sfeer en gezelligheid; vuur bindt samen.

Over vuur gesproken… Eén van de tekenen van de Heilige Geest is vuur: de vlammen op de hoofden van de apostelen bij de uitstorting van de Geest spreken boekdelen. Die uiterlijke vlammen zeggen namelijk vooral iets over het vuur dat bij hen van binnen zit: ze staan immers in vuur en vlam voor Jezus. Dat gold niet alleen voor de apostelen toen – nee, de Heilige Geest is echt niet veranderd. Zijn vuur wil zich verspreiden. Tegenwoordige tijd. En niet maar mondjesmaat. Nee, let maar eens op hoe vaak de woorden ‘allen’, ‘ieder’ en ‘allemaal’ vallen in Handelingen 2. Dat vuur is bedoeld voor iedereen. Vandaar ook dat Paulus al z’n lezers, dus ook ons, oproept: ‘Laat u aanvuren door de Geest.’ Of zoals het in een andere vertaling klinkt: ‘weest vurig van geest.’ Dat laat ook zien dat dat vuur binnenin je zit en allesbepalend is: vurig van Geest. Of zoals het in het eerste versdeel klinkt: ‘Laat uw enthousiasme niet bekoelen.’

Mwah, denkt misschien iemand nu wel: typisch weer die Nieuwe Bijbelvertaling! Wat is dat toch weer slapjes vertaald. Enthousiast, dat ben je over lekker weer of over een verrukkelijke maaltijd (mosselen bijvoorbeeld). Maar toch niet als het over God en het geloof gaat?! Dan gebruiken we toch andere, meer geestelijke en diepgaandere woorden dan ‘enthousiasme’?

Wacht even, misschien heeft dat woord ‘enthousiasme’ wel veel meer daarmee te maken dan je op het eerste gezicht zou denken. Weet je wat dat woord namelijk letterlijk betekent vanuit het Grieks? ‘En’ betekent ‘in’ en ‘thousiast’ is afgeleid van ‘theos’ dat ‘God’ betekent. Letterlijk betekent ‘enthousiast’ dus ‘God in je’! Nou, dat is geestelijk en diepgaand genoeg, toch?! Bovendien, dat is toch eigenlijk wat de Heilige Geest is: God in je – dichterbij kan ook niet.

Maar misschien vind jij dat juist wel vaag of zweverig klinken: God in je. Nou, niets is minder waar. Het is juist concreet en heel praktisch, dat enthousiast zijn, oftewel je laten aanvuren door de Heilige Geest in je. Dat is zo concreet en praktisch, dat het aan je te merken is. Hoor maar hoe Paulus direct daarna verder gaat: ‘Wees verheugd door de hoop die u hebt, wees standvastig wanneer u tegenspoed ondervindt.’ Je merkt het dus aan een diepe blijdschap in je, juist omdat je hoopt en uitziet naar iets dat altijd mooier is dan je nu hebt. En als er tegenslagen komen, blijf je staande, omdat er Eén jou staande houdt, dwars door alles heen.

Die blijdschap, die hoop en die standvastigheid kwam ik ook tegen in jullie brieven, William en Gabriëlle, die jullie schreven met het oog op jullie belijdenis: ‘God is groot, trouw en goed. Hij heeft mij troost gegeven, mij telkens opgericht wanneer ik viel en Hij houdt zo ontzettend veel van me. Hij geeft leiding in onzekere tijden, zorgt voor ons en geeft hoop in donkere tijden’, schreef één van jullie.

Maar het gaat niet alleen over jezelf. Nee, juist ook om anderen, hoe je met hen omgaat, mensen zelfs die je naar het leven staan, schrijft Paulus. Om zulke mensen niet te vervloeken, niet terug te schelden, maar juist te zegenen: het goede toe te wensen en te bidden. Het is ook meeleven met anderen, als ze blij zijn of juist verdrietig. Eensgezind zijn. Niet altijd maar op zoek naar de verschillen, naar wat je van de ander onderscheidt, maar juist zoeken naar wat bindt, die ander herkennen als ook een mensenkind, een kind van dezelfde Vader. Je niet beter voelen dan een ander, maar juist bescheiden zijn. Enz. enz. Volgens mij is dit allemaal allesbehalve vaag of zweverig, toch?!

‘Nee, niet vaag of zweverig, maar wel zwaar… Hoe gaat me dat lukken? Als je dit werkelijk moet gaan doen, word je toch doodmoe?! Dan ben je toch zo opgebrand?!’
Maar wacht even, Romeinen 12 is niet het eerste wat Paulus in z’n brief schrijft. Er staan nog 11 hoofdstukken voor. Dat is niet om flauw te doen, maar ik bedoel dat vooral inhoudelijk. De brieven van Paulus beginnen namelijk nooit met zulke oproepen. Nee, ze beginnen met het Evangelie. Het gaat altijd eerst over de gave en daarna de opgave. Vanuit de gave kan de opgave gevraagd worden.

Ach, de christelijke feesten gaan toch ook stuk voor stuk allereerst over wat de Here God ons geeft: met kerst zijn eigen Zoon als een mensenkind van vlees en bloed. Met Pasen het leven door de overwinning op de dood door Jezus Christus. Met Hemelvaart zijn zegen en voorbede voor ons, aan de rechterhand van de Vader. Met Pinksteren zijn Heilige Geest, wiens vuur ons mag bezielen. God is de grote Gever, die niet begint met te vragen, maar met te schenken. In één woord is dat: GENADE!
Dat haalt ook de kramp eruit. Vanuit die gave van God mag en kun je beginnen aan die opgave!

De Heilige Geest is gegeven. Die mag je ontvangen, met een open hart. Daarom staat het er ook zo mooi in onze tekst: ‘Laat je aanvuren door de Heilige Geest.’ M.a.w. laat Hem werken in je leven. Dan gaat het vonken. Dat Griekse woord dat hier gebruikt wordt, kun je trouwens ook goed vertalen met ‘koken’. Vergelijk ons leven maar met een fluitketel. Zet die op het vuur, dan gaat het borrelen, dan komt er stoom vanaf, dan is dat merkbaar, hoorbaar. Nou, als wij aangevuurd worden door de Heilige Geest, als zijn vuur in ons brandt, dan gaat het borrelen, dan gaat het koken, dan is dat te merken.

Maar hoe laat je je dan aanvuren door de Heilige Geest? Hoe ontvang je zijn vuur? Door te geloven dat God je dat geven wil! Pinksteren is immers het feest van de volheid en de overvloed. Ik zei al: het gaat bij Pinksteren om een ieder en allen. Daar hoort u dus ook bij en jij. En mocht je daar nog aan twijfelen, denk dan aan je doop. Je bent toch ook gedoopt in de naam van de Heilige Geest. Niet voor niets is er aan het doopvont in onze kerk een prachtige duif bevestigd: symbool van de Heilige Geest. Die Geest is je bij je doop persoonlijk beloofd. Op die belofte mag je je hand leggen: ‘dankuwel Heer, dat ook ik Hem ontvangen mag. Wilt U dan ook in mij aan het werk gaan? Wilt U mij vullen, volmaken van Uzelf en op de Here Jezus laten lijken?’ En dan gaat Hij het doen, want Hij vervult zijn beloften. Zeker weten! Die belofte gaan jullie straks toch ook beamen, William en Gabriëlle!

Het betekent ook het vuur laten branden. Dat enthousiasme niet laten bekoelen, zoals onze tekst zegt. De openingstekst deze dienst had het zelfs over de Heilige Geest niet uitdoven. Blijkbaar kan dat. Huiveringwekkend, want reken maar dat het dan koud en kil wordt, zonder het vuur van de Geest.

Niet voor niets gaat het in vers 12 ook over voortdurend bidden. Het gebed wordt immers ook wel het ‘kanaal voor de Heilige Geest’ genoemd. Daardoor stroomt het vuur van de Heilige Geest je leven binnen, want door te bidden stel je je open voor zijn aanwezigheid. Daardoor geef je aan dat je het zelf niet hebt, maar alleen maar ontvangen kan, van Hem.

Brandstof voor de Heilige Geest, voor zijn vuur, is ook je persoonlijke omgang met de Bijbel. Daaruit lezen. Niet snel en oppervlakkig – zo van: nog even lezen – maar rustig, aandachtig: wat zegt God hierin tegen mij? Wat geeft Hij mij? Wat vraagt Hij mij? Wat moet ik Hem belijden? Wat ga ik hiermee doen? Dan is die Bijbel niet een stel letters, maar een levend woord: brandstof waardoor het vuur blijft branden.

En laten we daarbij de gemeente en de kerkdienst niet vergeten. Een klassieke omschrijving van de kerkdienst is: ‘de werkplaats van de Heilige Geest’. Juist ook in de kerkdienst, als we samen zingen, als we samen bidden, als we horen wat God tot ons te zeggen heeft vanuit de Bijbel en door de preek, dan gaat de Heilige Geest de rijen door, dan blaast zijn vuur door de kerk en dan kun je daardoor worden geraakt. Maar dan moet je er wel zijn!

Wat is nu het kenmerkende van dat vuur van de Geest? Wat is het belangrijkste daaraan? Dat is waar ons tekstgedeelte in vers 9 mee begint: de liefde. ‘Laat uw liefde oprecht zijn.’ Dat is het kenmerk van zijn vuur: de liefde.

‘Is dat niet een beetje een uitgesleten woord: liefde, love, l’amour? Daar staan de hitlijsten bol van. Daar zwelgt Hollywood in. Maar intussen…’
Dat is waar. Alleen – en dit is eigenlijk een herhaling van vorige week; maar bij discipel, oftewel leerling van Jezus Christus zijn, hoort ook herhalingsstof, toch? Dit: dat er wel een verschil is tussen hoe liefde vandaag de dag vaak beleefd en uitgelegd wordt en de Bijbelse liefde. Voor veel mensen is liefde vooral een gevoel, dat ook zo weer kan ophouden. Maar in de Bijbel is liefde vooral een keuze en komt zij tot uiting in het doen, in het er zijn voor de ander. En niet in de laatste plaats: ze komt op uit Gods liefde.
Inderdaad, denk nog maar terug aan de dienst van vorige week. Hoe God voor ons gekozen heeft en hoe Hij van ons houdt, dwars door alles heen en dat ook bewijst in de gave van zijn eigen Zoon voor ons. Die liefde stort God in ons hart uit door Zijn Heilige Geest, schrijft Paulus eerder in Romeinen 5.

Nou, die liefde mogen we ontvangen, maar niet om voor onszelf te houden, maar juist door te geven.
Of zoals één van jullie in de brief schreef: ‘Ik wil mij ook inzetten om Zijn liefde voor mij door te geven aan anderen. Concreet betekent dat dat ik wil spreken met anderen over wat Hij voor mij gedaan heeft, maar ook dat ik actief wil zijn in de gemeente. Niet alleen om te bouwen aan mijn eigen geloof, maar ook samen te bouwen aan Gods gemeente. (…) Ik wil graag aandacht geven aan hen die minder bedeeld zijn of het moeilijk hebben en de gaven die God mij heeft gegeven inzetten in de gemeente.’

Ja, zo concreet is het, zo concreet en praktisch is de liefde, is dat vuur van de Geest bedoeld. Soms denken we bij het werk van de Heilige Geest aan grootse ervaringen en aan spectaculaire uitingen, wat alleen speciale mensen ten deel valt. Maar hier blijkt dus dat het veel ‘kleiner’ is tussen aanhalingstekens, veel dichterbij, voor een ieder van ons. Neem vers 18: ‘stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven.’ Volgens mij is hier geen woord Spaans bij. Leef in vrede met alle mensen. Ga daarvoor. Dat ligt toch op ieders pad?! Natuurlijk is dat nog geen garantie dat de ander dat dan ook wil. Maar laat jij dan degene zijn die de vrede wel zoekt, die het conflict niet koestert en die niet denkt: ach, je kunt nu eenmaal niet met iedereen even goed opschieten, dus laat maar! of: laat hij of zij nu maar eens de eerste stap zetten, waardoor het een impasse blijft.

Misschien is dat wel huiswerk, gemeente vanuit deze dienst, vanuit Pinksteren om dat vuur van de Geest echt z’n werk te laten doen, om die liefde concreet te laten worden… En er komt nu vast iemand in uw of jouw gedachten… Ga daar allereerst eens voor bidden, ja heel persoonlijk, want dan ga je zo’n iemand al anders bezien als het goed is: namelijk door de ogen van God. En zegen vervolgens diegene in plaats van hem of haar te verwensen. En zet dan ook eens echt een stap: doe iets liefdevols, iets onverwachts in de positieve zin van het woord, schrijf bijvoorbeeld een brief, niet met verwijten, maar met hoeveel verdriet het je doet hoe het gegaan is. Of nodig diegene weer eens uit, voor de koffie, voor een etentje. Ach, de liefde, de Geest, maakt creatief toch?
Door bescheiden en uitnodigend zo liefde te betonen, stapel je gloeiende kolen op het hoofd van de ander, zegt Paulus heel beeldend. En diegene zal het dan warm gaan krijgen, in de positieve zin van het woord. Of misschien bent u of jij wel degene die het warm gaat krijgen, omdat iemand anders, waar je het echt niet van verwacht had, het goede voor jou zoekt!
In die zin mag God van ons allemaal vanaf nu mooie dingen verwachten, of niet? Het vuur van zijn Geest is er krachtig en liefdevol genoeg voor!

Dus:

Luister of het begint
ergens zal het gaan zingen
tegen het klagen in
helder en vol geheim

sterker dan harde woorden
warmer dan heet getwist
vuur van andere oorsprong

storm van een nieuw bewegen
dwars op de geest van de tijd
onrust en nochtans vrede

wacht maar en wees bereid 

Amen

zingen (met combo)         Hemelhoog 221 ‘De wind steekt op’

openbare belijdenis van het beloof en bevestiging van William Chong en Gabriëlle Chong-Heijboer

beantwoorden van de belijdenisvragen

inzegening

lied (staande)     Hemelhoog 38 ‘Mijn hulp is van U, Heer’

opneming onder de belijdende leden en toelating tot het Heilig Avondmaal

vraag aan de gemeente 

felicitatie en uitreiking belijdeniskaarten

dankgebed en voorbeden

inzameling van de gaven

zingen                       Lied 675 ‘Geest van hierboven’

zegen