welkom en mededelingen

zingen           Psalm 27:1 ‘Mijn licht, mijn heil is Hij, mijn God en Here!’

stil gebed

votum en groet      

aanvangstekst        ‘Elke morgen schenkt de HEER nieuwe weldaden. – Veelvuldig blijkt Uw trouw!’ (Klaagliederen 3:23)

zingen                       Lied 207 ‘De trouw en goedheid van de Heer’

gebed van verootmoediging   (aansluitend bij lied)

genadeverkondiging  uit Micha 7:18-19

zingen (Tien Woorden)    Lied 310 ‘Eén is de Heer, de God der goden’

gebed om de verlichting met de Heilige Geest 

kindermoment 

Ik dacht ik neem een paar schoenen mee. Mooie oranje sneakers, vinden jullie ook niet? Met zelfs een vlaggetje op de achterkant, een Nederlands vlaggetje. Eén keer raden wanneer ik die in de afgelopen week heb aangehad…


Gisteren ja. Waarom denk je dat? Omdat het gisteren Koningsdag was, de verjaardag van onze koning. En dan dragen veel mensen oranje. Waarom eigenlijk? Omdat onze koning en koningin van achteren Oranje heten. Koning en koningin Willem-Alexander en Maxima van Oranje.

Waarvan is Willem Alexander eigenlijk koning? Van Nederland. Officieel het Koninkrijk der Nederlanden. Dat bestaat uit vier landen, wist je dat? Uit Nederland, maar ook uit Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Dat zijn drie eilanden ver weg, ook wel de Nederlandse Antillen genoemd. Je hebt ook nog drie eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba, die daar liggen. Maar dat zijn geen landen, maar gemeenten, eigenlijk net als Gouda… Goed, weet je dat ook weer. Maar onze koning is dus maar koning over een klein stukje van de aarde: Nederland en de Nederlandse Antillen.

Wie is er koning over heel de aarde? God, Jezus. Koning van hemel en aarde zelfs. Nee, nog niet iedereen erkent dat. Ik hoop jij wel. En dat Hij ook de koning van jouw leven is. En eens zal wel iedereen Hem als Koning eren. Als Hij terugkomt. Dat zal pas een Koningsdag zijn!
We gaan nu ook van Hem zingen met ‘King of Kings and Lord of Lords.’

zingen (kinderlied)   Hemelhoog 606 ‘King of Kings’

schriftlezing            Efeze 5:1-14

zingen           Hemelhoog 387:1,3,4

verkondiging         

Gemeente van Jezus Christus,

Het was in mijn vorige gemeente. Ik stond te wachten bij het schoolplein, om één van de kinderen op te halen. Opeens viel mijn oog op een blaadje in het gras. Het was duidelijk een pagina uit een seksblaadje. En verderop lag nog een pagina, en nog één, en nog één, enzovoort. Wat doet dit hier??!!,’ vroeg ik me, nog net niet hardop, af, ‘zo vlak bij een basisschool!’
Terwijl ik het me afvroeg, zag ik in mijn ooghoek een moeder aankomen. Zij zag de blaadjes ook en leek versteend. Ik kende haar: een gemeentelid. Sterker nog: ik begeleidde haar pastoraal, haar man ook. Hij was opgenomen bij De Hoop in Dordrecht, wegens een alcoholverslaving. Daarnaast was hij pornoverslaafd. En dat laatste had de vrouw misschien nog wel meer geraakt dan die alcoholverslaving. En nu zag precies zij dit! Ik zag de boosheid en het verdriet in haar ogen. Ze begon de blaadjes op te rapen, met zichtbare walging. Toen kwam ook ik in actie. In no time hadden we samen de blaadjes opgeraapt en in een paar grote proppen veranderd. Ik zei: ‘Geef maar aan mij. Dan doe ik het in mijn fietstas en gooi het thuis in de vuilnisbak.’ Nee, niet bij het oud papier, want dit hoefden mijn kinderen niet te zien.
En zo geschiedde. Want die vrouw had het zelf van nabij meegemaakt: porno is niet anders dan vullis. Het vervuilt een huwelijk. Het vervuilt je eigen geest en denken. Het bezoedelt je relatie met God. En vergeet niet dat achter veel porno vrouwenhandel, misbruik en nog meer onrecht schuilgaan.

Ja, seks is overal. Niet alleen toen op het gras bij een basisschool, maar ook op bushokjes, waar vreemdgaan openlijk wordt gepropageerd met teksten als ‘Zin in een avontuurtje?’ Maar ook in talloze reclames van auto’s, drank en weet ik wat al niet, wordt er gerefereerd aan seks. Want ja, ‘sex sells – seks verkoopt’! Seks in muziek en films. En in de meest platte vorm, die van porno, is het met een paar klikken op je computer, laptop of smartphone tevoorschijn te halen.

Seks is overal. Dat was trouwens ook in de tijd van Paulus al zo. En daarom gaat hij het er nu over hebben in zijn brief, vers 3: ‘Ontucht en zedeloosheid, in welke vorm dan ook, of hebzucht, mogen bij u zelfs niet ter sprake komen – deze dingen horen niet bij heiligen (oftewel gelovigen).’ In het Grieks staat daar voor ‘ontucht’ het woord ‘porneia’. Daar is ons woord ‘porno’ regelrecht van afgeleid.
Die porneia en zedeloosheid waren ook in de havenstad Efeze ruim voor handen. Net als eigenlijk alle havensteden kende ook Efeze een grote roze buurt. Omdat een groot deel van de bevolking onder de armoedegrens leefde, betekende dat veel meisjes in de prostitutie terechtkwamen. Dat vond men geen probleem. De hellenistische cultuur was heel los in dit opzicht. Voor mannen gold seksuele vrijheid. Alleen vrouwen hoefden maagd te blijven tot het huwelijk. En blijkbaar kon je als man dan aan je trekken komen bij zo’n prostitué, die het voor haar werk deed.
Daar kwam nog bij dat in sommige religies, met name in de zogenaamde mysteriegodsdiensten (die toen heel populair waren), seksuele handelingen onderdeel waren van de rituelen. In die tempels werkten prostitués. Ter religieuze verlichting dus…
De rode draad bij dit alles was het typisch Griekse denken dat het lichaam minderwaardig is vergeleken bij de geest. Het lichaam is maar stof en het draait om de geest. De gedachte was dat je daarom met je lichaam ook kon doen wat je wilde. Die gedachte was ook de christelijke gemeente binnengedrongen, en daarbij voorzien van een zogenaamd christelijk sausje: we zijn toch door de Geest vrij geworden en verlicht? Nou dan kunnen we, toch ook op seksueel gebied, genieten van die vrijheid?

Maar Paulus is onverbiddelijk: ‘Deze dingen horen niet bij heiligen’! Waarom is Paulus hier zo fel, en streng? Is dat preutsheid? Dat taboe dat er zo lang in kerk en geloof op seksualiteit gelegen heeft? Seks was nodig voor de voortplanting, maar verder moest je het er maar niet over hebben.
Eigenlijk is dat jammer, want niet voor niets staat er een boek als Hooglied in de Bijbel, waar heel open en vreugdevol over de liefde gesproken wordt, ook de lichamelijke liefde. En Paulus zelf schrijft verderop, in vers 31, in aansluiting bij het scheppingsverhaal, over het één worden van man en vrouw. Ja, daar hoort ook de seksuele gemeenschap bij. Dat hoort helemaal bij de schepping: de aantrekkingskracht van geliefden tot elkaar, het kunnen en mogen genieten van het liefdesspel. Je helemaal aan elkaar geven…
Maar dat is alleen echt gewaarborgd in een monogame relatie van liefde en trouw. Tom Wright schrijft: ‘Ongebonden seks is een parodie van echte seks – vergelijkbaar met het drinken van water uit een modderig stroompje in plaats van fris, helder water, of luisteren naar een symfonie op een beschadigde plaat, terwijl een wereldberoemd orkest het stuk in de schouwburg twee straten verderop uitvoert.’

Of zoals Paulus het in vers 6 zegt: ‘Laat je door niemand met loze woorden misleiden.’ M.a.w. als mensen beweren dat seks binnen het huwelijk juist vervelend en saai wordt en dat ergens anders experimenteren nieuw en spannend is, dan is dat misleidend en loos, oftewel leeg.
Diezelfde Tom Wright zegt het heel sterk: ‘Elke keer dat twee mensen de lichamelijke liefde bedrijven, zeggen hun lichamen: ‘Wij horen bij elkaar, totaal, compleet en voor altijd.’ Als dat niet waar is – als het alleen maar een experiment is, een spontaan idee, een proefperiode – dan liegen hun lichamen. Vroeger of later zal de leugen uitkomen.’
Ja, omdat het een leugen is, een misleiding, reageert Paulus ook zo scherp (vers 6): ‘Wie God (ook hierin) ongehoorzaam is, wordt getroffen door zijn toorn.’
Dat zijn heftige woorden. De vonken springen er bij wijze van spreken van af! Maar let op, het gaat niet alleen over straks, het gaat ook over nu. Het staat namelijk in de tegenwoordige tijd: ‘Je wórdt getroffen door Gods toorn’, als je God hierin ongehoorzaam bent. Dus je inlaten met porno, vreemdgaan, experimenteren met vrije seks, maakt je een doelwit van Gods toorn. Nu al.
Eigenlijk is het in Gods schepping ingebouwd. Zoals ik ergens las: ‘Er zijn bepaalde vormen van gedag, die zo afwijken van hoe God de wereld, en mensen in het bijzonder, bedoeld heeft, dat ze hun eigen wraakgodin in zich mee dragen. Seksueel wangedrag valt zeker in deze categorie.’
Hoe komt die toorn, die wraakgodin zeg maar, dan tot uiting? Je kunt denken aan seksueel overdraagbare ziekten, die gevolg zijn van vrije, ongebonden seks. Je zit dan echt met de gebakken peren. Je kunt ook denken aan de verknipte seksualiteitsbeleving bij veel jongeren vandaag de dag. Ze zijn zo overspoeld door porno, dat ze denken dat dat normaal is. Dit is schadelijk, voor jongens, en zeker ook voor meisjes en vrouwen, omdat zij het vaakst slachtoffer kunnen zijn van grensoverschrijdend gedrag hierin.
Niet voor niets noemt Paulus de hebzucht ook in één adem met ontucht en zedeloosheid. Als je het lichaam van een ander alleen gebruikt voor je eigen lust, dan is dat een vorm van hebzucht. En dat maakt niet gelukkig. Die ander niet, maar ten diepste jij zelf ook niet. Want dan wordt seks een afgod, die jou beheerst, waar je verslaafd aan raakt. Je dacht vrij te zijn, maar je wordt er helemaal door beheerst.

Als je je niet afkeert van de afgoden – ook die van seks en porno – dan kun je, zegt Paulus in vers 5, geen deel hebben aan het koninkrijk van Christus en van God.
Dat is best apart gezegd trouwens: het koninkrijk van Christus én van God. Is daar verschil tussen dan, tussen het Koninkrijk van Jezus en dat van God? In 1 Korinthe 15 schrijft Paulus er uitgebreider over, in die lange, diepzinnige paaspreek van hem daar. Daar schrijft hij dat aan het eind der tijden, als Jezus wederkomt, dat Hij dan zijn koningschap zal overdragen aan zijn Vader. Met andere woorden: nu is Jezus al de Koning, – King of kings and Lord of lords – de Koning van de kerk en de Koning van de wereld. Maar er zijn nog vijanden, die nog niet definitief verslagen zijn: denk aan de duivel, de zonde en de dood. Maar als die vijanden en álle tegenstand eens onder zijn voeten gelegd zullen zijn, dan reikt Jezus de scepter over aan God de Vader. Dan zal Hij Koning zijn, zoals Hij dat altijd al bedoeld had. Hij alles in allen. Alles nieuw. Alles goed en volmaakt.
Maar als je je met de afgoden inlaat, als die je gaan beheersen, als je slaaf bent van hebzucht en seks, als je zo in feite Gods vijand blijft in plaats van zijn vriend en kind, dan is er in Jezus’ huidige koninkrijk geen plaats voor je, en uiteindelijk ook niet in Gods definitieve koninkrijk.

Ja, het is een pittig en confronterend gedeelte vanmorgen, gemeente. En dan te bedenken dat Paulus dit niet aan ongelovigen schrijft, maar aan de gemeente, aan gélovigen dus. De vorige keer bleek al dat Paulus ze waarschuwde om niet terug te vallen in hun oude heidense levensstijl, en echt anders te zijn, omdat ze Christus kennen. En hier doet hij dat opnieuw. Blijkbaar vindt hij dat echt nodig om daar op te blijven hameren. Je kunt als christen niet maar wat aanrommelen met dat anders zijn, als het gaat over wat je zegt en hoe je het zegt, hoe je omgaat met je emoties, met je boosheid, maar ook met vergeving en dus ook met seksualiteit. Bij al die aspecten van het leven zal blijken of je echt anders bent, of Jezus Christus de regie over je leven heeft, of niet.
Paulus heeft het over twee wegen: die van het licht en die van de duisternis. Het is van tweeën één. Heel radicaal dus: óf je gaat de weg van het licht, óf die van de duisternis.
Als je gelooft in Jezus Christus, als Hij de Heer van je leven is, Hij die het Licht is, dan ben je een kind van het licht geworden. Nou, zegt Paulus, gedraag je dan ook zo, en geef je niet over aan de werken van de duisternis. Kijk, die duisternis blijft lokken. Verleidingen genoeg. Maar besef terdege dat je daar het Koninkrijk van Jezus en uiteindelijk ook dat van God ermee kunt verspelen. Die praktijken van de duisternis lijken wel mooi, maar ze lopen op niets uit. Het is allemaal zo leeg.

Hoe bied je weerstand tegen die werken van de duisternis? Hoe blijf je in het licht? In het licht van Christus?
Door niet mee te doen aan die vruchteloze praktijken. En als het concreet gaat over de thematiek van vanmorgen: door trouw te blijven aan degene die je gegeven is. Door je niet in te laten met porno. Er niet naar te kijken. En als je dat lastig vindt, als je er zelfs aan verslaafd geraakt bent, daar dan hulp bij te zoeken. Bij een ouderling, een dominee, een christelijke hulpverlener.
Maar ook (vers 4) geen dubbelzinnige en platvloerse taal te gebruiken. We hoorden vorige keer al dat taal belangrijk is, grote impact kan hebben. Ook in dit opzicht. Ook met woorden kan dat prachtige geschenk van de seksualiteit besmeurd worden, door dubbelzinnige opmerkingen, door oneerbare voorstellen. Dat kan mensen echt beschadigen, en de Heilige Geest bedroeven. Ons lichaam, en ook onze seksualiteit daarbij, is immers een tempel van de Heilige Geest). We kunnen Hem daarmee eren, als het gebeurt in de veilige sfeer van liefde en trouw. Maar we kunnen Hem ook bedroeven, als we met woorden en daden, die tempel, bij onszelf, en/of bij een ander verontreinigen.

En weet je, als het hierin mis is gegaan: het is nooit te laat, om weer in het licht te komen. Zeker, dan komen de duistere zaken aan het licht. Net als wanneer je een stoeptegel optilt… Je ziet dan allerlei beestjes krioelen: pissebedden en wat dies meer zij. Zo is het met ons ook. Als Gods licht over ons leven schijnt, als de Heilige Geest de stoeptegel van ons leven licht, dan blijkt wat er allemaal in ons leeft en huist, dan wordt wel duidelijk waar het aan schort, wat er mis is, wat vuil en bedorven is. Maar Hij doet dat, opdat we ermee voor de dag komen, we dit God eerlijk belijden. En als we dat doen, met oprecht berouw, dan mogen we ook geloven dat, om Christus’ wil, er vergeving en reiniging is. En dat we verder kunnen en mogen, op de weg van het licht, dicht achter Christus aan, de Lichtbron zeg maar.

Zo gebeurde dat ook met dat echtpaar, waar ik de preek mee begon. Dat echtpaar uit mijn vorige gemeente. Hij, met z’n alcohol- en pornoverslaving. Zij, die geknakt was, heen en weer geslingerd tussen boosheid en verdriet. Hij zocht hulp, werd opgenomen. Zij had haar trouwring afgedaan, maar wilde nog niet scheiden. Hij volgde een grondige therapie. Maakte schoon schip met God, maar beleed het ook aan zijn vrouw en vroeg haar om vergeving. Samen zochten ze naar verzoening, naar vernieuwing. Vanuit de duisternis naar het licht. Dat was een lang, pijnlijk, maar ook mooi proces. En uiteindelijk besloten ze hun huwelijksgeloften te vernieuwen. Het was in de kerk, met hun kinderen, hun ouders, familie, vrienden en gemeenteleden. Ze vernieuwden hun trouwgelofte. Met ontroerende getuigenissen. Ze schoven de trouwring weer om elkaars vinger. Ik mocht ze opnieuw de zegen geven. Ik ben het nooit meer vergeten. Het was één van de mooiste en ontroerendste diensten die ik in mijn bijna 27-jarig predikantschap heb geleid.

Van het duister naar het licht. Ja, in dat licht wandelen zij nog steeds. En dat mogen wij ook. Ieder met ons eigen verhaal, met onze eigen worstelingen, onze eigen strijd, maar in het spoor van die ene Heer.
Wandelen ja. Dat is dus niet strompelen. Maar ook niet hollen. Nee, wandelen. Niet overspannen. Niet jezelf voorbij hollend. Nee, wandelend. Achter Hem aan, met Hem. ‘Ik wandel in het licht met Jezus’. Iets beters is er niet. Amen

zingen           Hemelhoog 346 ‘Ik wandel in het licht met Jezus’

gedenken van overleden gemeentelid

dankgebed en voorbeden

inzameling van de gaven 

zingen           Lied 708:1,6 ‘Wilhelmus van Nassouwe’

zegen