inleidend orgelspel           Musica pro Deo (orgel) ‘For all the Saints’ – Adriaan Cornelis Schuurman (1904-1998)

welkom en mededelingen 

zingen                       Psalm 92: 1 (allen), 2 (cantorij), 3 en 4 (allen) 

stil gebed

votum en groet      

aanvangstekst        ‘Daar is het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt. Hij is het over wie ik zei: “Na mij komt iemand die meer is dan ik, want Hij was er vóór mij”.’ (Johannes 1:29-30)

zingen           Psalm 92:5 (allen), 6 (mannen), 7 (vrouwen) en 8 (allen)

gebed om de verlichting met de Heilige Geest 

schriftlezing            Marcus 6: 14-29

zingen           NLB 741:1,2 (cantorij), 3 en 4 (allen) 

verkondiging          Glas 19

Gemeente van Jezus Christus,

Vanmiddag staat een heftig glas centraal.
Met name qua middendeel, het hoofddeel dus. We zien daar het hoofd van Johannes, op een schotel gelegd worden door de beul, die het vasthoudt aan het haar. Het ontzielde lichaam ligt nog geknield op de grond. Het bloed gutst uit de hals. De executie is blijkbaar net voltrokken. De stiefdochter van Herodes reikt de schotel aan. Haar blik en vooral blosjes verraden een mix van opwinding, afgrijzen en tevredenheid. Omstanders kijken geschokt, verdrietig of smoezen met elkaar.

Het is een heftige voorstelling: bruut, verbijsterend en onthutsend. Alsof je naar een scène zit te kijken uit de serie Game of Thrones. Die heeft de leeftijdskeuring 16+ trouwens… Moet je dan zo’n glas kiezen voor een Goudse Glazendienst in de middag, waar ook kinderen kunnen komen?
Tegelijk is hier de kerk doordeweeks de hele dag open en hangt er geen verduisteringsdoek voor glas 19 als schoolklassen hier een rondleiding krijgen.
Maar bovenal: dit glas is geschilderd Evangelie, gemeente. Ook dít maakt deel uit van het Evangelie van Jezus Christus. We lezen het immers in Marcus 6…

Daar lezen we ook hoe het zover heeft kunnen komen. Maar eerst iets over de achtergrond: Herodes Antipas, – want over hem gaat het hier – hij was de zoon van Herodes de Grote, degene die we kennen uit de kerstgeschiedenis, die wrede koning die opdracht gaf tot de kindermoord. Na zijn dood was zijn rijk verdeeld onder z’n zonen, waaronder dus Herodes Antipas. Antipas is een afkorting van Antipatros, oftewel ‘vaders plaatsvervanger’.
Ook hij was een echte Herodes, om het maar zo te zeggen. Die Herodessen hadden namelijk iets dubbels. Aan de ene kant waren ze toegewijd aan het Joodse volk en geloof, maar aan de andere kant ook verknocht aan de hellenistische cultuur. Aan het hof ging het er werelds aan toe. Wild ook. Inderdaad, een soort Game of Thrones avant la lettre.
Zo had Herodes (Antipas dus) zijn vorige vrouw verstoten, en had het vervolgens aangelegd met Herodias, een kleindochter van Herodes de Grote, een nicht dus, maar ook nog eens de vrouw van zijn halfbroer Filippus. Dit overspel had uiteindelijk geleid tot een huwelijk met haar.

Johannes de Doper had daar tegen geageerd. Blijkbaar kwam hij aan het hof. Hij schroomde niet om de koning Gods spiegel voor te houden en de zonde concreet te benoemen.
Herodes’ nieuwe liefje Herodias was woest geworden: ‘Waar bemoeit die kerel zich mee?!’ En aangezien Herodes onder de plak zat bij haar, had hij Johannes gevangen laten zetten. Maar dat ging Herodias nog niet ver genoeg: ‘Laat die Johannes voorgoed het zwijgen opgelegd worden!’
Maar dat wilde Herodes niet. Want hij was ook op Johannes gesteld. Hij had ontzag voor hem, voor z’n rechtvaardigheid en heiligheid. Daarom liet hij Johannes met enige regelmaat uit de gevangenis halen en luisterde dan naar hem. Dat zullen ongetwijfelde pittige preken geweest zijn. Want als profeet nam Johannes geen blad voor de mond. Hij legde de vinger bij misstanden, ook in het leven van Herodes.

Die Herodes is ook hier dubbel hè?! Aan de ene kant zit hij onder de plak van zijn vrouw en trekt hij zich van Gods geboden weinig aan. Maar aan de andere kant luistert hij graag naar de preken van Johannes.
Is dat omdat hij ten diepste toch anders wil? Of zoekt hij een soort vroom sausje over z’n verdorven levensstijl? Maar eigenlijk kiest hij niet.

Ik hoor mensen ook wel eens zeggen: ‘Wat goed als er nog ontdekkend gepreekt wordt. Ja, laat het maar stevig gezegd worden.’ Maar beseffen ze dat zulke preken altijd allereerst over onszelf gaan. Over die zaken die bij ons scheef zitten, die onze relatie met God, met de ander, verzieken? En zulke ontdekkende prediking is ook geen doel op zich. Als een soort geestelijk sadomasochisme of zo. Nee, ze is bedoeld om ons tot inkeer te brengen, tot berouw, tot vernieuwing.

En dát gebeurt nou net niet bij Herodes. Hij is niet als David, die na zijn overspel, na zijn grensoverschrijdend gedrag bij Batseba diep berouw toont en om genade smeekt. Maar die weg gaat Herodes niet. Hij kiest niet.

Dat doet Herodias wel. Zij zint op wraak. En op een dag dient zich daar een kans voor aan. Op Herodes’ verjaardag. Die hij viert. Groots en meeslepend. Z’n hovelingen, de militaire top en de upper-ten uit Galilea worden ervoor uitgenodigd. Het wordt een banket, ongetwijfeld rijkelijk besproeid met drank.
Op een gegeven moment komt de dochter van Herodias binnen, en zij begint te dansen. In de Bijbel blijft zij naamloos, maar de Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus noemt wel een naam: Salomé. Laten wij haar ook zo noemen.


In het bovenste deel van het glas links zien we Salomé bezig met haar dans. Zelfverzekerd, met de handen op de heupen. Naast haar staan de muzikanten: iemand die citer speelt en een fluitkwartet.
Rechts zien we Herodes, met Herodias. Of zíj ook aan tafel zat, vermeldt het Evangelie niet. Maar de glazenier heeft zich deze vrijheid veroorloofd. Er zijn nog meer gasten. De tafel is overdadig gevuld, met eten en drank. Een hondje onder de tafel wacht wat er op de grond terechtkomt. Dat is voor hem! Meer dan kruimels hoopt hij…
Herodes heft z’n hand op. Het lijkt het moment dat hij Salomé bij zich roept. Of het nu komt door de opwinding of door de beneveling door de drank, of door beiden, Herodes is door het dolle heen over z’n stiefdochter: ‘Wat een top-act! Iedereen is wild-enthousiast. Ik wil je daarvoor belonen. Zeg maar wat je hebben wilt. Ik zal het je geven. Al is het de helft van mijn rijk!’ Hij steekt twee vingers in de lucht en zweert het ook nog eens.
Salomé gaat naar haar moeder. En die grijpt haar kans: ‘Vraag om het hoofd van Johannes!’ In plaats van dat Salomé zegt: ‘Ma, wat vraag je nou! Dit kan toch niet!’, doet ze er tegen haar overmoedige stiefvader nog een schep bovenop: ‘Ik wil nu meteen het hoofd van Johannes op een schotel!’ Ze gaat dus nog verder dan de eis van haar moeder: nu meteen en op een schotel, dat hoofd.

Herodes is in één keer bij zinnen: ‘Wat heb ik gedaan? Ik kan Johannes toch niet over de kling jagen?! Hem, op wie ik zo gesteld ben?! Maar ja, ik heb wel een open gelofte gedaan, het zelfs met een eed bekrachtigd. En al die gasten zijn daar getuige van. Ik ga af als een gieter als ik me daar niet aan hou. Bovendien, hoe kom ik dan mijn eigen vrouw nog onder ogen…’

Weer die twee kanten: het ontzag voor Johannes, het op hem gesteld zijn, maar tegelijk die eed, de getuigen, z’n vrouw. Herodes kiest nu wel, maar dan voor de slechte kant. Met alle gevolgen van dien.
Ja, wat ooit begonnen was met overspel, had geresulteerd in de gevangenneming van een onschuldige profeet, en nu in moord. Want zonder enig proces wordt Johannes geëxecuteerd. Wie de deur openzet voor het kwaad, moet er niet van opkijken als dat steeds verder vreet, van kwaad tot erger…

De glazenier heeft zich op het al genoemde middendeel nóg wat vrijheid veroorloofd. Johannes wordt niet in de gevangenis gedood, zoals in het Evangelie, maar op het plein. Met vele toeschouwers eromheen.
Het nog geknielde, maar zielloze lichaam van Johannes, is half ontbloot. Om de schande nog groter te maken.
Salomé houdt de schotel voor zich uit, waarop het gruwelijke hoofdgerecht, in letterlijke zin, wordt geserveerd.
Bij dit schokkende tafereel zien we linksboven dat hoofd, door een raampje, iemand toekijken. In het bekende boek met uitleg bij de 72 glazen hier wordt gerept van Herodias, de aanstichtster van de onthoofding. Maar als je heel goed kijkt, zie dat diegene een baard heeft.
Daarom denk ik eerder aan Herodus, in feite net zo’n aanstichter. Het gezicht kijkt ook treurig. En dat was Herodes. Bovendien bevindt het zich achter tralies. Had Herodes zich zelf ook niet klemgezet met z’n overmoedige gelofte aan Salomé, bezworen met een eed? Maar dít bedoelde hij toch niet. Nee, de helft van zijn koninkrijk mocht Salomé zelfs hebben, maar dit… En toch heeft hij niet de guts om op die gelofte terug te komen, om deze verschrikkelijke eed teniet te doen. Als het om een mensenleven gaat, mag dat toch, nee: moet dat! Maar Herodes is halfslachtig en zwak. Hij blijft een laffe toeschouwer…

In wie herken jij je? In Johannes de Doper die het kwaad aankaart, die niet zwijgt als Gods goede geboden met voeten getreden worden? Die opkomt voor recht?  Die het goede wil doen, ook al roept dat tegenstand op, je veel kan kosten?
Of ben je meer als Herodes, zo halfslachtig, niet werkelijk willen kiezen? Misschien zelfs met de mond vol van God en het geloof, maar als het gaat over dat in praktijk brengen, ‘het goede doen, het recht zoeken’, – zoals het veelzeggende thema van de Week van Gebed luidt – dan geen thuis geven.


In het onderste deel van het glas, de zgn. ‘Schenkersrand’, komt het allemaal bij elkaar.
Daar zien we links de schenker van het glas: Hendrik van Zwolle, commandeur van de Haarlemse afdeling van de Johannieters, een ridderorde.
Die orde had het Maltezer Kruis als wapen: het vierkante kruis met de acht punten. Je ziet het drie keer afgebeeld: aan de halsketting van Hendrik, op de lessenaar en op zijn staatsiemantel. Die acht punten van dat kruis verwijzen naar de acht zaligsprekingen: die acht felicitaties waar de Bergrede mee begint, oftewel de grondwet van Gods Koninkrijk. Die staan haaks op het koningschap van Herodes, en anderen trouwens, waarin het om macht, begeerte, status, zelfbehoud en geweld draait.
Nee, in het Koninkrijk van God gaat alles op z’n kop. Daar worden armen van geest rijk, zachtmoedigen beërven de aarde en treurenden worden getroost. Daar sta je niet op je strepen, maar ga je door de knieën, net als Hendrik hier doet…

Rechts in die Schenkersrand is Johannes de Doper te zien. Met zijn rechterhand wijst hij naar het lam, beeld voor Christus. ‘Zie het Lam van God’, riep Johannes, toen Jezus bij de Jordaan kwam. ‘Zie, het Lam van God, dat de zonden der wereld wegdraagt.’
Op andere glazen heeft Johannes het Lam in de armen. Maar nu loopt het weg. Johannes moest het laten gaan. Hij is immers zelf gedood. Maar het Lam gaat verder. Jezus’ weg gaat door.
Als de wegbereider, de heraut, die Johannes was, zijn leven moest bekopen voor Gods zaak, dan zal het met Hem die komt, met de Messias zelf, niet anders gaan. Ook dan zal Herodes weer een rol spelen. En hij blijkt niet veranderd te zijn. Weer zo halfslachtig, zo dubbel. Enerzijds wil Hij Jezus zien, maar als de gevangen Jezus zwijgt voor Hem, laat Herodes hem uiteindelijk Hem bespotten en te kijk zetten, en geeft hij Hem terug aan Pilatus om Hem onschuldig te laten sterven aan het kruis.
Ja, dat is de menselijke kant. Maar kijk eens naar dat Lam op het glas. Het loopt zelf. Het gaat vrijwillig zijn weg. Uit liefde. Voor ons. En het gaat zijn weg, om ons te redden. Om onze halfslachtigheid te verzoenen. Om ons te leren wat liefde is, wat dat kosten mag. Om ons van gespleten personen, mensen uit één stuk te maken.

Het Lam ligt ook niet, maar staat. Herodes was warm. Hij dacht dat Jezus de opgestane Johannes was, toen hij hoorde over Jezus’ daden en woorden. Nee, Jezus is geen Johannes redivivus, geen teruggekeerde Johannes. Het is Jezus zelf, naar wie Johannes uitgezien had, diens weg bereid had en naar Hem verwezen had. Maar met Jezus’ dood zou het niet over en uit zijn. Nee, Hij zou opstaan. En daarom was Herodes warm. Prachtig is het op het glas uitgebeeld: het Lam staat. En Hij gaat. Op weg naar een nieuwe wereld, Gods Koninkrijk, waartoe Hij ons uitnodigt.
Ja, Hij vraagt ons te volgen. In zijn spoor. Dat betekent ook kruisdragen. Niet voor niets houdt Johannes ook een kruis in zijn hand. Jezus volgen betekent kruisdragen. Betekent tegenstand en tegenwerking. Betekent een kruis door alles wat haaks staat op Gods koninkrijk. En het kan ook lijden en vervolging betekenen. Zelfs de dood. Letterlijk dezelfde dood als Johannes. Als ik denk aan die Koptische christenen die onthoofd werden door IS. Of als ik denk aan de christenen die hun leven moesten bekopen in dezelfde eeuw als dit glas ontstond. Die vervolgd werden door de Inquisitie.
Muus Jacobse maakte een aangrijpend gedicht over hen, met als titel Het offer des Heren. In maar liefst 26 coupletten tekent hij die mannen en die vrouwen, die vanwege hun geloof hun leven lieten. Met de laatste vier coupletten daaruit wil ik eindigen, omdat het zo troost- en hoopvol is, ook voor ons anno 2023:

De kleine martelaars bij Gods genade,
Zij hoorden enkel God die hen gebood.
En uit de wereld die hen heeft verraden
Gingen zij vroom als kinderen in de dood.

Zij wisten niet waarom zij moesten sterven
Zo vol verdrukkingen en vol verdriet,
Maar wie God ééns geroepen heeft, vreest niet
Meer voor de pijnen, die dit lijf verderven.

Want eenmaal in hun leven riep Gods stem:
Zijn zuiver Woord herhaalde hun zíjn leven.
Zij konden enkel luisteren naar Hem,
Zij konden enkel zich gewonnen geven.

En wisten maar één woord op alle vragen:
God is voor ons gestorven aan het kruis,
God geeft zijn kinderen een kruis te dragen
Om ze te halen in zijn eeuwig huis.

Amen

musica pro Deo (cantorij) Te Deum in C – Charles Villiers Stanford (1852-1924)

zingen           NLB 968: 3, 4, 5

geloofsbelijdenis

zingen NLB 412: 1, 2

dankgebed en voorbeden

inzameling van de gaven

zingen           NLB 727: 1 (allen), 2 (cantorij) 3 en 4 (allen)

zegen

uitleidend orgelspel          Postlude in d – Charles Villiers Stanford (1852-1924)

(met dank aan Stichting Goudse Sint-Jan voor de afbeeldingen van het glas)