orgelspel 

welkom en mededelingen 

aanvangslied          Lied 575:1

stil gebed

votum en groet

openingstekst    ‘Maar ik moge ervoor bewaard blijven anders te roemen dan in het kruis van onze Here Jezus Christus.’ (Galaten 6:14a, NBG-vertaling)

zingen           Psalm 22:1,7,8

gebed om verlichting met de Heilige Geest

schriftlezing             Kolossenzen 2:6-15

zingen           Hemelhoog 191:1,6,7 ‘Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten’

tekstlezing   ‘Hij heeft zich ontdaan van de machten en krachten, Hij heeft hen openlijk te schande gemaakt en in Christus over hen getriomfeerd.’ (Kolossenzen 2:15)

verkondiging

Gemeente van Jezus Christus,

‘Leer mij, o Heer uw lijden recht betrachten, in deze zee verzinken mijn gedachten.’ We zongen het zojuist. Een bekend lied, met eigenlijk een heel mooi beeld: het lijden van de Here Jezus als een zee, waarin we verzinken, zo diep is het. Hoe zouden we die diepte ooit kunnen peilen?
Om nog even in het beeld te blijven: vanavond gaan we met Paulus die diepe zee in, die geweldige diepzee van het lijden en sterven van Jezus. Hij is onze duikersklok, als ik het zo mag zeggen. En echt niet de geringste. Want als iemand daarover nagedacht heeft en vooral mee en uit geleefd heeft, dat elke keer weer centraal stelde in zijn boodschap, dan is het Paulus wel.
Daarom dalen we vanavond met hem af in die diepe zee van de betekenis van het kruis.

Als je zo’n diepzee, zo’n trog van meer dan 10 kilometer diep, afdaalt, dan kun je versteld staan van het leven dat daar op die enorme diepte toch is, alleen al die mysterieuze, maar vooral ook prachtige vissen die dan opeens voor je op kunnen doemen!
Op een nog veel groter mysterie wijst Paulus ons vanavond in de diepte van het kruis van Christus. In onze tekst laat Paulus daar het licht op vallen. Daar aan het kruis heeft Jezus ‘zich ontdaan van de machten en krachten en die openlijk te schande gemaakt en over hen getriomfeerd.’
Met andere woorden: het kruis van Christus is een slagveld, waar Hij zegevierend uit te voorschijn gekomen is. De grote Tegenstander met al z’n handlangers heeft Hij daar ontmanteld. Daardoor hebben die nu niets meer te vertellen, is het gedaan met hun macht! Die diepe betekenis heeft het kruis van Christus.

‘Maar Paulus, ben je niet de weg kwijt, daar in die diepzee?! Als ik naar het kruis kijk, dan zie ik juist een openlijk te schande gemaakte Jezus. Voor ieders oog hangt Hij daar te kijk, tussen hemel en aarde. En Hij is toch juist ontmanteld?! Letterlijk! Kijk, daar gaat z’n mantel, opgerold onder de arm van een Romeinse soldaat, gewonnen bij het dobbelen. En Jezus hangt daar maar, vastgespijkerd op het vloekhout. En hoe ze Hem ook vol bijtende spot uitdagen om van het kruis af te komen, om zichzelf zo te bewijzen, Hij blijft daar hangen. Wie lijdt hier nu de nederlaag? Dat is toch overduidelijk Hij?!
Of Paulus, heb je het hier eigenlijk over Pasen? Dan wordt er gezegevierd, maar hier op Goede Vrijdag toch niet?! Dan wijst alles toch op een machteloze, een verslagen Jezus?’

Maar toch houdt Paulus vol, blijft hij ons wijzen op dit mysterie, dat deze diepzee bevat: ‘Kijk maar, en dan met andere ogen dan je blote ogen. Kijk maar met de ogen van het geloof. Dan zie je het: juist de overgave van Jezus is een overwinning, zijn zwakte is zijn kracht, zijn kruis is zijn kroon!’
En zo is de kerk het ook gaan zien. Zeker de kerk van het begin. Die heeft daar zelfs alle nadruk op gelegd. Het kruis van Christus, waar Hij strijdt tegen de machten van het kwaad en die overwint. De duivel en de dood, die op oude schilderijen heel plastisch onderaan het kruis van Jezus liggen, verslagen. En nog steeds in de Oosters-orthodoxe kerk, ligt daar alle nadruk op. Op iconen zie je daar dan ook altijd een koninklijke, zegevierende Jezus.
Hier in de westerse kerk ligt veel meer nadruk op de verzoening van onze schuld door het kruis van Christus.

Toch is het zo zwart-wit niet, denk ik. We moeten die beide noties van het kruis: – overwinning op het kwaad en verzoening van onze schuld – ook niet zo ver uit elkaar trekken. Dat doet de Bijbel ook niet. Ook Paulus niet in Kolossenzen 2. Want in de verzen direct voor onze tekst heeft hij het juist gehad over onze schuld, over onze zonden en de kwijtschelding daarvan.
Blijkbaar is één van de machten die Jezus aan het kruis overwon juist onze schuld. Een macht die trouwens niet buiten ons staat, waar we vooral slachtoffer van zijn en weinig aan kunnen doen. Nee, Paulus schrijft over onze zonden. Wij zelf hebben die schuld opgestapeld, totdat het echt een macht geworden is, die ons beheerst, die ons eronder houdt.

Maar wat gebeurt er nu bij het kruis van Jezus? Daar nagelt God zelf het document met voorschriften waarin wij werden aangeklaagd, dus het bewijsstuk van onze schuld, aan het kruis (vers 14). Onze schuld, ons bewijsstuk, wordt aan Jezus’ kruis gespijkerd en zo nietig verklaard. Door God.
Christus, de zondeloze, tot zonde gemaakt, opdat wij die kwijt zijn, voor ons nietig wordt verklaard, dus bevrijd van die enorme last, die geweldige macht.
Tob je met je schuld? Word je weleens wanhopig van die zonden, die maar blijven komen uit je binnenste? Geef ze uit handen. Zeg het eerlijk tegen Hem en weet dan dat ze allemaal, echt allemaal,  inclusief de zwaarste, de meest verborgen, genageld worden op dat kruis van Christus. En zo nietig verklaard, weggedaan.

Dit is toch geen gepasseerd station?! Nee, bij dit kruis moet je elke dag langs, hier kun je elke dag langs! In die zin vind ik het tekenend dat de muren in onze kerk een kruismotief hebben. Kijk maar. Al die kruizen, inclusief dat op het kanselkleed, herinneren ons eraan dat we zonder dat kruis nooit kunnen.
Wetende dat Jezus deze macht van de schuld daar heeft ontmanteld en erover getriomfeerd.

Tegelijk is die overwinning van Jezus aan het kruis over meer dan onze schuld alleen. Nee, het gaat volgens onze tekst over ‘machten en krachten.’ Dat is meervoud. Het is een heel front waar Christus aan het kruis mee gestreden heeft. De machten van zonde, duivel en dood. En alles wat daarmee samenhangt.
Dat meervoud zie je al met het blote oog, daar op Golgotha. Er zijn soldaten die hem folteren. Joodse leidslieden en een medegekruisigde die hem bespotten. Zelfs de natuur lijkt zich af te wenden als het donker wordt, aardedonker.
Maar dit is nog maar de buitenkant. De binnenkant, niet met het blote oog te zien, maar voor Jezus wel uiterst reëel, zijn de verschrikkelijke machten, die zich tegen Jezus keren, het antigoddelijke, het demonische. Het stort zich allemaal op de schijnbaar weerloze Jezus.

Maar in die ongekende strijd, waar Paulus hier op doelt, en waar wij eerbiedig afstand houden, want Hij strijdt daar alleen, volstrekt alleen – daar houdt Jezus stand. Hij overwint. En het zijn sterke beelden die Paulus hiervoor gebruikt. Jezus heeft ze ontwapend. Je ziet het voor je: rijen krijgsgevangenen, met de handen in de nek, de geweren naast zich op de grond. Ontwapend. Dat is met heel dat vijandelijke front op Golgotha gebeurd. Ze zijn er ook ‘openlijk te schande gemaakt’, schrijft Paulus. Als krachteloze machten aan de kaak gesteld. Iedereen kan het zien dat ze in feite niets te vertellen hebben. Ja, zo ‘heeft Christus over hen  getriomfeerd’, besluit Paulus onze tekst. Letterlijk staat hier: ‘heeft Hij ze in triomf opgevoerd.’ Hierbij denkt hij waarschijnlijk aan het gebruik in die tijd dat een koning de overwonnen vijand aan zijn zegekar bond en ze zo in triomf z’n stad binnenvoerde en opvoerde.

Het schavot, het vloekhout, dat het kruis voor Jezus was, is zo ook een zegewagen, waar de ontwapende en overwonnen machten aan meegevoerd worden! Wat een ongekende diepte wordt hier door Paulus gepeild!
Er is wel een gevaar. Dat als we dit geheimenis van het kruis ontdekt hebben: de overwinning, de zegekar die het is, dat we dan gaan vergeten wat voor een lijden Jezus deze overwinning kostte. Ik las ergens over een oud Engels verhaal waarin het precies hierover gaat. Daarin ziet de schrijver in een droom een kruis, dat vol is met de juwelen en de schatten van de overwinning: ‘Het was als zag ik een wonderboom de hemel in rijzen, met licht vermengd.’
Maar terwijl hij zich hierover staat te verwonderen, verandert deze voor zijn ogen van gedaante en het is alsof het kruis wordt bedekt met vloeiend en geronnen bloed.
De man vraagt zich af: ‘Hoe is het toch mogelijk dat deze wonderlijke boom twee zulke verschillende gedaanten heeft?’ Als hij daarover staat na te denken neemt het kruis zelf het woord en vertelt hem zijn verhaal. Ooit was hij een jonge boom geweest en opgegroeid in een bos, maar alleen om te worden geveld en naar een heuvel vervoerd. Toen hij eenmaal stevig op zijn plaats was gezet, verscheen er ineens een held die het kruis uit eigen beweging besteeg.
Terwijl de boom met afschuw toeziet, wordt Jezus (want om Hem gaat het natuurlijk) met zwarte spijkers doorboord. Dezelfde spijkers dringen ook door in de boom en hij wordt doordrenkt met het bloed dat uit de wonden van deze Jezus gutst. Maar toch wordt door dit weerzinwekkende lijden de overwinning behaald.

De dichter wilde ermee zeggen: als je nu zo’n schitterend overwinningskruis ziet, vol juwelen en goud, besef dan wel dat-ie eens met spijkers doorboord en van bloed doordrenkt was. Besef vooral wat de prijs van de overwinning was. Nee, Jezus’ overwinning is wel heel anders dan hoe hier op aarde overwinnaars hun zeges behalen. Jezus overwint bijvoorbeeld niet door geweld, maar door juist door af te zien van geweld, door volstrekte zachtmoedigheid en liefde. Hij zegeviert niet door Zijn macht te tonen, maar er juist van af te zien. Zo weerstaat Hij de verleiding van de boze, van de machten, door juist machteloos te zijn. Hij overwint door zich juist als een weerloos offerlam te laten slachten. Hij overwint door Zich te laten overwinnen. Zo paradoxaal is het! Hij wordt verpletterd door de meedogenloze macht van Rome, van wereldlijke en geestelijke leiders, en zo vermorzelt Hij de kop van de slang. Door zijn liefde, zijn trouw tot in de dood, zegeviert Hij over al die overheden en machten. Zo wordt zijn kruis de zegewagen waar Hij ze allemaal aan bindt.
En in die overwinning mogen wij delen en vanuit die overwinning mogen wij leven, ook anno 2023.

‘Ja prachtig, maar die machten zijn er toch nog steeds?! De macht van de dood. Wie van u stond al niet eens bij een geopend graf, meer dan eens? Hoeveel witte gedenkstenen liggen hier al in de kerk?
En de macht van de Boze dan! Er gebeuren toch demonische dingen in deze wereld, in levens van mensen, waardoor zoveel verwoest wordt? Of juist verdraaid, vergiftigd. Heel slinks, maar net zo destructief.’

Maar het gaat in onze tekst over machten en krachten, meervoud dus. Het is een heel scala dus. Dan denk ik ook aan moderne machten: die van de economie, van de techniek, van de media, van een verwrongen seksualiteit, van verslavingen. Toch allemaal machten die mensen kunnen beheersen en kunnen vervreemden van God en van elkaar?!
Ja, al die machten zijn er, oude machten, nieuwe machten, wereldse machten, religieuze machten. Maar: en dat is het beslissende punt, door het kruis van Jezus zijn ze ontmanteld. ‘Onttroond’ zijn ze nog niet. Dat zal gebeuren, schrijft Paulus elders, op de jongste dag. Dan zijn ze totaal onschadelijk gemaakt. Zover is het nu nog niet. Ze hebben nu nog invloed. Dat is duidelijk genoeg. Maar ze moeten in Eén wel hun absolute meerdere erkennen: in Jezus Christus, de Gekruisigde.

Kijk, en daarom moeten we dicht bij Hem blijven. Vanuit Zijn bevrijding leven en ons niet opnieuw slaaf laten maken van al die machten. Nee, vanuit Zijn overwinning, Zijn genade, Zijn kracht ertegen strijden.  Niet stoer, zo van: ‘Kijk mij eens!’, maar zachtmoedig, trouw, liefdevol – zo is immers de gezindheid van onze gekruisigde Heer, of zoals René van Loenen eens dichtte:

De sterke moet de zwakke dienen,
Gods rijk begint van onderop.
Het heilsplan van de Ongeziene
zet onze wereld op zijn kop.

Wij mogen ons nooit overgeven
aan de aanbidding van de macht,
want heilig is het tere leven,
dat door de wereld wordt veracht.

Niet in een vuist laat God zich vinden,
niet in geweld of willekeur,
maar in de roep van zijn beminden,
hun hoopvol kloppen aan de deur.

De zachte krachten zullen winnen.
In hen schrijft God geschiedenis.
Zijn koninkrijk zal daar beginnen
waar Christus tegenwoordig is.

Amen

zingen           Lied 578:1,4,5,6 ‘O kostbaar kruis, o wonder Gods’

lezing verkort avondmaalformulier  

zingen           Lied 377:1,4,5 ‘Zoals ik ben, kom ik nabij’

viering Heilig Avondmaal

dankgebed 

inzameling van de gaven 

slotlied          Lied 590:1,3,4,5 ‘Nu valt de nacht’

zegen