de orde van dienst:

welkom en mededelingen

zingen                   Psalm 149:1

stil gebed

votum en groet

aanvangstekst       ‘Ik zal water gieten op dorstige grond, waterstromen over het droge land. Ik zal mijn Geest uitgieten over je nazaten en mijn zegen over je telgen.’ (Jesaja 44:3)

zingen                   Joh. de Heer 57:1 en 2

gebed om de verlichting met de Heilige Geest

zingen                             Kinderlied Evangelische Liedbundel 429

kindermoment

kazoo

 

Kijk, wat ik nu weer meegenomen heb… Hebben jullie enig idee wat het is? Het is een kazoo. Weet je dan wat het is? Een muziekinstrument. Het enige dat ik kan bespelen. Nou ja, ook een neusfluit, maar die ben ik kwijt. Deze hadden we nog thuis. Ik zal er eens wat op laten horen. Wat heb je daarvoor nodig? Adem. Heb ik adem? Ja… Goed, dan gaan we het eens proberen…
Weet je, wij lijken allemaal wel een beetje op zo’n kazoo. Niet letterlijk natuurlijk. Maar wel hoe het werkt zeg maar. Wie zou dan de adem zijn, degene die het mooiste uit ons kan krijgen? De Heilige Geest. Hij kent ons namelijk. Hij is de Heilige Geest die de Here Jezus zelf gestuurd heeft. En Hij wil niets liever dan in ons komen, in ons hart, net zoals die adem zeg maar in die kazoo. En omdat de Heilige Geest ons helemaal kent, weet Hij ook precies wat we nodig hebben. Als we Hem vragen in ons te komen, telkens weer, dan worden we ook een heel mooi mens. Dan, dan komen er mooie dingen uit onze mond en doen we goede dingen.
Weet je, die Heilige Geest heeft er ook voor gezorgd dat vanmorgen twee mensen belijdenis van het geloof doen. Dat gebeurt straks in de dienst en dan zijn jullie weer terug. Ze zeggen tegen de Here God dat ze in Hem geloven, van Hem houden, Jezus willen volgen en bij de kerk willen horen, helemaal. Zover is het nog niet. Eerst hebben jullie kindernevendienst. Een goede tijd daar en tot straks.

schriftlezingen      Johannes 15:1-8, Handelingen 2:1-4 en Galaten 5:22-26

zingen                    Gezang 250:1,4

tekstlezing   Johannes 15:5 ‘Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in mij blijft en Ik in hem, zal hij veel vrucht dragen. Maar zonder Mij kun je niets doen.’

verkondiging         Thema: Verbonden

Gemeente van Jezus Christus, Ruben en Sylvia,

Op de belijdeniscatechisatie was het elke avond de vraag: waar zou die dominee nu mee beginnen? Met welk gedicht? Welk liedje? Welke afbeelding? Welk filmfragment?

van Dongen - Jezus
Vanmorgen beginnen we met een tekening. Hij staat op de voorkant van de liturgie. Hij is van de hedendaagse kunstenaar Paul van Dongen. Ik weet nog toen ik die voor het eerst zag. Het raakte me, zo eenvoudig, maar ook zo raak. Je ziet een portret van Jezus, dat als je goed kijkt, bestaat uit allemaal ranken. Het is niet alleen fijnzinnig getekend, maar het is ook veelbetekenend. Het sluit helemaal aan bij onze tekst, waarin Jezus zichzelf de wijnstok noemt en zijn discipelen de ranken, die bij elkaar horen, die aan elkaar verbonden zijn. Ze kunnen niet zonder elkaar.

Jezus haalt de beelden, de metaforen die Hij gebruikt, vaak niet van ver. Dat geldt ook voor het beeld van de wijnstok en de ranken. Ik kan me zo voorstellen dat Jezus met zijn discipelen door de straten van Jeruzalem loopt. En dat Hij opeens stil blijft staan en op een muur wijst, waar een druivenplant tegenaan groeit. ‘Kijk’, zegt Jezus, ‘zo is het met ons: Ik ben de wijnstok. Jullie de ranken.’
Het is een alledaags beeld voor Israëlieten van toen. Maar het is ook een sterk beeld. Een gelijkenis zou je kunnen zeggen. Zoals het bij een wijnstok is, zo is het tussen ons en onze Heer.
Jezus zegt trouwens niet tegen zijn discipelen: ‘Ik ben de wijnstok en jullie moeten ranken wórden.’ Nee: ‘jullie zíjn de ranken.’ Je bént het. Door je verbondenheid met Jezus ben je een rank. De verbinding die tot stand komt door het geloof.
In het dagelijkse bestaan heb je allerlei verbindingen als het over hout gaat. Je kunt twee dingen aan elkaar vastbinden. Of vastschroeven. Of -spijkeren. Of een pen/gat-verbinding. En misschien vergeet ik er nog één, Ruben… Toch wordt daarmee het ene stuk hout er niet anders van wanneer het met dat andere stuk hout verbonden wordt.
In dat beeld dat Jezus gebruikt, die gelijkenis van de wijnstok en de ranken, is dat anders. Daar is het een verbondenheid die van binnen zit. De levenssappen die de wijnstok heeft, stromen door naar de ranken: precies dezelfde levenssappen. Wijnstok en ranken zijn organisch verbonden, een eenheid.
Zo is het met een ieder die in Jezus Christus gelooft, die met Hem verbonden is; die is één met Hem. Dezelfde Geest die in Christus is, is dan ook in ons. Dezelfde liefde die Zijn Vader voor Hem heeft en Hij voor de Vader, diezelfde liefde stroomt dan door naar ons. Daar word je toch stil van! Eén van jullie schreef in de brief die op de aannemingsavond werd voorgelezen dat dit ook regelmatig gebeurde na zo’n belijdeniscatechisatieavond: die wonderlijke dingen die ter sprake waren gekomen laten bezinken, stil zijn, alleen zijn met God. En dat dit zo’n grote ontdekking was: dat geloven niet alleen maar iets van je hoofd is, maar het werkelijk te merken is   dat het echt in je leeft. Dat Jezus in je leeft en dat dit zo’n geweldige rust geeft. Hij die immers je Redder is, je allergrootste Vriend, de machtigste pleiter die je maar kunt voorstellen. En dat je zonder Hem niet kunt.
Maar is het ook niet andersom? Wat is een wijnstok zonder ranken? Zo wil Jezus ook niet zonder jou zijn, zonder u en mij. Nu kan Hij niet alleen iets voor ons betekenen, maar kunnen wij ook iets voor Hem betekenen. We mogen er zijn. Zonder Hem zal het niet gaan. Maar sinds Hij besloten heeft ons tot ranken van zijn wijnstok te maken, zal het zonder ons ook niet gaan. Dat is toch ook om stil van te worden…

Des te belangrijker om als rank wel in Hem te blijven. Dat is de voorwaarde: ‘Als iemand in Mij blijft en Ik in hem, dan…’ Die omschrijving ‘in Hem blijven’ valt een heel aantal keer in ons tekstgedeelte. Zo belangrijk is het. Essentieel zelfs. ‘Want’, vervolgt Jezus, ‘zonder Mij kun je niets doen.’ De Naardense Bijbel vertaalt nog mooier: ‘Los van Mij kun je niets doen.’
‘Nou, dat is toch een beetje overdreven? Je kunt zonder Jezus toch genoeg doen? Ik zie mensen die niets met Jezus hebben, die niet geloven, toch niet opeens neervallen of zo… Ze kunnen van alles. Ze doen van alles. Ook goede dingen.’
Zeker. Maar Jezus heeft het hier over de verbondenheid met Hem, zoals een rank aan een wijnstok is verbonden. Als je die band losmaakt, dan kan Zijn Geest niet meer door je heen, dan stroomt zijn liefde niet meer naar je toe. En dan komen er ook geen vruchten. Heb jij namelijk ooit druiven zien ontstaan aan een losse rank? Nee, een losse rank wordt al snel slap, bruin en uiteindelijk dor. Daar komt geen vrucht aan te zitten.
En dat is nu precies de bedoeling van zo’n wijnstok. Waar dient hij anders voor?! Toch niet als bouwmateriaal? Laten we wel wezen: eigenlijk zien die wijnstokken er maar onooglijk uit: krom, knoestig. Je kunt ook helemaal niets met dat hout. Tenminste, geen meubels maken, geen planken zagen. Nee, dan een eikenboom. Daar kun je de mooiste meubels van maken en het prachtigste hout uit halen. Maar dan de vruchten van een eikenboom. Wat kun je daar mee? Wij zeggen toch niet voor niets wel eens van iemand: ‘wat een eikel!’ En dat is niet zo positief bedoeld… Of de vruchten van een kastanjeboom. Je kunt ze verzamelen, die glanzende kastanjes. Poppetjes van maken. Maar na een tijdje worden ze doffer, rimpeliger en is er weinig meer aan.
Maar dan de wijnstok. Zo onooglijk als hij er uitziet; hij geeft de heerlijkste vruchten: druiven. En uit die druiven krijgen wij de feestdrank bij uitstek: de wijn.
Dat is ook een kant van die gelijkenis van Jezus over wijnstok en ranken. Verbonden zijn met Jezus is aan de buitenkant helemaal niet spectaculair: je gelooft, je leest uit een dik Boek, telkens weer, je bidt, je gaat naar de kerk, je leeft naar zijn geboden. Niet spectaculair, maar het betekent ten diepste wel feest, blijdschap, een innerlijke rust en vrede. Leven met Hem is dus niet saai, grijs en dor. Nee, je leven gaat kleuren door en smaken naar Zijn liefde, naar vreugde, naar een diepe vriendschap.
Ja, zijn dat niet de vruchten die gaan groeien? Niet voor niets lazen we vanmorgen ook Galaten 5, over de vrucht van de Geest. En wat wordt daar als eerste genoemd? De liefde! Ja, want als het de vrucht van de Heilige Geest is, en Hij God is, en God liefde is, dan zal die goddelijke liefde ook in die vrucht zitten. O ja. De hoofdsmaak van de vrucht van de Geest is liefde en verder bestaat hij uit: vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Die vrucht, die druiventros bij elkaar zeg maar, wil God in ons leven zien. Daar geniet Hij van. Daar gaat het Hem om. Daarvoor heeft Hij die wijnstok, die Zijn Zoon Jezus is, in deze wereld geplant. Daarvoor heeft Hij ons als rank uitgekozen. Dat is het doel waarom we hier zijn: om die vrucht op te leveren. Zodat God ervan genieten kan, met een grote glimlach. En ook anderen daar blij van worden.
Maar goed, hoe komen die vruchten in ons leven? Door maar heel hard je best te gaan doen voor God? Je uit te sloven in goede daden? Ach, zulke vruchten dreigen vroeg of laat te verpieteren en te verdorren. Daar word je ook ontzettend moe van en gefrustreerd.
Let eens op hoe Jezus het zegt, dat is zo wezenlijk. Hij zegt niet: ‘Als iemand in Mij blijft en Ik in hem, dan móet die veel vrucht dragen.’ Nee, Hij zegt: ‘die zál veel vrucht dragen.’ Daar is alle kramp uit weg. Dat is eigenlijk zo ontspannen en bevrijdend. Zo beloftevol: als je verbonden bent met Christus, dan komen die vruchten. Daar zorgt Hij zelf voor! Het geheim van een vruchtbaar leven, van je geliefd weten en liefhebben, zit ‘m dus in de verbinding met Christus. Het komt er in feite alleen op aan om in Hem te blijven. Dat wil ik ook tegen jullie zeggen. Vandaag bevestig je die verbondenheid met Hem. Vandaag spreek je openlijk uit wie Hij voor je is. Als je die verbondenheid blijft vasthouden. Als je je door Hem weet vastgehouden. Als je in Hem blijft, zal dat merkbaar worden, dwars door alles heen!
Vrucht dragen is dus iets anders dan presteren, dan sloven. Vruchten groeien, die rijpen. Dat is een proces. Tenminste, ik heb nog nooit druiven zo aan een rank zien springen: flits! Dat heeft tijd nodig. Dat heeft ook zorg nodig. Daar spreekt Jezus ook over. Dat God zelf die zorg op zich neemt. Hij als de grote Wijnbouwer snijdt en snoeit. Bij iedere rank. Zo persoonlijk gaat Hij met ons om! Hij heeft oog voor iedere rank, voor een ieder van ons. Stel je voor: Hij laat die rank die wij zijn door zijn handen gaan, teder en vol aandacht. Hij kijkt, Hij speurt. Waarnaar? Ja, naar vrucht, want daar gaat het Hem om! En vindt Hij geen vrucht, blijf je niet in de Wijnstok die Christus is, maak je je bewust los van Hem, dan kan Hij niets me je. Want dan verdor je. Misschien dat de discipelen ergens in een hoekje bij zo’n wijnstok wel een hoopje dorre takken zien liggen: weggesneden ranken, die geen vruchten hadden.
De bekende dominee Spurgeon was eens op vakantie in Frankrijk. Op zijn hotelkamer was een open haard en hij vroeg of hij die mocht branden. Iemand bracht aanmaakhout. Spurgeon vertelt: ‘De tranen sprongen mij in de ogen. De portier gooide namelijk verdorde wijnranken in het vuur. Ik dacht: Zal dat ook mijn lot zijn?’
Ja gemeente, dat is de ernst van Jezus’ woorden. Als we niet in Hem blijven, als ons geloof alleen uiterlijke sleur is geworden, als we ons niet voeden met Zijn liefde, met Zijn woord, als we de band met Hem niet onderhouden; dan raken we los van Hem en dan komen er dus geen vruchten, dan zijn we niet meer dan aanmaakhout…
Daarom is zo’n belijdenisdienst ook een spiegel: ‘hoe staat het nu met mijn relatie met Christus? Ben ik nog aan Hem verbonden, die ik zoveel jaar geleden beleed als mijn Heer?’ Of: ‘Wordt het niet tijd om dat alsnog te gaan doen?!’
Ja gemeente, laten wij ons daarom opnieuw toewijden aan Christus. Ons met nieuwe liefde aan Hem geven. Dan alleen kunnen we groeien, openbloeien en vrucht dragen. Dan kan de grote Wijnbouwer, de Here God ook met ons verder. Hij snijdt niet alleen de vruchteloze takken weg, maar waar wel vrucht aan zit, snoeit Hij. Wijnbouwers noemen dat ‘krenten’. Bij de druiventrossen haal je de verkeerde en te kleine druifjes eruit, zodat alle voedingsstoffen naar de goede druiven kunnen, die zo nog groter en sappiger kunnen worden. Zo is God continue bezig met ons, om goede vruchten, de vrucht van de Geest in ons te laten groeien en rijpen. Om ons zo te vormen naar zijn beeld, naar die mooie mens die Hij voor ogen heeft.
Zulk snoeien kan pijn doen. Zeker. Wie weet, weet u en jij er uit eigen ervaring ook alles van. Hoe je in het leven dingen moet loslaten. Hoe je bepaalde boezemzonden moet opgeven. Hoe je een stap terug moet doen. Maar juist zo raak je nog meer op Jezus aangewezen, op zijn genade, op zijn liefde, op zijn Geest. Die kan zijn werk dan in je doen. Snoeien doet groeien…
Als je je Bijbel leest, als je bidt, als je in de kerk bent, als je met andere christenen omgaat, gebeurt dat. De gemeente wordt niet voor niets Gods wijngaard genoemd.
Zonder kun je trouwens ook niet. Ik bedoel: één rank op zichzelf is niets. Die heeft de wijnstok én de andere ranken nodig. Een wijnstok met één rank is absurd. Nog één keer die afbeelding op de voorkant van de liturgie. Al die ranken bij elkaar vormen dat gelaat van Christus. Ik dacht: is dat ook geen prachtige typering van de gemeente?! Want daar is, als het goed is, iedereen met Jezus Christus verbonden. Daar is Hij het centrum. Niet voor niets noem je de gemeente het lichaam van Christus. In de gemeente kom je Hem tegen, zie je in de ander iets van Hem. Juist met elkaar vormen we dat gelaat van Christus.
Ik weet wel: Jezus zelf is niet meer fysiek onder ons. Hij is naar de hemel gegaan. Maar door Zijn Geest woont Hij in ons. Dat is ook het geweldige van Pinksteren, gemeente. Dichterbij kan God niet komen. In ons. Zoals onze adem. God in ons. De Geest verbindt ons met Christus en in Hem met elkaar, als al die ranken aan die ene wijnstok, als de ledematen van één lichaam, Zijn lichaam. Om dat geloof vol te houden, om het te laten groeien, vrucht te laten dragen, kun je niet zonder. Kijk maar naar die afbeelding: alleen met elkaar vormen we dat gelaat van Christus.
Ik heb het jullie vaker gezegd: ik vond ons belijdenisgroepje al een kerkje op zich. Jullie met z’n tweeën, met mij erbij: drie mensen. Geen grote groep, geen enorme kerk, maar Jezus zei het al: ‘waar twee of drie in mijn Naam bij elkaar zijn, daar ben Ik.’ En we hebben het gemerkt! Ja, hoe jullie met elkaar omgingen, naar elkaar luisterden, van elkaar wilden leren, maar ook elkaar aanvaarden, ondanks het verschil in leeftijd en achtergrond, elkaar zelfs ‘broertje en zus’ noemden, hoe jullie een band kregen – met alle vragen en worstelingen die er ook waren – dat heb ik als iets bijzonders ervaren. En ik dacht: ‘zo zou de kerk veel vaker moeten zijn. Zo hoort ze te zijn.’ Blijf je maar voor zo’n kerk inzetten. Jij als rank. Wij kunnen niet zonder je. En ook niet zonder u. Samen – verbonden met Christus, door de Geest – zijn we die ranken aan die ene Wijnstok, Zijn gelaat, Zijn lichaam. Verbonden. Ja, 

Geloof verbindt ons aan de Geest,
eeuwig God met Zoon en Vader,
de trooster die het hart geneest,
ons met gaven begenadigt.
Allen die bij Christus horen
leven samen van vergeving,
door Gods adem nieuw geboren;
zo mooi is het nieuwe leven.
Ellende duurt niet;
na de tijd wacht een voltooide eeuwigheid.

Amen

meditatief pianospel        I Giorni van Ludovico Einaudi door Lotte van den Berg

zingen          Voorzichtig Licht 109 van A.F. Troost (melodie van Gezang 423 ‘Ach blijf met uw genade’)

openbare belijdenis en bevestiging van

Ruben Trouborst
Sylvia de Vries-van Zwet

lezen van het formulier

beantwoorden van de belijdenisvragen

zingen                   Opwekking 462

inzegening

Ruben, ‘Zoek rust, mijn ziel, bij God alleen, van Hem blijf ik alles verwachten.’ (Psalm 62:6)

Sylvia, ‘Wij hebben Gods liefde, die in ons is, leren kennen en vertrouwen daarop. God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem, blijft in haar.’ (1 Johannes 4:16) (geknield blijven!)

doop van Sylvia

‘Want u, die in Christus gedoopt bent, hebt u met Christus bekleed.’ (Galaten 3:27)

zingen (staande)   Evangelische Liedbundel 501

opneming onder de belijdende leden en toelating tot het Heilig Avondmaal

Vraag aan de gemeente

Neemt u zich van harte voor om deze nieuwe belijdende leden op te nemen in uw midden; God en elkaar lief te hebben; met hen mee te werken aan de opbouw van de gemeente en met hen het Koninkrijk Gods te verwachten?

Antwoord: Ja.

Persoonlijk woord door Klaas Visser, ouderling van dienst en ook voorzitter van de kerkenraad

Beste Sylvia en Ruben, graag wens ik jullie namens de kerkenraad en de wijkgemeente Pauluskerk van harte geluk en liefde met de zojuist uitgesproken persoonlijk belijdenis van jullie geloof. En graag betrek ik daarbij mijn gelukwensen aan jullie dierbaren, die het afgelopen half jaar zo dichtbij jullie stonden: ouders, vrienden, buren en familie. Bij de aannemingsavond dinsdag jongstleden bij onze predikant hebben we gesproken over de ontdekkingstocht die jullie tijdens de belijdeniscatechisatie uitgevoerd hebben, en het vinden van een God van liefde, waarin je vertrouwen durft te stellen.

We spraken over geloof, mede naar aanleiding van de teksten uit Hebreeën 11, over geloofsgetuigen die ons voorgingen. Daarin spreekt de schrijver van de Hebreeënbrief over het geloof, dat ons overtuigt van de waarheid die we niet zien. Of, in de oudere vertaling, het geloof is de zekerheid van de dingen die we niet zien. Met verwondering en dankbaarheid spraken we over de liefde die God geeft en het vertrouwen waarmee we met Hem op stap mogen gaan, ook als we de bestemming nog niet eens weten, zoals dat gold voor Abraham, beschreven in vers 8: “Door zijn geloof ging Abraham, toen hij geroepen werd, gehoorzaam op weg naar een plaats die hij in bezit zou krijgen, en hij ging op weg zonder te weten waarheen.” We spraken over geloofsgetuigen die, geleid door de Geest, ons inspireerden. Zoals Dietrich Bonhoeffer op 25 juni 1944 in de gevangenis schreef: “Ik weet niet waarheen Uw wegen leiden, maar U weet de weg voor mij”.
Beste Sylvia en Ruben, op deze Pinksterdag herdenken wij de Geest, waarmee de Heer ons vervult, en die ons vrijmoedigheid, kracht en initiatief geeft om die weg te gaan. Bijbelstudie, gesprekken en gebeden hebben jullie geleid naar een bewogen aannemingsavond dinsdag jongstleden en jullie belijdenis vandaag. Maar jullie zijn in jullie belijdenis daarmee ook een inspiratie voor ons, als gemeente. Want vandaag klonk jullie “ja” op de belijdenisvragen, maar bij het luisteren naar het formulier krijgen wij als gemeente ook weer een spiegel voor van onze eigen belijdenis, en worden wij ook weer gevoed met kracht en bezieling voor een leven in de Heer, dat niet stopt bij een belijdenis, maar dat een weg vervolgt die we samen met Hem gaan. Zoals we dinsdag spraken over de Emmaüsgangers, die met onze Heer op pad waren en bij het breken van het brood zich realiseerden: “was ons hart niet brandende in ons?” Zo mogen wij onze Heer voortdurend bidden om onze ogen te openen voor de vragen uit de samenleving, en verdieping van onze relatie met de Heer. Wij wensen jullie daarin de vrede van God, die ons verstand te boven gaat, en namens de wijkgemeente overhandigen we jullie na de dienst graag een boeket bloemen, dat nu nog onderdeel is van de liturgische bloemschikking van vandaag.
Namens de Kerkenraad spreken wij ook onze dank uit aan onze wijkpredikant, ds. Van den Berg, voor de bemoediging, de leiding en het vertrouwen dat hij gedeeld heeft met de belijdeniskandidaten tijdens de belijdeniscatechese. Sylvia en Ruben, wij wensen jullie alle zegen, liefde en vrede als belijdende lidmaten van onze gemeente en heten jullie welkom aan het Avondmaal.

geloofsbelijdenis  

zingen         Evangelische Liedbundel 374

dankgebed en voorbeden        

inzameling van de gaven

zingen         Johan de Heer 57:3

zegen

zingen                   Evangelische Liedbundel 270 (couplet 2!)