orgelspel

welkom en mededelingen door ouderling van dienst

zingen          Psalm 65:1

stil gebed

openingstekst         ‘Wij worden verzadigd met het goede van Uw huis’ (Psalm 65:b, Herziene Statenvertaling)

zingen                       Psalm 65:2,3

voortzetting Heilig Avondmaal  

zingen           Gezang 44:1

gebed om de verlichting met de Heilige Geest 

schriftlezing               vervolg serie uit Openbaring, nu hoofdstuk 18 

zingen                 Psalm 92:4,5 

verkondiging 

Gemeente van Jezus Christus,

Zegt Sacred Harp u iets?
Het is de naam van een stokoude Amerikaanse zangbundel, met hymnen en andere geestelijke liederen. Er wordt nog steeds uit gezongen.
Men zit daarbij in een zgn. square, een vierkant. Middenin dat vierkant staat degene die een bepaald lied heeft aangevraagd. Hij of zij geeft de begintoon aan en dan valt de rest in. Met de ene hand houdt men daarbij de zangbundel vast en met de andere wordt de maat aangegeven. Die hand gaat dan eenvoudig op en neer…
En dan die manier van zingen… Zo krachtig, en toch ook muzikaal. Ik kan daar eindeloos naar kijken en luisteren. En mijn hele lichaam wil dan meedoen. Zo intens is het.

Eén van de prijsnummers uit die Sacred Harpbundel is Babylon is Fallen. Elk couplet eindigt met (zingen): ‘Babylon is fallen, is fallen, is fallen. Babylon is fallen to rise no more – Babylon is gevallen om niet meer overeind te komen.’
Bij de uitvoering die ik op Youtube zag,

gaan de zangers er helemaal in op. Ik kreeg het vervolgens de hele dag ook niet meer uit mijn hoofd. Wat zeg ik, het zit er nog steeds in: ‘Babylon is fallen, is fallen, is fallen. Babylon is fallen to rise no more.’ En dan niet maar een beetje voor je uit gemurmeld, zoals wij nog wel eens zingen kunnen, maar jubelend, juichend. Zoals die mensen in die square.

Dat sluit toch helemaal aan bij vers 20 van ons tekstgedeelte: ‘Juich om haar (om het gevallen Babylon dus), juich om haar, hemel, juich heiligen, apostelen en profeten!’ En die titel van dat lied, Babylon is fallen, is rechtstreeks ontleend aan wat die engel aan het begin van het nieuwe visioen roept, met een krachtige stem (vers 2):’Gevallen, gevallen is Babylon.’

De vorige keer hoorden we al dat ‘Babylon’ een codenaam is.
Openbaring wordt ook wel verzetsliteratuur genoemd. De christenen werden immers vervolgd in het Romeinse Rijk. ‘Geslacht’ zelfs, aldus het slotvers. Daarom kon zo’n kritisch boek als Openbaring, dat Rome typeerde als ‘Grote Hoer’, behorend bij het Beest, oftewel de Antichrist; daar kon Rome niet letterlijk genoemd worden. Daarom is er voor een codenaam gekozen. Een bekende codenaam voor iedere geoefende bijbellezer: Babylon. Oftewel Babel, de stad in het Oude Testament die tegenover Jeruzalem staat. In dat Oude Testament vind je vele profetieën die tegen deze stad zijn uitgesproken. Hier in Openbaring vind je ze terug, maar dan toegepast op Rome. Dat is het nieuwe Babylon, het tegenbeeld van het nieuwe Jeruzalem. Babylon: de stad van het Beest, de grote hoer. De hoofdstad van dat immense Romeinse Rijk.
Maar die stad, die grote stad – in codetaal ‘Babylon’ dus – die gaat er aan! Sterker nog, de engel roept zelfs: ‘Gevallen, gevallen ís Babylon.’ In zijn ogen ligt ze aan puin. Er is niets meer van over. Ja, demonen wonen er, onreine vogels en andere dieren. Zo’n woestenij is die stad geworden. Een woestijn gelijk.

Merk je: die engel roept het uit alsof dat al gebeurd is: ‘Gevallen is Babylon!’ Terwijl op het moment van het visioen, en ook later als de eerste geadresseerden van Openbaring dit horen voorlezen in hun gemeente, op dat moment is Rome nog alive and kicking. Zijn haar macht en aanzien nog immens groot. En hebben die eerste christenen daar juist verschrikkelijk onder te lijden, worden ze nog steeds vervolgd, zijn ze hun leven niet veilig, alleen maar omdat ze niet mee willen doen aan de keizercultus, omdat ze maar één Heer belijden: Jezus Christus, en niet de keizer van Rome.
Maar wat roept de engel uit, als een overwinningskreet? ‘Babylon is gevallen!’ Ja, die engel roept het zo, alsof het al gebeurd is, alsof hij het al voor ogen heeft. Je vindt deze manier van zeggen ook bij de profeten in het Oude Testament. Hun voorzegging wordt zo uitgesproken alsof het al geschied is, in de voltooide tijd. Je noemt dat met een technische term: een perfectum propheticum, een profetisch voltooide tijd.

Is dit niet wat profetie ons zeggen wil, ook de profetie van Openbaring? Die verzetsliteratuur die het is: om je dus niet neer te leggen bij de macht van het kwaad, bij de macht van Babylon – en alles wat daarop lijkt en naar neigt – maar te geloven dat dat zal vallen, dat het kwaad, de tegenstander, niet het laatste woord heeft. Sterker nog: om zo te leven met de toekomst van God, vanuit die toekomst, alsof die al werkelijkheid geworden is: Babylon ís gevallen.
Omdat het Lam, Jezus Christus, Overwinnaar is. Niet voor niets zingt dat laatste couplet van dat heerlijke Sacred Harplied over Jezus’ komst, zijn wederkomst. Hij zal heersen, en zijn vijanden teniet doen. Dit mag ons leven hier en nu al kleuren en zin geven.
Of zoals ik ergens las: ‘We moeten leven met de wederkomst, alsof de wederkomst al gekomen is, omdat we er zeker van zijn dat Christus zal komen. Met de wederkomst zal zichtbaar worden wat er al is, namelijk dat Babylon gevallen is en haar macht voorbij is, en dat zichtbaar wordt dat Christus al over hemel en aarde regeert.’
Ja, eigenlijk heeft avondmaal vieren dat ook. Niet voor niets wordt het een voorproef van de bruiloft van het Lam genoemd, de maaltijd waar ook Jesaja al over profeteerde, als het kwaad voorgoed weg is, de sluier van het verdriet weggedaan en God alles in allen zal zijn. Daar mag je in het Avondmaal al een voorproef van krijgen: alsof het er al is, werkelijkheid is geworden. Wat een geschenk krijgen we dus in dat avondmaal! Juist als je lijdt onder alles sores, onder verdriet en gemis, onder angst en onzekerheid, onder het kwaad dat deze wereld nog zo in de greep lijkt te hebben, geeft de Heer je een voorproef van zijn heerlijkheid, waarin al dat duister opgelost is, als sneeuw voor de zon. ‘O blij vooruitzicht dat mij streelt…’, zingt een oude psalm. Ja, nu streelt. Het staat in de tegenwoordige tijd. Zo streelt vandaag Gods vooruitzicht jou, in het sacrament, in de profetie van Openbaring. Dan ga je toch juichen, dat zing je het toch jubelend uit: ‘Babylon is fallen, is fallen, is fallen. Babylon is fallen to rise no more.’

Maar er wordt niet alleen gejuicht in ons tekstgedeelte. Er wordt ook geklaagd, geweeklaagd zelfs, bij de val van Babylon, bij de ondergang van Rome dus. Drie klaagzangen worden er aangeheven, telkens afgesloten met ‘wee, wee.’
Deze letterlijke weeklachten worden gedaan door respectievelijk koningen, handelaars en zeelieden. Die koningen staan voor de vazalvorsten en de provinciebestuurders van dat immense Romeinse Rijk. Als de hoofdstad van dat rijk ten onder gaat, zakt de grond blijkbaar ook onder hen vandaan.
Dat geldt ook voor de handelaren. Rome was rijk. Schatrijk. Daar kwamen enorm veel luxe goederen aan. In vers 12-14 worden ze ook opgesomd in een eindeloze rij. Maar als Rome verwoest wordt, valt die enorme afzetmarkt weg. En dat is een strop voor de handelaren. Vandaar hun geweeklaag.
En dat geldt ook voor de zeelieden die met hun scheepsladingen enorm verdienden aan Rome.
Hun geweeklaag is dus ook uit eigen belang. Tegelijk zijn ze verbijsterd dat deze machtige stad, de machtigste stad ter wereld, in zo’n korte tijd te gronde gaat. Wat onoverwinnelijk leek, blijkt dus uiterst kwetsbaar en broos te zijn.

Gemeente, doet dit ook niet denken aan onze tijd, aan onze cultuur? Want die Babelcultuur is niet weg. Dachten wij hier in West-Europa, en in ons land ook niet: Ons kan niets gebeuren! Zelfs de coronacrisis kreeg onze economie er niet onder. Integendeel. De werkeloosheid was in tijden niet zo laag. Er zijn juist personeelstekorten. We waanden ons in geopolitieke zin gewoon veilig. Wie kon ons wat maken? Totdat Rusland Oekraïne binnenviel. Opeens was er van dat gevoel van veiligheid en zelfverzekerdheid weinig over. En er kwam een enorme inflatie. En we weten niet waar dit eindigen zal. En ook in ons eigen land roeren de geesten zich. Nog nooit was er zo weinig vertrouwen in de overheid, zoveel teleurstelling in de politiek. De boerenprotesten spreken boekdelen…
Zelfverzekerdheid, of moet ik zeggen: arrogantie, hoort bij het DNA van die Babelcultuur. En die kunnen een werelddeel, een land, een regering, een volk, maar ook een enkel mensenkind zo in de smiezen krijgen.
Naast de afgoden. We hoorden het de vorige keer: dat die metafoor van de grote hoer voor Babylon slaat op de afgodendienst. En zoals je voor een hoer betalen moet, zo geldt dat ook voor de afgoden. Die hebben nooit genoeg. En ze zijn springlevend hoor. Mammon bijvoorbeeld, de god van het geld, van de economie. Met in z’n kielzog: het eindeloze consumeren. Nooit genoeg. Ja, veeleisend en machtig is deze afgod.
Of Mars, de god van de oorlog. Helaas ook alive and kicking. Die het meest verschrikkelijke in mensen naar boven brengt. Raketten die op winkelcentra of flatgebouwen afgevuurd worden. Fosfor- en clusterbommen die boven woonwijken gedropt worden. Krijgsgevangenen die gemarteld worden. En velen, velen die hiervoor op de vlucht slaan. De wapenwedloop die hierdoor astronomische hoogten aanneemt. Want nee, ook Mars heeft nooit genoeg…
Of Afrodite, de godin van de seks. Ik had het er vorige week al over. Ik zal het nu niet herhalen. Maar de   seksualisering van onze cultuur is ongekend. Seks- en pornoverslaving verslaat z’n duizenden. En de verhalen over grensoverschrijdend gedrag in dit opzicht blijven maar komen. Niet vreemd als seks ook tot een gebruiksartikel verworden is…
Al die afgoden blijven offers vragen. Ze hebben nooit genoeg. Maar uiteindelijk laten ze je leeg achter. En ze hebben ook het eeuwige leven niet, want Babylon zal vallen. Als je je overgeeft aan de afgoden, aan de arrogantie van de macht, aan materialisme en ongebreidelde consumptiedwang, aan de seksuele verwording, dan ga je eraan kapot.

Daarom luidt de oproep ook in vers 4: ‘Ga weg uit die stad, mijn volk, zodat je geen deel hebt aan haar zonden en ontkomt aan de plagen die haar zullen treffen.’
Ook hier zien we weer hoe Openbaring gedrenkt is in de taal en de beelden van het Oude Testament. Weggaan, uittrekken, exodus dus. Dat doet toch denken aan Abraham en Lot die wegtrokken uit Sodom, de stad waar het kwaad verschrikkelijk was. Of aan de exodus, de uittocht van Israël uit Egypte, het land van de duisternis. Weg uit het slavenbestaan. Of aan Israël dat eeuwen later een nieuwe exodus beleefde, en na de 70-jarige ballingschap wegtrok uit Babel.

Maar hoe moeten die lezers van Openbaring, die eerste christenen, deze oproep dan gehoorzamen? Wegtrekken uit Rome? Oké, maar waar naartoe? Trouwens, de allereerste lezers van Openbaring, leefden in klein-Azië, waar nu Turkije ligt. Zeker, daar was de keizercultus ook zeer hot en de tentakels van Rome merkbaar, maar waar moesten zij heen? De woestijn in trekken, als kluizenaars, als pilaarheiligen? Nee, dat was maar voor enkelingen weggelegd. Dat ‘weggaan uit de stad’, zoals de oproep luidt, moet je niet letterlijk nemen.
Openbaring is verzetsliteratuur, weet je nog? Het gaat om een innerlijke emigratie zeg maar. Om innerlijk afstand nemen van de zonden, van de afgodendienst, van de geest van die Babelcultuur.

Die oproep is hoogst actueel, gemeente. Want zoals gezegd is die Babelcultuur springlevend. Ook wij worden we opgeroepen daarin niet mee te gaan. Om juist anders te zijn. Heilig dus, oftewel apart gezet. Dus niet te zwelgen in luxe, je verliezen in materialisme, je in laten inpakken door seksuele losbandigheid en de geest van autonomie, die God aan de kant schuift, want ik maak zelf uit hoe ik leef. Daar innerlijk van emigreren, afstand van nemen, anders in zijn.
Zou het niet goed zijn om juist daarover in de gemeente met elkaar in gesprek te gaan, elkaar aan te scherpen, wat vandaag de dag hoort bij een Babelcultuur, om daar dan ook innerlijk afstand van te kunnen nemen, daarin niet mee te doen. Om zo’n levensstijl te hebben die God eert, die goeddoet, mensen rechtdoet, juist de kwetsbaren in deze wereld en in ons land, een leven dat gericht is op wat waar is en waardig, wat in lijn is met de liefde, de eenheid en de waarheid van Christus, als antigif tegen alle polarisatie, onverdraagzaamheid en leugens van deze tijd.
Dat is heiliging. De heiliging die ook helemaal hoort bij het heilig avondmaal, als vrucht daarvan, als dankzegging.

De dankzeggingsdienst houdt straks niet op, gemeente, na de zegen. Nee, de liturgie gaat door. Die gebeurt ook en juist op straat, zei de theoloog Noordmans ooit al. Dus als het goed is, merken de mensen ook buiten de kerk, straks en verder deze week, wat wij hier ontvingen, welke richting ons hier gewezen werd.

‘Trek weg uit die stad’, uit die Babelcultuur. Neem er innerlijk afstand van. Want die houdt het niet. Een engel beeldt het plastisch uit in het visioen. Hij gooit een grote molensteen in zee. Zo zal Babylon worden weggeslingerd. Met een grote plons verdwijnen, en niet meer bovenkomen.
Voor het kwaad is uiteindelijk geen plaats. Dat gaat ten onder. Dat is triest voor een ieder die zich daaraan verslingerde. Maar het is goed nieuws voor iedereen die zucht onder het kwaad, het geweld, de slavernij. Ja, het is goed nieuws dat uiteindelijk het duister verdwijnt en het licht overwint. Het is goed nieuws dat Christus zal heersen en dat Babel zal vallen. Wat zeg ik: dat Babel ís gevallen. Zoals het lied zingt, en als u wilt, mag u het refrein meezingen:

Hail the day so long expected,
Hail the year of full release.
Zion’s walls are now erected,
And her watchmen publish peace.
Through our Shiloh’s wide dominion,
Hear the trumpet loudly roar,
‘Babylon is fallen, is fallen, is fallen.
Babylon is fallen to rise no more

Blow the trumpet in Mount Zion,
Christ shall come a second time;
Ruling with a rod of iron
All who now as foes combine.
Babel’s garments we’ve rejected,
And our fellowship is o’er,
‘Babylon is fallen, is fallen, is fallen.
Babylon is fallen to rise no more.
‘Babylon is fallen, is fallen, is fallen.
Babylon is fallen to rise no more.

Amen

zingen                 Gezang 280

gezongen geloofsbelijdenis       

gebed                        met woorden van Luthers avondgebed

inzameling van de gaven 

slotlied          ElB 411 ‘Jezus leeft in eeuwigheid’

zegen

orgelspel