orgelspel 

mededelingen 

stil gebed 

votum en groet 

aanvangstekst        ‘Al verlaten mij vader en moeder, de HEER neemt mij liefdevol aan.’ (Psalm 27:10)

zingen           Psalm 146:1,5 (op de melodie van Joh. de Heer) 

lezing van het gebod       uit 1 Thessalonicenzen 4 (1-12)

gebed om de verlichting met de Heilige Geest 

kinderlied    Hemelhoog 426 ‘Ik ben veilig in Jezus’ armen’

kindermoment

Vanmorgen loop ik eerst naar het doopvont, en dan met name naar die vogel die daarop te zien is.

Wat is dat voor een vogel? Een duif. Waarom zou daar een duif te zien zijn? Waarom geen gans of reiger?
De duif is het symbool van de Heilige Geest. Denk maar aan de doop van Jezus, toen de Heilige Geest in de vorm van een duif neerdaalde op Jezus’ hoofd.

Die duif zien we ook weer terug in het logo van onze kerk, zeg maar het ‘merk’ van onze Pauluskerk. De duif met daarin kleuren uit dat prachtige raam uit onze kerk.

Die duif wil zeggen: zonder de Heilige Geest zou er helemaal geen kerk zijn. Zonder de Heilige Geest zouden we helemaal niet kunnen geloven, tenminste het niet vol kunnen houden.

Tegelijk is de duif ook het teken van de hoop. Dan moet je denken aan een ander verhaal uit de Bijbel. Dat van de ark van Noach. Als na al die regen, waarbij de hele aarde onder water staat, het eindelijk ophoudt en het water gaat zakken, dan stuurt Noach een duif uit de ark. En dan komt die duif terug. Wat heeft hij dan in z’n snavel? Een takje. Bewijs dat het water zover gezakt is dat de bomen weer boven water staan. Dat geeft Noach en de anderen in de ark hoop.

Nou, volgende week is het Pinksteren. Het feest van de Heilige Geest. Het leek ons mooi om dan de kerk te versieren met heel veel duiven. Duiven die jullie, maar ook de grote mensen kunnen vouwen. Dat is niet moeilijk. Kijk maar, het is mij ook gelukt…


Het zou mooi zijn als er verschillende kleuren gebruikt worden: rood, wit, blauw, groen, oranje. Allemaal vrolijke kleuren.
En dan mag je op de duif ook nog iets schrijven. Aan de ene kant waar jij of u op hoopt. En aan de andere kant waar je hoop van krijgt.
Die duiven kunnen dan ingeleverd worden bij Yvonne Visser, Magelhaeslaan 4. Het mag ook bij ons in de pastorie. Ik zal er volgende week in de dienst op Pinksteren dan weer aandacht aan besteden. Hopelijk (!) is er dan ook, door die duiven, genoeg om voor te danken en te bidden. En de kerk is ook nog eens vrolijk versierd met al die duiven. De kerk als een prachtige duiventil.

schriftlezing Johannes 14:15-26 

tekstlezing               (waar Jezus zegt:) ‘Ik laat jullie niet als wezen achter, Ik kom bij jullie terug. (Johannes 14:18)

verkondiging

Gemeente van Jezus Christus,

Eigenlijk is het een ‘rare’ naam: Wezenzondag. Sterker nog: in feite klopt die naam niet! Jezus zegt immers in onze tekst: ‘Ik laat jullie niet als wezen achter.’ Niet als wezen! ‘Geenwezenzondag ‘ zou dus eigenlijk een veel betere naam zijn…

Maar laten we maar niet te lang twisten over de naam van deze zondag, veel belangrijker is het woord waar deze naam vandaan komt, het tekstwoord van vanmorgen, een woord, een belofte van Jezus zelf, aan zijn discipelen, aan ons: ‘Ik laat jullie niet als wezen achter.’

Een wees is iemand zonder vader en moeder, óf iemand die door z’n ouders in de steek gelaten is. Verschrikkelijk. En zeker in de maatschappij van toen, in het oude nabije oosten, was een wees, zeker als deze minderjarig was, niet best af. Als wees had je een onbeschermde positie. Er was niemand die verantwoordelijk voor je was. Zonder dak, zonder toekomst, prijsgegeven aan de liefdadigheid van anderen. Zijn de discipelen dan zo verweesd, en wij, nu Jezus naar de hemel is gegaan, de aarde heeft verlaten: zo onbeschermd, zo zonder toekomst, zo alleen?
Nee dus: ‘Ik laat jullie niet als wezen achter’, zegt Jezus, ‘Ik kom bij jullie terug.’ Met name over dat laatste zinnetje hebben de uitleggers zich het hoofd gebroken. Wat bedoelt Jezus, als Hij zegt: ‘Ik komt bij jullie terug’? Volgens een aantal uitleggers heeft Jezus het hier over de tijd, direct na Zijn opstanding. Dat past ook goed bij ‘de korte tijd’, waar het in het volgende vers, vers 19, over gaat. Jezus spreekt deze afscheidswoorden immers kort voor zijn lijden en sterven. Maar als Hij gestorven zal zijn, zal Hij na drie dagen opstaan en aan zijn discipelen verschijnen en zo bij hen terugkomen. Zo zal de band tussen Hem en zijn leerlingen weer hersteld worden, als kinderen die hun vader weer terugkrijgen. Geen wezen meer.
Andere uitleggers denken dat Jezus doelt op de komst van de Heilige Geest. Daar heeft Hij het namelijk over in de voorgaande verzen, vooral vers 16: ‘Ik zal de Vader vragen jullie een andere Pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn.’
Nu denk ik: moeten we persé kiezen voor de ene of de andere uitleg, of zou Jezus het ook allebei kunnen bedoelen? Allereerst komt Hij zelf tot zijn discipelen na Zijn opstanding. Hij zoekt hen op. Veertig dagen lang verschijnt Hij aan ze, als de Opgestane. Maar daarna, we vierden het afgelopen donderdag, gaat Hij terug naar Zijn Vader, wordt Hij opgenomen in en gekroond met de hemelse heerlijkheid, om er daar voor ons te zijn. Als Pleitbezorger. Als Advocaat. Als Kwartiermaker. Maar dan laat Hij zijn discipelen, Zijn gemeente, niet alleen; dan komt Hij tot hen door Zijn Geest.

Er is vanuit de Bijbel veel te zeggen over de Heilige Geest. Maar vanuit die afscheidswoorden uit Johannes moeten we in ieder geval ook dit zeggen: ‘In en door de Heilige Geest zal Jezus bij zijn volgelingen zijn tot aan de voleinding van de wereld.’
Nu heeft dat voor ons gevoel misschien toch wel iets van surrogaat. Tenminste, wie bekruipt er nooit een gevoel van heimwee, als-ie de Bijbelverhalen hoort, die wonderen, de manier waarop Jezus leerde, mensen ontmoette: ‘Was ik er maar zelf bij geweest. Had ik het maar met mijn eigen ogen kunnen zien. Hem al m’n vragen kunnen stellen. Ach, dat is toch veel mooier, veel concreter dan nu met die Heilige Geest.’
Maar uit dat gemijmer schudt Jezus zelf ons wakker – verderop in Johannes 16 – als Hij zegt: ‘Het is goed voor jullie, dat Ik ga, want als Ik niet ga, kan de Pleitbezorger (dus de Heilige Geest) niet bij jullie komen.’ Jezus zegt zelfs letterlijk dat dat beter is! De manier waarop Jezus door de Heilige Geest in ons midden is, in ons hart kan wonen – echt dichterbij kan niet, zo verweven met ons bestaan! – en dat ook nog eens bij ons allemaal, tegelijkertijd, op talloze plaatsen tegelijk, dat is beter dan hoe het was, met Jezus in menselijke gedaante op aarde. Kortom: we zijn er sinds Hemelvaart en Pinksteren echt niet op achteruitgegaan, gemeente. Integendeel!

Zeker ook als je hoort hoe Jezus die Heilige Geest hier noemt: ‘Pleitbezorger.’ In de grondtekst, in het Grieks, wordt er het woord ‘paraklètos’ gebruikt. Parakleet. Letterlijk: ‘de erbij geroepene.’ De hulp. De Bijstand. De ‘Advocaat’, zoals de Latijnse kerkvaders vertaalden. De ‘Trooster’ zoals de kerkvaders in het oosten het weergaven. De vertaling die de Statenvertalers overnamen.
Maar het zijn allemaal omschrijvingen die passen bij dat woord Parakleet. Iemand gaf er een soort overallomschrijving van: ‘De Parakleet is Hij die bijstand biedt in een hulpbehoevende situatie.’ Zo is de Heilige Geest: Hij die bijstand biedt in een hulpbehoevende situatie. En zo is Hij ook nodig. Want wat zijn er niet een hulpbehoevende situaties, wat is er niet een nood! In deze wereld. Neem al die letterlijke weeskinderen. Ook nu. Zoals die kindsoldaten in Afrika. Wees geworden door gruwelijk geweld en vervolgens zelf veroorzakers van afschuwelijk geweld. Of straatkinderen in Latijns Amerika, die geen kind meer kunnen zijn, willen ze overleven in de jungle van de miljoenenstad. Of al die misbruikte kinderen van Zuidoost Azië, slachtoffer van die kloof tussen rijk en arm, maar nog meer slachtoffer van de verwrongen seksualiteit van rijke westerlingen. Ja, wat een nood in deze wereld: bij kinderen, bij moeders en vaders, bij mensenkinderen, bij de hele schepping.
Maar ook in de kleine wereld van ons eigen leven. Die verraderlijke ziekte, die tijdbom in je lichaam. Of je geest die gebukt gaat onder zwaarmoedigheid of diepe angsten. Of die knagende onzekerheid, dat verborgen schaamtegevoel. Dat grote gemis, dat maar niet overgaat. ‘En ja, dan kun je wel mooi zeggen dat we beter af zijn sinds Hemelvaart en Pinksteren, dat door de Heilige Geest Jezus tot ons komt, heel dichtbij; maar wat merk ik er van? Wat zie ik er van?
Ik las een preek van Miskotte, die deze vragen heel scherp verwoordde: ‘Maar nu vraag ik u: wat doet die Heilige Geest? Wat doet de Parakleet? Heeft Hij niks uitgericht, zoals de mensen denken? 2000 jaar christendom en nog altijd oorlog, zeggen ze dan. Hij is over ons uitgestort, en toch zijn er zoveel mensen in de kerk, of aan de rand van de kerk, die het nog niet weten, die zo onzeker zijn. Doet die Heilige Geest dan helegaar niets?’ Eerlijke woorden. Herkenbare woorden voor velen…
Maar zou het ook niet te maken hebben met het feit dat je het werk van die Parakleet, de Heilige Geest niet zomaar ziet. Het is niet zomaar voor iedereen aanwijsbaar en merkbaar. Je hebt er om zo te zeggen wel een antenne voor nodig. En die antenne noemen we geloof. En geloof is niets anders dan er op vertrouwen, dat ondanks alles wat het tegen lijkt te spreken, Jezus bij ons is door de Heilige Geest. En dat Hij werkt. Als je die antenne uitschuift en laat uitstaan, dan vang je de signalen van de Heilige Geest op. Soms heel verrassend en onverwacht.

Dan zit je bijvoorbeeld in de kerk, of thuis bij de stream, en je hoort de preek en je denkt: ‘alsof deze speciaal voor mij gemaakt is. Precies het antwoord op die vraag die zo klemde. Precies dat woord waar ik om verlegen zat, de bemoediging die ik nodig had. Of ergens werd de vinger op gelegd, op wat echt niet goed zit in je leven. Het werd blootgelegd. Want dat doet de Heilige Geest ook, ons ontdekken aan onze zonden. Niet in het algemeen, maar heel persoonlijk, heel concreet. Niet om ons zwart te maken of ons terneer te drukken, maar ons juist bij de Here Jezus te brengen, bij wie vergeving voor al onze zonden is, ook deze.

Weet u, het is één van de mooiste dingen die je als dominee mag meemaken. Als je terug hoort hoe de Geest bij anderen, ook door jou heen, aankomt. Ja, soms heel verrassend. Ooit kwam iemand na een rouwdienst op me af, met tranen in z’n ogen: ‘U had me bijna de kerk in gepreekt.’ Nee, nog niet helemaal, want hij kwam al zo lang niet meer, en dan is de drempel zo hoog geworden. Maar dit had hem zeer aangesproken, vooral toen ik het, volgens hem, had gehad over dat geloven veel verder en dieper reikt dan je verstand, maar dat God je juist wil aanraken in je hart. Dat had hij ook ervaren. Maar hoe ik ook peinsde, volgens mij had ik het daar helemaal niet over gehad. Het was in ieder geval absoluut niet het hoofdonderwerp geweest. Maar ik dacht: is dat juist niet de Heilige Geest, dat Hij woorden zo vertaalt, dat iemand het ook kan toepassen op zijn eigen leven, dat het aankomt, dat schenkt, wat die ander op dat moment nodig heeft?’

Het is zo bemoedigend als je zo merkt dat de Heilige Geest werkt. Dat Hij die Pleitbezorger, die Bijstand, die Helper is. Ook bij mensen die zo worstelen met twijfels, met minderwaardigheidsgevoelens. Of bij alles wat bijvoorbeeld bij een ziekbed, een sterfbed op mensen afkomt. Dat in zulke strijd er aanvaarding, overgave, troost mag komen. Dat Jezus zelf komt met zijn vrede en rust. Soms na een hele tijd. Soms sneller. Maar als je dat ziet, word je stil, ervaar je het dat Hij er is. Zo dichtbij.

Ja, ook als er een doorbraak komt bij mensen die de muren naar elkaar toe zo hoog opgebouwd hebben. Ooit misschien wel begonnen met iets kleins, maar omdat het niet werd niet uitgepraat en opgelost, kwam er steeds meer verwijdering, verbittering en zoveel verdriet. Vreselijk. Tot op een gegeven moment het inzicht doorbreekt: hoe lang doen we dit elkaar, onze kinderen, onze families nog aan? En: hoe haaks staat dit eigenlijk op het Evangelie van de verzoening dat we hier horen en regelmatig ook vieren in het Avondmaal? En dan zet iemand een stap. Dan komt er voorzichtig toenadering. En dan komt er het moment dat er vergeven kan worden, en losgelaten. Zo bevrijdend. Signalen dat de Heilige Geest werkzaam is, die sterker is dan de geest van onverdraagzaamheid en haat.

Signalen van de Geest. Inge Lievaart bracht dat eens als volgt onder woorden:

ONTMOETINGEN

Door niemand is Hij gezien,
maar van de ervaring is zeker
ieder die Hem ontmoet,
de vertrooster, de Geest.

In de diepte van de vertwijfeling,
van de schrik over onszelf,
is Hij onder ons,
een hand van liefde
die ons opvangt,
die ons opwaarts tilt.

In de nacht van het verdriet,
de eenzaamheid van de pijn,
is Hij om ons heen,
een lichtkring die ons beschermt.

In de smart om die stierven,
in dat scheurend besef van nooit-meer,
laat Hij zich kennen:
de onzichtbare blijvende
die moederlijk troost.

Op de weg van dag na dag
is Hij de stem voor ons uit
die ons tot zich lokt;
als wij achterblijvende
afbuigen naar rechts
of dwalen naar links,
Hij brengt ons terecht.

Hij doet ons voortgaan in het besef
dat de wachtende dood,
zo verafschuwd om wat hij vernietigt,
ons niet kan scheiden van
het hart van de liefde,
het hart van Christus,
het hart van God.

‘Ik laat jullie niet als wezen achter, Ik kom bij jullie terug.’ Ik kom tot u. Jezus kwam tot zijn discipelen na Zijn opstanding in zijn verschijningen. Hij komt tot ons in Zijn Geest. En laten we de antenne van ons bestaan uitschuiven, om zijn signalen op te vangen. Want ze zijn er! Die ontmoetingen met Hem zelf.

Ja gemeente: de Vader in de hemel, met naast Hem Christus, die daar voor ons bidt en pleit, ons aanvuurt en onze plaatsen bereidt. De Heilige Geest in ons midden, in ons hart, die de signalen overbrengt, toepast, ons bijstaat in de strijd.
Nee, we zijn geen wezen. Niet omdat we dat niet willen wezen, omdat de wens de vader is van de gedachte. Nee, de Vader in de hemel is geen projectie, geen bedenksel van onze vermoeide geest, die zonder houvast niet leven kan. En het Jeruzalem dat boven is, het Vaderhuis met de vele woningen, is geen fata morgana. Beide zijn niet door ons bedacht, maar van Godswege aan ons verkondigd. Daarom geen wezen. En daarom: Lof zij U, Vader, Zoon en Heilige Geest! Halleluja. Amen

meditatief orgelspel          over Gezang 244 ‘Christus stoot de hemel open’ 

collectemoment

lied Hemelhoog 516:1,2 ‘Halleluja! Zing voor Jezus’

dankgebed en voorbede            

slotlied         Gezang 239:1,2,6,7

zegen

orgelspel